Grammatica: lidwoorden - regels ‘de’- en ‘het’-woorden - schema Taalgroepnl.nl de-woord woorden die verwijzen naar: 1. beroepen en personen 2. groente, fruit, planten, bomen 3. bergen en rivieren 4. familie 5. cijfers en letters woorden die eindigen op: -age -de (dus ook-ade,-ide,ode,-ude) -heid -ie -iek -ij -ine -ing -nis -schap voorbeeld de ambtenaar de appel, de boon de Mont Blanc, de Waal de oom, de opa let op: het kind de vier, de a voorbeeld de bijlage, de garage de seconde, de chocolade de vrijheid de relatie, de koffie de muziek -sis de bakkerij de benzine de belasting de betekenis de boodschap let op: het moeder/vader-/ouderschap de basis -st de cursist -te -teit -theek -tuur de stilte de universiteit de apotheek de natuur Let op: De categorieën zijn bedoeld als hulpmiddel. Er zijn uitzonderingen. het-woord het afscheid het bestuur woorden die beginnen op: bege- voorbeeld ontverwoorden die eindigen op: het ontbijt het verband voorbeeld -isme -ment -sel -um het toerisme het parlement het voedsel het maximum woorden die verwijzen naar: 1. verzamelnamen met ge..te 2. metalen 3. sporten 4. talen 5. werkwoord als zelfstandig naamwoord 6. windrichtingen Opmerkingen: 1. Verkleinwoorden hebben altijd het lidwoord “het”. voorbeeld 2. Soms vallen woorden onder twee categorieën. de ontdekking: ont- -> het - ing -> de Meestal is de de-regel sterker. het begin het geheim het gebergte, het gevogelte het ijzer het voetbal het Nederlands het spreken het oosten het stoeltje