Inzicht in de mogelijkheden van een lokaal duurzaam energiebedrijf

advertisement
Inzicht in de mogelijkheden van een lokaal
duurzaam energiebedrijf bij
windenergieprojecten
Een inventarisatie voor gemeenten
Inhoudsopgave
Achtergrond
3
Stap 1: Begripsbepaling en grondhouding
4
Stap 2. Inventarisatie initiatieven en kenmerken
6
Stap 3. Inventarisatie kansen, barrières en meekoppelende belangen
7
Factoren binnen het wettelijk domein van de gemeente
Factoren buiten het wettelijk domein van de gemeente
Meekoppelende belangen
7
8
9
Stap 4. Verkenning mogelijke rol van de gemeente
10
Stap 5. Verkenning mogelijke organisatiestructuren
Financiële participatie zonder zeggenschap
Financiële participatie met zeggenschap: lokaal duurzaam energiebedrijf
Rol van de gemeente in een lokaal duurzaam energiebedrijf
Lokaal duurzaam energiebedrijf in uitvoering
12
12
13
14
15
Samenvattend overzicht
16
2
Achtergrond
Decentrale energievoorziening kan een waardevolle bijdrage leveren aan de transitie naar een
klimaatneutraal energielandschap. Veel gemeenten beschouwen windenergie als de voornaamste
optie voor relatief grootschalige opwekking van lokale duurzame elektriciteit. Echter, vanuit het
verleden is het genoegzaam bekend dat voor het ontwikkelen en realiseren van windenergieprojecten
doorgaans een lange adem vereist is. De primaire vraag die een gemeente voor haarzelf in dit kader
dient te beantwoorden is: in hoeverre willen en op welke wijze kunnen wij als gemeente een positieve
bijdrage leveren aan de succesvolle realisatie van een/de lokale windproject(en)? In deze dynamiek is
een ‘lokaal duurzaam energiebedrijf (LDEB)’ een veelgehoord begrip en zijn vele gemeenten op zoek
naar een geschikte rol hierin. Deze rol kan uiteenlopen van faciliteren en zo veel mogelijk aan de markt
overlaten tot financieel participeren en meedelen in risico’s, kosten en baten.
Deze handreiking beoogt gemeentelijke beleidsmakers te ondersteunen in de besluitvorming rondom
bovengenoemde vraagstukken. Daartoe is onderscheid gemaakt in een vijftal primaire stappen te
weten:
Stap 1: Begripsbepaling en grondhouding gemeente. Als we met interne en externe stakeholders
over een ‘lokaal duurzaam energiebedrijf’ praten, hebben we het dan over hetzelfde?
Stap 2: Algemene inventarisatie windprojecten binnen de gemeente. Welke concrete initiatieven/
projectideëen voor windenergie spelen er binnen de gemeente en wat zijn de kenmerken van
deze initiatieven?
Stap 3: Inventarisatie van barrières en meekoppelende belangen. Welke barrières worden
ondervonden bij de ontwikkeling van het windproject? Zijn er voordelen voor de gemeente te
behalen door het oprichten van een lokaal duurzaam energiebedrijf (meekoppelende
belangen)?
Stap 4: Verkenning mogelijke rol van de gemeente. Welke rollen kan/wil de gemeente spelen om de
gevonden barrières te slechten?
Stap 5: Verkenning mogelijke organisatiestructuren. Wat zijn organisatiestructuren die horen bij elke
beschreven rol?
Deze stappen worden bondig uitgewerkt, waarbij veelal wordt verwezen naar bestaande
documentatie op www.windenergie.nl. Deze handreiking biedt bagage die een stapsgewijs
keuzeproces faciliteert. De keuzes zélf dienen uiteindelijk door iedere individuele gemeente gemaakt
te worden. Dit document is dan ook geen leidraad voor het opstarten van een lokaal duurzaam
energiebedrijf voor een windproject, maar geeft inzicht in de mogelijkheden die deze combinatie te
bieden heeft.
3
Stap 1: Begripsbepaling en grondhouding
Wat is een ‘lokaal duurzaam energiebedrijf’?
De term ‘lokaal duurzaam energiebedrijf’ heeft de afgelopen jaren een enorme vlucht genomen en
staat bij vele gemeenten hoog op de agenda. Het is daarmee ook een kapstokbegrip geworden waarop
vele definities van toepassing zijn. De eerste vraag die daarbij gesteld dient te worden is: hanteren we
als gemeente intern en extern dezelfde definitie als we het over een lokaal duurzaam energiebedrijf
hebben?
In beginsel is een ‘lokaal duurzaam energiebedrijf’ niet meer dan een juridisch/organisatorisch vehikel
dat de realisatie en exploitatie van een duurzaam energieproject door één of meerdere
initiatiefnemers faciliteert. In de praktijk ontstaat echter een snel misverstand. Twee
veelvoorkomende voorbeelden:
Het woord ‘energiebedrijf’ roept bij sommige bestuurders direct weerstand op omdat het de
oprichting van een grote onderneming zou impliceren (‘we hebben net Nuon/Essent verkocht, en
nu beginnen we weer opnieuw’). Voor veel (wind)projecten geldt doorgaans dat het gaat om het
opzetten van een kleine projectentiteit met participatie van (lokale) partijen. Vooraf helder
definiëren wat bedoeld wordt, kan een hoop verwarring voorkomen.
Voor sommige beleidsmakers impliceert een ‘lokaal duurzaam energiebedrijf’ financiële/
risicodragende participatie door de gemeente. Anderen hanteren een ruimere definitie en
verstaan onder een ‘lokaal duurzaam energiebedrijf’ een entiteit waarin de gemeente een
financiële, faciliterende danwel andersoortige rol kán hebben. Het één is niet minder waar dan het
ander. Essentieel is om met alle interne en externe stakeholders een eenduidige definitie af te
spreken.
Hoe staan wij als gemeente tegenover ondersteuning van lokale windenergie?
Aan de uiteindelijke keuzes die een gemeente maakt ten aanzien van haar rol in lokale windenergieprojecten liggen doorgaans principiële danwel politieke drijfveren ten grondslag. Sommige gemeenten
ondersteunen windenergie actief vanuit de motivatie dat:
Windenergie onontbeerlijk is voor het behalen van de lokale klimaatdoelstellingen;
De lokale werkgelegenheid hiermee wordt bevorderd; en/of
Het significant bijdraagt aan het nagestreefde duurzame imago van de gemeente.
Andere gemeenten zetten juist niet actief in op windenergie omdat:
De provincie elders voorkeurslocaties heeft aangewezen;
Er onvoldoende intern en/of extern draagvlak is en de kans dat dit verbetert gering is; en/of
Men meer kans ziet voor andere vormen van duurzame energie.
Veel gemeenten zullen zich wellicht tussen deze twee uitersten bevinden en is deze afweging in meer
of mindere mate genuanceerd en omkleed met voorwaarden en uitgangspunten. Deze volgen
doorgaans uit bijvoorbeeld beleidsnotities, structuurvisies en klimaatprogramma’s. Zaak is om na te
gaan of hiermee de specifieke grondhouding van de gemeente voldoende helder en onderbouwd op
het netvlies staat, inclusief invulling van de juiste details. Een aantal relevante vragen ter illustratie:
4
Willen we publiek geld inzetten om een onrendabele top van een windenergieproject te
financieren, waarmee we het mogelijk maken dat een project wordt gerealiseerd dat er anders
niet zou komen? Is de grondhouding: ‘Ja, mits….’ of ‘Nee, tenzij….’.
Willen we ook, of juist alleen maar, financieel participeren in die windprojecten zonder
onrendabele top c.q. projecten die ook zonder gemeentelijke participatie kunnen worden
gerealiseerd? Is de grondhouding: ‘Ja, mits….’ of ‘Nee, tenzij….’.
Wetende dat bij veel windprojecten het moeizame vergunningentraject, de financiering en
onvoldoende intern en extern draagvlak de belangrijkste obstakels zijn, welke middelen willen wij
als gemeente inzetten om de ontwikkeling van de projecten te versnellen?
– Richten we ons op actieve communicatie en informatievoorziening om het proces te
stroomlijnen en twijfels weg te nemen?
– Stimuleren we (individuele) burgerparticipatie of gaan we juist als gemeente financieel
participeren om met de winst investeringen te doen in de omgeving van het windpark (ter
compensatie van de lokale impact van het project)?
Hoe stellen we ons op richting initiatiefnemers van projecten waar we als gemeente geen heil in
zien en/of die ons inziens gedoemd zijn te mislukken? Stellen we ons neutraal op, of gaan we ook
actief ontmoedigen?
(Participatie in) een lokaal duurzaam energiebedrijf?
Bovenstaande analyse vormt de basis voor de rol die de gemeente uiteindelijk wil spelen in lokale
windinitiatieven en bepaalt daarmee voor een groot deel de richting van de hierop volgende stap 2
t/m 5. Het geeft antwoord op de vraag op welke wijze een gemeente wil participeren in een lokaal
windproject/duurzaam energiebedrijf en stelt beleidsmedewerkers van een gemeente in staat op
gefundeerde wijze te reageren wanneer zij door initiatiefnemers worden benaderd voor participatie.
Essentieel is dat een lokaal duurzaam energiebedrijf, of participatie daarin, niet als een doel op zich
worden beschouwd. In plaats daarvan zal iedere gemeente voor zich moeten bepalen of, op basis van
bovengenoemde analyse, (participatie in) een lokaal duurzaam energiebedrijf een gewenst middel is
om de realisatie van windenergie mogelijk te maken of te versnellen.
5
Stap 2. Inventarisatie initiatieven en kenmerken
Om tot een gedegen afweging te komen is het objectief in kaart brengen van de relevante gegevens
van een windproject van groot belang. Per initiatief/project gaat het in essentie om de volgende
kenmerken in kaart te brengen:
Lokatie;
Technische aspecten (omvang, hoogte, capaciteit, vollasturen);
Rentabiliteit;
Grondeigendom (is de gemeente wellicht eigenaar?);
Stakeholders (ontwikkelaars, initiatiefnemers, overheid, omwonenden etc.).
Dit bestaande stappenplan voor windprojecten (conform de fasering bij gebiedsontwikkeling kan
gebruikt worden wanneer er in de gemeente een concreet initiatief of project speelt.
6
Stap 3. Inventarisatie kansen, barrières en meekoppelende
belangen
De ontwikkeling van een windproject kan door diverse factoren positief dan wel negatief beïnvloed
worden. Gekozen is om hierbij een onderscheid te maken tussen:
Factoren binnen het wettelijk domein van de gemeente;
Factoren buiten het wettelijk domein van de gemeente;
Meekoppelende belangen.
Factoren binnen het wettelijk domein van de gemeente
Ruimtelijke ordening
Een eerste scan waar een gemeente de ruimtelijke en milieutechnische stappen van het
projectvoorstel op kan toetsen is te vinden in stap 2: verkenning van het stappenplan windproject, de
haalbaarheidsfase. Aanvullende opmerkingen daarbij:
De plaatsingsrisico’s van windturbines voor wat betreft de omgeving maar ook andersom worden
behandeld in het Handboek Risicozonering Windturbines. Om milieutechnische aspecten te
beoordelen is er een overzichtsblad over effecten op natuurwaarden, waar in staat met welk
groenbeleid men mee te maken kan krijgen bij de bouw van een windpark.
Gemeenten mogen zelf bestemmingsplannen vaststellen en wijzigen. De proceduretijd bedraagt
maximaal 26 weken. De procedure staat hier in meer detail beschreven.
In het geval dat de gemeente eigenaar is van de gronden kan binnen het RO-traject gezocht
worden naar mogelijkheden om voorwaarden vanuit de gemeente mee te geven. Zo kunnen
bijvoorbeeld participatie mogelijkheden worden afgedwongen in het tendertraject. Ook
ruimtelijke plannen (structuurvisies) leveren niet alleen barrières, maar scheppen tevens kansen.
Vergunningen en ontheffingen
De belangrijkste vergunningen en ontheffingen die noodzakelijk zijn voor een windpark staan genoemd
in het overzicht vergunningen en ontheffingen. Voor een gemeente is dat:
Eén omgevingsvergunning voor:
– Het bouwen;
– Oprichten van een inrichting (milieu);
– Aanleg van een werk;
– Overige activiteiten (bv. inritten, kappen).
Een compleet overzicht van alle verschillende wetten en regels die te maken hebben met windenergie
zijn te vinden onder Wet-en regelgeving.
De vigerende Crisis- en herstelwet kan de ontwikkeling van windenergieprojecten in positieve zin
beïnvloeden. Wanneer een gemeente weigert het bestemmingsplan vast te stellen of te wijzigen, kan
de initiatiefnemer een beroep doen op de provincie. De provincie is dan verplicht gronden aan te
wijzen binnen de provincie waar het windenergieproject alsnog gerealiseerd kan worden, eventueel op
een alternatieve locatie.
7
Factoren buiten het wettelijk domein van de gemeente
Draagvlak overheid
Het politieke draagvlak binnen gemeente of provincie voor windenergie kan een obstakel zijn voor de
ontwikkeling van nieuwe windprojecten.
Het inzichtelijk maken van de economische voordelen en milieuvoordelen kan het draagvlak binnen de
overheid positief beïnvloeden. De spin-off die kan worden gegenereerd op economisch,
duurzaamheids- en regionaal vlak staat beschreven in het rapport Spin-off Windenergie.
De economische voordelen van windenergie in groter perspectief geplaatst door de European Wind
Energy Association in The Economics of Wind Energy.
Werkgelegenheid is een belangrijk bijkomend voordeel bij het realiseren van een windpark. In een
informatieblad van de European Wind Energy Association staan kengetallen over werkgelegenheid en
windenergie. In het rapport Wind at Work staat uitgebreider beschreven welke effecten windenergie
op de werkgelegenheid heeft.
Draagvlak burgers
Het ontbreken van draagvlak onder omwonenden is een grote barrière voor de realisatie van een
nieuw windpark. Het is zaak om mogelijke bezwaren van omwonenden in een vroegtijdig stadium te
herkennen en te erkennen. Een onderzoek van The Smart Agent Company naar betrokkenheid en
burgerparticipatie heeft geleid tot het verdelen van de burgers in vier segmenten. Er worden
aanwijzingen gegeven hoe er met de verschillende groepen dient te worden omgegaan.
Het GGD-informatieblad ‘Windturbines: invloed op de beleving en gezondheid van omwonenden’
beschrijft de verschillende aspecten van de invloed van windturbines op de leefomgeving. Dit zijn
visuele aspecten, geluidshinder en veiligheid.
‘Human response to wind turbine noise’ is een studie naar menselijk respons op windturbine geluid in
de naaste leefomgeving; hier wordt geconcludeerd dat mensen het geluid snel als te hard en vervelend
ervaren. Het wordt sneller als storend ervaren door mensen die de windturbine kunnen zien en de
mensen in landelijke gebieden.
De WOZ-waarde van objecten (bijvoorbeeld woningen) kan veranderen door de nabijheid van
windturbines. Een analyse van jurisprudentie over dit onderwerp kan hier gevonden worden. De
gevolgen van planschade zijn hier te vinden.
Financiering
Zoals voor andere vormen van duurzame energie geldt ook voor windenergie dat de investeringskosten hoog zijn in relatie tot conventionele wijze van elektriciteitsproductie op basis van fossiele
brandstoffen.
Om een windpark te kunnen financieren is vrijwel altijd vreemd vermogen nodig. Externe financiers
maken steeds de afweging tussen rendement en risico. De risico's van de realisatie en exploitatie van
8
een windturbine zijn goed in te schatten. Kleinere projecten zijn doorgaans moeilijker te financieren
omdat de kosten van financiering in verhouding tot de potentiële opbrengsten te hoog zijn.
Rentabiliteit
Of een projectontwikkelaar heil ziet in de realisatie van een nieuw windpark valt of staat met de te
verwachten rentabiliteit van het project. Wanneer deze niet voldoet aan de eisen van de projectontwikkelaar (ook in relatie tot de projectspecifieke risico’s), zal hij niet overgaan tot ontwikkeling van
het windpark. Voor de projectontwikkelaar is het een voordeel dat de inkomsten van een windproject
doorgaans goed zijn te voorspellen. De financiële marges voor een projectontwikkelaar zijn over het
algemeen toereikend, maar niet bijzonder ruim. Een tegenslag in de investeringskosten kan een reden
zijn een windpark niet te ontwikkelen. Ter oriëntatie op de kosten en baten van een windpark op land
is een rapportage opgesteld met daarbij een voorbeeld casus.
Vanuit het rijk zijn er verschillende stimulerings- en subsidieregelingen. De SDE, ‘Stimulering Duurzame
Energieproductie’ is een subsidieregeling die veel duurzame energieprojecten mogelijk heeft gemaakt.
In een onderzoek van ECN en KEMA over het effect van differentiatie in de SDE subsidieregeling zijn
hoofdstukken opgenomen over de effecten van verschillende kenmerken van bestaande projecten op
rentabiliteit, zie hoofdstuk 3 en 4.
Meekoppelende belangen
Naast het slechten van mogelijke barrières voor de ontwikkeling van een windproject kan de gemeente
-in het geval er geen barrières (meer) zijn- zich ook richten op het maximaliseren van mogelijke
"meekoppelende belangen":
Versnellen: versnellen van de realisatie van het project;
Vergroten: een windpark met een groter vermogen realiseren;
Katalysatorfunctie voor duurzaamheidsbeleid;
Verevening van een rendabel windproject met andere (minder rendabele) projecten;
Betrokkenheid: middels participatie de burger betrokken krijgen bij het duurzaamheidsbeleid;
Overige voordelen: bijv. financiële voordelen voor de gemeente/samenleving.
9
Stap 4. Verkenning mogelijke rol van de gemeente
De gemeente heeft als bevoegd gezag haar wettelijke taak op het gebied van ruimtelijke ordening en
vergunningen en ontheffingen (zie Stap 2). Hier wordt verder ingegaan op de bovenwettelijke rollen
die een gemeente op zich kan nemen om de realisatie van een windproject binnen haar
gemeentegrenzen te bevorderen.
Bovenwettelijke rollen die een gemeente op zich kan nemen zijn:
Initiatiefnemer/facilitator;
Communicatie en educatie;
Financiële participatie/garantstelling;
Grondeigenaar;
Afnemer van elektriciteit ('launching customer').
Initiatiefnemer/facilitator
De gemeente kan de rol van initiatiefnemer of facilitator op zich nemen. Dat betekent dat de
gemeente een planning maakt over hoe het ontwikkeltraject er uit gaat zien.
Communicatie & educatie
Goede communicatie kan de steun voor een project maken, vooral bij omwonenden. Om dit goed te
laten verlopen, kan gebruik gemaakt worden van een leidraad voor het maken van een
communicatieplan. Tips voor het creëren van draagvlak zijn: tijdig informeren, omwonenden
betrekken, mensen laten participeren en blijven communiceren. Het kan ook helpen de discussie te
verbreden: als de burgers geen wind willen, hoe denken ze dan aan duurzame energie te komen? Een
voorbeeld voor het vergroten van het maatschappelijk draagvlak in de specifieke situatie van de
provincie Gelderland is een presentatie die daar gegeven is.
Om de juiste informatie te kunnen communiceren is het noodzakelijk dat de feiten rondom
windenergie bekend zijn. Algemene informatie over windenergie is te vinden in Wind Energy – the
facts. Hierin worden technologie, netintegratie, economische aspecten, een overzicht van industrie en
markt en milieuaspecten behandeld.
Grondeigenaar
De gemeente kan grond ter beschikking stellen voor een te ontwikkelen windpark. Dit kan bijvoorbeeld
door zelf grondrechten uit te geven in een private overeenkomst.
Afnemer van elektriciteit ('launching customer')
Wanneer de gemeente afnemer wordt van de elektriciteit die wordt opgewekt door het te bouwen
windproject zal er een elektriciteitsprijs of garantie moeten worden afgesproken.
Het rapport ‘Wind Energy and Electricity Prices’ beschrijft op grotere schaal de marktwerking effecten
van windenergie op de elektriciteitsprijs.
10
Financiële participatie/garantstelling
De verschillende mogelijkheden tot financiële participatie worden beschreven in Stap 5.
11
Stap 5. Verkenning mogelijke organisatiestructuren
De gemeente heeft diverse mogelijkheden tot haar beschikking om de realisatie van windenergie te
versnellen. Naast haar wettelijke taak op het gebied van ruimtelijke ordening, vergunningen en
ontheffingen, kan een gemeente de ontwikkeling van windenergie binnen haar gemeentegrenzen
bevorderen door een actieve rol te spelen als initiatiefnemer/facilitator, op het vlak van communicatie
& educatie, door grond ter beschikking te stellen of als ‘launching customer’ (afname elektriciteit).
Al deze rollen kan de gemeente spelen, hiervoor hoeven geen aparte organisatiestructuren in het
leven te worden geroepen. Ook voor het ter beschikking stellen van financiering (vreemd vermogen) of
voor het verlenen van een garantstelling is een aparte entiteit in beginsel geen noodzaak.
Er bestaan vele vormen van (financiële) participatie, waarbij een belangrijk onderscheid is of het
participatie zonder zeggenschap of participatie met zeggenschap betreft.
Wanneer de gemeente kiest voor financiële participatie met zeggenschap (eigen vermogen) in het
lokaal duurzaam energiebedrijf, is een aparte entiteit noodzakelijk.
Financiële participatie
participatie zonder zeggenschap
Financiële participatie zonder zeggenschap kent de volgende vormen:
Fonds;
Lening;
Certificering van aandelen;
Obligaties;
Garantstelling.
Een beschrijving van de eerste vier vormen van participatie wordt gegeven in het rapport Participatie
in windenergie projecten. Een garantstelling neemt financiële risico’s weg voor investeerders.
Waar nu veelal gewerkt wordt met subsidies als passend financieel instrument, blijkt dit lang niet altijd
te voldoen aan de wens om effectief en efficiënt een versnelling in gang te zetten. Andere
instrumenten zijn garanties, leningen en participaties. Een voorwaarde is wel dat de business case
haalbaar en robuust is.
Een voorbeeld van een garantiestelling is het Garantiefonds Energie van de provincie Utrecht. Via dit
fonds verstrekt de provincie een garantstelling aan de bank voor leningen voor investeringen in
energiebesparing en duurzame energie. Het garantiefonds staat open voor MKB’ers, non-profit
instellingen en verenigingen van eigenaren.
Voorbeelden van windinitiatieven met financiële participatie zonder zeggenschap:
Fonds:
– Meewind: Meewind is een beleggingsfonds dat zich richt op de financiering van windparken
op zee. De participaties gezamenlijk geven recht op een belang in het te financieren windpark
op zee. De participaties zijn (beperkt) verhandelbaar. Gemeenten, particulieren en bedrijven
kunnen participeren in Meewind. Meewind heeft 1600 participanten (situatie eind 2010),
waaronder de gemeente Den Haag.
12
Het eerste project dat Meewind financiert is Belwind, een offshore windpark van 165 MW
voor de kust van België. Meewind heeft een aandeel van 12% in Belwind.
Lening:
– Windvogel: Windvogel is een coöperatieve vereniging. De leden van de Windvogel hebben
naast collectief eigenaarschap de mogelijkheid leningen te verstrekken ten behoeve van
projecten van de Windvogel. De te ontvangen rente wordt jaarlijks bepaald afhankelijk van de
financiële resultaten.
– Windturbine De Kroeten, Breda. Stichting Milieu- en leefklimaat De Kroeten heeft een lening
verstrekt aan de ontwikkelaar en exploitant van de windturbine. In de Stichting participeren
zowel de gemeente als omwonenden.
Obligaties:
– Windpark Burgervlotbrug: windpark van 4,25 MW dat ontwikkeld is door Ecowind (Evelop).
Particulieren is de mogelijkheid geboden financieel te participeren in het windpark door
middel van het aankopen van obligaties.
– Bossche Groen Stroom: windturbine van 2,3 MW op bedrijventerrein Treurenberg in
’s Hertogenbosch. 70% van de uitverkochte obligaties is in handen van burgers en
ondernemers in de gemeente ’s Hertogenbosch.
Financiële participatie met zeggenschap:
zeggenschap: lokaal duurzaam energiebedrijf
Financiële participatie met zeggenschap kent de volgende vormen:
Stichting;
Coöperatieve vereniging;
Maatschap, v.o.f. en c.v.;
B.V.
Een beschrijving van deze categorieën van participatie wordt gegeven in het rapport ‘Participatie in
windenergie projecten’.
Voorbeelden van windinitiatieven met financiële participatie met zeggenschap:
Coöperatieve vereniging: de laatste jaren zijn diverse coöperatieve verenigingen opgericht die tot
doel hebben het realiseren van duurzame energieprojecten. Een gemeente kan er voor kiezen om
deze lokale burgerinitiatieven te ondersteunen/ faciliteren.
– Voorbeelden van lokale coöperaties die tot doel hebben windenergieprojecten te realiseren
zijn :
Coöperatie Onze Energie (Amsterdam): realisatie en exploitatie van windprojecten in
Amsterdam Noord. Particulieren en bedrijven kunnen lid worden van Onze Energie.
Coöperatie Energie-U (Utrecht): realisatie en exploitatie van o.a. windprojecten in Utrecht.
Particulieren kunnen lid worden van Energie-U.
Coöperatie DeltaWind (Goeree-Overflakkee): realisatie en promotie van o.a.
windprojecten op Goeree-Overflakkee. Particulieren en bedrijven kunnen lid worden.
– Landelijk opererende coöperaties zijn:
Coöperatie De Windvogel: realisatie en exploitatie van eigen windprojecten. De
Windvogel exploiteert momenteel 4 windmolens met in totaal een vermogen van 3 MW.
13
Coöperatie Zeekracht: realisatie en exploitatie van offshore windprojecten. Zeekracht
heeft circa 10.000 leden (situatie eind 2010).
Maatschap:
– Windpark De Locht, Kerkrade: windpark van 2 turbines van elke 2,5 MW. Het windpark is
ontwikkeld door Ecowind (Evelop). Voor de ontwikkeling van het windpark is een maatschap
opgericht. Een deel van het eigen vermogen is ingebracht door middel van 600 participaties
(omwonenden en andere geïnteresseerden).
Recent voorbeeld: Koepel Windenergie Noordoostpolder zal omwonenden de mogelijkheid bieden om
financieel te participeren. De gemeente Noordoostpolder en de initiatiefnemers van de buitendijkse
projecten in het IJsselmeer nemen hiertoe het initiatief. De wijze van participatie is op moment van
schrijven (april 2011) nog niet bekend.
Rol van de gemeente in een lokaal duurzaam energiebedrijf
Voor een lokaal duurzaam energiebedrijf bestaat geen eenduidige definitie. We hanteren hier het
uitgangspunt dat er sprake is van lokale financiële participatie met zeggenschap door burgers,
bedrijven en/of lokale overheden. Een gemeente kán financieel participeren in een lokaal duurzaam
energiebedrijf, maar kan ook andere rollen innemen:
Een gemeente kan de ontwikkeling van een lokaal duurzaam energiebedrijf stimuleren
(initiatiefnemer);
Een gemeente kan de ontwikkeling van een lokaal duurzaam energiebedrijf faciliteren (facilitator).
Meer informatie over de rol van de gemeente als initiatiefnemer, facilitator, launching customer,
financier of subsidieverstrekker is beschikbaar op de website van Agentschap NL, in de brochure
‘Kracht uit Eigen Energie’.
Wanneer een gemeente financieel participeert of anderszins een voordeel wil geven aan een lokaal
duurzaam energiebedrijf, zijn de regels omtrent staatssteun en aanbesteding mogelijk van toepassing.
Ook de Wet Financiering Decentrale Overheden (FIDO) en het Besluit Begroting en Verantwoording
(BBV) zijn van toepassing. Een overzicht van relevante regels en wetten waar gemeenten mee te
maken kunnen krijgen bij de oprichting van een lokaal duurzaam energiebedrijf is te vinden op de
website van Agentschap NL onder lokale duurzame energiebedrijven - wetten en regels voor
gemeenten.
Meer informatie
Website Agentschap NL: lokale duurzame energiebedrijven.
De Informatiekaart Lokale Duurzame Energiebedrijven illustreert welke rol een gemeente kan
spelen.
Dossier Staatssteun en milieu van Europa Decentraal.
Dossier Aanbestedingen en duurzaamheid van Europa Decentraal.
14
L okaal duurzaam energiebedrijf in uitvoering
Een lokaal duurzaam energiebedrijf zal doorgaans in de projectontwikkelfase (planfase) opgericht
worden, zodat de condities zodanig kunnen worden ingericht dat er kan worden overgegaan tot
realisatie van het windpark. In de exploitatiefase zal het lokaal duurzaam energiebedrijf in het geval
van een windproject zich doorgaans beperken tot de productie van elektriciteit. Anders dan bij lokale
warmteprojecten, is het bij windenergie niet noodzakelijk om naast de productie ook de levering te
verzorgen. Er wordt immers elektriciteit aan het openbare net geleverd. Wanneer men naast productie
ook levering wil verzorgen, moet er rekening worden gehouden met de regels die gelden bij de
levering van elektriciteit aan eindgebruikers. Een overzicht van de regels die gelden bij de levering van
elektriciteit aan eindgebruikers is te vinden in de Elektriciteitswet.
Portfolio van projecten
Een lokaal duurzaam energiebedrijf kan worden opgericht voor de realisatie van een enkel windpark.
Het energiebedrijf kan zich daarnaast ook richten op een portfolio van projecten, inclusief andere
vormen van duurzame energie, zoals duurzame warmte, elektriciteit uit biomassa of zonne-energie.
Wanneer er sprake is van meerdere projecten, kan gedacht worden aan een overkoepelend lokaal
duurzaam energiebedrijf, waaronder diverse projectbedrijven (bijvoorbeeld BV's) gebracht zijn.
Meer informatie:
e-Decentraal netwerk van lokale energie initiatieven.
Overzicht van lokale duurzame energiebedrijven van Nieuwe Nuts.
15
Samenvattend overzicht
Barrières
Rol van gemeente
Structuur
Ruimtelijke
ordening
lijk
tte
e
w
mogelijk binnen gemeente
Afdeling van de
gemeente
Bevoegd gezag
Vergunningen
en ontheffingen
Draagvlak
overheid
Draagvlak
burgers
Financiering
n
ve
bo telijk
t
we
Initiatiefnemer/
facilitator
Communicatie
en educatie
Rentabiliteit
Fonds
Grondeigenaar
Meekoppelende
belangen
Financiering
(vreemd
vermogen)
Afnemer
elektriciteit
Garantstelling
zonder
zeggenschap
Versnelling
Financiële
participatie/
garantstelling
Vergroting
Financiële
voordelen voor
gemeente/
samenleving
Lening
Certificering van
aandelen
Obligatie
Stichting
Coöperatieve
vereniging
met
zeggenschap
Lokaal
duurzaam
energiebedrijf
Maatschap, vof
en cv
BV
NV
In bovenstaand schema staan voor de verschillende stappen wat de mogelijkheden zijn. In het rode
kader staat welke structuur mogelijk is binnen de grenzen van de gemeentelijke organisatie. Het lokale
duurzame energiebedrijf moet feitelijk gezien worden als een aparte organisatie.
16
Download