Handleiding Tuinieren op de m2

advertisement
Natuur & Milieu
Educatie
Groep 5
Tuinieren op de m²
Materiaalpakket
Dit is een product van Stichting Vogelpark Avifauna
Inhoudsopgave
1. Inleiding
2. Leerdoelen, doelgroep, samenvatting
3. Lesschema
4. Inhoud en organisatie van de les
5. Achtergrondinformatie
Bijlagen
Werkblad 1: ‘Bonen kiemen’
Werkblad 2: ‘Dagboek tuinieren’
1.
Inleiding
Sla, bietjes, worteltjes, het groeit allemaal aan een plant. Elke plant is eerst een zaadje geweest, maar
hoe groeit zo’n plant eigenlijk en wanneer kun je hem opeten? Met dit materiaalpakket ‘Tuinieren op
de m²’ gaan de leerlingen dat ontdekken. Dit voorjaar telen we negen soorten eetbare planten. Als het
goed gaat, houd je voor de zomervakantie een oogstfeest met je klas!
2.
Leerdoelen, doelgroep, samenvatting
Leerdoelen
• De leerlingen ontdekken dat groenten van een plant komen die je zelf kunt laten groeien in de
tuin.
• De leerlingen ontdekken met behulp van de ‘kiemproef bonen’ hoe een zaadje uitgroeit tot
een plant.
• De leerlingen ontdekken dat een plantje om te groeien licht, warmte, water en voedsel nodig
heeft.
• De leerlingen weten dat je bij verschillende groenten steeds een ander deel van de plant eet,
bijvoorbeeld het blad van sla, de knol bij bietjes etc.
• De leerlingen genieten samen van eten dat ze zelf maken van hun zelfgeoogste groenten.
Doelgroep
Dit materiaalpakket is bedoeld voor groep 5 van de basisschool.
Samenvatting
Er komt een materiaalpakket op school. Laten we eerst eens kijken wat het is. Het is een moestuin
van een vierkante meter, aarde en zaden. Wat kunnen we daar mee?
We bekijken de presentatie ‘Tuinieren’. Elke plant, elke groente, elk kruid groeit uit een zaadje.
Verzorg het plantje en je kunt straks oogsten. Hoe moet je een plantje verzorgen? Welk deel eet je
straks op?
Het hele voorjaar gaan we zaaien, planten, oogsten, recepten maken en het lekker opeten.
Daarbij ontdekken we dat plantjes uit een zaadje groeien, dat je van elke plant een ander deel op eet,
hoe snel of langzaam de planten groeien en vooral hoe lekker eigen geteelde groenten smaken!
2
3.
Lesschema
Lesactiviteit
Introductieles
• Bekijken van de
PowerPoint met een
aantal vragen
• Kiemproef doen met
bruine bonen
Kernles
• In elkaar zetten van de
vierkante metertuin
• Indelen in negen
vlakken
• Aarde in de vierkante
metertuin doen
• Maken van een rooster
voor de verzorging van
de vierkante metertuin
• Voorzaaien groenten in
de klas
• Zaaien van groenten in
de aangegeven periode
• Bijhouden en
vergelijken van het
tuindagboek (in
groepjes)
• Oogsten van de
groenten
Eventueel bordjes maken
voor in elk vlak van de
groentetuin.
Verwerkingsles
• Eten bereiden van
geoogste groenten
• Samen opeten en
feestje vieren.
Tijd
45 min.
Materiaal
• Digitaal schoolbord
• PowerPoint
• Jampotjes, keukenpapier,
bruine bonen
• Werkblad 1 ‘Bonen kiemen’
Werkvorm
• Klassikaal
• Individueel
onderzoek
kiemende bonen
• Groepsspel
Per dag
een
groepje
in de
tuin, ca.
20
minuten
per dag
per
groepje.
•
•
•
•
•
•
45 min.
•
•
•
•
•
•
Vierkante metertuin
Aarde
Zaden
Rooster
Werkblad 2 ‘Dagboek
tuinieren’
Eierdozen
Potaarde voor binnen
•
•
•
•
•
Gezamenlijk
inrichten van de
vierkante metertuin.
Voorzaaien
slaplantjes
individueel
Voorzaaien munt
Voorzaaien
basilicum
Voorzaaien peultjes
In groepjes
onderhouden,
observeren en
dagboek bijhouden.
Keukengerei
Bordjes
Recepten
Keuken
Extra
• Mimespelletje zaadjes
groeien.
• Vogelverschrikkers
maken
• Bezoek aan een
(hobby)tuinder
Aandachtspunten
•
•
Zorg voor een geschikte plek voor de vierkante metertuin. Let op de volgende zaken:
- Een plek waar de kinderen omheen kunnen staan/werken.
- Zet de tuin op een plaats tussen schaduw en zon in.
- Zet de tuin op een plek waar weinig kans is op schade door spelende kinderen,
vandalisme of diefstal.
De tuin is te klein om met de hele klas tegelijk aan te werken. Zorg er daarom voor dat de
leerlingen in groepjes in de tuin kunnen werken, maak een tuinrooster. Aan de tuin zelf is niet
veel werk, maar kinderen kunnen wel observeren hoe de plantjes groeien. Zorg dat elk kind
tenminste elke week een keer naar de tuin kijkt en er verslag van legt. U kunt er ook aan
denken om de kinderen geregeld foto’s te laten maken van de tuin.
3
4.
Inhoud en organisatie van de les
Introductie
Er komt iets binnen: Het materiaalpakket ‘Tuinieren op de m²’. Laat de leerlingen het materiaalpakket
zien. Vertel dat jullie dit voorjaar gaan tuinieren, jullie gaan groenten en kruiden laten groeien.
Stel vragen:
- Wie heeft er wel eens gewerkt in een moestuin?
- Wat voor soort groenten zou je kunnen laten groeien in een moestuin?
- Welke soorten groenten vind jij lekker?
- Waarom zouden groenten gezond zijn om te eten?
PowerPoint
Laat op het digibord de PowerPoint ‘Tuinieren’ zien. Bespreek wat er op de PowerPoint te zien is:
-
De dia’s laten zien hoe een vierkante metertuin eruit ziet.
Dat elke plant uit een zaadje groeit.
Wat een zaadje nodig heeft om te groeien.
Wat je moet doen om te tuinieren.
Dat je van verschillende groenten verschillende delen eet, bijvoorbeeld de knol, de stengel,
het blad, de vrucht enzovoorts.
De PowerPoint is te downloaden vanaf de website van Avifauna
(http://www.avifauna.nl/vogelpark/nl/educatie/aanbod/materiaalpakketten/tuinieren-op-de-m2/)
Opdracht: Kiemproef
Nodig per kind:
- Een jampotje
- 3 bruine bonen (om te zaaien)
- Keukenpapier
Laat de kinderen zelf een jampotje meenemen.
Doen: Stop het jampotje vol met keukenpapier. Doe de bonen aan de buitenkant van het jampotje.
Plak een etiket op het jampotje met je naam en de datum dat je de bonen er in hebt gestopt.
Teken op werkblad 1 hoe de boon is gegroeid. Schrijf de woorden ‘zaad’, ‘kiem’, ‘stengel’, ‘wortel’ en
‘blad’ erbij.
Bron SLO – Bio-Beter-Best
4
Opdracht: Tuinieren voorbereiden
Bekijk op het digibord de PowerPoint presentatie ‘Tuinkalender’, over de planten die jullie gaan telen.
Hoe ze er uit zien, hoe je ze kunt zaaien, verzorgen, oogsten en hoe je ze kunt klaar maken.
De volgende zaden zitten in het materiaalpakket:
- kropsla
- radijs
- bietjes
- basilicum
- worteltjes
- komkommerkruid
- laagblijvende peultjes
- snijbiet
- munt
Zoek met je klas een mooi plekje buiten waar de vierkante metertuin komt te staan en zet hem in
elkaar. Schep met elkaar de aarde er in. Deel de vierkante metertuin met touw of met planken in
negen delen in. In elk vlak komt één soort plant te staan.
In de PowerPoint presentatie ‘Tuinkalender’ staan onder andere de plaatjes van de planten. Print de
platen uit op A4 en plastificeer ze. Zet de platen vast aan een stukje hout en zet in elk vlak wat voor
soort plant we daar gaan zaaien.
Tip:
Laat de leerlingen zelf de bordjes maken voor de planten die je zaait.
Je kunt ze ook op hout laten schilderen.
Tuinieren
Deel de klas in vijf groepen en maak een rooster om met de tuin bezig te zijn. Er moet ook in de klas
worden voor gezaaid. Kijk op de tuinkalender (presentatie 2). Open de presentatie op het digibord.
Enkele planten zoals basilicum, peultjes, Marokkaanse munt en kropsla zaai je voor in de klas. Je kunt
daar oude eierdozen voor gebruiken gevuld met potaarde. De erwten (daar groeien de peulen uit)
moeten ook nog een dag voorweken. Je kunt elk kind plantjes laten voorzaaien in een eigen eierdoos.
Andere zaden mogen meteen in de volle grond van de vierkante metertuin gezaaid worden.
Er is niet genoeg te doen in de tuin om elke dag in te werken. Ook is de tuin te klein om met zijn allen
omheen te staan. Houd zelf in de gaten wat er wel te doen is en geef de groepen opdrachtjes,
bijvoorbeeld om te zaaien, uit te planten, te wieden, water te geven of te oogsten als dat nodig is.
Op de dagen dat er geen werkjes zijn gaan de kinderen de tuin in met de ‘dagboek’-werkbladen.
Hierop maken ze tekeningen en schrijven ze wat ze opvalt aan de planten. De kinderen mogen ook
foto’s maken met een digitale camera. De foto’s kunt u uitprinten en aan een muur in de klas
ophangen.
Print de werkbladen voor het dagboek uit en kopieer het voor elke leerling (werkblad 2).
Laat de kinderen elke week foto’s maken van de tuin en bevestig ze aan een wand in de klas.
Zo maak je inzichtelijk hoe de planten groeien in de loop van het groeiseizoen.
5
Verwerking
Tegen de zomervakantie kun je alle planten oogsten. In de tuinkalender zie je voorbeelden van wat je
kunt maken met de groenten en kruiden. Op internet zijn talloze recepten te vinden voor elke groente
of kruid, print de gewenste recepten uit.
Laat de kinderen in groepjes van drie een recept maken. Zorg voor bordjes en bestek. Als de
gerechten klaar zijn, mogen alle kinderen van alles proeven. Vier daarmee het ‘oogstfeest’.
Na afloop laat je de kinderen in groepjes elkaars dagboek vergelijken. Laat de kinderen aan elkaar
vertellen wat ze hebben getekend en opgeschreven.
Bespreek na afloop klassikaal hoe het tuinieren is gegaan.
Stel vragen:
- Gingen alle groenten en kruiden goed groeien?
- Waarom zou iets goed groeien en een andere plant niet goed groeien?
- Wat voor weer was het dit voorjaar?
- Was je tevreden of niet tevreden over de samenwerking in je groepje?
- Wat is het voordeel van zelf tuinieren boven groenten uit de winkel?
- Wat vind je het nadeel daarvan?
Ruim de tuin op voor de zomervakantie. De vierkante metertuin wordt voor de vakantie weer
opgehaald door Avifauna.
Extra opdrachten
-
Vogelverschrikkers maken
Vogels komen op zaden af om ze op te eten, dat willen we natuurlijk niet. Je kunt echte
poppen maken met de kinderen, maar het kan ook eenvoudig. Span draad over de tuin (zet
lange stokken in de grond) en bevestig daar linten van aluminiumfolie over heen. De vogels
houden daar niet van.
-
Groeiend plantje ‘mimen’
Laat de kinderen in de gymzaal of op het schoolplein een oefening doen in hoe zaden
groeien. De kinderen liggen als zaadjes op de grond. De zon schijnt, af en toe valt er een
beetje regen. Maar het is nog koud en de zaadjes liggen te rillen van de kou. Dan wordt het
voorjaar, de zaadjes worden wakker. Binnen in gaat het zaadje ‘kiemen’. Er komt een
worteltje uit die groeit in de aarde vast, dan komt er een stengeltje. De kinderen staan
langzaam op en strekken langzaam hun armen uit naar gelang het plantje gaat groeien,
blaadjes krijgt en gaat bloeien. Totdat het plantje weer zaadjes krijgt en het plantje doodgaat.
De kinderen zakken weer op de grond.
-
Ga op bezoek bij een echte moestuin of een tuinder
Maak een afspraak bij een echte moestuin in de buurt. Laat de tuinder uitleggen hoe en
waarom hij/zij eigen groenten teelt en waar hij/zij op let.
6
5.
Achtergrondinformatie
De vierkante metertuin is een makkelijk concept om eenvoudig groenten, kruiden en bloemen te
kweken. De tuin meet meestal 1 bij 1 meter. In de handel zijn ze ook van 1 meter 20 bij 1 meter 20.
De tuin kan opgedeeld worden in negen of in zestien vlakken van zo’n 30 bij 30 centimeter (een
stoeptegel groot).
In elk vlak kun je een aantal zaden zaaien, stekjes of kiemplanten planten. De geringe grootte van de
vierkante meter tuin maakt het mogelijk dat je er vanaf de buitenkant alles in kunt doen. Je hoeft dus
niet in de vierkante metertuin te staan.
In dit materiaalpakket zitten negen verschillende zaden. De zaden zijn zo uitgekozen dat ze voor de
zomervakantie oogst zouden moeten opleveren.
Presentaties
Presentatie 1: Tuinieren (die vertoon je bij de introductie van het onderwerp)
Presentatie 2: Tuinkalender: Informatie over zaaien, verzorgen, oogsten en gerechten van maken.
Deze presentatie vertoon je regelmatig op het digibord. De leerlingen kunnen de presentatie ook
raadplegen als ze iets in de tuin willen doen.
De presentaties zijn te downloaden via de website van Avifauna.
(http://www.avifauna.nl/vogelpark/nl/educatie/aanbod/materiaalpakketten/tuinieren-op-de-m2/)
7
Bijlagen
Werkblad 1: Bonen kiemen
Werkblad 2: Dagboek tuinieren
8
Werkblad 1: ‘Bonen kiemen’
Naam: ____________________________
Dit werkblad is het dagboek van de geboorte van een plantje. Maak daar een groeiserie van.
Teken elke dag het plantje en schrijf er kort de veranderingen bij.
Dag 1
Gezaaid op:
____________
Het zaad zwelt op:
Ja Nee
Kiempje is duidelijk te zien:
Ja Nee
De eerste blaadjes zijn te zien: Ja Nee
Aantal gezaaide bonen:
____________
Aantal uitgekomen bonen:
____________
Dag 2
Gezaaid op:
____________
Het zaad zwelt op:
Ja Nee
Kiempje is duidelijk te zien:
Ja Nee
De eerste blaadjes zijn te zien: Ja Nee
Aantal gezaaide bonen:
____________
Aantal uitgekomen bonen:
____________
Dag 3
Gezaaid op:
____________
Het zaad zwelt op:
Ja Nee
Kiempje is duidelijk te zien:
Ja Nee
De eerste blaadjes zijn te zien: Ja Nee
Aantal gezaaide bonen:
____________
Aantal uitgekomen bonen:
____________
Dag 4
Gezaaid op:
____________
Het zaad zwelt op:
Ja Nee
Kiempje is duidelijk te zien:
Ja Nee
De eerste blaadjes zijn te zien: Ja Nee
Aantal gezaaide bonen:
____________
Aantal uitgekomen bonen:
____________
Dag 5
Gezaaid op:
____________
Het zaad zwelt op:
Ja Nee
Kiempje is duidelijk te zien:
Ja Nee
De eerste blaadjes zijn te zien: Ja Nee
Aantal gezaaide bonen:
____________
Aantal uitgekomen bonen:
____________
Dag 6
Gezaaid op:
____________
Het zaad zwelt op:
Ja Nee
Kiempje is duidelijk te zien:
Ja Nee
De eerste blaadjes zijn te zien: Ja Nee
Aantal gezaaide bonen:
____________
Aantal uitgekomen bonen:
____________
Dag 7
Gezaaid op:
____________
Het zaad zwelt op:
Ja Nee
Kiempje is duidelijk te zien:
Ja Nee
De eerste blaadjes zijn te zien: Ja Nee
Aantal gezaaide bonen:
____________
Aantal uitgekomen bonen:
____________
Dag 8
Gezaaid op:
____________
Het zaad zwelt op:
Ja Nee
Kiempje is duidelijk te zien:
Ja Nee
De eerste blaadjes zijn te zien: Ja Nee
Aantal gezaaide bonen:
____________
Aantal uitgekomen bonen:
____________
Dag 9
Gezaaid op:
____________
Het zaad zwelt op:
Ja Nee
Kiempje is duidelijk te zien:
Ja Nee
De eerste blaadjes zijn te zien: Ja Nee
Aantal gezaaide bonen:
____________
Aantal uitgekomen bonen:
____________
Dag 10
Gezaaid op:
____________
Het zaad zwelt op:
Ja Nee
Kiempje is duidelijk te zien:
Ja Nee
De eerste blaadjes zijn te zien: Ja Nee
Aantal gezaaide bonen:
____________
Aantal uitgekomen bonen:
____________
Werkblad 2: ‘Dagboek tuinieren’
Naam: ____________________________
Je gaat met je groepje één keer per week aan de tuin werken of kijken hoe de planten gegroeid zijn.
Houd in het tuindagboek bij wat je gezien en gedaan hebt in de tuin.
In de linkerkolom schrijf je een verslag. In de rechterkolom kun je schetsen maken hoe het eruit ziet.
Tuindagboek
Week 1
Wat is er in de tuin gebeurd?
Maak tekeningen
Week 2
Wat is er in de tuin gebeurd?
Maak tekeningen
Week 3
Wat is er in de tuin gebeurd?
Maak tekeningen
Week 4
Wat is er in de tuin gebeurd?
Maak tekeningen
Week 5
Wat is er in de tuin gebeurd?
Maak tekeningen
Week 6
Wat is er in de tuin gebeurd?
Maak tekeningen
Week 7
Wat is er in de tuin gebeurd?
Maak tekeningen
Week 8
Wat is er in de tuin gebeurd?
Maak tekeningen
Week 9
Wat is er in de tuin gebeurd?
Maak tekeningen
Week 10
Wat is er in de tuin gebeurd?
Maak tekeningen
Week 11
Wat is er in de tuin gebeurd?
Maak tekeningen
Week 12
Wat is er in de tuin gebeurd?
Maak tekeningen
Week 13
Wat is er in de tuin gebeurd?
Maak tekeningen
Week 14
Wat is er in de tuin gebeurd?
Maak tekeningen
Week 15
Wat is er in de tuin gebeurd?
Maak tekeningen
Week 16
Wat is er in de tuin gebeurd?
Maak tekeningen
Download