DOSSIER ERIC DE KUYPER EERSTE WRITER IN RESIDENCE AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL 1. Writer in residence aan de VUB 2. Programma lezingen en gastcolleges 3. CV van Eric de Kuyper 4. Bijlage: foto Eric de Kuyper 1. Writer in residence aan de VUB Het uitnodigen van een writer in residence heeft een lange en eerbiedwaardige traditie aan buitenlandse universiteiten. In Vlaanderen wordt er echter nauwelijks gebruik gemaakt van de formule. De Vrije Universiteit Brussel pakt met een primeur uit: Eric de Kuyper wordt er in november 2010 de eerste writer in residence. Hij geeft twee avondlezingen en twee gastcolleges. Eric de Kuyper (Brussel, 1942) is schrijver van vooral autobiografische romans. Hij regisseerde een viertal films en werkt voor theater en dans. Internationaal is hij een veelgevraagd gastdocent. Hij houdt zich op dit moment vooral bezig met de stomme film en met visualisering van muziek. De komst van Eric de Kuyper is in zekere zin een terugkeer van de schrijver naar de VUB. Hij studeerde er ooit aan het begin van de jaren zeventig filosofie en communicatiewetenschappen. Daarna promoveerde hij aan de Ecole des Hautes Etudes en Sciences Sociales (EHESS) te Parijs. De Kuypers verblijf als writer in residence aan de VUB is een initiatief van decaan Prof. dr. Piet Van de Craen van de Faculteit Letteren & Wijsbegeerte en van docent Nederlandse literatuur Prof. dr .Hans Vandevoorde (Vakgroep TALK). De lezingen worden georganiseerd in samenwerking met de Dienst Cultuur van de VUB (prof. dr. Wim de Pauw), de Vakgroep Taal- en Letterkunde en de Faculteit Letteren & Wijsbegeerte. 2. Programma 2.1. Lezingen van Eric de Kuyper op 3 en 10 november 2010 in de KK Galery’ om 20u Trefcentrum Y': Gebouw Y' Campus Etterbeek, Vrije Universiteit Brussel, Pleinlaan 2, 1050 Brussel - woensdag 3 november 2010: ‘Van beeld naar muziek, en retour’ met welkomstwoord door Prof. dr. Piet van de Craen, decaan Bij de stomme film - een deel van de filmgeschiedenis die drie decennia in beslag neemt speelde (live) muziekbegeleiding een wezenlijke rol. Wat niet via het woord verteld of gesuggereerd kon worden, gebeurde via de muziek. Geen toeval dus dat toen Eric de Kuyper zich op de studie van de stomme film ging toeleggen, het muzikale aspect hem bijzonder boeide. In het Filmmusuem Amsterdam, bij de Cinematek (Brussel) en recentelijk bij de Kurzfilmtage Oberhausen ontstonden zo projecten rond het stomme filmbeeld en de muzikale begeleiding. Met de opdrachten van de Operadagen Rotterdam keerde de verhouding zich als het ware om: hem werd gevraagd stomme films te maken bij reeds bestaande partituren van Schumann en Debussy. - woensdag 10 november 2010: ‘Het spelkarakter van de opvoering’ De vraag is: wat is een opvoering (uitvoering)? Wat houdt de 'performance' in bij de zogenaamde 'podiumkunsten'? De dialoog tussen de vertolker en de toeschouwer wordt bepaald door bepaalde regels, waarvan de belangrijkste de illusie is, het make-believe, het scheppen van een verbeeldingswereld in tijd en ruimte. 2.2. Gastcolleges (in het kader van het mastervak “Hedendaags Nederlands proza” (prof. dr. Hans Vandevoorde) - woensdag 3 november 2010 om 11u in lokaal D.3.15.: eerste lezing over Het teruggevonden kind. - dinsdag 9 november 2010 om 9u in lokaal F.5.211: tweede lezing over Het teruggevonden kind. ‘In Het teruggevonden kind reflecteert Eric de Kuyper op het kind-zijn. Zijn gedachten en overwegingen kunnen worden gezien als een belangrijke toevoeging aan zijn vijfdelige autobiografie van de kinderjaren. Hij roept niet alleen herinneringen aan de eigen kinderjaren op, maar spreekt ook over het herinneren zelf, in het bijzonder over het plezier van het schrijven over de eigen kinderjaren en de valkuilen die zich daarbij voordoen.’ (flaptekst) 3. Curriculum vitae van Eric de Kuyper Eric de Kuyper (Brussel, 1942) studeerde theater aan het RITCS, daarna filosofie en communicatiewetenschappen aan de VUB. Hij promoveerde aan de Ecole des Hautes Etudes en Sciences Sociales te Parijs, onder leiding van de semanticus A.J.Greimas. Na twaalf jaar te hebben gewerkt als producer bij de BRT werd hij hoofddocent aan de Katholieke Universiteit Nijmegen, waar hij de afstudeerrichting Film- en Opvoeringskunsten oprichtte. Hij stichtte ook samen met Emile Poppe het filmtheoretische tijdschrift Versus en een universitair filmarchief. Hij was gastprofessor aan de universiteiten van Frankfurt, Zürich, Luik, Parijs en Utrecht. Einde van de jaren tachtig werd hij adjunct-directeur van het Nederlands Filmmuseum. Hij regisseerde een viertal films in de jaren tachtig, waaronder de bekendste Casta Diva, Pierrot Lunaire en Naughty Boys zijn. Voor deze laatste film kreeg hij o.m. de Vittorio de Sica-prijs. Hij publiceerde een twintigtal boeken, meestal in het autobiografische genre. Aan Zee, De Hoed van Tante Jeannot en Als een dief in de nacht werden vertaald in het Frans, Hongaars en Italiaans. In 2007 verschenen de reflecties Het teruggevonden kind. Hij vertaalde of bewerkte voor het toneel werken van onder meer Claudel (regie:Johan Simons), Labiche, Tennessee Williams (regie: Ivo van Hove), Proust (regie: Guy Cassiers). Hij ontwierp visuele concepten voor Muziektheater Transparant en voor een tentoonstelling over het Transsiberische spoor (François Schuiten). Voor Marres in Maastricht curateerde hij tevens een project rond het ‘Flaneren’ en voor het NAI Maastricht verzorgde hij de visuele achtergrond bij een tentoonstelling over ‘Slapen’. Zijn ‘peepboxen’ werden tentoongesteld in Antwerpen, Lyon, Brussel, Oostende, Bonn, enzovoort. Naast verschillende draaiboeken voor onder andere Chantal Akerman, schreef hij filmtheoretische boeken over het mannelijke lichaam in de Hollywoodfilm. Hij adviseert Il Cinema Ritrovato in Bologna en werkt samen met het Koninklijk Filmarchief aan een reeks projecten rond de vroege stomme film. Na de productie Poldihütte/Shostakovitch voor het NOB werkte hij aan een programma Satie/Cage. Voor de Kurzfilmtage Oberhausen (2010) curateerde hij samen met Marianne Lewinsky, Vom Meeresgrunde, tien programma’s gewijd aan de vroege stomme film. Na een dansproject voor Springdance (Echte Clichés) en een Proust-bewerking voor het KunstenFestivaldesArts bereidt hij momenteel I can do it voor, een dansproject. Voor de Operadagen Rotterdam (De Doelen, 2010) visualiseerde hij l’Enfant Prodigue van Claude Debussy; tevens verzorgde hij de filmische achtergrond bij Genoveva van Robert Schumann (Leipzig Gewandhaus en Rotterdam, De Doelen, mei 2010). 4. Bijlage: Foto Eric de Kuyper