Tweede Adventszondag 6 december 2009 Lucas 1 vers 26-28 Grabriël kwam bij Maria en zei:“Je zult een zoon krijgen, de Heilige Geest zal over je komen en je zoon zal heilig genoemd worden, Zoon van God.” De twee adventskaarsen branden. In de adventstijd is paars de kleur van ootmoed en verwachten. De lantaarn wil zeggen dat God naar de mensen toe komt, ook naar gewone en eenvoudige mensen, zoals Maria uit Nazaret. Haar zoon zal het Licht zijn. Het rood van de cyclaam is het symbool van de Heilige Geest, die over Maria komt, het blauw van de viooltjes is de kleur van Maria. Het goud dat de lantaarn en de bloemen verbindt, is het heilige dat in Maria groeit. De wereldbol met de kleuren paars en rood van de organza geven aan dat het advent is over de hele aarde en dat de Heilige Geest over heel de aarde werkt. Licht ontvlamt in mensen als liefde, vurig en rood, als de geest die het Woord vertaalt in nieuw leven elke dag. Licht dat opbloeit in een tere bloem in een mens die openstaat voor dit Woord en leven deelt. Licht van ons leven, richt ons kijken, maak ons ontvankelijk, leer ons zien.