Het (gedeeltelijk) verwijderen van een nier bij nierkanker

advertisement
Urologie
Het (gedeeltelijk) verwijderen
van een nier bij nierkanker
Inhoud
Inleiding De nieren De functie van de nieren Nierkanker Onderzoeken Behandeling - Het verwijderen van (een gedeelte
van) de nier Voorbereiding op de opname De opname De operatie Na de operatie Complicaties Naar huis Het herstel Poliklinische controle en de uitslag van het
weefselonderzoek Nazorg Vragen Aanvullende informatie 1
1
2
3
4
6
6
7
8
9
10
11
12
14
14
15
15
Urologie
Inleiding
U bent door uw (huis)arts verwezen naar de uroloog van het
UMCG omdat u klachten heeft die mogelijk wijzen op nierkanker.
Tijdens uw bezoek aan de polikliniek Urologie zal de uroloog
proberen zo spoedig mogelijk tot een juiste diagnose te komen.
Als uit onderzoek blijkt dat u een tumor (gezwel) in de
nier heeft, kan de uroloog u adviseren de nier te laten verwijderen.
Soms is niet duidelijk of de tumor goedaardig of kwaadaardig is en
blijkt dit pas na weefselonderzoek door de patholoog-anatoom in
het laboratorium.
In deze folder staat de meeste informatie die de uroloog of
verpleegkundige u heeft verteld. U kunt die informatie nog eens
rustig doorlezen.
Meer informatie vindt u in de KWF-folder ‘Nierkanker’.
Het is niet de bedoeling dat deze folder de persoonlijke gesprekken
met uw uroloog vervangt. Met problemen of vragen kunt u
contact opnemen met de uroloog of oncologie verpleeg­kundige.
Achter in deze folder staat hoe en wanneer u hen kunt bereiken.
De nieren
Een mens heeft (meestal) twee nieren. Het zijn boonvormige
organen die zich aan weerszijden van de wervelkolom, als het
ware achter de buikholte bevinden. Ze liggen op de overgang van
de rug naar de zij en worden gedeeltelijk door de onderste ribben
bedekt. Als u met uw hand de ribben op de rug naar beneden
afloopt, dan komt u ter hoogte van de onderste rib ongeveer bij
uw nieren terecht. De rechternier ligt altijd wat lager dan de
linkernier, omdat de lever de rechternier wat naar beneden duwt.
Aan de binnenkant van de nier bevindt zich het nierbekken. Dit is
een klein reservoir voor de opvang van de urine. Vanuit het
1
Het (gedeeltelijk) verwijderen van een nier bij nierkanker
nierbekken loopt de urineleider (ureter) naar de blaas. Aan het
eind van de urineleider, bij de uitmonding in de blaas, bevindt zich
een soort ventiel. Dit verhindert dat de urine vanuit de blaas naar
de nier terugstroomt.
holle ader
nier ader &
slagader
nier
aorta
ureter
blaas
urinebuis
(urethra)
Figuur 1. De plaats van de nieren in het lichaam.
De functie van de nieren
De nieren zijn de belangrijkste uitscheidingsorganen. De nieren
zorgen niet alleen voor de productie van urine maar zijn ook
betrokken bij andere belangrijke processen.
-
Het filteren van afvalstoffen uit het bloed. Uit het
gefilterde bloed maken de nieren urine; urine bestaat uit
een mengsel van water, minerale zouten en giftige
afvalstoffen.
2
Urologie
-
-
-
Het constant houden van het percentage water in het
lichaam.
Het zoutgehalte in het lichaam in evenwicht houden; de
opname aan zouten blijft gelijk aan de hoeveelheid zout
die wordt uitgescheiden in de urine.
Het aanmaken van een aantal belangrijke hormonen die
de bloeddruk regelen, de productie van rode bloedcellen
en het calciumgehalte in de botten op peil houden.
Ook al hebben de nieren meerdere functies, leven met een enkele
nier zal over het algemeen geen problemen geven. De gezonde
nier neemt alle functies over. Als er al sprake van een bestaande
stoornis is, kan het wegnemen van een nier wel gevolgen hebben.
Dit is mede afhankelijk van hoeveel nierfunctie er bij de ene nier
overblijft na het verwijderen van de andere nier.
De bijnieren
Als een soort kapje ligt op elke nier een bijnier. De bijnier is een
klier, die onder andere verantwoordelijk is voor de productie van
(nor)adrenaline. Dit is een hormoon dat het lichaam in staat stelt
grote krachten te ontwikkelen, bijvoorbeeld bij hardlopen. De
bijnier produceert ook hormonen die onder andere invloed
hebben op de bloeddruk en de glucose (suiker)huishouding. De
bijnier maakt ook kleine hoeveelheden mannelijke en vrouwelijke
geslachtshormonen aan. De bijnier heeft alleen indirect met de
urineproductie te maken.
Nierkanker
In Nederland wordt per jaar bij ongeveer 1700 mensen nierkanker
vastgesteld, van wie 60% mannen en 40% vrouwen. Nierkanker kan
op alle leeftijden voorkomen, maar vooral tussen de 55 en 75 jaar.
Over de oorzaak van nierkanker is nog maar weinig
bekend. Wel weten we dat sommige mensen een groter risico
3
Het (gedeeltelijk) verwijderen van een nier bij nierkanker
lopen om nierkanker te krijgen. Overgewicht en roken zijn in elk
geval risicofactoren voor nierkanker. Rokers hebben naar schatting
anderhalf keer zoveel kans op nierkanker als niet-rokers.
Er zijn verschillende vormen van nierkanker. De meest voor­
komende kwaadaardige tumor van de nier bij volwassenen is het
niercelcarcinoom.
Er bestaat ook nierkanker door een erfelijke aanleg. Die
komt maar bij enkele tientallen mensen voor. Er zijn verschillende
zeldzame erfelijke aandoeningen waarbij het risico op het krijgen
van nierkanker groter is. De belangrijkste is de Ziekte van Von
Hippel-Lindau en het Hereditair Papillair Niercelcarcinoom.
Bij nierdialyse patiënten blijkt dat de verworven cysten in
de nier een vergroot risico hebben op het ontstaan van een kwaad­
aardigheid. Voor meer informatie over erfelijkheid kunt u terecht
op de volgende websites: www.erfocentrum.nl of www.stoet.nl.
Een tumor in de nieren geeft in het begin meestal geen klachten.
Het komt ook nogal eens voor dat een niertumor per toeval wordt
gevonden. Pas in een wat verder gevorderd stadium ontstaan er
vaak klachten zoals:
-
bloed in de urine;
-
pijn in de nierstreek (in de zij);
-
nachtzweten;
-
gevoel van lusteloosheid;
-
verlies van eetlust;
-
vaak en langdurig vermoeid zonder duidelijke reden;
-
onverklaard verlies van gewicht.
Onderzoeken
De huisarts kan u met klachten die mogelijk wijzen op nierkanker
verwijzen naar een uroloog. De uroloog zal proberen zo spoedig
4
Urologie
mogelijk tot een juiste diagnose te komen. Hiervoor kunnen de
onderstaande onderzoeken noodzakelijk zijn.
Als u bent verwezen in verband met bloedverlies
zichtbaar in de urine dan volgt er eerst een aantal onderzoeken op
het Functiecentrum.
•
Retrograde pyelografie (RPG); röntgenonderzoek dat
met behulp van een contrastmiddel afwijkingen kan laten
zien in de urinewegen.
•
Cystoscopie; kijkonderzoek van de blaas.
Daarna volgt een aantal onderzoeken op de polikliniek. De uroloog
bespreekt de onderzoeken met u en als u vragen heeft, kunt u die
stellen.
•
Lichamelijk onderzoek; belangrijk om een indruk te
krijgen van uw conditie of de oorzaak van uw klachten.
•
Bloedonderzoek.
•
Echografisch onderzoek van de nieren; onderzoek
waarbij geluidsgolven door het lichaam worden gestuurd.
Deze geluidsgolven zijn niet hoorbaar of voelbaar. De
weerkaatsing van de geluidsgolven in het lichaam
worden opgevangen en daarmee kunnen organen en
weefsels zichtbaar worden gemaakt. Bij een echografie is
het vaak al snel duidelijk of er sprake is van een tumor
(gezwel) in de nieren
•
CT-scan of MRI; onderzoeken om te bepalen of een
operatie voor u de beste behandeling is. De plaats,
grootte en de verspreiding van de tumor zijn daarbij van
groot belang.
•
Punctie; het afnemen van weefsel van de nier op geleide
van een echoscopie of ct-scan. Soms is het belangrijk om
door een punctie in de tumor het weefseltype van de
tumor vast te stellen.
•
Röntgenonderzoek van de longen; met behulp van
röntgen­stralen een afbeelding maken van de longen om
uitzaaiingen uit te sluiten.
5
Het (gedeeltelijk) verwijderen van een nier bij nierkanker
•
•
Nierfunctie onderzoek (Nierscintigrafie/DMSA);
onderzoek dat met behulp van een licht radioactieve stof
de werking van de nieren en het afvloeien van de urine
kan laten zien.
Botscan; onderzoek dat met behulp van een licht
radioactieve stof afwijkingen kan laten zien in de botten.
Een botscan wordt alleen gedaan als u (pijn)klachten in
de botten heeft of andere tekenen van uitzaaiingen in
het skelet heeft.
Behandeling - Het verwijderen van (een gedeelte van) de nier
Als uit onderzoek blijkt dat er sprake is van nierkanker, zal de
uroloog met u bespreken wat de mogelijkheden zijn. De beste
behandeling is het verwijderen van een gedeelte van de nier of het
verwijderen van de hele nier(nefrectomie). Tegelijkertijd daarmee
is de tumor verwijderd. De tumor is niet gevoelig voor bestraling
en chemotherapie. Sommige vormen van nierkanker reageren wel
op immunotherapie of therapie met nieuwe geneesmiddelen
(systeemtherapie). Hierover zal de uroloog u informeren. In deze
folder beschrijven we alleen de operatieve verwijdering van (een
gedeelte van) de nier.
Er zijn in andere ziekenhuizen mogelijkheden om de nier
of een gedeelte van de nier via een kijkoperatie te verwijderen.
Binnen het UMCG is deze kijkoperatie niet mogelijk. U kunt met
uw uroloog overleggen wat de voor en/of nadelen zijn van een
kijkoperatie en of u hiervoor in aanmerking komt.
Voorbereiding op de opname
Bloedverdunners
U heeft op de polikliniek Urologie een gesprek gehad met de
uroloog over de operatie. Als u bloedverdunnende medicijnen
6
Urologie
gebruikt stopt u, in overleg met de uroloog, een aantal dagen voor
de operatie hiermee. Het aantal dagen staat ook in de brief voor de
opname.
Narcose
Een aantal weken voor de ziekenhuisopname heeft u een afspraak
op de polikliniek Anesthesiologie. De anesthesioloog onderzoekt u
en bespreekt met u de narcose. Wanneer u 60 jaar of ouder bent,
worden een longfoto en een ECG (hartfilmpje) gemaakt. U kunt
met de anesthesioloog overleggen of u een slaaptablet mag
gebruiken voor de operatie.
Opname gesprekken
Aansluitend aan de afspraak bij de anesthesioloog heeft u een
afspraak op de verpleegafdeling of op de polikliniek. Tijdens dit
opnamegesprek vertelt de verpleegkundige u welke
voorbereidingen nodig zijn voor de operatie. Ook heeft u een
gesprek met de co-assistent en de voedingsassistent. Houdt u er
rekening mee dat u de hele ochtend in het ziekenhuis bent.
De opname
Een dag vóór de operatie wordt u opgenomen op de verpleeg­
afdeling. Als u longproblemen heeft, bijvoorbeeld COPD, maakt de
zaalarts een afspraak met de fysiotherapeut voor u. De fysio­
therapeut legt enkele ademhalingstechnieken uit en oefent deze
met u. Dit is belangrijk om een longontsteking te voorkomen. Ook
na de operatie zal de fysiotherapeut u hierin begeleiden.
Op de avond voor de operatie krijgt u een injectie om trombose te
voorkomen. Trombose is een bloedstolsel in een bloedvat dat kan
ontstaan doordat u stil ligt tijdens en na een operatie. De injectie
krijgt u gedurende de opname eenmaal per dag totdat u weer naar
huis gaat.
7
Het (gedeeltelijk) verwijderen van een nier bij nierkanker
Op de avond voor de operatie mag u vanaf 24.00 uur niets meer
eten en drinken.
De operatie
Op de dag van de operatie trekt u operatiekleding aan. Als u
sieraden draagt of een (gebits)prothese heeft, verwijdert u deze.
Ter voorbereiding op de narcose kunt u een tablet krijgen waar u
rustig van wordt. Meestal krijgt u ook al pijnstillers toegediend.
Daarbij krijgt u een tablet antibiotica.
Een verpleegkundige brengt u op uw bed naar de
voorbereidingsruimte van de operatiekamer. Daar krijgt u vaak al
een infuus. Vervolgens gaat u naar de operatiekamer waar u op de
operatietafel gaat liggen. Het operatieteam neemt samen met u
nog een aantal belangrijke gegevens over de operatie met u door.
Gedeelte van de nier verwijderen
Als de uroloog een gedeelte van de nier gaat verwijderen,
verwijdert de arts een wigvormig gedeelte uit de nier waarin de
tumor zich bevindt. Bij deze niersparende operatie brengt de
uroloog (soms) een drain (dubbel J) in tussen de nier en de blaas,
om het aflopen van de urine naar de blaas te garanderen. Dit wordt
alleen gedaan als de tumor diep in de nier ligt. Dit is een tijdelijke
drain, die later op het Functiecentrum kan worden verwijderd.
Tijdens de operatie laat de uroloog een wondslangetje
(drain) in het wondgebied achter voor de afvoer van bloed en
weefselvocht. Als de arts een gedeelte van de nier heeft verwijderd
kan ook lekkage van urine aflopen via die drain.
Gehele verwijdering van de nier
Als de uroloog de gehele nier gaat verwijderen, gebeurt dit vaak
via een snee in de buik, soms via de flank (dit is de zijkant van de
buik tussen de onderste ribben en de heup). De uroloog verwijdert
de hele nier met het kapsel en het vetweefsel eromheen. Soms is
8
Urologie
het noodzakelijk om ook de bijnier of lymfeklieren te verwijderen,
de uroloog zal de noodzaak hiervan voor de ingreep met u
bespreken
Verwijdering van meer dan de nier
Soms is er sprake van een grote tumor met een tumorstolsel in de
holle ader (soms tot in het hart) of tumorgroei tegen/in de lever.
De uroloog krijgt dan assistentie van een chirurg met operatie­
kennis op dat gebied. Natuurlijk worden deze onderwerpen van
tevoren uitgebreid met u besproken en zal de uroloog de risico’s
van de diverse operatiemogelijkheden met u bespreken.
Na de operatie
Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer. Als u goed wakker
bent gaat u terug naar de verpleegafdeling. Daar controleert de
verpleegkundige regelmatig uw bloeddruk, het hartritme, de
temperatuur en de urineproductie. Op de dag van de operatie
blijft u in bed.
Na de operatie heeft u:
-
een infuus voor vocht;
-
een blaaskatheter voor het afvoeren van de urine;
-
een drain (wondslang) voor het afvoeren van wondvocht,
deze wordt verwijderd zodra er weinig tot geen
wondvocht meer afvloeit;
-
een neusslang voor zuurstof, meestal alleen vlak na de
operatie en de 1e dag, afhankelijk van de metingen;
-
een pijnpomp. In overleg met de anesthesioloog kan er
voor de pijnbestrijding een pijnpomp zijn aangebracht.
Een pijnpomp zorgt ervoor dat u continu of op vraag,
pijnmedicatie krijgt toegediend.
9
Het (gedeeltelijk) verwijderen van een nier bij nierkanker
Pijn
Pijn na een operatie is normaal. Met de voorgeschreven medicatie
moet u de pijn goed kunnen verdragen. Een aantal keren per dag
neemt de verpleegkundige een ‘pijnscore’ af. Dit betekent dat u
aangeeft hoeveel pijn u heeft. Hierop wordt de pijnstilling
afgestemd. Over de pijnscore krijgt u mondeling nadere uitleg.
Een goede pijnbestrijding zorgt voor een beter herstel. Ook als u
misse¬lijk bent, kunt u om medicijnen vragen. Als u een pijnpomp
(PCEA of PCA pomp) heeft, komt een medewerker van de afdeling
Anesthesie dagelijks bij u om de pijnmedicatie samen met u te
bespreken en zo nodig te verhogen of af te bouwen.
Zaalarts
Na de operatie komt de zaalarts dagelijks bij u langs. Een zaalarts is
een arts met een afgeronde studie geneeskunde. De zaalarts werkt
onder supervisie van uw behandelend uroloog, ook wel de hoofd­
behandelaar genoemd.
Tijdens het bezoek van de zaalarts is er aandacht voor uw
algeheel herstel, pijn, de wond, bewegen (mobiliseren), eten en
drinken en alles wat ter sprake komt. Als u vragen heeft over uw
herstel of u maakt zich zorgen, dan is dit een goed moment om dit
met de arts te bespreken. De verpleegkundige kan ook de vragen
die u heeft met de zaalarts bespreken.
Complicaties
Meestal verloopt de operatie zonder problemen. Toch kunnen er
complicaties optreden. De meest voorkomende complicaties zijn:
-
wondinfectie;
-
longontsteking;
-
een nabloeding;
-
lekkage van urine (als een gedeelte van de nier is
verwijderd);
10
Urologie
-
soms duurt het wat langer voordat de darmen weer
normaal functioneren.
Deze problemen kunnen de opname verlengen. In sommige
situaties is het nodig om nogmaals te opereren om de problemen
op te lossen.
Als u slechts een nier heeft, waarvan een deel wordt verwijderd,
kan het restant van de nier functieproblemen krijgen. Als de
problemen ernstig zijn kan dit tot gevolg hebben dat u (tijdelijk)
afhankelijk wordt van de dialyse.
Naar huis
Naar verwachting gaat u een week na de operatie naar huis. De
opnameduur is afhankelijk van de eventuele complicaties en
herstel. U kunt naar huis als:
-
u geen koorts heeft;
-
u goed voor zichzelf kunt zorgen;
-
u weer normaal eet;
-
u normale ontlasting heeft;
-
als (zonodig) thuiszorg is geregeld.
Thuiszorg
De verpleegkundige van de afdeling bespreekt met u welke zorg u
thuis nodig heeft. Als u thuis verpleegkundige zorg nodig heeft,
bijvoorbeeld wondzorg, kunt u een beroep doen op de thuiszorg.
De verpleegkundige schakelt dan de liaisonverpleegkundige in. De
liaisonverpleegkundige is gespecialiseerd in het aanvragen van
thuiszorg. Zij zal de voorgestelde zorg met u bespreken en
aanvragen.
Huishoudelijke hulp kunt u zelf aanvragen via het zorgloket van de
gemeente. Zodra de ontslagdatum bekend is kunt u of uw
naaste(n) dit doorgeven bij het zorgloket van uw eigen gemeente.
11
Het (gedeeltelijk) verwijderen van een nier bij nierkanker
De medewerker van het zorgloket bekijkt met u of u een beroep
kunt doen op hulp. Meestal duurt de aanvraag en de levering van
huishoudelijke hulp vijf werkdagen. Het is verstandig om voor de
operatie te informeren welke mogelijkheden er zijn en of er een
wachtlijst is.
Als er een gezonde partner (leeftijd maximaal 75 jaar)
thuis is kunt u geen aanspraak maken op kortdurende hulp bij de
persoonlijke verzorging en hulp bij de huishouding.
Telefonisch contact
Ongeveer twee tot drie dagen na uw ontslag van de verpleeg­
afdeling neemt een verpleegkundige telefonisch contact met u op.
Ze zal u vragen hoe het met u gaat. U kunt uw vragen en
opmerkingen over de operatie en opname met haar bespreken.
Contact opnemen
Neemt u contact op met de huisarts wanneer:
-
u aanhoudende (buik)pijn heeft, die niet verdwijnt met
gebruik van de voorgeschreven pijnstillers;
-
u koorts heeft boven de 38,5 C of langer dan 24 uur
boven de 38°C;
-
de wond verandert, rood of pijnlijk wordt.
De huisarts kan u mogelijk direct helpen of contact opnemen met
de dienstdoende uroloog van het UMCG.
Het herstel
Pijn
Ook thuis kunt u nog pijn hebben van de wond, zo nodig kunt u
een tablet paracetamol nemen. Dit doet u als volgt:
-
de eerste dagen gebruikt u viermaal daags - om de zes
uur - twee tabletten paracetamol van 500 mg;
12
Urologie
-
daarna neemt u een aantal dagen viermaal daags - om de
zes uur - één tablet paracetamol van 500 mg. Daarna
stopt u. U gebruikt alleen bij pijn zo nodig twee tabletten
paracetamol van 500 mg. (maximaal viermaal daags).
Douchen/wondverzorging
U kunt thuis onder de douche gaan, ook met hechtingen. Dep de
wond daarna zachtjes droog. Het droog houden van de wond
bevordert een goede wondgenezing. Gebruik daarom niet een
afsluitende pleister op de wond, deze maakt de wond vochtig.
U kunt een afspraak maken met de huisarts om tien tot
veertien dagen na de operatie de hechtingen te laten verwijderen.
Hiervoor krijgt u een apparaatje mee, waarmee de huisarts de
hechtingen kan verwijderen.
Activiteiten
Het is aan te raden dagelijks te bewegen. U komt daardoor sneller
weer op uw oude conditieniveau terug. Langdurig op bed liggen of
in de stoel zitten draagt niet bij aan het herstel en kan leiden tot
trombose. Het herstel is afhankelijk van uw conditie voor de
operatie en duurt zo’n drie tot zes maanden. Als u voor de
operatie al vermoeidheidsklachten had zullen die na de operatie
ernstiger zijn.
U mag na de operatie licht huishoudelijk werk doen.
Zwaar huishoudelijk werk, bijvoorbeeld stofzuigen, kunt u beter
langzaam opbouwen. Dit geldt ook voor tillen en fietsen. In het
algemeen geldt dat u zes tot acht weken niet zwaar mag tillen,
daarna kunt u het weer opbouwen. Autorijden mag als u zich fit
genoeg voelt.
Tijdens de poliklinische controles kan blijken dat uw herstel niet
voldoende vordert. We bespreken dan met u of u baat kunt
hebben bij een revalidatietraject. U kunt dan denken aan ‘Herstel
en Balans’, oncologische revalidatie of sport op maat. Natuurlijk
kunt u dit ook met uw huisarts overleggen en zelf een plan maken.
13
Het (gedeeltelijk) verwijderen van een nier bij nierkanker
Werkhervatting
Afhankelijk van uw leeftijd, werksituatie en conditie overlegt u met
de uroloog en de bedrijfsarts hoe en wanneer u uw werk kunt
hervatten. De bedrijfsarts begeleidt u bij de terugkeer naar uw
werk, daarom is het belangrijk dat uw bedrijfsarts op de hoogte is
van uw situatie. Afspraken over uw werk zullen vaak soepeler
verlopen als u de bedrijfsarts al vóór de operatie informeert. Als
de bedrijfsarts informatie wil opvragen van het ziekenhuis, is
daarvoor uw toestemming nodig. Dit is om uw privacy te
beschermen. De bedrijfsarts zal u hierover verder informeren.
Poliklinisch controle en de uitslag van het weefselonderzoek
U krijgt bij ontslag van de verpleegafdeling een afspraak mee voor
een poliklinische afspraak. Dit is ongeveer twee weken na de
operatie. Tijdens deze afspraak bespreekt de uroloog de uitslag
van het weefselonderzoek, de gevolgen hiervan en de verdere
controles. Het is raadzaam om iemand mee te nemen naar deze
afspraak, bijvoorbeeld uw partner of een andere naast betrokkene.
Nazorg
U blijft na de operatie nog een periode bij de uroloog onder
controle. Afhankelijk van de uitslag van het weefselonderzoek zal
de uroloog een controleplan met u bespreken. De controles
kunnen bestaan uit:
-
lichamelijk onderzoek;
-
bloedonderzoek;
-
echo van de buik;
-
zo nodig een ct-scan;
-
röntgenonderzoek van de longen (thoraxfoto).
Deze controles zijn een à tweemaal per jaar gedurende vijf tot tien
jaar.
14
Urologie
Vragen
De afdeling Urologie is van maandag tot en met vrijdag van 8.00
tot 12.00 uur bereikbaar. Het telefoonnummer is (050) 361 21 67.
Buiten deze uren kunt u in geval van spoed het algemene nummer
van het UMCG bellen, telefoonnummer (050) 361 61 61 en vragen
naar de dienstdoende uroloog.
Voor meer informatie over de afdeling Urologie kunt u ook de
website www.urologie.umcg.nl raadplegen.
Telefonisch spreekuur oncologieverpleegkundige
Een behandeling in verband met nierkanker is een ingrijpende
gebeurtenis voor u en uw naasten. Het is dan ook vanzelfsprekend
dat u vragen heeft over de operatie en de gevolgen ervan.
Bespreek dit samen met uw naaste en met de uroloog of de
oncologieverpleegkundige. Ook na de behandeling kunt u met uw
vragen bij hen terecht. De oncologieverpleegkundige heeft
telefonisch spreekuur op vrijdagmiddag van 13.30 tot 15.30 uur. Het
telefoonnummer is (050) 361 34 89.
Aanvullende informatie
Patiëntenvereniging Waterloop
Vereniging Waterloop is een patiëntenvereniging, die zich inzet
voor mensen met blaas- of nierkanker of overige vormen van
kanker aan de urinewegen. De vereniging is er voor patiënten,
partners en familieleden, professioneel geïnteresseerden en
andere belangstellenden.
Vereniging Waterloop heeft tot doel u vanuit de
ervarings­deskundigheid van haar leden te ondersteunen bij het
helpen verwerken van emoties en het beantwoorden van uw
vragen.
15
Het (gedeeltelijk) verwijderen van een nier bij nierkanker
Vereniging Waterloop
p/a Nederlandse Federatie van
Kankerpatiëntenorganisaties
Postbus 8152
3503 RD Utrecht
Website: www.verenigingwaterloop.nl
Voor een gesprek met een lotgenoot via de patiëntenvereniging
Waterloop kunt u bellen met één van de volgende telefoon­
nummers 06 50 82 46 93 of 06 21 89 31 90.
KWF Kanker Infolijn
De KWF Kanker Infolijn geeft informatie aan patiënten en hun
naasten. De voorlichters kunnen u informeren over kanker en
ondersteunen bij de problemen die kanker geeft. Daarnaast willen
ze u adviseren bij lichamelijke klachten. Het (gratis) telefoon­
nummer is 0800 – 0226622. Voor meer informatie over het KWF
verwijzen we u naar de website www.kwfkankerbestrijding.nl
16
Patiënteninformatie vlk 121/1011
Download