Johannes Paulus II: schets van een leven voor de Kerk Overzicht van een bewogen pontificaat Geplaatst op 2/4 '05 om 23:52u Door Anton ten Klooster (Bron: Nederlandse Bisschoppenconferentie) Uit www.Rknieuws.net VATICAANSTAD (RKnieuws.net) - Karol Józef Wojtyla, sinds zijn verkiezing tot paus in 1978 bekend als Johannes Paulus II, werd op 18 mei 1920 geboren in Wadowice, een stadje op 50 kilometer van Krakau, Polen. Hij was de jongste van twee zonen die uit het huwelijk van Karol Wojtyla en Emilia Kaczorowska werden geboren. Zijn moeder overleed in 1929; zijn oudere broer, de arts Edmund, stierf in 1939 en zijn vader, een legerofficier, in 1941. Karol deed zijn eerste communie op negenjarige leeftijd en werd als achttienjarige gevormd. Na het afronden van zijn middelbare schoolopleiding in Wadowice, ging hij in 1938 Poolse taal- en letterkunde studeren aan de Jagiellonische Universiteit in Krakau en liet hij zich inschrijven bij een toneelschool. Vele van zijn ervaringen als jongere, onder meer zijn gevoel voor het gebaar en zijn vertrouwdheid met het jodendom, zouden hun sporen nalaten in zijn optreden als paus. Priesterwijding De Duitse bezettingsmacht sloot de universiteit in 1939 en de jonge Karol moest gaan werken in een steengroeve (1940-1944) en later in de chemische fabriek Solvay om in zijn levensonderhoud te voorzien en deportatie naar Duitsland te voorkomen. In 1942, gehoor gevend aan zijn priesterroeping, volgde hij lessen in het ondergrondse seminarie van Krakau, dat onder leiding stond van kardinaal Adam Stefan Sapieha, aartsbisschop van Krakow. Tegelijkertijd was Karol Wojtyla één van de grondleggers van het eveneens ondergrondse ‘Rhapsodie Theater’. Na de Tweede Wereldoorlog vervolgde hij zijn studies aan het weer geopende grootseminarie van Krakau. Daarnaast ging hij studeren aan de theologische faculteit van de Jagiellonische Universiteit, tot zijn priesterwijding in Krakau op 1 november 1946. Pastoraat in Nederland Kort daarop stuurde kardinaal Sapieha hem naar Rome, waar hij theologie en filosofie studeerde aan het Angelicum, de universiteit van de dominicanen. Hij behaalde er zijn doctoraat in de theologie op een dissertatie over het geloof in de werken van Johannes van het Kruis. In die tijd verzorgde hij tijdens zijn vakanties het pastoraat onder Poolse immigranten in Frankrijk, België en Nederland. In 1948 keerde hij terug naar Polen en was tot 1951 werkzaam in het parochie- en studentenpastoraat. Daarna ging hij weer filosofie en theologie studeren. In 1953 verdedigde hij zijn proefschrift over het ‘onderzoek van de mogelijkheid van het opzetten van een katholieke ethiek op basis van het ethisch systeem van Max Scheler’ aan de Katholieke Universiteit van Lublin. Later werd hij professor in de moraaltheologie en sociale ethiek aan het grootseminarie van Krakau en aan de theologische faculteit van Lublin. Bisschop en kardinaal Paus Pius XII benoemde Karol Wojtyla op 4 juni 1958 tot hulpbisschop van Krakau. De bisschopswijding, verricht door aartsbisschop Baziak, vond plaats op 28 september 1958 in de Wawel-kathedraal van Krakau. Op 13 januari 1964 benoemde paus Paulus VI hem tot aartsbisschop van Krakau. Dezelfde paus creëerde hem op 26 juni 1967 kardinaal. Wojtyla nam deel aan het Tweede Vaticaans Concilie en leverde een belangrijke bijdrage aan de totstandkoming van de pastorale Constitutie Gaudium et spes, ‘over de Kerk in de wereld van deze tijd’. Verkiezing tot paus Op 16 oktober 1978 aanvaardde kardinaal Wojtyla zijn verkiezing tot paus Johannes Paulus II, de 263ste opvolger van Petrus en de eerste Poolse en niet-Italiaanse paus in 450 jaar. De plechtige inauguratie vond plaats op 22 oktober op het Sint Pietersplein. In januari 1979 volgde zijn eerste buitenlandse pastorale reis naar Mexico. In juni dat jaar bezocht hij zijn vaderland Polen en Ierland. In oktober 1979 reisde hij naar de Verenigde Staten. Weinigen konden toen al bevroeden hoe ver en vaak Johannes Paulus II zou gaan reizen om het evangelie naar alle landen en volkeren te brengen. Documenten De paus heeft tijdens zijn pontificaat een grote hoeveelheid teksten geproduceerd, waaronder de homilieën die hij in Rome en tijdens zijn pastorale bezoeken hield, de toespraken tijdens algemene audiënties op woensdagen en boodschappen bij het zondagse Angelusgebed. Hij publiceerde 14 encyclieken. In deze belangrijke documenten over de kerkelijke leer heeft hij volgens een duidelijk patroon gewerkt aan de vernieuwing van het geloof op wezenlijke punten. Zo schreef hij drie encyclieken over de Drie-Eenheid, waarin ieder van de drie goddelijke personen om de beurt aan de orde komen. Zijn eerste Encycliek (1979) was Redemptor hominis, over de Verlosser van de mens en over de mensenrechten. Aan de Vader wijdde hij in 1980 de Encycliek Dives in misericordia, over menselijke rechtvaardigheid en goddelijke barmhartigheid. Dominum et vivificantem (1986) ging over de heilige Geest in het leven van de Kerk en de wereld. Verder schreef hij de Encycliek Redemptoris Mater (1987) over de speciale plaats van Maria in het verlossingsplan. Met het oog op actuele thema’s belichtte hij de authentieke moraaltheologie en moderne dwalingen in Veritatis splendor (1993), ging hij in op de verdediging van het leven in Evangelium vitae (1995), op de morele aspecten van de arbeid in Laborem exercens (1981), op de tekortkomingen van zowel communisme als kapitalisme in Sollicitudo rei socialis (1987) en Centesimus annus (1991) bij gelegenheid van de 100ste verjaardag van de Encycliek Rerum novarum van Leo XIII. Eenheid Het streven naar christelijke eenheid stond centraal in Ut unum sint (1995), terwijl evangelisatie onder niet-christenen aan bod kwam in Redemptoris missio (1991) en indirect in Slavorum apostoli (1985) over de apostelen van de Slavische volkeren, Cyrillus en Methodius. In 1998 schreef paus Johannes Paulus II de Encycliek Fides et ratio over de relatie tussen geloof en rede, zijn laatste Encycliek Ecclesia de Eucharistia (2003) gaat over de Eucharistie in haar verhouding tot de Kerk. Brieven en exhortaties In apostolische brieven, exhortaties en andere documenten heeft paus Johannes Paulus II talrijke andere zaken aan de orde gesteld. Zo schreef hij in Dominicae cenae over het mysterie van de Eucharistie en corrigeerde hij misbruiken ervan in Inaestimabile donum. In Mulieris dignitatem belichtte hij de waardigheid van de vrouw en in Ordinatio sacerdotalis onderstreepte de paus dat de priesterwijding is voorbehouden aan mannen. In Dies Domini brak hij een lans voor de zondagsheiliging. In aansluiting op de collegiale adviezen van de Bisschoppensynodes publiceerde de paus apostolische exhortaties over een scala aan onderwerpen. Enkele voorbeelden: Familiaris consortio, over de plaats van de christelijke familie in de moderne wereld, Reconciliatio et paenitentia over het sacrament van boete en verzoening, Christifidelis laici over de roeping en zending van de leken in Kerk en wereld, Pastores dabo vobis over de vorming van priesters en Vita consecrata over het gewijde leven. De belangrijkste documenten die de paus uitbracht, zijn zonder twijfel het Wetboek van Canoniek Recht voor de Latijnse ritus (1983), het Kerkelijk Wetboek voor de Oosterse Kerken (1990), de Katechismus van de Katholieke Kerk (1993) en de apostolische Brief Tertio millennio adveniente (1994) over het Jubileumjaar 2000. Synodes en onderzoek Johannes Paulus II belegde een aantal Bisschoppensynodes en voegde er regionale synodes aan toe voor Afrika, Azië, Europa, Oceanië en de beide Amerika’s, zodat de bisschoppen van de verschillende continenten hun pastorale activiteiten in onderling overleg op elkaar konden afstemmen. Ook heeft hij onderzoeken naar belangrijke thema’s aangemoedigd en daarvoor een aantal speciale programma’s ontwikkeld. In 1981 richtte hij de Pauselijke Raad voor het Gezin op om initiatieven te ontwikkelen voor de versterking van huwelijks- en gezinsleven in de huidige tijd. In dat kader richtte hij ook het Paus Johannes Paulus II Gezinsinstituut op als een faculteit van de Pauselijke Universiteit van Lateranen. De oprichting van de Pauselijke Academie voor het Leven komt voort uit zijn bezorgdheid om het verlies van respect voor seksualiteit, huwelijk en gezinsleven. De oprichting van de Pauselijke Academie voor Sociale Wetenschappen gebeurde vanuit dezelfde bezorgdheid. De paus heeft daarnaast zuiver wetenschappelijk onderzoek aangemoedigd op het vlak van de geestes- en natuurwetenschappen aan de oudste internationale wetenschappelijke academie in de wereld: de Pauselijke Academie van Wetenschappen. Via het pauselijk observatorium, zowel in Italië als in Arizona, heeft hij astronomisch onderzoek gestimuleerd, evenals zijn voorgangers als Gregorius XIII (naar wie de huidige Gregoriaanse kalender is genoemd). Heilige Jaren Paus Johannes Paulus II heeft verschillende Heilige Jaren uitgeroepen. In een Heilig Jaar besteedt de Kerk speciale aandacht aan een bepaald thema en roept zij de gelovigen op tot boetedoening. De 1950ste verjaardag van de Verlossing was in 1983 het thema van het Heilig Jaar en in 1988 vierde de Kerk de 2000ste verjaardag van de geboorte van de Heilige Maagd. Maar hoe belangrijk ook, deze Heilige Jaren staan in geen verhouding tot de viering van het Jubeljaar 2000, de 2000ste verjaardag van de menswording en geboorte van Jezus Christus. Hij riep de gelovigen op hun kennis van en trouw aan de leer van de Kerk te vernieuwen, met speciale aandacht voor wat het Tweede Vaticaans Concilie leert en de christelijke eenheid. En hij riep alle godsdiensten en alle mensen van goede wil op om samen te werken aan het algemeen welzijn van de mensheid. Johannes Paulus II heeft zich steeds grote inspanningen getroost op het vlak van de contacten en de dialoog met andere christenen en godsdiensten. Indachtig het Decreet over de katholieke deelneming aan de oecumenische beweging van Vaticanum II en het voorbeeld van zijn voorganger paus Paulus VI, is hij altijd bekommerd geweest om de theologische dialoog en het persoonlijk contact met de Oosterse Kerken die niet in eenheid met Rome zijn. Hij heeft oecumenische contacten aangemoedigd met de protestantse kerken en was de eerste paus vanaf de eerste eeuw die joden in hun eigen synagoges bezocht. Met deze bezoeken en zijn gebed aan de Westmuur in Jeruzalem stelde hij een zichtbaar teken van de veranderde houding van de R.-K. Kerk tegenover het jodendom. Hij was ook de eerste paus die moslims in een islamitisch land toesprak, en hindoes en boeddhisten in hun geboortelanden. En hij riep tot twee keer toe in Assisi de wereldreligies op te bidden voor de vrede. Vrede Johannes Paulus II heeft het niet gelaten bij inspanningen voor vrede onder gelovigen, maar heeft zich op vredesvlak ook tot de staten gewend. Vanaf het begin van zijn pontificaat heeft hij zich vasthoudend ingezet voor de mensenrechten en vrede tussen de volkeren. Eén van de opvallendste successen op dit vlak die hij hielp tot stand te brengen was de opkomst van de Solidariteit-beweging in Polen, die uiteindelijk leidde tot de ineenstorting van het communisme in dat land en later ook in de Sovjetunie. Hij zelf gaf de eer aan de heilige Maagd Maria, onder de titel Onze Lieve Vrouw van Fatima. Zij speelt een cruciale rol in het leven van de paus. Toen hij in 1981 op wonderbaarlijke wijze ontsnapte aan een moordaanslag op de verjaardag van de eerste Mariaverschijning in Fatima (13 mei 1917), toonde hij Maria zijn dankbaarheid door op 13 mei 1982 naar Fatima te gaan en de wereld en Rusland toe te wijden aan het Onbevlekte Hart van Maria, zoals de H. Maagd had gevraagd in 1917. Gebedsleven De meer persoonlijk getinte initiatieven uit het pontificaat van paus Johannes Paulus II hangen nauw samen met zijn gebedsleven. Zijn grote liefde voor Jezus Christus, aanwezig in het Allerheiligst Sacrament en zijn overtuiging dat de paus het volhardend gebed van anderen nodig heeft om zijn taak te kunnen volbrengen, brachten hem tot het initiatief om in de grote basilieken in Rome tijdens de bezoekuren het Allerheiligste uit te stellen. De liefde van Johannes Paulus II voor het gebed, met name het eucharistisch gebed, kan niet los worden gezien van de persoonlijke offers en het kruis van het lijden dat hij tijdens zijn pausschap moest dragen.