Een ontmoeting met Horowitz Een herziene tekst uit het boek “Remembering Horowitz”, samengesteld door David Dubal. Luisteren naar Horowitz, of het nu studio opnamen betreft of live uitvoeringen, is altijd een fascinerende ervaring voor mij geweest. Je wordt direct getroffen door de overweldigende kleur en kolossale dynamische verschillen in zijn spel, van ppp tot fff, zijn gedurfde interpretaties, het gebruik van de akoestische mogelijkheden van instrument én zaal en de uitdrukking van zijn persoonlijkheid, zelfs wanneer het schijnbaar in tegenspraak is met de muziek. Het is nogal makkelijk om een provocerende pianist als Horowitz te bekritiseren! Hij toonde in praktisch iedere uitvoering een weloverwogen visie. Zijn uitspraak “het is niet nodig om van alles wat je doet te houden, je moet er soms ook tegenin durven gaan” spreekt voor zichzelf. De ene keer kan ik in verlegenheid gebracht worden door zijn vertolkingen en de andere keer bewonder ik ze. Een verademing in een tijd waarin de muziekpraktijk steeds meer de kant opgaat van saaie, voorspelbare uitvoeringen of digitale exactheid die al na vijf minuten begint te vervelen. Andere grootheden uit de eerste helft van de vorige eeuw (denk aan Busoni, Fischer, Moiseiwitsch, Cortot en Rachmaninov, om er maar een paar te noemen) gaven niet toe aan de gebruikelijke publieke smaak, zij kozen voor een nieuwe esthetische benadering. Iets wat me altijd geïntrigeerd heeft is de wijze waarop Horowitz - haast als een illusie - door een durfachtig gebruik van het pedaal, de accentuering van de dynamiek (soms tegen de muziek in), de akoestiek van de zaal en het instrument en zijn legato, laat klinken alsof het ontstaat door een non-legato of portato aanslag. In feite datgene wat Busoni als de basis van het pianospel beschouwde. Busoni vond het legato-spel een akoestische illusie. Bij Horowitz is datgene wat tussen de noten gebeurt belangrijker dan het begin van iedere toon. Hij zei dat hij meer bezig was met hoe de toets omhoog kwam dan hoe die naar beneden ging. Dit, in combinatie met de dynamische intensiteit die ontstaat door zijn gebruik van de pedalen, leidt tot een geweldig potentieel aan kleuring en contrast binnen passages wanneer het pedaal niet wordt toegepast. Bijvoorbeeld in melodische passages speelt hij vaak zonder pedaal, met vinger legato. Tijdens een ontmoeting met Horowitz zei hij me dat het hem speet Busoni nooit live te hebben gehoord en vertelde dat hij graag les van Busoni had willen hebben maar helaas overleed Busoni één jaar voordat hij in Berlijn arriveerde. Ik vraag me af hoe Horowitz zou hebben gespeeld als hij wel een aantal jaren van hem les had gehad ! Mijn interesse in het fenomeen Horowitz heeft gedurende de jaren geleid tot een zorgvuldig onderzoek naar een aantal van zijn idolen. Toscanini, die altijd bezig was om het orkest zoveel mogelijk te laten zingen, moet vanaf zijn jonge jaren een sterke invloed op hem hebben gehad. Boven alles wilde Horowitz de piano laten zingen en in feite slaagde hij erin dat op een originele manier te doen. Hij zei dat zangers, de belcanto-zangers van rond de eeuwwisseling, de sterkste invloed zijn geweest op de ontwikkeling van zijn stijl. Een zanger die vooral belangrijk is om zowel Horowitz als iedere serieuze studie over de kunst van interpretatie van de laatste honderd jaar te kunnen begrijpen, is de bariton Mattia Battistini (1856-1928). Gelukkig voor het nageslacht heeft hij veel boeiende opnamen nagelaten die ons een blik gunnen op de belcanto-stijl aan het eind van de 19de eeuw. Het is jammer dat grote zangers zoals bijvoorbeeld Tetrazzini, Rethberg, Lehmann, De Lucia en Patti niet langer serieus bestudeerd worden. Zij waren allen sterk verbonden met een melodische stijl van alle componisten die wij proberen weer te geven. Wat is Horowitz’s relatie met de belcanto-zangers? Een essentieel punt is de kunst om diminuendo’s nauw te verbinden aan het uitademen en tegelijkertijd te beginnen met een momentum van energie om de spanning over de hele frase vast te houden. Het vermogen om deze adem-impuls een hele frase vol te houden en te verdelen over groepen van maten voordat een nieuwe impuls ontstaat, is de basis voor de steunpunten en de bogen van de muzikale architectuur. We horen dit in een aantal van zijn opnamen: bijvoorbeeld de Czerny variaties (opname uit de jaren veertig), een aantal van zijn Haydn en Mozart sonates, de vroege opname van de Schubert Bes-groot sonate, enkele Schumann-opnamen en de Bach/Busoni koralen. Een andere studie van deze opnamen kan gaan over de wijze waarop lange noten en grote groeperingen binnen de frase worden gerealiseerd, één van de beste manieren om de groten van de minder groten te onderscheiden. Soms was het ongelooflijk om te horen hoe Horowitz lange noten en groepen noten, zelfs hele frases, speelde. Ik noemde al zijn tegenwoordig vrijwel ongebruikelijke interpretaties van de Haydn en Mozart sonatas ! Nu neigen sommige uitvoerende musici naar een bijna digitale en verticale benadering van iedere noot. Het is het element van illusie in zijn cantabilé toucher en de dialoog die hij ontwikkelt en tot stand brengt tussen de frases, die voor mij de basis vormen van de stijl en persoonlijkheid, zo karakteristiek voor Horowitz. Ik zal nooit een uitvoering van Mozarts Sonate in Bes-groot KV 333 vergeten, monumentaal in draagwijdte, met een uniek gevoel voor timing en met een klank alsof het laatste deel met hoorns was georkestreerd. Horowitz vroeg me na zijn recital wat me was opgevallen en ik noemde hem een aantal punten. Het gevoel voor dialoog in het eerste deel, het diep gedragen tweede deel, waarin top noten vaak zachter gespeeld werden, en de orkestraal/vocale klank die hij in alle delen opriep, alles duidend op zijn ongelooflijke begrip voor de proporties van het werk. Zijn ogen lichtten op en hij legde zijn benadering uit als een interpretatie waarin hij een ‘opera’ creëert, ieder thema is een karakter binnen het drama. Verder spraken we ook over klank en pianistische orkestratie en zijn architectonische overzicht over de hele sonate. Het maakte me duidelijk hoeveel overleg er bij iedere uitvoering aan te pas kwam. Een uitvoering die klonk alsof ze op het moment zelf tot stand kwam, was in feite voorbereid tot in het detail. Sommige pianisten zijn in staat om de luisteraar mee te laten ademen met de cadans van het spel, zelfs luisteraars onder het publiek zonder speciale muzikale kennis worden onbewust gegrepen. Het kan heel fascinerend zijn om reacties van toehoorders te observeren gedurende een van zijn recitals. Ik geloof dat Horowitz gebruik maakte van de energie van zijn publiek om zo de spanning op te voeren. Iets wat mij vaak is opgevallen bij de werkelijk groten, want Horowitz is natuurlijk niet de enige pianist die dit gevoel tot stand kon brengen. Ik heb hetzelfde opgemerkt bij live concerten van bijvoorbeeld Moiseiwitsch en Horszowski. Wanneer je dit meemaakt voelt het alsof de tijd stilstaat, een effect dat moeilijk te bereiken is in een kleine zaal waar het geluid geen ruimte krijgt. Dit is helaas ook het geval in veel studio opnamen van Horowitz, waarvan sommige als overdreven gezien worden. Ik ben benieuwd of zulke opnamen de tand des tijds zullen doorstaan. Zij zullen zeker niet helpen om toekomstige generaties te laten begrijpen wat de impact kon zijn van een écht live recital door Horowitz. Copyright Geoffrey Madge.