Suggesties inleiding Gedicht over groenten

advertisement
Mogelijk lesverloop
Wij bieden u een mogelijk lesverloop aan met allerhande suggesties. Kies op basis van uw klasje en
de beschikbare tijd. Indien je kiest voor het volledige verloop op niveau van uw klasje kan je snel
6 à 8 lesuurtjes vullen, een lekkere groenteweek vol!
Suggesties inleiding
Gedicht over groenten.
Vergelijkingen in de taal (zo rood als een tomaat).
Spreekwoorden in de taal (het sop is de kool niet waard).
Ik ga naar de groentewinkel en neem mee…
Suggesties kern
Groenten algemeen
-Groenten in ons leven. Waarin, wanneer en waarom?
-Groenten in de actieve voedingsdriehoek.
-Groenten:
Zintuigen:
Zien: kleur, schakeringen.
Voelen: textuur.
Ruiken.
Proeven: zoet, bitter, zuur, …
→de groentemand (zie verder).
Producten:
Natuur, sap, soep, puree, …
→het winkelmandje (zie verder).
Verwerken:
Schillen, stoven, raspen, koken, stomen, …
→de keuken van de chef (zie verder).
Groeiwijze:
Onder en boven de grond, aan een plant, binnen
en buiten.
Soorten:
Bolgewas, stengelgroente, kolen, peulvruchten,
pompoenen en komkommers, vruchtgroenten,
bladgroenten, paddenstoelen.
→Groentenweb (met mindmap, handig
leerinstrument).
Oorsprong:
Inheems en uitheems.
→de groentemand, het fotoboek en de
wereldkaart.
! groente EN fruit
Bvb. de tomaat.
De groentemand:
Voorzie een leuke rieten mand met allerhande groentesoorten in.
De winkelmand:
Voorzie een winkelmandje of geweven winkelzak met allerhande producten.
De keuken van de chef:
Een keukentje of demotafel toont allerhande werkmateriaal van de kok (rasp, steamer,
mixer, kookpot, …).
Allerhande foto’s en prenten van groenten, alsook een wereldkaart kunnen nuttig zijn.
Groenten in de film
De film bekijken.
Groenten uit het filmpje op voorgaande criteria toepassen (werkblaadje).
Knip uit en kleef de weg van de groenten (werkblaadje).
Zet in juiste volgorde, hoe maak ik spaghettisaus zoals in het filmpje (werkblaadje).
Wij reiken hier telkens één voorbeeldje aan. Uiteraard kan u het niveau aanpassen aan wat
de leerlingen door u dienen te kennen. Aanpassing en uitbreiding is alsnog mogelijk.
Suggesties verwerking
Verschillende gezelschapsspelletjes.
Ook enkele doe-activiteiten worden meegegeven.
Gekende en minder gekende groenten komen aan bod!
Groente-alfabet:
Letter van de kaartenstapel nemen. Zie je ergens op de plaat in het midden een groente die
begint met deze letter? Wie heeft als eerste vijf verschillende groenten? De groenten van
één persoon dienen vijf verschillende te zijn, maar kunnen gerust met dezelfde letter
beginnen. De tegenspelers kunnen gerust dezelfde groenten hebben.
Beslis als leerkracht welke letters je in de stapel stopt.
Eerste graad: eerst oefenen met prent aan het bord en de letterdoosjes.
Kan uitgebreid worden van hoorwoorden naar onthoudwoorden (vanaf tweede graad), bvb.
van komkommer naar courgette.
Je kan de kinderen ook laten werken met zelf meegebrachte kookboeken.
Groentenpunten pakken (kleur, smaak, structuur):
De kaarten met groenten worden verdeeld onder alle spelers. Tegelijk nemen de spelers de
bovenste kaart van hun stapel en laten die aan de anderen zien. Wanneer er tenminste twee
keer dezelfde groente tevoorschijn komt, neemt iemand die deze groente niet heeft een
kaartje van de stapel ‘kleur/boven/onder/textuur’ (kies zelf de criteria voor jouw klas). Wie
bij tomaat en kleur het snelst rood kan zeggen, krijgt één punt. Wie haalt er als eerste tien
punten?
Go chef! (groenten en gerechten):
Elke speler krijgt een recept met een bijhorende foto op. Daarop staat duidelijk welke
groentjes ze nodig hebben, ook aparte vakjes om hun groenten in te leggen. In het midden
liggen omgekeerd allerhande groentesoorten. Wanneer je als speler een groente hebt uit je
gerecht, kan je gewoon je volgende beurt verder spelen. Heb je een groente die niet bij je
gerecht hoort, dan sla je een beurt over. Wanneer je vier van de vijf groenten hebt, roep je
‘Go chef!’. Dan weet de kok dat je er bijna aan komt met de ingrediënten. Vergeet je dit, dan
sla je een beurt over. Wanneer je de vijfde groente hebt binnengehaald, roep je ‘GoGoGo
chef!”, zodat hij zich kan haasten.
Groentenkwartet:
Wie maakt het meest groentenkwartetjes?
Kookboekzoeken:
In groepjes krijgen de leerlingen een groente. Ze zoeken in verschillende kookboekjes naar
receptjes met die groente. Ze moeten samen tenminste vier verwerkingsmogelijkheden
vinden.
De blind-voelbox/de blind-proefbox (voelen en proeven van groenten).
Koken in de klas.
Uitstapje naar boer/hoevewinkel, veiling, diepvriesfabriek, supermarkt.
Mannetjes maken a.d.h.v. groentefoto’s uit reclamefolders.
Een soeprap maken.
Een eigen groentereclamefolder maken.
Een eigen seizoensgebonden groentereceptenboekje maken.
Een eigen reclamespot voor groentebereidingen ontwikkelen.
…
Eindtermen en lesdoelen
Eindtermen
Nederlands Taalbeschouwing:
Taalsysteem:
6.5
De leerlingen kunnen reflecteren op een aantal aspecten van het taalsysteem met
betrekking tot betekenissen.
6.5
De leerlingen kunnen reflecteren op een aantal aspecten van het taalsysteem met
betrekking tot klanken, woorden en spellingsvormen.
Nederlands (Inter)culturele gerichtheid:
7
De leerlingen kunnen uitgaande van het eigen referentiekader enige kennis verwerven over
de diversiteit in het culturele erfgoed met een talige component en er waardering voor
krijgen.
Wereldoriëntatie Natuur:
Algemene vaardigheden:
1.1
De leerlingen kunnen gericht waarnemen met alle zintuigen en kunnen waarnemingen op
een systematische wijze noteren.
Gezondheid:
1.17
De leerlingen kunnen gezonde en ongezonde levensgewoonten in verband brengen met wat
ze weten over het functioneren van het eigen lichaam.
1.19
De leerlingen beseffen dat het nemen van voorzorgen de kans op ziekten en ongevallen
vermindert.
Milieu:
1.26
De leerlingen tonen respect en zorg voor de natuur vanuit het besef dat de mens voor zijn
levensbehoeften afhankelijk is van het natuurlijk leefmilieu.
Leergebiedoverschrijdende eindtermen:
Leren leren:
3
De leerlingen kunnen op systematische wijze samenhangende informatie verwerven en
gebruiken.
Ict:
2
De leerlingen gebruiken ict op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier.
5
De leerlingen kunnen ict gebruiken om eigen ideeën creatief vorm te geven.
Sociale vaardigheden:
1.2
De leerlingen kunnen in omgang met anderen respect en waardering opbrengen.
1.3
De leerlingen kunnen zorg opbrengen voor iets of iemand anders.
1.4
De leerlingen kunnen hulp vragen en zich laten helpen.
1.7
De leerlingen kunnen zich weerbaar opstellen naar leeftijdsgenoten en volwassenen toe
door signalen te geven die voor anderen begrijpelijk en aanvaardbaar zijn.
3
De leerlingen kunnen samenwerken met anderen, zonder onderscheid van sociale
achtergrond, geslacht of etnische origine.
Leerplan Wereldoriëntatie
Wereldoriëntatie:
Natuur:
Natuurbeleving:
7.2
Kinderen beleven en ervaren dat de natuur voor hen veel betekenissen heeft:
De natuur ervaren als leverancier van eetwaren.
Het leven op aarde:
7.4
Kinderen zien in dat mensen, dieren en planten een grote verscheidenheid in kenmerken
vertonen:
Kunnen ervaren en uiten hoe mensen, dieren en planten onderling verschillen in uiterlijk en
innerlijk gedrag.
Kunnen organismen uit hun omgeving op een eenvoudige wijze ordenen vanuit de
verscheidenheid van kenmerken.
Instandhouding van het individu en de soort:
7.6
Kinderen zien in dat mensen, dieren of planten op een eigen manier trachten in leven te
blijven:
Kunnen ervaren en vaststellen dat een aantal functies, waaronder voeding, noodzakelijk zijn
voor het in leven blijven van een mens.
Interacties tussen mens, dier en plant:
7.11
Kinderen ontdekken en zien in dat de mens afhankelijk is van planten en dieren voor
voeding, …
7.12
Kinderen kunnen illustreren dat er verschillende soorten relaties bestaan tussen mens, dier
en plant:
Kunnen voedselrelaties vaststellen en illustreren.
7.13
Kinderen maken een bewuste keuze voor het behoud van het leven in hun directe omgeving:
Weten de aanwezigheid van planten en dieren in hun omgeving te waarderen.
Zorg om de eigen gezondheid:
7.14
Kinderen zien in dat leefgewoonten de gezondheid kunnen bevorderen en handelen er naar:
Kunnen leefgewoonten, zoals gezonde voeding en voldoende beweging, in verband brengen
met wat ze weten over het functioneren van het eigen lichaam.
Weten welke basisproducten thuishoren in een gezond voedselpakket en in welke
verhouding.
De aarde als leefruimte:
De aarde als bron:
7.17
Kinderen beseffen dat de aarde bron is van energie en grondstoffen:
Kinderen zijn zich ervan bewust dat voor hen bekende voedingsmiddelen maar
geproduceerd kunnen worden dankzij elementen van de aarde.
Lesdoelen
De leerlingen worden zich bewust van het gebruik van groenten in de eigen taal.
De leerlingen kunnen voorbeelden geven van het gebruik van groenten in de eigen taal.
De leerlingen kunnen opsommen wanneer ze dagelijks zelf groenten eten.
De leerlingen kunnen voorbeelden van producten geven waar groenten in verwerkt zijn.
De leerlingen zijn bewust van het belang van eten van groenten voor de gezondheid.
De leerlingen kunnen de plaats van de groenten in de voedingsdriehoek aanduiden.
De leerlingen kunnen reflecteren over het belang van groenten in de voedingsdriehoek op
basis van de positie en ruimte die groenten innemen.
De leerlingen kunnen groenten beschrijven aan de hand van zintuiglijke waarneming.
De leerlingen kunnen enkele verwerkingstechnieken voor groenten opsommen.
De leerlingen kunnen verwerkingstechnieken voor groenten terug vinden in een kookboek.
De leerlingen kunnen bij een verwerkingstechniek een passende groente geven.
De leerlingen kunnen de groeiwijze van bepaalde groenten weergeven door middel van
opzoekwerk.
De leerlingen hebben inzicht in de verschillende soorten groenten.
De leerlingen kunnen de verschillende groentesoorten opsommen.
De leerlingen kunnen voorbeelden geven bij elke groentesoort.
De leerlingen kunnen de oorsprong van welbepaalde groenten geven door middel van
opzoekwerk.
De leerlingen kunnen de tomaat en de wortel zintuiglijk beschrijven aan de hand van eerder
toegepaste werkwijze.
De leerlingen kunnen de weg van de tomaat en de wortel (producent tot consument) met
woordkaarten correct opbouwen na het zien van de film.
De leerlingen kunnen het dooreen gehaalde recept voor spaghettisaus correct weergeven na
het zien van de film.
De leerlingen kunnen met een verkregen beginletter een groente vinden op de foto van een
gerecht.
De leerlingen kunnen bij een gegeven groente het hoofdkenmerk van kleur, smaak of
textuur snel geven.
De leerlingen kunnen de foto van een groente linken aan de namen van de groenten uit hun
recept.
De leerlingen onthouden de plaats van de groentekaartjes die van belang zijn voor hun
recept.
De leerlingen kunnen uit kookboeken verwerkingsmogelijkheden halen die bij hun gekregen
groente horen.
De leerlingen kennen de groentesoorten door het spelen van het kwartetspel.
De leerlingen kunnen groenten herkennen door voelen en/of proeven.
De leerlingen kunnen begeleid en in kleine groepjes groentebereidingen maken.
De leerlingen ontdekken de locaties van het proces van groenten van producent tot
consument .
De leerlingen kunnen creatief aan de slag met reclamefoto’s van groenten.
De leerlingen kunnen groenten met hun eigenschappen integreren in een zelfgeschreven
lied.
De leerlingen kunnen een eigen reclamefolder voor groenten ontwerpen, op papier en/of
digitaal.
De leerlingen kunnen zelf een seizoensgebonden groentereceptenboekje maken op basis
van hun groentevoorkeur met opgegeven richtlijnen rond groentesoorten,
verwerkingsmogelijkheden, lunch of avondmaal, …, op papier of digitaal.
De leerlingen kunnen zelf een geloofwaardige reclamespot ontwikkelen voor
groentebereidingen op basis van eigen groentevoorkeur met opgegeven elementen rond
opmaak, presentatie, …
Naam: _____________________________
Klas:
__________ Nummer: ________
Datum: _____________________________
__________________________________________________
Tomaat & wortel
Zien
Kleur: __________________________
Zien
Kleur: __________________________
Voelen
Textuur: ________________________
Voelen
Textuur: ________________________
Proeven
Smaak:__________________________
Proeven
Smaak: _________________________
Ken jij producten waar er tomaten
in worden verwerkt?
_______________________________________
_______________________________________
Ken jij producten waar er wortelen
in worden verwerkt?
_______________________________________
_______________________________________
Welke verwerkingstechnieken kan je bij
tomaten toepassen in de keuken?
_______________________________________
_______________________________________
Welke verwerkingstechnieken kan je bij
wortelen toepassen in de keuken?
_______________________________________
_______________________________________
Tot welke groentesoort behoort de tomaat?
_______________________________________
Tot welke groentesoort behoort de wortel?
_______________________________________
[Geef tekst op]
Pagina 1
De weg van tomaat & wortel
Knip de prentjes over de tomaat en de wortel op de volgende pagina uit.
Kleef ze in de juiste volgorde in de rechterkolom: van producent tot consument.
Knip de woorden uit en kleef ze dan bij het juiste prentje in de linkerkolom.
[Geef tekst op]
Pagina 2
BIJ DE BOER
IN DE WINKEL
OP MIJN BORD
VEILING OF
DIEPVRIESFABRIEK
[Geef tekst op]
Pagina 3
Ciao spaghetti!
De kok gooide zijn recept wat door elkaar.
Ken jij de juiste volgorde? Zet cijfertjes.
De groentjes
____ Doe er nu de tomatenblokjes bij .
____ Groentjes zachtjes laten aanstoven.
____ De schoongemaakte groenten snijden.
____ Worteltjes, paprika en ui in de pot doen.
____ Laat alles rustig verder pruttelen.
____ Boter of olijfolie in de pot doen. Laten smelten of opwarmen.
Het gehakt
____ Doe het gehakt in de pan.
____ Boter of olijfolie in de pan doen. Laten smelten of opwarmen.
____ Doe het gehakt bij de groenten.
____ Prak het gehakt met een vork en roer regelmatig om.
De pasta
____ De pasta is gaar. Giet voorzichtig af in een vergiet. De pasta even doen schrikken met koud
water.
____ Doe voldoende water in de kookpot.
____ Zet de pot op een stevig vuurtje tot het water kookt (100°C).
____ Doe wat zout en olijfolie bij het water.
____ Doe de pasta in het kokend water. Kijk op de verpakking hoeveel minuten de pasta moet
koken.
Nog meer
Kaasliefhebber? Wat gemalen gruyère, fijne pecorino of geschilferde parmezaan.
Graag pikant? Tabasco!
Graag wat groen? Enkele blaadjes verse basilicum.
Smakelijk!
[Geef tekst op]
Pagina 4
a
b
c
d
e
f
g
h
i
j
k
l
m
n
o
p
r
s
t
v
w
Kool, wortel, spruit, pastinaak, aardappel.
Sla, tomaat, ui, basilicum.
Wortel, broccoli, paprika.
Aardappel, boontjes, selder.
Groentepunten pakken
Kleur
Kleur
Kleur
Textuur
Textuur
Textuur
Grond of plant
Grond of plant
Grond of plant
Binnen of buiten
Binnen of buiten
Binnen of buiten
Boven of onder
Boven of onder
Boven of onder
Kleur
textuur
grond of plant
binnen of buiten
wat we eten, boven of onder
Ui
wit
glad
grond
buiten
onder
Prei
groen&wit
glad
grond
buiten
onder
Bloemkool
wit
hobbelig
grond
buiten
boven
Erwtjes
groen
glad
plant
buiten
boven
Tomaat
rood
glad
plant
binnen
boven
Witlof
wit
glad en stroef
grond
binnen
boven
Champignon
wit
glad en stroef
grond
binnen
boven
Wortel
oranje
lichtjes ruw
grond
buiten
onder
Paprika
geel, rood, groen
glad
plant
binnen
boven
Boontjes
groen
glad en fluweel
plant
buiten
boven
Salade met Griekse pasta en gegrilde paprika
Ingrediënten:
3 rode paprika's
150 g zwarte olijven (zonder pit)
250 g Griekse pasta (kritharaki)
150 g feta
100 g rucola
200 g artisjokken (op olie)
1 rode ui
verse tijm
sherryazijn
olijfolie
peper
zout
Olijven
Rucola
Paprika
Artisjok
Ratatouille
Ingrediënten:
6 tomaten
2 uien
1 aubergine
2 courgettes
1 groene paprika
3 eetlepels olijfolie
peper en zout
oregano
knoflook
Tomaat
Ui
Aubergine
Courgette
Minestronesoep
Ingrediënten:
1 preistengel, in ringen gesneden
1 selder, in blokjes
1 ui, fijngesnipperd
extra groentjes naar keuze (bijv. erwtjes, bloemkool, tomaat, boontjes, …)
2 l water
olijfolie
verse bladpeterselie
zwarte peper, een snufje zeezout en een snufje nootmuskaat
Prei
Selder
Ui
Erwtjes
KOLEN
SPRUIT
BLOEMKOOL
BROCCOLI
RODE KOOL
KOLEN
SPRUIT
BLOEMKOOL
BROCCOLI
RODE KOOL
KOLEN
SPRUIT
BLOEMKOOL
BROCCOLI
RODE KOOL
KOLEN
SPRUIT
BLOEMKOOL
BROCCOLI
RODE KOOL
STENGELGROENTE
ASPERGE
GROENE SELDER
PREI
VENKEL
STENGELGROENTE
STENGELGROENTE
STENGELGROENTE
ASPERGE
GROENE SELDER
PREI
VENKEL
ASPERGE
GROENE SELDER
PREI
VENKEL
ASPERGE
GROENE SELDER
PREI
 VENKEL
BOLGEWAS
UI
SJALOT
BIESLOOK
KNOFLOOK
BOLGEWAS
UI
SJALOT
BIESLOOK
KNOFLOOK
BOLGEWAS
UI
SJALOT
BIESLOOK
KNOFLOOK
BOLGEWAS
UI
SJALOT
BIESLOOK
 KNOFLOOK
PEULVRUCHTEN
GROENE ERWT
KIKKERERWT
SPERZIEBOON
LINZEN
PEULVRUCHTEN
GROENE ERWT
KIKKERERWT
SPERZIEBOON
LINZEN
PEULVRUCHTEN
GROENE ERWT
KIKKERERWT
SPERZIEBOON
LINZEN
PEULVRUCHTEN
GROENE ERWT
KIKKERERWT
SPERZIEBOON
 LINZEN
VRUCHTGROENTEN
TOMAAT
AUBERGINE
PAPRIKA
AVOCADO
VRUCHTGROENTEN
VRUCHTGROENTEN
VRUCHTGROENTEN
TOMAAT
AUBERGINE
PAPRIKA
AVOCADO
TOMAAT
AUBERGINE
PAPRIKA
AVOCADO
TOMAAT
AUBERGINE
PAPRIKA
 AVOCADO
BLADGROENTEN
RADIJS
SLA
WITLOF
SPINAZIE
BLADGROENTEN
RADIJS
SLA
WITLOF
SPINAZIE
BLADGROENTEN
RADIJS
SLA
WITLOF
SPINAZIE
BLADGROENTEN
RADIJS
SLA
WITLOF
 SPINAZIE
PADDENSTOELEN
WITTE CHAMPIGNON
CANTHAREL
OESTERZWAM
SHIITAKE
PADDENSTOELEN
WITTE CHAMPIGNON
CANTHAREL
OESTERZWAM
SHIITAKE
PADDENSTOELEN
WITTE CHAMPIGNON
CANTHAREL
OESTERZWAM
SHIITAKE
PADDENSTOELEN
WITTE CHAMPIGNON
CANTHAREL
OESTERZWAM
 SHIITAKE
KNOLLEN EN
WORTELS
RAAP
WORTEL
RODE BIET
SCHORSENEER
KNOLLEN EN
WORTELS
RAAP
WORTEL
RODE BIET
SCHORSENEER
KNOLLEN EN
WORTELS
RAAP
WORTEL
RODE BIET
SCHORSENEER
KNOLLEN EN
WORTELS
RAAP
WORTEL
RODE BIET
 SCHORSENEER
Download