Wat is diabetes, 685

advertisement
DIABETES MELLITUS
In Nederland lijden naar schatting ongeveer 650.000 mensen
aan diabetes mellitus (suikerziekte). Van de Nederlandse
bevolking heeft 3,9 procent nu of binnenkort te maken met de
diagnose diabetes. Deze aandoening wordt gekenmerkt door
een te hoog glucosegehalte (bloedsuiker) in het bloed. In de
begeleiding van diabetes mellitus is de laatste jaren veel
veranderd. Tegenwoordig kunt u als patiënt, na uitgebreide
voorlichting en instructie, zelf veel doen in de behandeling.
Wat is diabetes?
Diabetes is een chronische ziekte waarbij het lichaam geen of
onvoldoende insuline produceert, of waarbij de lichaamscellen
onvoldoende op insuline reageren. Insuline is een hormoon,
aangemaakt in de alvleesklier, dat het lichaam helpt om
bloedglucose in de lichaamscellen te krijgen.
De spijsvertering
Ons lichaam heeft voortdurend brandstof nodig. Maar voordat
het lichaam brandstof uit voedsel haalt, moet alles eerst
verteerd worden. Dit begint al in de mond tijdens het kauwen.
Daarna komt het eten via de slokdarm in de maag terecht,
waar het maagzuur het eten verder verteert. Vervolgens komt
het voedsel in de dunne darm waar verdere vertering
plaatsvindt. De voeding is nu zo fijn dat de brandstof in het
bloed kan worden opgenomen. Dankzij het hart en de
bloedvaten worden alle cellen in het lichaam via het bloed
voorzien van verse brandstof om die te verbranden. Door de
verbranding hiervan krijgt u nieuwe energie.
Eten en drinken
In het dagelijkse eten en drinken kunnen de volgende
voedingsstoffen zitten:
Koolhydraten: in brood, pasta, aardappelen, fruit en
zoetigheid;
Eiwitten: in vlees, vis, kaas en eieren;
Vetten: in boter, olie, noten.
Van deze voedingsstoffen zijn de koolhydraten de meest
waardevolle leveranciers van energie.
Dat komt doordat de spijsvertering er glucose (suiker) van
maakt. En deze stof is niet alleen belangrijk om snel energie te
krijgen. Het zorgt ook dat de hersens en het zenuwstelsel goed
blijven werken.
Bij diabetespatiënten is er iets mis met de verwerking van
glucose in het lichaam. Omdat glucose een suiker is, wordt
diabetes ook wel suikerziekte genoemd.
Verwerking van glucose in het lichaam
Glucose wordt vanuit de dunne darm in het bloed opgenomen,
zodat alle cellen in uw hele lichaam van brandstof worden
voorzien. De cellen van uw spieren bijvoorbeeld. Insuline helpt
glucose om de cellen binnen te komen. Insuline is een hormoon
dat in de alvleesklier wordt gemaakt en zorgt dat de cellen
glucose opnemen. Daarnaast zorgt insuline dat een overschot
aan glucose als reservevoorraad in de lever wordt opgeslagen.
Na het eten van koolhydraten stijgt de hoeveelheid glucose in
het bloed: de zogenaamde bloedglucosespiegel. De alvleesklier
reageert hierop door extra insuline te maken totdat voldoende
glucose in de cellen is opgenomen of als reservevoorraad in de
lever is opgeslagen. Wanneer u een tijd niks eet, haalt uw
lichaam brandstof uit de reservevoorraad. Zodoende schommelt
de glucosespiegel tussen ‘normale grenzen’; niet te hoog, maar
ook niet te laag.
Een goede bloedsuiker
Voor de maaltijd: tussen de 4,4 en 7,7;
Na de maaltijd: tussen de 4,4 en 9,9 (een uur na de maaltijd).
Wie krijgt diabetes?
Iedereen kan diabetes krijgen, maar het risico dat u het krijgt
is groter wanneer:
u ouder bent dan veertig jaar;
u te zwaar bent;
diabetes in uw familie voorkomt;
u zwangerschapsdiabetes heeft gehad;
u een kind heeft gekregen dat zwaarder woog dan 4,5 kg.
Type 1 en type 2 diabetes
Diabetes patiënten kunnen we onderverdelen in twee types:
diabetes type 1 en type 2.
Diabetes type 1
Bij diabetes type 1 laat de alvleesklier het helemaal afweten en
maakt deze dus geen insuline meer aan. Hoe dat komt is
onbekend. Een erfelijke aanleg kan een rol spelen. Maar ook een
infectie kan zorgen dat uw lichaam de insulineproducerende
cellen als indringers beschouwt en ze vernietigt. Het gevolg
hiervan is een voortdurend gebrek aan insuline. Door dit gebrek
nemen uw cellen onvoldoende glucose op. U krijgt te veel
glucose in uw bloed. Raakt de bloedglucosewaarde boven de 10
mmol/liter, dan voert uw lichaam het overschot samen met
grote hoeveelheden water via de nieren af naar de urineblaas.
Daardoor hebt u veel dorst en moet u vaak plassen.
Type 1 diabetes kan optreden op iedere leeftijd, maar het
openbaart zich meestal bij kinderen en jonge volwassenen.
Symptomen treden vaak plotseling op, waardoor de diagnose
onmiddellijk kan worden gesteld.
Ongeveer tien procent van de mensen met diabetes heeft
type 1.
Symptomen van diabetes type 1:
veel plassen;
veel eten en drinken;
gewichtsverlies;
vermoeidheid.
Type 2 diabetes
Type 2 diabetes heeft meerdere oorzaken waarbij onder andere
erfelijkheid, leeftijd, gewicht en omgevingsfactoren een rol
spelen. Mensen met type 2 diabetes maken nog wel insuline
aan, maar de hoeveelheid is onvoldoende en/of het lichaam is
minder gevoelig voor de insuline. Gezonde voeding,
gewichtverlies en voldoende beweging kunnen dit probleem
voor een deel oplossen.
Ongeveer negentig procent van de mensen met diabetes
heeft type 2;
Type 2 ontwikkelt zich vaak langzaam;
De meeste personen met type 2 diabetes zijn te zwaar en
ouder dan veertig jaar;
Omdat klachten meestal pas laat en sluipend optreden,
wordt type 2 diabetes vaak toevallig ontdekt via een routinebloedonderzoek.
Symptomen van type 2 diabetes:
vermoeidheid;
wazig zien;
droge mond en/of huid;
grotere honger en dorst;
vaker plassen;
prikkelingen in handen of voeten;
(schimmel)infecties die moeilijk genezen;
Download