1 Kosmische straling

advertisement
1
1
Leerlingproject: Kosmische straling — 28 februari 2002
Kosmische straling
Onder kosmische straling verstaan we geladen deeltjes die vanuit de ruimte op de aarde terecht komen. Kosmische straling is onder te verdelen in twee soorten: primaire
kosmische straling en secundaire kosmische straling. Onder primaire kosmische straling
verstaan we de deeltjes die vanuit de ruimte naar ons toe komen. Als deze deeltjes op
onze atmosfeer botsen zal het grootste gedeelte dit niet overleven. De deeltjes vallen
uiteen in meerdere andere (lichtere) deeltjes. Dit noemen we ook wel het verval van
primaire stralingsdeeltjes. Die lichtere deeltjes zullen op de aarde terecht komen. Dat
noemen we secundaire straling.
1.1
Opdracht
Schrijf een werkstuk over kosmische straling. Als opstapje vind je hieronder alvast wat
informatie met bijbehorende vragen. Het is niet de bedoeling dat je alle vragen tot in
detail gaat beantwoorden: ze zijn alleen bedoeld om je op weg te helpen bij het schrijven
van je werkstuk. Je kunt zelf beslissen welke vragen je interessant genoeg vindt om in
je werkstuk te verwerken.
Waarschijnlijk zul je het internet nodig hebben voor aanvullende informatie. Op de
NAHSA-homepage zijn een aantal handige links naar informatieve websites over kosmische straling verzameld:
http://www.hef.kun.nl/nahsa
Op de website is eveneens de laatste versie van dit document te vinden. Let op de datum
bovenaan de pagina’s.
1.2
Ontdekking van kosmische straling
Kosmische straling werd ontdekt aan het begin van deze eeuw. Men wist al een tijdje
dat er op aarde radioactieve stoffen voorkomen, en dat deze straling uitzenden. De
Oostenrijker Victor Hess besloot in 1912 in een luchtballon op te stijgen en hoog in de
lucht de afname van die straling te meten.
12
Waarom verwachtte Victor Hess een afname van straling hoog boven de aarde in vergelijking met de straling op zeeniveau?
Maar het stralingsniveau bleek naar boven toe alleen maar toe te nemen! Daaruit concludeerde hij dat er een andere straling van boven moest komen. Dit noemde hij kosmische
straling.
1.3
Energieën
De energie van kosmische straling drukken we meestal uit in eV (elektronvolt). 1 elektronvolt is gelijk aan de kinetische energie die een elektron wint als het versneld wordt
2
Leerlingproject: Kosmische straling — 28 februari 2002
met behulp van een spanningsverschil van 1 volt.
22
Gebruik deze definitie om te berekenen hoeveel joule gelijk is aan 1 eV.
De meeste kosmische straling heeft een energie tussen de 100 MeV en de 10 GeV. Boven
de 1 GeV komen de energieën steeds minder voor. Deeltjes met een energie die 10 GeV is,
zullen al vijftig keer minder voorkomen dan deeltjes met een energie van 1 GeV! Deeltjes
met energieën van meer dan 1020 eV zijn dus erg zeldzaam. Maar in 1993 is in Utah een
deeltje gedetecteerd met een energie van 3 · 1020 eV. Als we deze energie omrekenen naar
joule, dan lijkt de energie ineens behoorlijk klein. Maar je moet je wel realiseren dat al
deze energie in een extreem klein deeltje zit!
32
Stel dat we dit deeltje uit zouden vergroten tot een tennisbal. Laten we aannemen dat
een tennisbal ongeveer 60 gram weegt. Als de tennisbal een (kinetische) energie heeft
van 3 · 1020 eV, hoe hoog is zijn snelheid dan?
1.4
Kosmische straling vanuit de zon
Onze zon is een van de bronnen van kosmische straling. De zon zendt namelijk protonen
en elektronen uit. Dit noemen we de zonnewind. De meeste kosmische straling uit de
zon heeft een lage energie. Doordat ze zo’n lage energie hebben kunnen de deeltjes door
het magnetisch veld van de aarde zover afgebogen worden dat ze in de atmosfeer terecht
komen. De gassen in de bovenste laag van de atmosfeer worden daardoor geı̈oniseerd.
Dit zorgt voor het poollicht, ook wel Aurora genoemd.
42
Waarom hoeven we bij het meten van kosmische straling op het aardoppervlak geen
rekening te houden met deze soort kosmische straling?
1.5
Galactische kosmische straling
Galactische kosmische straling is straling die van buiten ons zonnestelsel komt. Deze
straling bestaat uit de kernen van atomen, die de laatste paar miljoen jaren versneld
zijn. Ze reizen dan ook bijna met de maximale snelheid die ze kunnen bereiken; de
lichtsnelheid. Waarschijnlijk worden ze versneld door supernova’s.
52
Wat is een supernova? Je kunt bij het beantwoorden van deze vraag gebruik maken van
de links op onze webpagina.
Galactische kosmische straling wordt ook beı̈nvloed door de zon. Als de stralingsdeeltjes
namelijk ons melkwegstelsel binnenkomen, komen ze in een magnetisch veld terecht dat
veroorzaakt wordt door de zonnewind. Dit magnetisch veld zorgt ervoor dat de deeltjes
wat van hun energie kwijt raken. Hoe groter het magnetische veld, hoe groter het gedeelte
van hun energie dat ze kwijt raken. Deeltjes met een lage energie zullen de aarde zelfs
helemaal niet meer halen. De sterkte van het magnetische veld is afhankelijk van de
activiteit van de zon. Als de zon actiever is, zal er dus minder galactische kosmische
straling op de aarde gedetecteerd worden. Onze zon heeft een cyclus van elf jaar. Dit is
ook duidelijk te zien als we de hoeveelheid galactische straling bekijken.
3
1.6
Leerlingproject: Kosmische straling — 28 februari 2002
Abnormale kosmische straling
In het Engels noemen ze deze soort kosmische straling Anomalous Cosmic Rays. Abnormale kosmische straling is zo genoemd, omdat ze van een heel andere samenstelling
is dan de andere twee soorten kosmische straling. Galactische kosmische straling en
kosmische straling vanuit de zon bevatten veel meer protonen dan helium, en evenveel
zuurstof als koolstof. Abnormale kosmische straling daarentegen bevat meer helium dan
protonen en meer zuurstof dan koolstof.
Abnormale kosmische straling ontstaat uit neutrale atomen uit de ruimte. Deze komen
de heliosfeer (het gebied rond de zon waarbinnen je ‘last’ hebt van het magnetische
veld veroorzaakt door de zonnewind) binnen. Daar worden ze geı̈oniseerd. Door de
zonnewind worden de ionen dan naar het uiteinde van de heliosfeer geblazen, daar worden
ze versneld en uiteindelijk komen ze weer in de buurt van de aarde terecht en kunnen
wij de geı̈oniseerde atomen detecteren.
62
Waarom zit er meer helium dan protonen in abnormale kosmische straling? Hint: denk
aan het ontstaan van abnormale kosmische straling.
Deze vorm van straling haalt niet zulke hoge energieën als de galactische kosmische
straling.
72
Waarom niet, denk je? Hint: hoe kan een deeltje aan heel veel (kinetische) energie
komen?
1.7
Oorsprong van kosmische straling
Zoals al gezegd, ontstaat de meeste kosmische straling uit atomen die hun elektronen
verloren zijn en versneld zijn door supernova’s. Maar hoe lang zijn deze kernen onderweg
voor ze bij de aarde aankomen? Het principe dat we gebruiken om dit te meten is
hetzelfde als wat archeologen gebruiken als ze de leeftijd van een archeologische vondst
willen bepalen. Zij gebruiken de C-14-methode.
82
Wat is de C-14-methode en hoe werkt het?
Astronomen gebruiken geen koolstof bij het bepalen van de leeftijd van kosmische straling, maar ze gebruiken Beryllium. Beryllium heeft een radioactief isotoop 10 Be. 10 Be
heeft een halfwaardetijd van 1,6 miljoen jaar. Uit deze metingen blijkt dat kosmische
straling er gemiddeld 10 miljoen jaar over doet voordat zij in ons melkwegstelsel aankomt.
Kosmische straling met een energie groter dan 1018 eV kan alleen ontstaan uit een heel
groot object, óf op een plaats waar een heel groot magneetveld aanwezig is. Stel dat
deze hoogenergetische straling binnen onze melkweg ontstaan is, dan zou deze vlakbij
de aarde onstaan moeten zijn. Het magnetisch veld van onze melkweg is namelijk niet
sterk genoeg om deze deeltjes binnen de melkweg te houden. Als de straling ergens aan
de rand van ons melkwegstelsel zou worden geproduceerd, dan zou de straling zo onze
melkweg uitvliegen en zouden we ze niet kunnen detecteren op aarde.
92
Als hoogenergetische kosmische straling inderdaad binnen onze melkweg geproduceerd
4
Leerlingproject: Kosmische straling — 28 februari 2002
wordt, wat zegt dat dan over de richting waar deze straling vandaan komt? Hint: denk
aan de vorm van ons melkwegstelsel.
Stel dat de oorsprong van deze straling niet binnen onze melkweg ligt. Laten we eens
kijken wat er gebeurt als we een deeltje nemen dat van heel ver weg komt. Dit deeltje
zou onderweg botsen met achtergrondstralingsfotonen. Dit zijn fotonen die overgebleven
zijn van de Big Bang. Iedere keer dat het deeltje met zo’n foton botst, verliest het wat
van zijn energie. Dit deeltje komt van zo ver weg dat het, als het op aarde aankomt, al
zo veel energie verloren is dat de energie die we meten niet meer extreem hoog is. Een
deeltje dat wél een extreem hoge energie heeft als het op aarde terecht komt, kan dus
niet van al te ver komen. De grens die men neemt is 150 miljoen lichtjaar. Toen men net
begonnen was met onderzoek naar kosmische straling dachten de wetenschappers dat er
geen kosmische straling voor zou komen met een energie hoger dan 4 · 1019 eV, vanwege
die achtergrondstraling. Maar dit blijkt dus wel zo te zijn!
10 2
Een afstand van 150 miljoen lichtjaar lijkt enorm ver weg. En dat is het natuurlijk ook.
Maar hoe ver is dat nou eigenlijk in vergelijking met de grootte van het heelal? Ga naar
een webpagina over ons heelal (zie links op de webpagina) en bekijk welke objecten zich
op 150 miljoen lichtjaar van onze aarde bevinden. Omvat dit een groot deel van het
heelal?
1.8
Detectie van kosmische straling
Op aarde meten we secundaire kosmische straling. Die ontstaat als een primair kosmisch
stralingsdeeltje op de atmosfeer botst. Het primaire deeltje vervalt en door nog veel meer
interacties met de atmosfeer ontstaat een shower (douche) van secundaire deeltjes. Zie
plaatje! Sommige van deze deeltjes komen op aarde aan. Die kunnen we detecteren.
Wetenschappers zijn op het moment erg geı̈nteresseerd in het meten van hoogenergetische kosmische straling, omdat ze graag willen weten waar deze straling vandaan komt.
Een probleem is echter dat deze straling erg zeldzaam is. Een energie van 1020 eV komt
ongeveer eens per vierkante kilometer per eeuw voor. . . Wil je deze kosmische straling
meten dan moet je dus óf lang wachten óf een hele grote detector bouwen. De meest
gebruikte oplossing hiervoor is het maken van een lange rij met detectoren, zodat je
toch een groot oppervlak bestrijkt. Als meerdere detectoren (bijna) tegelijk een deeltje
detecteren, dan weet je dat er een shower geweest is.
11 2
Hoe zou je de richting van een shower kunnen bepalen met een rij van detectoren? Denk
aan (kleine) tijdsverschillen tussen de detecties bij verschillende detectoren.
Showers met hoge energieën komen dan wel niet zo veel voor, showers met lagere energieën daarentegen komen erg veel voor. Als we buiten gaan wandelen gaan er door
ons lichaam een paar duizend kosmische stralen per minuut. Hier merken we echter
niets van! Sterker nog, kosmische straling is maar een paar procent van de totale achtergrondstraling op aarde. Het wordt anders als we als astronaut een ruimtewandeling
gaan maken.
12 2
Waarom zijn kosmische stralen in de ruimte gevaarlijker dan op aarde?
5
1.9
Leerlingproject: Kosmische straling — 28 februari 2002
Deeltjes uit een shower die op de aarde terecht komen
We bekijken nu welke deeltjes uit zo’n shower van deeltjes de aarde halen. De meeste
deeltjes die ontstaan hebben een korte levensduur en vervallen heel snel weer. Uiteindelijk zullen er op het aardoppervlak nog maar een paar verschillende soorten deeltjes
terecht komen. Dat zijn meestal elektronen, neutrino’s en muonen.
1.9.1
Elektronen
Het is al een tijdje bekend dat atomen bestaan uit een kern (protonen en neutronen)
en elektronen die daar omheen draaien. Maar deze elektronen kunnen dus ook los
voorkomen. Elektronen hebben een lading van −1 en een gewicht van ruim 5 · 10−4 u.
Elektronen hebben een gemiddelde levensduur van ongeveer 1024 jaar.
1.9.2
Muonen
Muonen zijn de zwaardere broertjes van de elektronen. Ze hebben ook een lading van
−1, maar ze hebben een gewicht van ongeveer 0,1 u. Muonen vervallen veel sneller,
gemiddeld in ongeveer 10−6 seconde. Dit lijkt heel snel, zeker in vergelijking met het
elektron. Waarom komen er dan toch nog muonen op de aarde terecht? Dit komt
doordat de levensduur van het muon lang is in vergelijking met andere deeltjes die
tijdens de vervallen ontstaan. Bovendien moet je je realiseren dat alle deeltjes met bijna
de lichtsnelheid bewegen. Daardoor kunnen muonen toch nog de afstand tot de aarde
‘overbruggen’. Maar als de muonen bijvoorbeeld een dak van een gebouw tegenkomen,
zullen ze snel vervallen. Je kunt dus duidelijk meten dat er een verschil in stralingsniveau
is tussen een meting onder het dak en een meting op het dak.
13 2
Probeer dit verschijnsel te meten. Doe dit met behulp van een geigerteller. Zoek eerst
op wat een geigerteller is en hoe hij werkt (bijvoorbeeld met behulp van onze links).
Bedenk dan wat je precies wilt meten. Kon je het verschijnsel meten?
1.9.3
Neutrino’s
Neutrino’s zijn ongeladen deeltjes met een te verwaarlozen massa. Ze ontstaan bijvoorbeeld als een muon of een elektron vervalt. Neutrino’s hebben geen lading. Ze hebben
ook bijna geen interactie met materialen. Neutrino’s zijn dan ook bijna niet te detecteren.
Download