infoblad Middeleeuwse Meesterwerken

advertisement
Middeleeuwse meesterwerken
In de Middeleeuwen is de kerk of kathedraal het belangrijkste gebouw van de stad. De torens van de kerk vormen het
hoogste punt en zijn van heinde en verre te zien. Niet alleen
het kerkgebouw zelf, ook het interieur maakt grote indruk op
de middeleeuwse gelovigen. De kerk is gevuld met altaarstukken, beelden en schilderijen. Deze kunstwerken worden
door de rijkere inwoners van de stad besteld bij beeldsnijders
en schilders. De kunstenaars, hun werkwijze en hun
opdrachten staan in dit infoblad centraal.
Marcia Varranis
bewerkt een houten beeld dat vastgezet is in een
draaibank en ze
beschildert een
paneel, Augsburg,
1479.
Een kerk vol beelden
e afbeeldingen in de kerk
hebben drie functies: ze
dienen als ondersteuning
voor de gelovigen die niet
kunnen lezen, ze wekken de gelovigen
op tot het navolgen van vrome voorbeelden en sporen aan tot bidden en
mediteren. De onderwerpen van de
afbeeldingen variëren van het leven
van Jezus en Maria tot de levens van
heiligen en verschillende symbolische
voorstellingen. Voor de middeleeuwer
zijn dergelijke voorstellingen gemakkelijk te herkennen: de verhalen worden tijdens de mis verteld en zijn bij
iedereen bekend.
D
In een kerk zijn verschillende soorten
kunstwerken te zien. Aan de pilaren,
op de dwarsbalken en langs de zijschepen staat een veelheid aan altaarstukken, heiligenbeelden en devotiestukken. Deze worden aan de kerk
geschonken door geestelijken, kloosterlingen, gilden, religieuze broederschappen en rijke burgers. De
opdrachtgevers willen op die manier
God eren, maar zeker ook hun rijkdom
tonen en hun aanzien verhogen.
Marianum,
Atelier Meester
van Elsloo,
eind 15e
eeuw;
Stralenkrans
19e eeuw
Drieluik met Maria en kind in
besloten tuin, Meester van
Delft, ca. 1500. Op de zijluiken
knielen de stichters - opdrachtgevers - eerbiedig op een bidbank. Het echtpaar draagt sobere, maar luxe gewaden. Achter
hen staan hun beschermheiligen
Martinus en Cunera.
Als hulpmiddel bij het bidden en
mediteren thuis bestellen zij bij kunstenaars kleine beelden of tweeluiken.
Soms laat de opdrachtgever zichzelf
afbeelden op het kunstwerk dat hij
aan de kerk schenkt. Het betreft dan
een memorietafel, een paneel bedoeld
om een overleden persoon te herdenken. Hierop staan het wapenschild en
het portret van de opdrachtgever al
dan niet samen met zijn gezin. De
opdrachtgever zit vaak geknield met
gevouwen handen. Meestal vereren de
afgebeelde figuren Christus of Maria
en worden ze voorgedragen door heiligen. Via een spreuk zoals ‘bid voor de
ziel’ worden kerkgangers en nabestaanden opgeroepen om te bidden
voor de afgebeelde personen.
Marianum
Midden in de kerk hangt in de Middeleeuwen vaak een
marianum. Dit is een houtsnijwerk waarbij twee
Mariabeelden ruggelings tegen elkaar zijn
geplaatst, omgeven door stralen en een rozenkrans. De verering van Maria neemt in de loop
van de Middeleeuwen toe omdat de kerkgeleerden steeds meer waarde gaan hechten aan haar
rol als moeder van Jezus. De kruisdood van haar
zoon verloste de mensheid van zonde. Hier zie je
haar afgebeeld met het kindje Jezus, dat ze een druiventrosje voorhoudt. Op de achterzijde speelt Jezus in haar
armen met een duif, een symbool van de Heilige Geest.
1
Infoblad Middeleeuwse Meesterwerken
tergrond. Aan de zijkanten zijn met
scharnieren beschilderde luiken
bevestigd. Ze zijn gesloten op doordeweekse dagen en worden geopend op
zon- en feestdagen.
Schematische
tekening
altaarstuk
Altaarstukken
en altaarstuk heeft in de
Middeleeuwen een belangrijke functie tijdens de mis
die in de kerk wordt gehouden. Het kunstwerk staat achter op
het altaar, waarvoor de priester de mis
opdraagt. Hij staat met zijn rug naar
de gelovigen. Zowel de priester als de
gelovigen kijken zo richting het altaarstuk. Dit bestaat meestal uit een
beschilderd middenpaneel of een
altaarbak gevuld met beeldhouwwerk.
Het middenpaneel is rijk versierd en
heeft vaak een feestelijke gouden ach-
E
Er zijn nog maar weinig altaarstukken
helemaal intact. Velen zijn uit elkaar
gehaald en als losse panelen en beelden verkocht. De panelen zijn beschilderd met uitgebreide voorstellingen
uit het leven van Jezus, Maria of heiligen. Deze afbeeldingen zijn te ‘lezen’
als een stripboek: de scènes volgen
elkaar op. Op deze manier kan een
middeleeuwse kunstenaar een boodschap overbrengen.
Middelrijns altaar
D
eze twee zijluiken van een
altaarstuk zijn omstreeks
1410 geschilderd. Samen
met een nu verdwenen
middenpaneel vormden de vleugels
een drieluik. Dit is het belangrijkste
type altaarstuk in de late Middeleeuwen. Drie van de achttien kleine schilderijen zijn verloren gegaan, net als
de oorspronkelijke lijst.
Middelrijns altaar, Middelrijn of Westfalen?, ca. 1410.
Linksonder is de Geboorte van Jezus geschilderd. Bij de
Annunciatie, de aankondiging van de engel Gabriël dat Maria
zwanger zal worden, komt het kindje in een lichtbundel afkomstig van God naar Maria toe zweven. Helemaal rechts keert
Jezus met zijn Hemelvaart terug naar de hemel. Deze afbeeldingen krijgt de gelovige alleen op zon- en feestdagen te zien.
Aanbidding der koningen en Doornenkroning,
Middelrijns altaar, Middelrijn of Westfalen?,
ca. 1410. De drie koningen brengen Christus
geschenken en knielen voor hem. Zij erkennen
het koningsschap van Christus, in tegenstelling tot de soldaten, die hem slaan, een doornenkroon op zijn hoofd drukken en hem
bespotten.
2
Infoblad Middeleeuwse Meesterwerken
Beelden
e beelden in de Middeleeuwen worden meestal van
hout gemaakt en gesneden
uit één stuk. Uitstekende
delen, zoals armen en handen, worden apart gemaakt en met pinnen in
gaten vastgezet. Beelden worden van
achteren uitgehold om scheuren in
het hout door krimpen te voorkomen.
Daarom is het bijna nooit de bedoeling dat beelden aan de achterzijde
worden bekeken. De beeldsnijder
gebruikt beitels en gutsen, die hij met
een hamer in het hout slaat. Naarma-
D
De verschillende scènes zijn op houten panelen geschilderd. Waar de verflagen niet meer intact zijn, is de
roodbruine ondergrond zichtbaar. Dit
is bijvoorbeeld het geval bij de Kruisdraging. In de verflagen zijn scheurtjes te zien. Dit wordt craquelé
genoemd: op deze plaatsen is de verflaag het meest kwetsbaar.
e
voor h en afkomsti roch
eld
van be rieks? Poly
kleutG
uit he
t ‘veel
n
e
k
te
ma be
ren’.
Een kunstenaar beschildert een beeld, Londen,
ca. 1350.
De schilder heeft tempera gebruikt,
een mengsel van eigeel, water en pigmenten. Pigmenten zijn kleurpoeders
veelal verkregen uit mineralen en
organische grondstoffen, zoals aarde,
planten en dieren. De verfstof purper
is bijvoorbeeld afkomstig van purperslakken. Met deze poeders kunnen
kunstenaars verschillende kleuren
mengen. Ook met kleur brengen ze
een boodschap over. Zo staat de kleur
rood voor liefde, lijden en offer. Het
bladgoud geeft de scènes een hemelse
sfeer.
Op de buitenkant van de zijluiken, dat
deel wat de gelovigen op doordeweekse dagen zien, staat het lijden van
Jezus centraal. Hij wordt verraden,
veroordeeld, gemarteld en gekruisigd.
Op de binnenkant zijn scènes uit het
leven van Maria geschilderd. De
gebeurtenissen zijn nauwkeurig weergegeven en zitten vol prachtige
details. Zo zijn bij de Visitatie, de ontmoeting tussen Elizabeth en haar
nicht Maria, beide kinderen al in de
buik van hun moeders te zien. Bij de
Geboorte van Jezus heeft Jozef een van
zijn kousen uitgedaan om het kind
tegen de kou te beschermen.
dat…
Wist je ische term
chn
n
… de te t beschildereg is
te het beeld vordert, wordt het gereedschap steeds fijner, zodat de beeldsnijder steeds gedetailleerder kan
werken.
Maria met
kind,
Maasgebied,
ca. 1275
Versleten
Dit beeld van Maria met kind is aan de
achterkant uitgehold en heeft verschillende gaten. Deze zijn gemaakt om het
blok hout in de werkbank vast te zetten.
Op deze manier kan de beeldsnijder het
aan de zijkanten goed bewerken. Ook
het ‘pengat’ is duidelijk te zien. Hier was
de onderarm van Maria aan het beeld
bevestigd. De kroon die eens het hoofd
van Maria sierde, is verdwenen. De polychromie is versleten: bij de hals is zelfs
een deel van het hout zichtbaar.
3
De meeste houten beelden worden
gepolychromeerd. Dit betekent dat ze
kleurrijk worden beschilderd. Dit
draagt bij aan de levensechtheid van
de beelden. Ze worden eerst behandeld met een witte krijtlaag, vervolgens beschilderd en daarna bewerkt
met bladgoud. Soms worden attributen toegevoegd; veel Mariabeelden
dragen in de Middeleeuwen een echte
kroon van goud of zilver. Het resultaat
straalt rijkdom uit.
Het toevoegen van echte attributen
gebeurt onder invloed van de mysteriespelen, die in de loop van de dertiende eeuw ontstaan. Als aanvulling
op de kerkdienst worden de verhalen
uit de bijbel nagespeeld door acteurs.
Hun kostuums en rekwisieten beïnvloeden de beeldtaal in de kunst. Beelden worden bijvoorbeeld kaal gesneden en later voorzien van een pruik
van echt haar. Ook de kleding wordt
aangepast aan wat de acteurs in de
mysteriespelen dragen.
Infoblad Middeleeuwse Meesterwerken
V ro o m h e i d
Vanaf de dertiende eeuw ontstaat er een andere kijk op vroomheid: gelovigen willen
dieper en emotioneler geloven en de nabijheid van God ervaren. Afbeeldingen spelen
een grote rol bij het oproepen van deze ervaring. Om medelijden op te wekken,
wordt het lijden van Christus gedetailleerder afgebeeld dan voorheen. Zijn geselingwonden, doodsangst en vertwijfeling worden voor het eerst in
beeld gebracht. Door inleving in zijn lijden ervaart de gelovige
de onbaatzuchtige liefde van Christus voor de mensen. De
Gethsemanegroep is een voorbeeld van een beeldengroep
bedoeld als ondersteuning bij meditatie. Christus bidt in
een besloten tuin tot God. De angst staat te lezen op zijn
gezicht en vormt een sterk contrast met de vredige gezichten van de
slapende apostelen.
dat…
Wist jeeld twee
e
… dit b g is? En dat
hoo
an
meter rmee een v
a
lhet da tste midde
o
ie
de gro eelden is d
b
e
eeuws g bestaan in
o
n
nu
and?
Nederl
Gethsemanegroep, Middelrijn, 1435
Heiligenbeelden
D
e middeleeuwse kerk is een
afspiegeling van het hemelse Jeruzalem en wordt daarom ‘bevolkt’ door een grote
hoeveelheid heiligen. Voor de vroege
heiligen geldt vaak dat ze voor hun
geloof gestorven zijn. Zeker de apostelen, de leerlingen en eerste volgelingen van Jezus, worden door de
Romeinse keizers vervolgd, omdat ze
het geloof proberen te verspreiden.
Later worden mensen heilig verklaard
om andere redenen.
Heiligen zijn bemiddelaars tussen de
mens en God. Een gelovige kan tot een
heilige bidden voor een plaats in de
hemel. Daarnaast geven ze een voorbeeld van hoe een goede christen
moet leven. Voor de verbeelding van
de levens van apostelen en heiligen
maakt de middeleeuwse kunstenaar
gebruik van apocriefe boeken, verzamelingen van legendes en theologische geschriften.
Een voorbeeld van een boek met heiligenlegendes is De Gouden Legende uit
de dertiende eeuw. Hierin verzamelt
en beschrijft Jacobus de Voragine
ongeveer 150 heiligenlevens. Middeleeuwse kunstenaars maken dankbaar
gebruik van de informatie in de verhalen. Ze lezen De Gouden Legende echter
vaak niet zelf, maar krijgen advies van
kerkgeleerden.
Groot en strek
In De Gouden Legende staat het verhaal
van de heilige Christoffel. Omdat Christoffel sterk is èn vier meter lang, besluit
hij bij een gevaarlijke rivier reizigers te
helpen met oversteken. Op een dag
draagt hij een jongetje naar de overkant.
Het kind is echter zo zwaar, dat Christoffel het maar net voor elkaar krijgt de
overkant te bereiken zonder dat beide
verdronken. Het kind blijkt Christus te
zijn en met hem heeft Christoffel de
hele wereld op zijn schouders gedragen.
De naam Christoffel betekent letterlijk
‘drager van Christus’.
dat…
Wist jefe boeken
crie
… apo ijn uit de tijdjri
nz
tekste vangeliesch erk
e
k
van de iet door de n
n
’e
ie
vers d oedgekeurd ijb
‘g
e
d
zijn
niet in
daarom ijn opgenobel z
?
men
4
dat…
Wist je Christoffel
heilige bescherme
d
…
e
ers?
pulair
een po is van reizig ffel in
to
heilige n van Chris
bij de
aarom en
ldinge
Afbee eleeuwen d
word n
n
d
e
id
rk
e
ke
de M
g van mige gelovig el
uitgan
ff
m
Christo t
tst? So
e
geplaa eelding van
e op h
een afb en magneetj n auto
met e ard van hu
o
dashb plakken?
Heilige
Christoffel,
Henrick
Douwerman,
ca. 1525
Infoblad Middeleeuwse Meesterwerken
Het gilde en de werkplaats
Noodnamen
E
mdat kunstenaars worden
beschouwd als ambachtslieden, zoals meubelmakers, is het niet gebruikelijk dat zij hun werk signeren. Ook is
het vaak zo dat niet één meester,
maar iedereen in zijn atelier mee-
en middeleeuwse kunstenaar is lid van een gilde.
Een gilde is een per
beroepsgroep georganiseerde instelling, die zowel de belangen
behartigt van de ambachtslieden als
die van de opdrachtgevers. Het gilde
bewaakt de kwaliteit van de kunstwerken, houdt concurrentie binnen de
perken en zorgt dat afspraken worden
nagekomen. Ook de opleiding van
nieuwe beroepsgenoten wordt binnen
het gilde verzorgd aan de hand van
een leerling-meester systeem.
O
werkt aan een altaarstuk, beeld of
schilderij. In dit soort gevallen wordt
een noodnaam bedacht. Deze kan een
verwijzing zijn naar de naam van een
van zijn werken of naar de plaats
waar hij veel actief is. Soms signeert
een schilder zijn werk, of worden beelden voorzien van een merkteken van
de stad of een keurmerk van het gilde.
Zeker wanneer kunstenaars steeds
meer voor de markt gaan produceren,
wordt dit noodzakelijk.
Kritiek op beelden en
schilderijen in de kerk
e grote rijkdom van de kerken en de manier waarop
Maria, Christus en heiligen
worden afgebeeld, gaat op
den duur bepaalde gelovigen tegen de
borst stoten. De gewone mensen
weten niet altijd onderscheid te
maken tussen aanbidding en verering.
Dit vormt voor de hervormingsgezinden een aanleiding om zich tegen het
gebruik van beelden te keren. De theologen van de reformatie (zie infoblad
Humanisme en Hervorming) zijn fel
tegen het gebruik van afbeeldingen.
Zij stellen vooral de heiligenverering
aan de kaak. Zij geloven niet in de
vele wonderen van heiligen zoals die
bijvoorbeeld in De Gouden Legende
staan. De ideeën van de reformatie
leiden uiteindelijk tot de beeldenstorm die in 1566 de Nederlanden
bereikt. Honderden beelden en schilderijen worden vernield. Vooral de
Zuidelijke Nederlanden worden zwaar
getroffen. Veel beeldhouwkunst gaat
dan verloren.
D
Jongens van een jaar of tien gaan in
de leer bij een meester en zijn werkplaats. Ze beginnen met eenvoudige
opdrachten: ze mogen de verf maken
waar hun meester mee werkt en leren
tekenen door voorbeelden te kopiëren.
Zo werken ze zich op tot gezel. Een
gezel mag de kunstenaar helpen bij
zijn opdrachten door bijvoorbeeld de
minder moeilijke delen in te schilderen. Ervaring kan worden opgedaan
door rond te trekken langs verschillende andere werkplaatsen. Na een
examen of meesterproef bepaalt het
gilde de toelating van de nieuwe
meester tot het gilde.
Niet ieder beroep heeft in de Middeleeuwen een eigen gilde. Bepaalde
beroepen worden bij elkaar ingedeeld
op basis van de materialen waarmee
wordt gewerkt. Paneel- en miniatuurschilders behoren tot het Sint-Lucasgilde, vernoemd naar de evangelist
Lucas. Hij is de patroonheilige van
schilders. Schilders die polychromie
op beelden aanbrengen, zijn lid van
het stoffeerdersgilde. Beeldsnijders
worden ondergebracht bij het houtbewerkersgilde samen met de meubelmakers. Steenhouwers vallen onder
de kathedraalbouwers.
Treurende vrouw,
Antwerpen, ca.
1480. Deze dame is
gemaakt in
Antwerpen: op de
achterzijde is zij
gemerkt met een
handje, het symbool van het
Antwerpse gilde.
5
Infoblad Middeleeuwse Meesterwerken
Tijdslijn
Heilige Ursula
en reisgenoten,
Noord-Nederland, ca. 1530.
Begin 11e tot eind 13e eeuw
Romaanse kunst: streng gestileerde figuren, zonder uitdrukking van emotie. In schilderijen wordt weinig aandacht besteed aan ruimtelijke achtergrond.
• Maria met kind, Maasgebied, ca. 1275
Einde 13e tot eind 15e eeuw
Gotische kunst: meer sierlijkheid, beweging en emotie.
In de Noordelijke Nederlanden is de kunst realistischer,
ingetogen en vroom, waar de kunst in het zuiden veel
verwijzingen heeft naar de volkscultuur.
• Middelrijns altaar, Middelrijn of Westfalen?, ca. 1410
• Veronica, Brussel, ca. 1475
• Treurende vrouw, Antwerpen, ca. 1480
• Marianum, Atelier Meester van Elsloo, eind 15e eeuw;
Stralenkrans 19e eeuw
Eerste helft 16e eeuw
Late Gotiek, vroege Renaissance: realistischer, meer
vloeiende lijnen en meer aandacht voor details.
• Heilige Christoffel, Henrick Douwerman, ca. 1525
• Heilige Ursula en reisgenoten Noord-Nederland, ca. 1530
Wanneer de Noordelijke Nederlanden
in 1581 overgaan tot het gereformeerde geloof wordt het verboden om het
rooms-katholieke geloof in het openbaar te belijden. De protestanten
maken de kerkgebouwen geschikt
voor de protestantse eredienst. Veel
beelden en schilderijen worden vernietigd of, in geval van metalen voorwerpen, omgesmolten. Ook hierdoor
gaan vooral veel beelden en gesneden
altaarstukken verloren.
Uitgedost
De reformatoren interpreteren de tekst
van het Oude Testament letterlijk, inclusief het verbod op beelden. Zij vinden de
weelde van de kerken niet passen bij de
armoede van Christus en geloven niet
dat werelds uitgedoste beelden kunnen
oproepen tot een vroom leven. Dit is een
beeld van de heilige Ursula. Ze is hier
weergegeven als koningsdochter in
eigentijdse kleding. Hieraan nemen de
theologen van de reformatie uiteindelijk
aanstoot.
Boekenlijst
• J. Dijkstra, P.P.W.M. Dirkse en
A.E.A.M. Smits, De schilderijen van
Museum Catharijneconvent, Zwolle
2002
• V.W. Egbert, The Medieval Artist at
Work, Princeton 1967
• L.F. Jacobs, Early Netherlandish Carved
Altarpieces, 1380-1550, Medieval Tastes
and Mass Marketing, Cambridge 1998
• J.J.M. Timmers, Christelijke symboliek
en iconografie, Bussum 1974
• J.J.M. Timmers en G. Peeters, Schoonheid der Nederlanden, een cultuurhistorische atlas, Amsterdam/Brussel 1980
• M. van Vlierden, Hout- en steensculptuur van Museum Catharijneconvent,
Zwolle 2004
• Christendom in Nederland, topstukken
uit Museum Catharijneconvent, Zwolle
2006
• J. de Voragine, The Golden Legend:
Readings on the Saints. Vertaald door
William Granger Ryan, 1993
Colofon
© Museum Catharijneconvent, 2007
Afdeling Onderzoek & Educatie
Tekst: Anne van Egmond
Fotografie: The British Museum, Londen;
Ruben de Heer, Utrecht
Vormgeving: Manifesta, Rotterdam
6
Infoblad Middeleeuwse Meesterwerken
Download