Inhoud Oorspronkelijke titel: Companion Planting Inleiding 6 7. Planten die nuttige ‘beestjes’ aantrekken en voeden 56 8. Planten die vogels aantrekken 58 Verschenen bij: Kyle Cathie Limited, Londen Wat is combinatieteelt? Ontwerp: Louise Leffler Hoe ontstond de wisselwerking tussen planten? 14 9. Planten die dieren afweren 60 Geschiedenis en mythologie 16 10. Planten die ziekten voorkomen of verminderen 62 Fotografie: Peter Cassidy Illustraties: Alison Clements 10 Productie: Deul & Spanjaard, Groningen Ecologie, verbetering en successie 22 Vertaling: Loes Brouwer Kennis van plantengroepen 26 Dit boek is een uitgave van De subtiele invloeden van de combinatieteelt 36 1. Planten kunnen elkaar directe wederzijdse hulp geven 38 2. Planten kunnen elkaar indirect helpen door bodemverrijking 42 Fontaine Uitgevers BV Graaf Florislaan 38 1217 KM Hilversum www.fontaineuitgevers.nl ISBN 978 90 5956 427 5 NUR 429 © 2010 Kyle Cathie Limited, Londen © 2012 Nederlandstalige uitgave: Fontaine Uitgevers BV, Hilversum Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. 3. Planten die moeten worden vermeden of die elkaar in combinaties zelfs schaden 46 Het toepassen van de combinatieteelt – en enkele complicaties64 Combinatieteelt en gevolgen op lange termijn 68 Wisselbouw 71 Specifieke combinaties om te gebruiken of te vermijden in het groentebed 80 in de fruitkooi en boomgaard 92 i in de bloementuin 94 in de kas 98 4. Planten die in kleine aantallen nuttig, maar in grotere aantallen schadelijk zijn 48 De toekomst van de combinatieteelt 100 5. Planten die ongedierte afweren 50 Bijlagen 102 6. Planten die ongedierte kunnen aantrekken, vangen of vernietigen 52 Register 112 Wat is combinatieteelt? Bij combinatieteelt kiezen we nauwkeurig planten uit die tegelijkertijd of voor of na elkaar groeien, planten en zaaien we gewassen dicht bij elkaar die goed met elkaar overweg kunnen en bijvoorbeeld de vruchtbaarheid verhogen of ongedierte en ziekten voorkomen. Het betekent ook dat we moeten vermijden om bekende ‘vijanden’ naast elkaar te plaatsen. Het is maar een geringe invloed, maar in de tuin gaat het vaak om de verbetering van kleine dingen. Bij tuinieren proberen we de beste omstandigheden voor een plant te vinden, en de combinatieteelt biedt ons hiervoor een extra mogelijkheid. Verschillende buurplanten kunnen op talloze kleine manieren de planten eromheen beïnvloeden. Maar veel kleine verbeteringen leiden uiteindelijk tot betere gewassen en mooiere bloemen. De grote wetenschapper Charles Darwin gaf een uitstekend voorbeeld van dit geringe effect met zijn verhaal over oude dames, katten en klaver. Hij legde uit dat weidevelden rond een dorp met relatief veel oude dames een grotere hooioogst hebben dan andere. Hij redeneerde zo: oude dames houden katten, dus hoe meer oude dames, des te meer katten. Katten eten muizen, dus leiden meer katten tot minder muizen. Muizen verstoren bijennesten, daarom staan minder muizen gelijk aan meer bijen. Deze bijen moeten de klaver bevruchten, dus meer bijen betekenen meer klaver. Klaver is een peulvrucht en voedt grassen die in zijn gezelschap beter groeien. Meer oude dames betekenen meer katten, minder muizen, meer bijen, meer klaver, meer gras en dus een grotere hooiopbrengst. Rechts: deze paprika groeit tussen kool zodat zijn wortels fris in de schaduw blijven en hij beschermd is tegen de wind, maar zijn kop krijgt voldoende zon en lucht. 10 combinatieteelt Zoals op bladzijde 70 wordt uitgelegd bij de rozenherplantingsziekte, mag je op de plaats waar een bepaalde plant stond nooit dezelfde soort plant zetten. Zo kan ook het slechtste gezelschap voor een plant, meer planten van diezelfde soort zijn, omdat ze om dezelfde voedingsbronnen zouden kunnen strijden. 3. Planten die moeten worden vermeden of die elkaar in combinaties zelfs schaden 46 combinatieteelt Alle planten zijn op zoek naar lucht, licht, water en voedingsstoffen en daarom zouden ze in theorie allemaal beter af zijn in hun eentje. Maar er zijn bepaalde planten die echt slecht met elkaar kunnen opschieten. Dit komt waarschijnlijk doordat een wortel-, blad- of gasafscheiding die door de een wordt afgegeven, slecht is voor de andere of voor zijn mycorrhizaschimmels. Paardenbloemen scheiden ethyleen af, dat de ontkieming van zaad verhindert en de groei en rijping verandert (we kunnen hiermee ook ons voordeel doen, want paardenbloembladeren laten groene tomaten rijpen). Veel planten geven allelopatische – onkruidverdelgende – verbindingen af voor hun eigen onkruidbestrijding. Dit komt vooral voor bij dennen, glanzende groenblijvende planten, aromatische kruiden en heide die allemaal slecht gezelschap kunnen zijn voor alles wat in hun buurt wordt gezaaid en die zelfs volgroeide planten kunnen schaden. Hoewel ze nuttig kunnen zijn als een heg om een groentetuin, mogen ze niet in de bedden groeien, omdat hun allelopatische stoffen de zaadkieming verhinderen en misschien ook de oogst schaden. Bedenk dat uien bonen haten en omgekeerd, en paprika’s niet van radijsjes houden. Houd deze vijanden dus van elkaar gescheiden. Kweek (Agropyron repens) is een sterk onkruid maar het kan worden bestreden met tomaten, raapzaad en Tagetes minuta. Pittosporum is geen goed gezelschap voor veel planten, evenals wijnruit en absint-alsem. Sommige bloemen, zoals margrieten, laten andere bloemen verwelken als ze gezamenlijk in een vaas staan. Zet geen dennen bij de composthoop; vlier en berk stimuleren het composteringsproces. Links: de paardenbloem scheidt ethyleengas af dat de ontkieming verhindert, de groei verandert en de rijping versnelt. Hij is meestal geen goede metgezel. combinatieteelt 47 Selderij groeit goed bij bonen, tomaten en prei en helpt koolsoorten door het koolwitje af te schrikken. Bloeiende selderij trekt nuttige insecten aan, vooral roofwespen. Selderijroest kan worden voorkomen door thee van brandnetels en paardenstaart op hun bladeren te sproeien. Knolselderij doet het goed met de meeste koolsoorten en met prei, ui en tomaten. Hij groeit het best na peulvruchten, vooral na groenbemesting met wikke, en tussen rijen pronkbonen. Komkommerfamilie Buitenkomkommers hebben bestuiving nodig en groeien goed onder maïs of zonnebloemen. Ze houden van dille, erwten, bonen, bieten en wortels, maar hebben een (wederzijdse) hekel aan aardappels en de meeste sterke kruiden, vooral salie. Komkommers kunnen wittevlieg weglokken van tomaten, maar de afscheiding van tomatenwortels remmen komkommerplanten. Plant ze dus nooit bij elkaar. Brandnetelthee kan valse meeldauw bij komkommers voorkomen en extracten van knoflook en heermoes verminderen hun echte meeldauw. Winterkalebassen en pompoenen groeien beter met planten uit de nachtschadefamilie en staan graag onder suikermaïs, maar ze houden niet van aardappels. Kalebassen, courgettes en zomerkalebassen gedijen goed met suikermaïs, erwten en bonen, maar niet met aardappels. Wijnruit heeft een slechte invloed op courgettes. Aardperen onderdrukken zevenblad en paardenstaart (equisetum). Peulvruchten Tuinbonen lijden aan zwarte bonenluis, die de winter doorbrengt op de wilde kardinaalsmuts (Euonymus europaeus), witte ganzenvoet of zwarte nachtschade. Deze luis kan ook snijbiet en spinazie aantasten. Zwarte luis wordt afgeweerd door bonenkruid. Tuinbonen zijn goed voor aardappels en omgekeerd, en schrikken zaagwespen af bij kruisbessen. Links: ik vind dat pompoenen goed bij Oost-Indische kers passen. combinatieteelt 87 Bijlage III: Kruiden met duidelijke positieve invloeden Allium schoenoprasum – bieslook in grote hoeveelheden onderdrukt schimmelziekten, vooral sterroetdauw op rozen en schurft op appels. De plant voorkomt luizen op chrysanten, zonnebloemen en tomaten en zijn nuttig voor wortels. Sproeien met bieslook helpt tegen echte en valse meeldauw op komkommers en kruisbessen. Coriandrum sativum – koriander weert luizen af en trekt bijen aan. Gebruik het kruid als sproeimiddel tegen mijten. Het helpt anijs ontkiemen maar remt venkel. leveren nectar voor bijen en zweefvliegen. Als sproeimiddel schrikt het veel ongedierte af, inclusief katten en honden. Gooi absintalsem niet op de composthoop omdat de plant het proces vertraagt. Citroenkruid (A. abrotanum) is een zachtere verwant die motten en insecten afschrikt. Het is minder sterk dan absint-alsem en vooral nuttig in borders als ongediertebestrijder, met name voor koolsoorten en wortels. Kippen houden van bijvoetzaad (A. vulgaris) dat naar men zegt hun luizen en wormen bestrijdt. Foeniculum vulgare – venkel heeft een remmende werking op bonen, karwij, koolrabi en tomaten, houdt niet van koriander en verafschuwt absint-alsem. Venkel is waardplant voor zweefvliegen en roofwespen en kan luizen afschrikken. Armoracia rusticana – mierikswortel helpt aardappels, maar is slecht voor druiven en slaat calcium, kalium en zwavel op. In de VS wordt het gebruikt tegen oliekevers en coloradokevers. De thee wordt gebruikt tegen bruine rot in appelbomen. Borago officinalis – bernagie is een van de beste bijenplanten, en als goede opslagplaats van mineralen is het een uitstekende vloeibare mest, omdat het veel magnesium en stikstof bevat. Goed voor aardbeien. Wordt gebruikt tegen Japanse kevers en Manducta sexta op tomaten. Lavandula officinalis – lavendel wordt gebruikt om ongedierte uit kleding te weren en voorkomt sommige soorten ongedierte in de tuin, vooral luizen op rozen. Artemesia spp. – omvat veel planten met insectendodende eigenschappen. Absintalsem (A. absinthium) wordt door bijna alle planten verafschuwd. Zijn aanwezigheid vermindert de oogst van koolsoorten en remt karwij, venkel en salie, maar de bloemen Calendula officinalis – goudsbloemen zijn goed voor veel insecten en planten en houden honden weg van de border. Met goudsbloem sproeien helpt tegen aspergekevers en de Manducta sexta. Anthemum graveolens – dille valt niet in de smaak bij wortels, maar is nuttig bij kool, sla, uien, suikermaïs en komkommer, en schrikt luizen en mijten af. 106 combinatieteelt Hyssopus officinalis – hysop is een fantastische bijenplant die heerlijke honing produceert. Hij bevordert druivenstokken en schrikt koolvlinders af. Laurus nobilis – laurier remt druiven af. Marrubium vulgare – malrove stimuleert en helpt de fruitvorming bij tomaten. Mentha spp. – munt kan onder walnoten groeien, gedijt bij brandnetels en helpt kool en tomaten. De geur schrikt knaagdieren, kledingmotten, vlooien en aardvlooien af en aarmunt voorkomt luizen door hun ‘eigenaar’, de mier, af te schrikken. Sproeien met muntthee verdrijft mieren en coloradokevers. Munt is een goede bijenplant in de herfst. Mentha x piperita – pepermuntolie wordt veel gebruikt om zijn geur en smaak. De productie verbetert door de aanwezigheid van brandnetels; bij kamille wordt pepermunt slechter, terwijl kamille juist baat heeft bij pepermunt. Net als andere muntsoorten voorkomt pepermunt rupsen van het koolwitje. Geliefd bij bijen en andere nuttige insecten. Pepermuntextracten verminderen aanzienlijk besmetting met knolvoet bij koolsoorten. Boven: Bieslook gaat met vrijwel alle planten goed samen behalve met peulvruchten. combinatieteelt 107