PP Thema 2 - Edurep Delen

advertisement
PP Thema 2
ZW klas 3
§1 Organismen ordenen
Een organisme is een levend wezen.
Ordenen is organismen in groepen indelen.
Je doet dit door naar de kenmerken van de organismen te kijken.
Een kenmerk is een bepaalde eigenschap, bijvoorbeeld:
• wel of geen skelet
• leeft hij in het water of niet
• bestaat hij uit 1 cel of uit meerdere
Allereerst wordt naar de kenmerken van de cellen van de
organismen gekeken.
Bacteriën
Celkern
Celwand
Ja
Dieren
Ja
Schimmels
Ja
Ja
Bladgroenkorrels
Organismen worden ingedeeld in vier rijken;
1. Dieren
2. Planten
3. Schimmels
4. Bacteriën
Planten
Ja
Ja
Ja
Organisme  Rijken  Afdelingen  Klassen  Soorten
Twee organismen horen tot dezelfde soort als ze samen
vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen.
§2 Rijk van de bacteriën
• ééncellig
• voortplanting door deling
• bacteriën zijn reducenten: ze ruimen dode organismen op
• bij het maken van sommige voedingsmiddelen en medicijnen
worden bacteriën gebruikt, bv yoghurt
• als we voedsel te lang laten liggen kan het bederven door
bacteriën
• een infectie is een ziekte die komt door een bacterie, bv
oorontsteking
• antibiotica is een medicijn tegen schadelijke bacteriën
§3 Rijk van de schimmels
• ééncellig of veelcellig
• bestaan uit schimmeldraden
• ééncellig: voortplanting door deling
• veelcellig: voortplanting door sporen
• sporen ontstaan aan het uiteinde van de schimmeldraden of
in de paddenstoel
• schimmels zijn reducenten: ze ruimen dode organismen op
• bij het maken van sommige voedingsmiddelen en medicijnen
worden schimmels gebruikt, bv bier
• als we voedsel te lang laten liggen kan het bederven door
schimmels
• schimmels kunnen ook ziektes veroorzaken, bv
voetschimmel
§4 Rijk van de planten
Het rijk van de planten verdelen we in drie groepen, die we
afdelingen noemen:
1. Wieren (algen): hebben geen wortels, stengels,
bladeren of bloemen
1. Sporenplanten: hebben wel wortels, stengels
en bladeren, geen bloemen (mossen en varens)
1. Zaadplanten: hebben wortels, stengels,
bladeren en bloemen
Zaadplanten verdelen we weer in twee groepen, die we
klassen noemen:
1. Naaktzadige planten: deze planten hebben kegels
(dennenappels) waartussen de zaden ‘naakt’ liggen.
Naaldbomen zijn naaktzadige planten.
2. Bedektzadige planten: deze planten hebben vruchten
waarin de zaden zitten.
§5 Rijk van de dieren
Hebben een inwendig skelet (mens)
of uitwendig skelet (krab)
of geen skelet (kwal)
Het dierenrijk kun je weer indelen in 8 afdelingen:
1. Eencellige dieren
2. Sponzen
3. Holtedieren
4. Wormen
5. Weekdieren
6. Stekelhuidigen
7. Geleedpotigen
8. Gewervelden
§6 Geleedpotigen
Veelcellig
Heeft poten die uit kleine stukjes bestaan: de leden
Uitwendig skelet: vervellen
Geleedpotigen worden verdeeld in vier groepen, die we
klassen noemen:
1. Duizendpoten (veel poten)
2. Kreeftachtigen (10 poten)
3. Spinnen (8 poten)
4. Insecten (6 poten)
Insecten hebben een kop, borststuk en achterlijf
§7 Gewervelden
•Inwendig skelet
•Wervelkolom
Gewervelde dieren kunnen verder worden ingedeeld in vijf
groepen, die we klassen noemen:
1. Vissen
2. Amfibieën
3. Reptielen
4. Vogels
5. Zoogdieren
Download