Coronarografie - Sint

advertisement
Dienst hartziekten
Coronarografie
Informatiebrochure voor de patiënt
INLEIDING
Uw arts heeft u een coronarografie voorgesteld. Om ervoor te zorgen
dat u voldoende geïnformeerd bent over de aard en het doel ervan,
vragen we u deze tekst te lezen. Mocht u nog vragen hebben, aarzel
niet om ze te stellen aan de arts of de verpleegkundige voor het
onderzoek.
Het onderzoek wordt uitgevoerd in het Universitair Ziekenhuis van
Gent door artsen van het ziekenhuis in Zottegem op
dinsdagnamiddag (Dr Van Caenegem) en op vrijdag (Dr
Vanstechelman). Op andere dagen wordt het onderzoek uitgevoerd
door de artsen van het Universitair Ziekenhuis Gent.
HOE WERKT ONS HART?
a. De verschillende hartholten
Het hart is een hol orgaan, dat hoofdzakelijk uit spierweefsel bestaat.
Het werkt zoals een pomp, om het bloed rond te sturen naar de
longen, en alle andere delen van het lichaam. Het hart pompt zo'n 60
tot 100 maal per minuut.
Het hart bestaat uit twee helften: het linker hart en het
rechter
hart.
Elke helft is nog eens verdeeld in twee delen. Het bovenste gedeelte
noemt men de voorkamer, het onderste gedeelte de kamer.
b. De hartkleppen
De hartkleppen zijn als het ware 'deurtjes', die zich openen en
sluiten, tussen de kamers en de voorkamers of tussen de kamers en
de bloedvaten. Ze laten toe, dat het bloed in het hart stroomt, en dat
het er nadien weer uitgepompt wordt, en dat in één enkele richting.
Als een klep niet voldoende opengaat of sluit, kan de bloedtoevoer
naar of van het hart gestoord zijn.
c. Weg die het bloed volgt doorheen het hart maakt
Het rechter hart verzamelt al het bloed dat terugkomt van het
lichaam. De bloedvaten die het bloed weer naar het hart voeren
noemt men aders. Omdat dit bloed arm is aan zuurstof wordt het wel
eens blauw bloed genoemd. De zuurstof is immers opgebruikt in het
lichaam, en het keert nu terug, om nieuwe zuurstof op te nemen in
de longen.
Wanneer het bloed terugkomt van de longen is het dus opnieuw
zuurstofrijk; men spreekt nu van rood bloed. Het komt nu in het
linker hart. De linker kamer is dus het belangrijkste deel van de
hartpomp, omdat ze het bloed naar heel het lichaam pompt.
Elk deel van het lichaam krijgt zo zuurstofrijk bloed, dat aangevoerd
wordt door de slagaders.
d.
De kransslagaders
Zoals al uw lichaamsdelen, heeft ook uw hartspier zuurstofrijk bloed
nodig.
De slagaders die daarvoor zorgen, noemt men de kransslagaders.
Elke mens heeft twee kransslagaders:
-
de rechter kransslagader, die één grote tak is
de linker kransslagader, die splitst in twee grote takken
Wanneer nu zo’n kransslagader vernauwd of verstopt is, krijgt de
hartspier onvoldoende zuurstof. Er treden dan hartpijnen op. Dit zal
vooral voorkomen bij inspanningen, wanneer het hart extra zuurstof
nodig heeft. Wanneer er helemaal geen bloed door die
kransslagaders meer kan, krijgt een deel van de hartspier geen bloed
meer, en kan dan afsterven. Dit noemt men een hartinfarct.
WAT IS EEN CORONAROGRAFIE?
Het doel van de coronarografie is om na te kijken of er eventuele
vernauwingen of verstoppingen zijn in de kransslagaders. Deze vernauwingen of verstoppingen zouden kunnen verhinderen dat er zuurstofrijk bloed naar ons hart stroomt. Hierdoor krijgt de hartspier te
weinig zuurstof waardoor u bepaalde klachten kunt voelen (zoals pijn
in de borst, pijn in de linker arm, kortademigheid, minder
inspanningen kunnen doen ...). Ook de pompfunctie en de werking
van de hartkleppen kunnen bij dit onderzoek in beeld gebracht
worden.
Het onderzoek gebeurt via de lies of de pols. Na toediening van de
plaatselijke verdoving wordt de slagader aangeprikt en wordt een
kort buisje ingebracht om de toegang tot het bloedvat mogelijk te
maken. Met behulp van een katheter (dun lang buisje), die tot aan de
oorsprong van de kransslagaders wordt opgevoerd, spuit de arts
contrastvloeistof in de kransslagaders. Hierdoor worden deze
zichtbaar en kunnen eventuele vernauwingen of verstoppingen aangetoond worden.
Als de arts vermoedt dat ook uw hartkleppen niet goed meer functioneren, wordt de werking van deze kleppen eveneens onderzocht.
De coronarografie wordt dan uitgebreid met drukmetingen in het
rechter hart. Dit onderzoek noemen we een links-rechts
hartcatheterisatie.
OPNAME
a. Voorbereiding
De voorbereidende onderzoeken (zoals eventuele bloedafname voor
controle van de bloedstolling en nierfunctie, EKG en echografie van
het hart) heeft u reeds in ons ziekenhuis gekregen.
De resultaten van deze onderzoeken worden samen met een lijst van
uw huidige medicatie en een medisch verslag van uw behandelend
geneesheer meegegeven naar het UZ Gent. Indien U hier opgenomen
bent, gebeurt het vervoer naar het UZ Gent en terug met de
ziekenwagen en wordt door ons geregeld. Naargelang de resultaten
van het onderzoek komt u dezelfde dag of de dag nadien terug naar
ons ziekenhuis. Indien U geopereerd moet worden is het mogelijk dat
U in het UZ Gent opgenomen blijft.
b. De dag van het onderzoek
Uw arts zal u vertellen of u mag ontbijten en welke medicatie u mag
nemen. U verblijft op de dienst cardiologie in het UZ Gent (5de, 8ste of
12de verdieping K12).
Op de afdeling wordt u klaargemaakt voor de hartkatheterisatie:
- uw lies wordt geschoren indien het onderzoek via de lies
gebeurt.
- u krijgt een operatiehemdje aan (dit is voor het onderzoek
gemakkelijker dan een pyjama of een nachtkleed)
- er wordt een infuus aangelegd in de linker arm
- bloeddruk en pols worden gecontroleerd
Tracht nog eens te plassen voor u vertrekt. Indien u erg nerveus bent
kan u, eerst een licht kalmeermiddel vragen.
Wanneer u aan de beurt komt, wordt u met het bed naar de
hartkatheterisatiezaal gebracht. Houd er rekening mee dat u een uur
tot anderhalf uur op de katheterisatieafdeling zal blijven.
c. De onderzoekszaal
- de onderzoekstafel
- een camera (X-stralen) die toelaat de film van het hart en de
kransslagaders te maken
- een Tv-scherm waarop u deze filmpjes mee kunt volgen
- een Tv-scherm waarop uw bloeddruk en elektrocardiogram kan
gevolgd worden.
Tijdens het maken van de films worden de lichten in de zaal gedimd.
Dokters en verpleegkundigen hebben een steriel blauw pak aan,
dragen een loodschort en een masker en muts om infecties te
voorkomen.
d.
Het onderzoek zelf
Wanneer u binnenkomt in de zaal, zal men u doen plaatsnemen op
de onderzoekstafel. Er worden elektroden aangelegd, om tijdens het
onderzoek uw hartritme te kunnen volgen.
Ondertussen zet een verpleegkundige het materiaal voor het
onderzoek klaar.
Vervolgens wordt de lies of de pols goed ontsmet. (meestal
rechterlies of linker pols). Dan wordt u volledig ondergedekt met één
blauwe steriele doek (het hoofd en de lies of pols blijven vrij). Het is
van belang deze doek bovenaan niet aan te raken. Dit zou anders een
infectie kunnen veroorzaken. Daarom legt u best de armen naast het
lichaam. De dokter zal nu de lies of pols verdoven. Meestal zal u
alleen de prik voor de verdoving voelen. Verder voelt u van het
onderzoek niets meer. U wordt niet in slaap gedaan omdat het
onderzoek niet pijnlijk is.
Als de lies of pols goed verdoofd is, wordt (zonder een insnede te
maken) in de slagader een kort buisje geplaatst. Door dit kleine buisje
kan men de langere katheters (dit zijn de fijne lange buisjes)
opschuiven tot aan uw hart. Vermits de binnenzijde van de slagader
totaal gevoelloos is, kan men deze katheters zonder enige pijn
opschuiven. Wanneer deze katheter juist voor het hart ligt, wordt
daar eerst de bloeddruk gemeten. Daarna wordt de katheter in de
linkerkamer van het hart aangebracht. Bij het passeren van de klep
kan u mogelijks een hartklopping voelen.
Dan wordt een film van de rechter- en linkerkransslagader gemaakt.
Bij deze opnamen ondervindt u geen warmtegevoel. Van elke
kransslagader wordt een serie opnamen gemaakt, telkens vanuit een
andere hoek (daarom zal de camerabuis rond u draaien).
De dokter spuit contraststof in het hart en filmt tegelijkertijd. Dit is
een soort kleurstof om het hart en de kransslagaders zichtbaar te
maken.
Vervolgens worden er één film van de linkerkamer gemaakt, om te
zien of de hartspier voldoende samentrekt.
Bij deze opnames zal u een fel warmtegevoel ondervinden en een
gevoel dat u moet plassen, dat van op de borst uitstraalt naar de
armen en de benen. Dit is niet pijnlijk.
Het warmtegevoel is kortstondig en verdwijnt binnen enkele
seconden.
Wanneer alle opnamen gemaakt zijn, worden de katheters opnieuw
verwijderd.
Wanneer u bent opgenomen met een mogelijke afwijking aan de
hartkleppen en/of de hartspier, ligt het probleem anders en is het
onderzoek uitgebreider.
Als een klep niet voldoende opengaat of sluit, heeft het hart
problemen om het bloed fatsoenlijk rond te pompen. Men zal vlugger
moe worden en men kan geen grote inspanningen meer verdragen.
Doordat de kleppen onvoldoende werken stijgt de druk in de
verschillende delen van het hart. Het principe van dit onderzoek is
vrij eenvoudig. De dokter gaat nu zowel het rechter- als het
linkerdeel van het hart bekijken. Nadat de verschillende films, zoals
hierboven beschreven, zijn genomen, wordt in de ader van de lies
een katheter gestoken. De katheter wordt verder opgeschoven tot in
het rechterdeel van het hart. Hier worden op verschillende plaatsen
drukken gemeten en opgeschreven. Soms neemt men ook
bloedstalen.
Dit gecombineerd onderzoek duurt wel langer, namelijk 30 tot 60
minuten.
NAZORG
a.
Via de pols
Als het onderzoek via de pols gebeurt, wordt het buisje dadelijk na
afloop in de onderzoeksruimte verwijderd. Er wordt een drukverband
rond de pols aangelegd. Dit is een speciaal drukverband waarbij er
een luchtkussen rond de pols wordt aangelegd. Dit luchtkussen wordt
na 2 uur geleidelijk aan gelost zodat er geen nabloeding kan zijn.
Daarna mag u de pols gedurende zes uur niet gebruiken. U hoeft niet
in bed te blijven, maar vraag altijd advies aan de verpleegkundige op
de afdeling.
De eerste dagen na het onderzoek wordt de pols best niet al te veel
belast, zodat soms enkele dagen werkverlet noodzakelijk is.
Als het onderzoek via de pols gebeurt en er wordt geen stent
geplaatst mag men dezelfde dag het ziekenhuis verlaten.
Dit document moet na de handtekening bij de opname worden overgemaakt aan een lid van het medisch
team die het aan uw medisch dossier zal toevoegen.
Om medicolegale redenen wordt u gevraagd, deze toestemmingsverklaring te ondertekenen, waarin u
verklaart de uitleg omtrent de procedure begrepen te hebben en u zich akkoord verklaart met het
uitvoeren van de procedure.
Uitvoerder: ____________________________________
Plaats van procedure: ___________________________ Geplande datum: _____ /______ /____
Gepland(e) onderzoek/ingreep: _______________________________________________________
U dient een cardiale procedure, onderzoek of operatieve ingreep te ondergaan. De reden, het doel, de te
verwachten resultaten en ook de mogelijke risico’s van deze procedure werden u door uw behandelende
cardioloog tijdens de raadpleging uitgelegd, en u ontving hierbij ook een informatiefolder omtrent de
betreffende procedure, waarin u nog meer details kunt vinden.
Toestemmingsverklaring cardiale procedure (“informed consent”)
Datum: _____ /______ /____
Handtekening patiënt:
Naam: _______________________________________ Geboortedatum: _____ /______ /____
Ik begrijp dat aan elke medische handeling risico’s, hoe gering ook, verbonden zijn, en dat een opsomming
van mogelijke risico’s en complicaties nooit volledig kan zijn.
Ik verklaar dat mijn arts mij duidelijk geïnformeerd heeft over het doel, de aard en de mogelijke risico’s en
verwikkelingen van de procedure, dat ik de uitleg goed begrepen heb en dat ik gelegenheid had om vragen
te stellen. Ik heb eveneens een informatiebrochure ontvangen met de nodige uitleg.
Ik verleen hierbij uitdrukkelijk mijn toestemming voor de uitvoering van de hierboven vermelde procedure,
noodzakelijk voor mijn behandeling, op de geplande datum.
VERKLARING VAN DE PATIENT
b.
Via de lies
Na afloop van het onderzoek wordt het buisje in de lies verwijdert.
Vervolgens wordt de aanprikplaats gedurende 10 minuten
dichtgedrukt met een klem. Daarna wordt een drukverband
aangelegd om bloeding te voorkomen.
Soms wordt de aanprikplaats na afloop op de onderzoekstafel
gesloten met een collageenpropje. Dit gebeurt in overleg met de
behandelende arts. U kunt dan sneller het bed weer verlaten (altijd
na advies van de verpleegkundige).
Na het onderzoek via de lies moet u nog verschillende uren in bed
blijven. Dit varieert van twee tot zes uur. U mag het aangeprikte been
niet plooien en het hoofdeinde van het bed mag maximaal 45°
rechtstaan.
Bijna steeds is bij een onderzoek via de lies één overnachting
aangewezen.
c. Algemeen
Na het onderzoek keert u terug naar uw kamer.
De verpleegkundige van uw afdeling zal regelmatig uw polsslag en uw
bloeddruk controleren. Ook zal de verpleegkundige kijken of er geen
bloeding optreedt. U kan ook wat hoofdpijn hebben, dit is een reactie
op de contraststof en/of medicatie.
Het is belangrijk de verpleegkundige te verwittigen indien u:
grote hoeveelheden bloed verliest t.h.v. het drukverband
plotse pijn in de lies of uw been voelt/plotse pijn t.h.v. pols of
hand voelt
kortademig wordt
U mag na het onderzoek direct eten en drinken. Als u verplicht bent
in bed te blijven, maakt u gebruik van een urinaal of een bedpan als u
moet plassen.
Het is belangrijk dat u veel drinkt. De contraststof, gebruikt tijdens
het onderzoek, zal op deze manier snel door uw nieren verwijderd
worden.
RISICO’S
Bij elk onderzoek kunnen verwikkelingen optreden. Het is dan ook
belangrijk dat u er weet van heeft, ook al is het risico zeer klein en
komen slechts zelden ernstige verwikkelingen voor.
- Men kan allergisch reageren op de kleurstof die men gebruikt
tijdens het onderzoek. Patiënten met reeds bekende allergieën
krijgen vooraf medicatie om dit te voorkomen.
- U kunt uw hart een paar maal voelen overslaan wanneer men
met
de
katheter
een
hartklep
wil
passeren.
- Er kunnen zich bloedklonters vormen op de katheters. Dit wordt
voorkomen door een bloed verdunnende stof in te spuiten bij
het begin van het onderzoek.
Zeldzaam kan een trombose ontstaan.
- Na het onderzoek kan een bloeding optreden in de lies op de
plaats waar de katheter geplaatst was. Dit blijft meestal beperkt
tot een lichte zwelling en blauwe verkleuring van de huid van de
lies. Om dit te voorkomen is het belangrijk dat u stipt de
adviezen opvolgt die de dokters en verpleegkundigen u
meegeven. Via de pols komt dit probleem veel minder voor.
- Er wordt steeds gevraagd om voor het onderzoek een informed
consent te ondertekenen. Daarbij verklaart U akkoord te zijn
met het geplande onderzoek en op de hoogte te zijn van het
doel van het onderzoek en de mogelijke complicaties.
- Ernstige complicaties zoals hersentromboses, hartinfarcten,
hartritmestoornissen, ernstige bloedingen en overlijden zijn
gelukkig uiterst zeldzaam.
BEHANDELINGEN NA DE CORONAROGRAFIE
a. Ballondilatatie en stenting
Indien tijdens uw katheterisatie één of meer vernauwingen van de
kransslagaders vastgesteld worden, kan uw dokter voorstellen u te
helpen met een ballondilatatie, dit kan dezelfde dag of de dag na de
coronarografie plaatshebben. Wat houdt dit in?
Dilatatie betekent letterlijk verwijding, wijder maken. Vermits deze
verwijding wordt bekomen door gebruik te maken van een
ballonnetje, spreken we van een ballondilatatie.
De wetenschappelijke benaming is Percutane Transluminele
Coronaire Angioplastiek, afgekort P.T.C.A.. Het spreekt vanzelf dat
dilataties alleen kunnen gebeuren op die plaatsen die met een
dilatatiekatheter kunnen bereikt worden. Grote ervaring en steeds
betere katheters hebben ertoe geleid dat tegenwoordig bij drie op
vier patiënten door een dilatatie een bypassoperatie kan worden
vermeden.
Is de plaats van de vernauwing gelokaliseerd, dan wordt een
beweeglijke, stuurbare voerdraad ingebracht waarmee de dokter de
vernauwing passeert. Vervolgens wordt over deze voerdraad de
ballonkatheter geschoven tot de ballon zich op de plaats van de
vernauwing bevindt. Deze ballon wordt dan opgeblazen.
Door het opblazen van de ballon wordt de vernauwing in de wand
van de kransslagader gedrukt, waardoor deze verbreedt en de
bloeddoorvoer verbetert. Tijdens dat opblazen wordt de
kransslagader even afgesloten. U kan dan kort de een, beklemmende
pijn op de borst gewaar worden. Om een goed resultaat te bereiken
moet het "oprekken" soms enkele malen achter elkaar herhaald
worden, totdat de dokter tevreden is over het resultaat. Nadien
wordt de ballonkatheter over de voerdraad teruggetrokken. Door
opnieuw contraststof in de kransslagader te spuiten, zal de dokter
het resultaat van de dilatatie kunnen beoordelen. Zo zal hij kunnen
zien of de vernauwing minder is geworden of volledig is verdwenen.
Meestal wordt een ballon met een stent gebruikt en wordt direct een
stent achter gelaten om te vermijden dat de vernauwing opnieuw
ontstaat.
Er wordt altijd een stent geplaatst behalve als de kransslagader te
klein is of het niet lukt om een stent ter plaatse te brengen. Soms
wordt bij erge vernauwingen eerst een ballon zonder stent
opgeblazen, dit heet een predilatatie.
Een stent is een dun metalen spiraaltje dat op een ballonkatheter is
bevestigd. Op dezelfde manier als hierboven wordt deze
ballonkatheter naar de vernauwing opgeschoven. De ballon wordt
opgeblazen, waardoor de stent zich open plooit. Wanneer de ballon
wordt leeggezogen en teruggetrokken, blijft de stent op zijn plaats
achter als een blijvende ondersteuning voor de verwijde
kransslagader. Na een paar maanden is de stent volledig bedekt door
een vliesje dat over het metalen oppervlak van de stent groeit.
Hierdoor wordt hij één met de binnenkant van het bloedvat. Bijna
altijd wordt gebruikt gemaakt van een stent die lokaal medicatie
afgeeft om een nieuwe vernauwing in de stent tegen te gaan.
Anders dan bij een gewone hartkatheterisatie, blijft de katheter in uw
lies nog enkele uren ter plaatse na stenting. Indien de ingreep via de
pols gebeurt wordt de katheter direct na het onderzoek verwijderd
en een drukverband aangelegd.
Na de ballondilatatie wordt u overgebracht naar de hartbewaking of
naar de gewone afdeling en draagt u enkel een klein zendertje om
hartritmestoornissen op te sporen, die soms na het plaatsen van een
stent kunnen voorkomen.
Het is erg belangrijk de verpleegkundige te verwittigen indien u pijn
op de borst voelt, of kortademig wordt. Op regelmatige tijdstippen
zal een verpleegkundige uw lies of pols komen nakijken. Indien u in
de periode tussen deze controles pijn voelt, of er is bloedverlies,
verwittig dan dadelijk een verpleegkundige van uw afdeling.
Na het onderzoek mag u eten en drinken zodra u dat wenst. Het is
belangrijk dat u veel drinkt.
Tegelijkertijd wordt ook vloeistof toegediend via het infuus in uw
arm. De contraststof, gebruikt tijdens het onderzoek, zal op deze
manier snel door uw nieren verwijderd worden.
Bij ongeveer 80 % van de patiënten lukt het om met behulp van deze
methode een vernauwing in de kransslagaders op te heffen. De
bestaande klachten zullen verdwijnen of erg verminderen.
Bij minder dan 5 % van de patiënten bij wie met succes een stent is
geplaatst, kunnen opnieuw klachten ontstaan. Het ontstaan van deze
klachten wordt veroorzaakt door wat we restenose noemen. Dit is
niet te wijten aan toename van de bestaande aderverkalking in de
kransslagader, maar is veeleer een reactie van het lichaam op de
stent. Er kan dan zonder bezwaar een nieuwe dilatatie worden
uitgevoerd in de stent.
Het gebruik van stents die medicatie afgeeft, heeft het ontstaan van
restenoses fel doen afnemen. Ook het gebruik van medicatie die de
vorming van bloedklontertjes afremt, speelt een grote rol in het
klachtenvrij blijven. Daarom is een consequente inname van uw
medicatie na het plaatsen van een stent van groot belang.
Zoals reeds aangehaald, duurt een ziekenhuisopname voor een
ballondilatatie (indien alles verloopt zoals gepland) 2 dagen
(1 overnachting). Nadien wordt u met de ziekenwagen teruggebracht
naar het Sint-Elisabethziekenhuis te Zottegem als u hier was
opgenomen, anders kan u vanuit Gent naar huis gaan en komt U
binnen 3 weken in Zottegem bij uw cardioloog op consultatie.
Indien u dezelfde dag heen en terug naar het onderzoek wordt
gebracht, wordt het vervoer betaald door ons ziekenhuis. Als u niet
op de dag van het onderzoekt terugkeert, zal een deel van het
vervoer aan u gefactureerd worden. Dit bedrag is afhankelijk van uw
statuut
bij
het
ziekenfonds,
ook
de
meeste
hospitalisatieverzekeringen betalen een deel van de kosten terug.
b. Bypasschirurgie
Indien er te veel vernauwingen op de kransslagaders worden
vastgesteld en/of de vernauwingen op moeilijke plaatsen
voorkomen, is het niet steeds mogelijk om de vernauwingen met
stents te behandelingen. Dan wordt op het einde van de dag een
multidisciplinair overleg gehouden tussen de interventioneel
cardioloog en de hartchirurg en wordt besproken welke de juiste
behandelingsstrategie is. Meestal wordt dan planning gemaakt voor
een overbruggingsoperatie. Afhankelijk van de dringendheid wordt er
direct een afspraak daarvoor gemaakt, maar meestal wordt de
afspraak gemaakt door de behandelend cardioloog te Zottegem.
Verdere uitleg en voorbereidende onderzoeken voor een
overbruggingsoperatie worden door de cardioloog te Zottegem
gegeven en verricht.
ONTSLAG
Als de coronarografie via de pols gebeurt mag u vanaf een 4-tal uur
na het onderzoek de dagkliniek verlaten.
Gebeurt het onderzoek via de lies of wordt er een stent geplaatst is
er een opname tot de volgende middag nodig.
TERUG AAN HET WERK
De dagdagelijkse activiteiten kunnen na 24 uur worden hervat. Er zijn
echter wel aandachtspunten:
- Tillen van zware voorwerpen, fietsen, autorijden en
seksueel contact: na 1 week, sporten: na 2 weken (indien
onderzoek via lies)
- Trap nemen: geen probleem
- Bad nemen: na 1 week, douchen mag de volgende dag.
Het kan gebeuren dat de coronarografie bepaalde letsels aan het
licht brengt die het onverantwoord maken het werk te hervatten.
Werkhervatting na een dilatatie zal met uw behandelende cardioloog
besproken worden. In principe kan u 48 uur na de dilatatie alles
doen. Ook hier gelden dezelfde aandachtspunten zoals hoger
vernoemd.
MAG IK EEN WAGEN BESTUREN?
Zorg er best voor dat iemand u kan komen ophalen met de auto
omdat zelf sturen na een onderzoek via de lies of pols niet optimaal
is.
In geval de klachten van pijn op de borst optreden in rust, bij emoties
of uitgelokt worden door de minste inspanning bent u niet geschikt
om te rijden.
De rijgeschiktheid kan opnieuw geëvalueerd worden nadat een
behandeling de klachten heeft doen verdwijnen. Een verslag van uw
cardioloog is dan wel noodzakelijk.
Na het doormaken van een hartinfarct is men niet rijgeschikt zolang
uw cardioloog geen gunstig advies heeft gegeven.
NUTTIGE INFORMATIE
Adres UZ Gent:
De Pintelaan 185
9000 Gent
-
Bereikbaarheid:
Met wagen: Afrit UZ Gent, via C Heymanslaan patiënten inrit
volgen en parkeren in de parkeertoren.
Met openbaar vervoer: tram tot op de campus vanuit
Gent-St.-Pieters
-
In het UZ Gent:
Zich begeven naar K12 (Kliniekgebouw 12 = hoogste gebouw)
Inschrijven op gelijkvloers
Daar wordt dan aangegeven naar welke verdieping en kamer
U zich dient te begeven
-
Bezoekuren:
Op afdeling 8IA en 8IB: 14-20 uur
Op hartbewaking 12K12IA: 15-16 uur en 19-19u45
Op dagkliniek 5IE: doorlopend
-
Meenemen:
Toiletgerief en kledij voor mogelijks 1 overnachting
ID-kaart
Medicatie
Verzekeringspapieren
-
Medicatie:
Asaflow, cardioaspirine, plavix, clopidogrel, brilique moeten
nooit voor deze ingreep worden onderbroken. Voor andere
bloedverdunners raadpleegt U best Uw arts.
Indien U diabetesmedicatie neemt of medicatie die de
nierwerking kan beïnvloeden wordt deze in overleg met Uw
arts meestal kort onderbroken.
SLOTBESCHOUWING
De artsen en medewerkers van de dienst cardiologie wensen U een
aangenaam verblijf op onze diensten. Indien U nog vragen heeft,
aarzel dan niet om onze dienst te contacteren.
Secretariaat hartziekten Zottegem: 09/3648484.
G o d v e e rd e g e m s t r a a t 6 9
9 6 2 0 Zo t t e g e m
TEL: 0032 9 364 81 11
FA X : 0 0 3 2 9 3 6 4 8 9 0 0
E MA I L : a z s t e l i s a b e t h . zo t t e g e m @ s e z z . b e
W E B S I T E : w w w. s e z z . b e
Download