Slide 1 - KU Leuven

advertisement
Islam en gender
Christiane Timmerman
Universiteit Antwerpen
UCSIA
Islam in België/Vlaanderen
• officiele erkenning sinds 1974
– officiële vertegenwoordiging: moslim executieve
• Islam is versnipperd:
– etnische en ideologische verschillen
• nieuwe trends in islambeleving
– religieuze autoriteit: imam => hoogopgeleide
wetenschappers (zoals Tariq Ramadan, Abu Zayd en
Mohammed Arkoun),
– allochtone moslims:
• weinig onderbouwde theologische en theoretische Islamkennis
• reflecteren in hun religieus discours over hedendaagse
Europese bezorgdheden
Onderzoek
het belang van islam in het dagelijkse leven van
hoogopgeleide moslims
Johan Geets
Katrien Van der Heyden
Els Vanderwaeren
Christiane Timmerman
Steunpunt Gelijke Kansenbeleid/OASeS
Universiteit Antwerpen
• Populatie:
– (1) moslimjongeren, (geboren en) getogen in Vlaanderen,
– (2) na hun 18 jaar (maximum leeftijd van 35 jaar) verder
studeren of afgestudeerd zijn aan een hogeschool of een
universiteit én
– (3) die al verder geraakt waren dan het eerste jaar van hun
hogere studies.
– => Studentenadministraties van de 24 Vlaamse
hogescholen en 9 universiteiten
• Biografisch, kwalitatief onderzoek:
– Diepte-interviews:
• dagdagelijkse invulling en ervaring van islam,
• verwoording van hun persoonlijke beleving aan de hand van hun
levensverhalen
– 25 mannen, 29 vrouwen (voornamelijk Marokkanen en
Turken)
Jongeren over hun ouders
• Beginjaren migratie:
– gebrek aan infrastructuur waardoor ze de islamitische
regels niet konden volgen
• Moskee kreeg doorheen de loop der jaren meer greep
op de eerste generatie
• beperkt en laaggeschoold niveau van hun islamitische
referentiekader (volkse Islam herkomstgebieden)
=> geloof van hun ouders: conservatief en weinig
tolerant
=> ouders stellen zich geen of weinig vragen over
islam, terwijl dit bij de kinderen wel gebeurt.
=> behoud van de etnisch-religieuze identiteit
Jongeren over hun opvoeding
• meest significante impact op hun opvoedingspatroon en
waardenbeleving: gender
• navolgen van de religieuze voorschriften (ortho-praxis)
– => nadruk op verboden zaken, schuld, schaamte, straf
– => een beeld van een straffende ’Allah
• een sterk ‘wij-zij’ gevoel
– geen voorbeeld nemen aan ‘Belgische meisjes’ die het zedenverval
en de decadentie van het Westen in zich dragen
• veranderingen associëren met de westerse samenleving
–
een bedreiging voor hun eigenheid. => Verwesteren betekent voor
hen het verlies van de etnisch-religieuze identiteit.
• de eerste generatie heeft weinig contact met de autochtone
samenleving,
waardoor
stereotype
vooroordelen
gemakkelijker stand houden.
Genderaspecten in de opvoeding
– moeder verering: verantwoordelijk voor het zorgen in het
gezin
• respect
• ‘bescherming’: legitimering voor ongelijke behandeling van
mannen en vrouwen
– Vader:‘hoofd van het gezin’:
• Verantwoordelijk voor contacten met buiten,
• financiële welzijn van alle gezinsleden
– Vaders => broers:
• verenging tot supervisie van ‘religieuze voorschriften’ door de
vrouwelijke leden van hun gezin.
– Jongens: vrijheid/geen controle “wat jongens te weinig
krijgen, meisjes te veel” “geen opvoeding/geen diploma”
• => wordt aangeklaagd door vrouwelijke respondenten
Vrouwelijke respondenten
• Ervaren een obsessie ten aanzien van de
vrouwelijke seksualiteit, en het aan banden leggen
ervan
– elke ontmoeting met een man is verdacht=> zeer
inperkend
– potentieel gevaarlijk: zwemmen, naar de film gaan,
s’avonds over straat lopen, uitgaan,naar de bibliotheek
gaan of met een man praten,
– steeds schuldig, tot ze hun onschuld kunnen bewijzen.
Een hoofddoek kan hierin een belangrijk wapen zijn
=> eigen aan religieuze patriarchale systemen
Angst voor fitna
• onweerstaanbare aantrekkingskracht van vrouwen =>
fitna, chaos, inbreuk op de goddelijke, patriarchale
orde
– een mannelijke drang om de vrouwelijke seksualiteit (en
dus hun nageslacht) te controleren.
– primaire identificatie: vrouwen =>lichaam,
man => geest
• bewegingsvrijheid enorm beperkt
• het gebrek aan vertrouwen vanwege ouders, broers of partners:
“een eremoord als plicht”
• vrouwelijke maagdelijkheid’ “Een vrouw wordt herleid tot haar
maagdelijkheid “
– extern dwingend gebod naar een geïnternaliseerde waarde,
– een absoluut begrip naar een relatief gegeven
– verlies van de maagdelijkheid zal resulteren in het niet meer vinden
van een huwelijkspartner.
Attitude tav genderverschillen
• situatie moeilijker dan die van moslimvrouwen in
hun herkomstlanden:
– meer bewegingsvrijheid
• niet ‘bedreigd’ met een andersdenkende (autochtone) cultuur
die hun gedrag in vraag stelt.
– “Marokko/Turkije zijn ze meer verwesterd dan de
Marokkanen/Turken die hier zijn”
• Respondenten distantiëren zich
– Ouders
– Autochtone omgeving => te losbandig
• =>genderverschillen bepalen
identiteitsconstructie van de respondenten
Hoofddoek
symbool (ver)nieuw(d)e religieuze dentiteitsconstructie
•
bewuste keuze
–
–
–
–
•
• emotioneel/metomorfose
• nav “life-event”.
vroomheid
boodschap van zedigheid,kuisheid
• “Serieus meisjes”: niet gezwicht voor de Westerse seksuele moraal
• => seksueel-politiek statement
benadrukken van behoren tot werelwijde moslim gemeenschap
modegevoelig
positionering tav:
– eigen omgeving
– omringende autochtone cultuur
– “westers –seculiere” samenleving
context
• => tav omringde maatschappij
• Spanningsveld:
– waarden en normen van de “westers-seculiere” omgeving en deze
van ‘significant others’ => confrontatie stemt tot reflectie
– negatieve vooroordelen wederzijds
• => Oplossing om conflicten te vermijden:
– duidelijk standpunt
– afstand tav autochtonen
• => Antwoord tav hun kwetsbaarheid :
– zich terugtrekken in de beschermende zekerheden van het
religieuze conservatisme
• => tav internationale polarisering tegenover
Islam:
– Uitdrukking van onvrede over een niet geslaagde
integratie, socio-economisch gemarginaliseerd
– solidariteit met “verdrukte” religieus –ideologische
beweging
– => Symbool van culturele authenticiteit tav westerse
hegomonie
Voor vrouwelijke respondenten
• Hoofddoek: zinnebeeld van sterke en onafhankelijke
vrouw:
•
•
•
•
trouw aan identiteit
zelf verantwoordelijk
=> Bewondering voor moedig standpunt
Idee van “gelijkheid”:
– als vrouw–man
– als moslim – anders gelovigen
•  sociale controle als drempel voor mobiliteit
• => Sociale druk creëert verwachtingen:
• Niveau van volwassenheid
• “Serieus”
Kennis: reguliere onderwijs
• School:
– plaats van confrontatie met “westers-seculiere wereld”
• Vooral voor meisjes schipperen tussen 2 werelden
– Belangrijke status “kennis”
• Hooggeschoolden: tolerantie, openheid, het belang van
persoonlijke ontwikkeling
• Laaggeschoold: traditie, conservatisme, gebrek aan tolerantie,
gehoorzaamheid en onderwerping
“Kennis is heel belangrijk in de islam. Onderwijs is ook heel
belangrijk in de islam. Zonder onderwijs kom je geen centimeter
verder”.
Kennis: islamonderwijs
=> De ‘honger naar kennis’ :
• enorme gebrek aan religieuze kennis
• kennis van legitieme en authentieke bronnen om informatie op
te zoeken.
– geen duidelijk leerprogramma met eindtermen
(reciteren van onbegrijpelijke taal/geen uitleg)
– Islamleerkrachten:
• weinig/geen Nederlands
• niet goed opgeleid voor hun vak
• geen aansluiting bij de leefwereld van de in Europa geboren en
getogen moslimjongeren.
partnerkeuze
• Iedereen trouwt
– => Islam is tegen celibaat
• Moeilijk vinden van partner => beperkingen
• Familieaangelegenheid:
– Zeker voor meisjes
• alleen wonen => problematisch
• Huwen met niet-moslim: quasi uitgesloten moeilijk
– Jongens:
• meer bewegingsvrijheid – maar huwelijk met partner uit eigen
gemeenschap
• gemakklijker huwen met niet- moslim
• => etnisch-culturele identiteit prominent aanwezig is
bij de partnerkeuze (herkomstland)
Relatie met de samenleving
• Tav “eigen” omgeving:
– voor vrouwelijke respondenten:
• beklemmend het belang dat hun familie aan de familie-eer hecht
• verzet tegen beperkingen van eigen omgeving => volledige breuk,
=> moeilijkere ontvoogdingstrijd dan voor mannen
• Met “autochtone” samenleving: communicatie moeilijk
– het gevoel zich te moeten verantwoorden
• =>in hun eigen gemeenschap:
– geen aansluiting
• =>in de autochtone gemeenschap:
– niet aanvaard
– over dezelfde kam worden geschoren met die groepen die
zich duidelijk niet wensen te integreren
strategieën om conflicten te
vermijden
– schijn – aanpassing
– afstand scheppen
– zich volledig op de eigen gemeenschap richten
• loskoppeling van etniciteit en religie:
– onderscheid eerste generatie,
– laaggeschoolde generatiegenoten.
• Keuze voor religieuze identiteit,
– universeler en compatibeler identiteitsmodel
– etnische identiteit is te beperkend
=> een individuele definiëring van een ‘persoonlijke
islam’.
Islam voor respondenten
• ortho-praxis blijft belangrijk
– => onderscheidt moslims en niet-moslim
• bezorgdheid over het toenemende extremisme
– sommige religieuze organisaties krijgen een sektarisch
karakter
• gebrek aan een islamitisch kader of islamitische
structuur in België
– omkadering van Islam
– toezicht houden op de inhoudelijke boodschappen
vanuit of in de moskeeën
• ,
Islam voor de vrouwelijke
respondenten
• zwakke posities van vrouwen:
– door niet naleven
voorschriften
van
“juiste”
islamitische
• exploreren hun rechten en plichten:
– herdefiniëren in het kader van bredere maatschappelijke
ontwikkelingen (vb: relatie man-vrouw/ polygamie)
– => een verschuiving in het normatief islamitisch kader
dat ze in hun opvoeding meekregen
– => fundamenteel andere lezing van de islamitische
bronnen
.=>andere vorm van ‘bricolage’
Gelijkheid vrouw - man
• In de abrahamitische religies:
– In de heilige boeken maar vooral in latere interpretaties:
passages die idee van superioriteit man ondersteunen
• Islamitische bronnen:
– passages die voor gelijkheid/ongelijkheid tussen man
en vrouw kunnen worden gebruikt = > voor elk wat
wils!
Koran
– fundamentele gelijkheid in het aanschijn van
God:
• mannen als vrouwen worden aangesproken
 visie van gewone Moslim (hadith/secundaire
interpretaties)
vb: scheppingsverhaal, “poort van de duivel”
– Relatie man – vrouw: complementariteit die
elkaars gebreken aanvult/medestanders die elkaar
helpen het recht pad te bewandelen
• Ongelijkheid ‘man en vrouw’ op juridisch vlak
(Sharia):
• de neerslag van de koran en de sunna in het recht
• dus ook voor zaken die buiten koran/hadith vallen
• = >Interpretatie door geleerden (mannen in patriarchale
samenleving)
• 4 rechtscholen binnen Islamitisch orthodoxie
(soennisme): Hanafieten (Turken),Malakieten
(Magrebijnen),Sjafi’ieten, Hanbalieten
• Instrumenten voor hercontextualisering:
– Igtihad: individuele inspanning om tot een oordeel te
komen
– Igma: concensus van gemeenschap => superieur aan ander
bewijsmateriaal (Koran en Sunna)
Moslima’s zoeken onderscheid:
– “Cultuur”: onderdrukkende trends uit de ouderlijke
etno-sociale achtergrond
– “Religie”: puur en zuiver, onbedorven door
cultuur/genderdiscriminaties
• historische context van vrouwonvriendelijke interpretaties
• verwaarloosde tradities die gelijkheid benadrukken
- => ‘feminisering’ van de islamitische doctrine en
praxis
Vrouw:
- “onderdrukt” door Islam => “vernieuwer” in Islam
Download