Ordo Fratrum Minorum Kunst onder de Franciscanen Docent. Dr. R. Speelman Master scriptie Tamriko Nadibaidze 2008 Inhoud Inleiding Ordo Fratrum Minorum Basilica van Heilige Franciscus, Assisi De bijzonderheid van Legend of Francis Santa Croce, Florence Fresco’s en interieur van de kerk Franciscanen en Giotto Franciscanen als opdrachtgevers Veranderingen in de kerk Santa Trinita, Florence Santa Maria Gloriosa dei Frari, Venetië De Basiliek van de heilige Antonius, Padua San Francesco della Vigna, Venetië Conclusie Literatuurlijst Afbeeldingenlijst Bijlagen: plattegronden van de kerken en de basilieken 2 2 3 4 7 8 10 12 13 15 16 20 23 25 27 28 29 30 Inleiding In dit werkstuk zal ik aan de hand van een aantal kerken/basilieken: de Basiliek van de Heilige Franciscus in Assisi, de kerk van Santa Croce in Florence, de Santa Maria Gloriosa dei Frari in Venetië, de San Francesco della Vigna in Venetië, de Basiliek van Santa Trinita in Florence een de basiliek van de heiloge Antonius in Padua een algemeen overzicht geven van de kunst van de Ordo Fratrum Minorum. De belangrijke aandachtspunten zijn: hoe werd de kunst van de Ordo Fratrum Minorum door de eeuwen heen veranderd? Heeft de kunst ( in dit geval fresco’s en schilderijen) aan de Orde een ander gezicht gegeven? Kan deze kunst geplaatst worden in een historische ontwikkeling van de Orde? Wat is uniek in de opdrachten van de Ordo Fratrum Minorum? Wat is het belang van Giotto’s werk bij de Franciscanen? Wij zullen zien hoe in Assisi de kunst bij de Ordo Fratrum Minorum begint en in snel tempo zich verspreid in andere steden. Welke ontwikkelingen en veranderingen zij meemaken. Er zal boven genoemde kerken en basilieken worden met elkaar vergelijken en besproken. Het is opvallend hoe de kunst door de eeuwen heen wordt veranderd, aangezien het feit dat ze door de één en dezelfde Orde werd besteld. Kunst geeft het gezicht aan de religie en omgekeerd. In dit geval, heeft de Franciscaanse orde al eeuwen lang een belangrijke rol gespeeld in het vormen en ontwikkelen van de kunst. Franciscus belichaamt een nieuwe geloofsbeleving die gericht is op eenvoud, nederigheid en natuurlijkheid, die pleit voor een empathische en alledaagse devotie. Het is veelbetekenend dat in het levensverhaal van Franciscus de kunst een bijzondere plaats krijgt toebedeeld. Het is heel interessant om te zien dat het oorspronkelijke Franciscaanse gedachtegoed dat armoede en eenvoud predikte en dat de kerk een bescheidene gebouw moest, zijn een totaal andere vorm krijgt. De Franciscaanse kerken en kathedralen zijn niet meer een eenvoudige en nederige gebouwen maar de imposante en prachtige gebouwen die de macht uitstralen. De interieurs van de kerken dragen de sfeer van de Franciscaanse orde, maar wij zullen zien dat deze eenvoud ook gaat veranderen, wanneer de leken een grotere rol zijn gaan spelen in het religieuze leven in de late Middeleeuwen. De kapellen en altaren werden naar de wens van de rijke burgers vervaardigd en er kwamen meer variaties binnen de kerk: schilderijen, fresco’s, sculpturen, mozaïeken en gedecoreerde graftombes. 3 Ordo Fratrum Minorum Ga, Franciscus, repareer mijn huis, want je ziet dat het op instorten staat. Deze woorden van Christus heeft Franciscus tijdens het bidden in de bouwvallige San Damianokerk in Assisi gehoord en heeft hem geïnspireerd om in dienst van het geloof een orde te stichten. Franciscus van Assisi (Francesco Bernardone 1181- 1226 afb1) was de stichter van de kloosterorde van de Franciscanen of Minderbroeders die rond 1209 in Umbrië ontstond. De Heilige Franciscus ging met zijn twaalf leerlingen naar Rome om de zegen van Paus Innocentius III te krijgen. De Paus gaf hem zijn zegen op voorwaarde dat de leden van de orde geestelijken moesten worden en een overste zouden benoemen. In snel tempo groeide de orde en er kwamen steeds meer leden bij. De belangrijke uitgangspunten van de broederschap waren: “Verkoop alles en geef het aan de armen”, “Wie Mij wil volgen, moet zichzelf verloochenen” en “Neem niets mee voor onderweg”. 1 Ze leefden in totale armoede, zonder individueel of Afb1.Franciscus van Assisi gemeenschappelijk bezit. Ze mochten ook geen geld accepteren en moesten alleen bedelen en werken. De broeders hadden geen kloosters, geen kerken en gebouwen, geen landerijen en geen vee.2 Ze waren toegewijd aan prediken, liefdadigheidswerk en studie. Rond de 13de eeuw ontstond er een driesplitsing in de Franciscaanse orde. Die zijn: Conventuelen(1209) : leggen meer de nadruk op een geregeld religieus leven met liturgie en prediking. Spirituelen : vonden dat het ideaal van Franciscus letterlijk moest worden gevolgd. Observanten (1517): wilden de letterlijke lijn van Franciscus volgen. Uit deze groep ontstond er een nieuwe orde de Minderbroeders Kapucijnen (1619), Deze volgelingen van Franciscus werden zo genoemd vanwege hun gewaad met spitse kap en wilde de eenvoud en strengheid van de regel terug. De kerk of een klooster volgens hun leer een bescheidene gebouw moest zijn, die passend was voor hun eed van armoede. Eerste Franciscanen hadden geen behoefde aan de grote kerken, want ze mochten van paus Honorius III overal prediken. 3 Maar de eenvoud van deze orde kon zich niet meer langer handhaven. De broederschap was in snel tempo aan het groeien buiten Assisi en zelfs buiten Italië in Spanje, Portugal, Frankrijk, Duitsland, Engeland, Nederland, Hongarije, Syrië en zelfs in Marokko. Er kwamen meer leden en meer priesters wat betekende dat er vooral vaste huisvesting nodig was. 1. De Kok, Hilversum, 2007, p. 12 2. R. Goffen.1988. p. 2 3. ibidem, p15 4 Basilica van de Heilige Franciscus, Assisi De basilica van de Heilige Franciscus (afb2) in Assisi met haar grootheid en complexe bouw staat in contrast tot de eenvoud en armoede van het bestaan en gedachtengoed van de Franciscaanse orde. There is a seeming incongruity between the imposing edifice, wit hits grandeur and security, and the gentleness of the saint, who was open to all people. 4 Na de dood van Franciscus werd de staat Assisi door de pelgrims aangetrokken. Nog geen twee jaar na zijn dood wordt Franciscus op 16 juli 1228 heilig verklaard door paus Gregorius IX. Gelijk na zijn heiligverklaring wordt in zijn geboortestad begonnen met deze kathedraal, de San Francesco, te zijner ere, waar hij dan ook wordt herbegraven op 25 mei 1230. Ook de broederschap was enorm gegroeid en de Kerk van Rome was erin geïnteresseerd om van deze orde een kerkelijke instituut te maken. In 1228 heeft Paus Gregorius IX zelf een steen gelegd voor de bouw van deze kerk, “ This Pope, who had loved Francis exceedingly when he was still alive, not only paid him great honor by enrolling him in the company of the saints, but also had a church erected to his glory, laying the first stone himself […] “. 5 De basiliek heeft een ingewikkelde bouw en bestaat uit drie delen. De basis vormen de crypte met daarin het graf van de heilige Franciscus van Assisi. Hierop zijn twee kerken gebouwd: de benedenkerk (1228-1230) en de bovenkerk (1230-1253). Deze twee kerken tonen een duidelijk verschil in karakter, de benedenkerk is sober van stijl, terwijl de bovenkerk een meer helder karakter heeft. In 1253 werd de complete basiliek crypte, benedenkerk en bovenkerk door paus Innocentius IV ingewijd. De kerk werd bij die gelegenheid uitgeroepen tot Hoofd en moeder van de Orde der Minderbroeders. Paus Benedictus XIV verleende haar in 1754 de rang van patriarchale basiliek en van pauselijke kapel. 6 Deze basiliek bevat de rijkst gedecoreerde muur schilderingen van het 13de en 14de eeuwse Italië. Er zijn afbeeldingen van: Kruisiging, Legende van Franciscus, de stigmatisatie van Franciscus en scènes uit het Oude en Nieuwe Testament. Die zijn gemaakt door verschillende kunstenaars: Giunta Pisano, Giotto, Cimabue, Jacopo Torriti, Pietro Lorenzetti, Stefano Fiorentino. 4. M. Robson. London, 1997, p. 250 5. legend of the Three Companions, XVIII, 72 6. http://nl.wikipedia.org/wiki/Sint-Franciscusbasiliek_(Assisi) 5 De basiliek was zo belangrijk dat Inoccentius IV er in 1253 geld voor vijfentwintig jaar voor ter beschikking heeft gesteld om verder te werken aan de decoraties en bouw van de kerk. Het hoofdthema van de decoraties was de spirituele inspiratie van Franciscus’ leven en dood. Decoraties van de beneden kerk zijn gedaan door de anonieme kunstenaar, bekend als “heilige Franciscus’ kunstenaar”. In zijn stijl is zichtbaar dat hij uit de Umbrische school afkomstig is. Zijn werken geven vooral scènes weer uit het leven van Christus en Franciscus, die zijn in trompe-l’oeil perspectief 7 Er zijn veel afbeeldingen van Maria, die getuigen van het feit dat de Mariadevotie zeer populair was bij de Franciscaanse orde. In het schip zijn de afbeeldingen te zien van het leven van Franciscus, morele scènes en de imitatie van het leven van Christus. In de bovenkerk van de San Francisco bevindt zich een bekende frescocyclus met 28 taferelen (afb3,4) over het leven van de heilige. De Conventuelen onder de Franciscanen hebben een ander beeld van Franciscus weergegeven in de Bovenkerk van de Assisi basiliek. Ze hebben het boek van Bonaventura Legenda Maior als bron gebruikt. Daar is Franciscus als Par excellence8 en als een grote wonderdoener beschreven. Deze keuze werd gemaakt omdat deze basiliek een pauselijk kerk is, het is logisch dat daar de paus een dominante rol inneemt. Maar het succes lag ook in de handen van een kunstenaar, in dit geval Giotto. De fresco’s van Giotto zijn de hoogtepunten in de decoraties van de kerk: “Giotto had a talent of such excellence that there is nothing created by nature, mother of all things and responsible for the continual turning of the heavens, that he did not depict with pencil and pen and brush that did not seem so similar, indeed the very same, so that it very often happens that the visual sense of men is painted to be real”.9 De fresco’s hebben jeugdige schoonheid, architectuur met het juiste perspectief en glanzende kleuren. De techniek en de kwaliteit van deze fresco’s waren zo goed dat Giotto een populair kunstenaar was geworden bij de Minorieten. Hij is een officiële kunstenaar geworden van de Orde en heeft in verschillende kloosters gewerkt: Pissa, Rimini, Padua, Florence, Napels en Bologna 10 Niet alleen werkte Giotto voor de Franciscanen, maar door de bescherming van de Minorieten heeft hij alom bekendheid gekregen Hij had veel ervaring in Franciscus onderwerpen. Giotto schets de dramatiek van de gebeurtenis. Zijn cyclus benadrukt Franciscaanse rol als een bemiddelaar en de stigmatas spreken over God’s goedkeuring van zijn Orde. Afb3. De bovenkerk 7. E. Lunghi. London, 1996. p. 26 8. R. Goffen. 1088, p. 59 9. Boccaccio, Decameron, six day, fifth tale. 10. Lunghi. 1996, p.114 6 Deze basiliek is belangrijk, niet alleen door de talloze fresco’s, maar ook door de verscheidenheid van de kunstenaars die aan deze fresco’s hadden gewerkt. Eeuwen lang was de kunst in handen van de kerk en diende zij alleen de glorie van God, maar in deze periode is kunst meer een strijd geworden tussen de kunstenaars die hun talent wilden bewijzen. De bijzonderheid van Legend of Francis Vanaf de 11de eeuw was het afbeelden van de heiligen en de scènes en wonderen uit hun leven zeer gebruikelijk geworden, maar er werd nooit een poging gedaan om een compleet verhaal van een heilige te vertellen. Daarom hebben de fresco’s van Legend of Francis nieuwe mogelijkheden geboden voor de figuratieve kunst. Legend of Francis werd meteen na het afbeelden in de kerk populair. Door de eeuwen heen werden vooral in Italië veel pogingen gedaan in de kerken en kapellen om deze cyclus van fresco’s te overtreffen. De aantrekkingskracht die de Legend of Francis had, was zijn natuurgetrouwe weergave van het leven van de heilige. Het traditionele gebruik van de iconografie was niet meer aanwezig, alles was een geheel geworden: het landschap met het verhaal en de mensen vol met emoties en drama. Hier probeert Giotto een verhaal te vertellen van een heilige die in dezelfde kerk is begraven. De verhalende cyclus wordt voorgesteld als officiële illustratie van Franciscus’ leven en wonderen, op aandringen van de gematigde sectie van de Orde en met de goedkeuring van de Romeinse Curie, om de communicatie met de Franciscus boodschap voor de pelgrims te vergemakkelijken. De pauselijke privileges hadden recht gegeven om de donaties die door Innocentius IV in 1253 werd gegeven te gebruiken voor de decoratie van de kerk van Assisi. In 1288 werd Gerelamo Masci gekozen tot de paus Nicolaas IV,de eerste Franciscaan die paus werd. Meteen heeft hij talloze heilige liturgische gewaden in verschillende kleuren, zilveren vazen en geld naar de kerk van Assisi gestuurd 11 en a cloth for the altar of the lower church, embroidered with innumerable pears and precious stones, which vanished at the time of the Napoleonic occupation.12 Er werd zelfs door de provinciaal minister en custos van San Francisco een verbod gelegd op alle religieuze orden, kerken, munsters, oratoria en heilige plaatsen in de omgeving van de stad. Dit werd gedaan om de groei van het aantal aalmoezen te bevorderen voor de steun aan het Klooster. 11. Lunghi. 19976. p. 48 12. ibidem 7 Santa Croce, Florence De Santa Croce (afb5,7) in Florence (die een Franciscaanse kerk is) heeft een zeer belangrijke kapel: de Bardi Kapel, die de spiritualiteit en de geschiedenis van de Minderbroeders draagt. Deze kerk is zeer belangrijk voor de Franciscaanse orde. De orde werd verdeeld in twee groepen: Spirituelen en Conventuelen. In de 14de eeuw, Spirituelen waren het niet eens met de Conventuelen in beslissingen aangaande de herbouw en uitbreiding van decoraties binnen de kerk. 13 Maar de Spirituelen hadden uiteindelijk het laatste woord. De Santa Croce paste door haar centrale ligging ( isola d’Arno) goed bij het stedelijke karakter en de missie van de orde.14 De belangrijke karakteristiek van deze Orde was haar neiging om in het openbaar te prediken en dominant aanwezig te zijn in de maatschappij. Dus het is niet verassend dat ze kozen voor de kerk die in de staat was gelegen. De kerk Santa Croce werd door Paus Gregorius en St. Peter onder bescherming genomen. Gregorius was ook de beschermheer van de Friars Minor. “[…we take the Florentine church of Santa Croce under the protection of Saint peter and under our protection.]” Deze bescherming bood aan de Orde geen belemmering voor het lokale bisschoppelijke gezag. Maar het is zeker dat de Paus ook iets verwachtte van de Franciscanen in ruil van zijn bescherming. De paus wilde de Franciscanen gebruiken voor het Pauselijke beleid op sociaal, politiek en spiritueel gebied. 15 Maar de Friars konden iets terug geven. Ze hadden hun begraafplaats op de heilige grond van de kerk. Een traditioneel begraafplaats in de kerk was alleen toegestaan aan prinsen en geestelijken. Maar aan de Franciscanen werd het toegestaan om ook aan de niet geestelijken een laatste rustplaats te geven in de kerk. In de Middeleeuwen was de zorg voor het hiernamaals heel belangrijk. Memoria speelde ook bij de niet-geestelijken een belangrijke rol. Door de schenkingen en erflatingen van grond en geld konden ze de plek in de kerk krijgen en ook in de hemel. 16 13. R. Goffen, 1988. preface 14. Anna Benvenuti Papi, 1977, p.2 15. Charles T. Davis, Education in Dante’s Florence,” Speculum 40, 1965 16. T. van Beuren.1999, p.35 8 Er werden verschillende missen aan de zielen van de overledenen opgedragen, hoe groter de erflating was hoe meer er werd gedaan voor de redding van de zielen uit het vagevuur. In ruil voor de gebeden kreeg de orde geld en dat werd gebruikt voor de constructie van de kerk/klooster, decoraties van de kapellen en voor het algemene onderhoud. De bouw van de kerk van Sante Croce werd gesteund door Paus Inoccentius IV: “ […] As we have learnd, the minister and the minister and the brothers of the Order of Friars Minor of Florence have begun to construct in the same place [Florence] a church with other buildings appropriate for their own suitable needs in which they might be able to serve for divine praises. Thus, therefore, for completing buildings of this sort and even for sustaining the lives of these same, they [the friars], who carry the burden of extreme poverty for the Lord’s sake, have to be assisted with the help of the faithful. We pray you and we exhort your community in the name of God, granting you the remission of your sins in so far as you offer pious alms to them…We concede forty days of indulgence.” 17 17. R. Goffen. 1988.p. 4 9 Fresco’s en interieur van de kerk De fresco’s van de kerk merendeel gaan over het leven van St. Franciscus. Het was belangrijk om op z’n gedetailleerde manier zijn leven af te beelden. Want ze hadden informatieve functie en een gelovige raakte meer geïnspireerd door deze levensverhalen. De stigmata, die Franciscus heeft, is het belangrijkste onderdeel die hem van andere middeleeuwse heiligen onderscheidt. Zoals de kruisiging van de Jezus een belangrijke rol neemt in de kunst, zo werd Franciscus’ stigmatiseren als wonder verklaard en door de kunst vereeuwigd. Deze karakterisering van Franciscus persoonlijkheid heeft zijn sporen gelaten in kunst over de 14de, 15de en de 16de eeuwen. In deze periode werd er stilistische veranderingen plaats gevonden in de Franciscus afbeeldingen maar de stigmata als een attribuut blijft ongewijzigd. De fresco’s zijn verwaardigd op z’n artistieke manier alsof de kunstenaar Franciscus zelf kende en ooggetuige was van alles. De naturalisme en realisme is de belangrijke element in deze fresco’s. Bardi Kapel (afb6) van Santa Croce draagt een levensverhaal van heilige Franciscus. Ze zijn afgeleid van Celanos ( hij was de biograaf van Franciscus) teksten. Deze zijn door Giotto vervaardigd rond 1245-1250. Deze fresco’s zijn niet alleen interessant qua stijl maar ze weergeven de gedachtegoed van toenmalige Ordo Fratrum Minorum. Het is opvallend dat in Bardi kapel en ook in Assisi fresco’s, H. Franciscus is weergegeven als Alter Christus. In Assisi, Franciscus richt tot de toeschouwer met de woorden van Matteűs 18 terwijl hij de wonden van Christus laat zien. Maar in de Bardi kapel de Franciscus’ Alter Christus is meer met nadruk weergegeven. Hij houdt het boek vast en maakt een zegening gebaar, hij letterlijk imiteert Christus gebaar. Dit kapel is ook belangrijk want ze weegreven de twintig bijzondere cyclus uit het leven van de heilige (afb8). Deze fresco’s zijn de willekeurig gekozen momenten, die de karakter van de stichter van de orde weergegeven. En zeker werd hij door zijn volgelingen geprezen en gezien als een levensvoorbeeld. De man als de belangrijke heilige en als prediking. Giotto probeert met deze scènes de visie te weergeven die deze heilige werd geïnspireerd. In Bardi Dosssal kapel werd een bijzondere momenten uit het leven van Franciscus gekozen, om zijn persoonlijkheid en de boodschap aan de Orde vertrouwd te maken. En ook de karakter en privileges van zijn Friars Minor aan Dominicaanse orde te definiëren. Dus dit kapel is niet allen een willekeurige weergave van Franciscus leven en de boodschap aan alle andere gelovigen, maar ook de politieke statement ten opzichte van andere ordes. Deze fresco’s zijn gemaakt in de periode waar een enorme behoefte was voor de evangelische en bovennatuurlijke functies van hun stichter. Giotto’s Bardi kapel legt nadruk op de heiligdom en de humane karakter van Franciscus en zijn gaven om wonderen te maken om de gelovige tijdens de bidden bij te staan. Deze scènes zijn afgeleid uit het boek van Celano die door de Spirituelen werd gebruik gemaakt. Het is een zeer belangrijke kapel en de locatie van de kapel spreekt zich over de patronen. De Bardi waren de bankiers van de Koning van Engeland en van de Pope 19. De fresco’s van de Bardi kapel hebben geen kompositionele vormen van de Assisi fresco’s, in beide gevallen werd gekozen voor de andere ordening van de groepen en architecturale setting. Maar de overeenkomst tussen deze fresco’s is zo enorm dat voor de gewone toeschouwers deze ‘kleine’ verschillen niet eens opvallen. Wij hebben gezien dat in de afbeelden van de heilige Franciscaanse een standaard iconografie werd gehanteerd. Dit kan zelf door de opdrachtgevers worden opgelegd om een herkenbare iconografie te reproduceren voor de Franciscaanse kerk. 18. R. Goffen, 1988. p. 31 19. R. Goffen, 1988. p. 51 10 Franciscanen en Giotto Gebaren en gezichtsuitdrukking zijn de belangrijkste attributen in de religieuze kunst ( en niet alleen de religieuze kunst). Zo kunnen de emoties en het hele verhaal afgelezen worden zonder tekst. Leonardo da Vinci gaf advies aan de schilders om: “[…]Learn, then, from the tomb to make those gestures with the lambs which express the ideas in the minds of speakers.” 20 Maar het verhaal om de gebaren als een taal te definiëren begint voor Leonardo en voor Giotto’s tijd. Menselijke gesticulatie werd gezien als een middel voor de communicatie. Zoals boven werd gezegd heeft Giotto voor de Ordo Fratrum Minorum veel opdrachten gemaakt en hij werd hun belangrijke kunstenaar. Op de vraag waarom de Franciscanen voor Giotto hebben gekozen zal ik aan de hand van zijn werken bespreken. In die tijd, waarin niet iedereen kon lezen en schrijven waren de afbeeldingen in de kerk belangrijk om de Bijbel en de religieuze boodschap aan de gelovigen over te brengen. Om dit zo effectief en duidelijk mogelijk te maken was een andere kunst nodig. Een kunst die zonder woorden, alleen met emoties en gebaren met de mensen kon communiceren. Giotto kon goed zijn figuren laten “spreken” met handen, ogen en lichaamstaal. Hij heeft zeker veel van de antieke kunst geleerd maar heeft die op eigen manier geïnterpreteerd. Op die manier heeft hij een nieuw richtlijn in de kunst gecreëerd die zo anders was en revolutionair dat de Franciscanen hem kozen om hun kunst te representeren. Giotto’s werk is bijzonder omdat je bij zijn figuren niet het idee krijgt dat emoties heel erg op elkaar lijken en elkaar overlappen, het zijn natuurlijke gebaren die erbij horen.(afb9 t/m16) Zijn figuren dragen een gevoel van menselijkheid, ontzag, ze zijn bewust aanwezig in de gebeurtenis en hebben een vertellende functie. Volgens Gerhart Ladner hebben vroege Franciscaanse bronnen een rol gespeeld in de vorming van Giotto’s kunst. Namelijk, de biograaf van Franciscus Thomas Celano wijst in zijn Vita of St. Francis op het bidden met twee handen.21 Zoals boven werd gezegd heeft Giotto het leven van Franciscus geschilderd naar aanleiding van het boek van Celano. Dus het kan zijn dat hij niet alleen naar de antieken heeft gekeken maar ook Celanos’ woorden letterlijk heeft geciteerd. Giotto werd ook de vernieuwer van de kunst genoemd. Zijn fresco’s worden gewaardeerd wegens het: individualisme van uitdrukking, het overwicht van de pectorale naar de decoratieve en ornamentele en de autonomie van het voltooide werk.22 De rol van deze religieuze orde is heel goed te zien in de kleine Umbrisce staat Politiek gezien was Assisi in de 14de eeuw geen belangrijke stad maar wel als de geboorteplaats van de heilige Franciscus. Na zijn dood werd een enorme basiliek met prachtige fresco’s van de levenscyclus van de heilige gemaakt. Deze uitgestrekte campagne werd besteld door de pauzen, kardinalen, hoge leden van de Franciscaanse orde en zelfs door de koninklijke familie van Napels.23 En daarom voelden veel kunstenaars uit Italië zich aangetrokken tot deze monumentale onderneming. 20. M. Barasch.1987 p. 2 21. Barasch. p. 63 22. D. Norman.1995 p. 73 23. Norman. Ibidem 11 Franciscanen als opdrachtgevers De zeggenschap over de opdrachten berustte nooit op de besluitvorming van één individu. Besluiten werden samen genomen en waren het resultaat van vaak langdurige onderhandelingen. Het geven van de opdrachten werd in die tijd bepaald door Rome, door het pauselijke hof. Maar de vermogende families vormden ook de groep van de opdrachtgevers die eigen familiewapens gebruikte op de grafmonumenten, b.v. familie Badoer en Sassetti in de kerken van San Franesceos della vigna en Santa Trinita. Deze wordt later besproken. Zoals boven vermeld wordt, waren de spiritualen tegen persoonlijk eigendom van monniken en tegen al te kostbaar decoraties binnen de kerken. Voor hun was dit een schending van het armoede –ideaal, dat onlosmakelijk verbonden was met de identiteit van de bedelorden. 24 In de organisatie van de bedelorden die als een gevestigde macht is geworden, kon dit standpunt echter niet gehandhaafd blijven. De conventuelen en de toonaangevende ordeleden erkenden dat de kunst onmisbaar was bij misviering, prediking, meditatie, heiligenviering en voor de communicatie. De pausen verleenden de franciscanen verschillende privileges, niet alleen het recht om het goddelijk officie te lezen, zingen, missen te vieren en de sacramenten toe te dienen, maar wat belangrijker was, het recht om aflaten te verlenen en om offergaven te gebruiken voor de bouw en decoratie25 van hun kerken en basilieken. Afb9 details Afb10 Afb11 Afb12 Afb13 24. Bram Kampers.1987 p. 49 25. Kampers.1987 p. 50 12 Afb14 details afb15 Afb16 De toenemende begunstiging van de franciscaner orde ging direct samen met de centralisatiepolitiek van de pausen. 26 Via de orden probeerden de pausen hun greep op de kerken en steden in Midden-Italië en daarbuiten te vergroten. De decoraties van de bovenkerk is een zichtbare voorbeeld van de pauselijke centralisatie en expansie van de franciscaner orde. De wanden van het schip werden beschilderd met de voorstellingen uit het leven van Christus en Franciscus. Het beeldprogramma in het schip was ontleend aan de biografie van Franciscus, door Bonaventura en de opschriften onder de fresco’s waren ontleend aan de Legenda Maior. 27 De franciscaner iconografie was een synthese tussen de theologische, liturgische en juridische ideeënwereld van de curie. De wetgewende bedoeling van het Franciscus-verhaal kwam tot uitdrukking in de voorstellingen die zich afspelen aan het pauselijke hof en met de goedkeuring gegeven door Honorius III. 28 De fresco’s’ in Assisi hebben een pauselijke inslag. Weinig franciscaner kerken waren in de dertiende eeuw ingericht met marmaren afscheidingen, kostbare leesplaatsen en kandelaars. De kostbare kerkinrichting was slechts voorbehouden aan de van pauselijke zijde gesubsidieerde kerken en kloosters. 29 Assisi werd in de dertiende eeuw het voorbeeld van de rijker wordende franciscaner kerken in de Italiaanse steden. 26. Kampers.1987 p. 50 27. Kampers.1987 p. 55-57 28. ibidem 29. Kampers. p. 58 13 Veranderingen in de kerk De paus Gregorius de Grote zei dat afbeeldingen de Bijbel zijn voor de analfabeten. De christelijke kerken zijn versierd met de sculpturen, schilderijen, fresco’s, mozaïeken en gebrandschilderde glazen. Deze wijziging werd door de concilie van de kerk in 1310 goedgekeurd en voortaan moest in elke kerk, voor of achter het altaar een afbeelding of tekst komen.30 De afbeelding moesten aangeven in wiens eer het altaar werd opgericht. In de Middeleeuwen geloofden mensen dat de afbeeldingen van de heiligen de goddelijke macht konden krijgen en de wonderen verrichten. Deze beeldaanbidding werd door twee brede aspecten van laat middeleeuws religieuze leven bepaald. Het eerste was dat de leken hun zielen niet meer aan de geestelijken wilden geven maar wilden zelf een meer actieve rol spelen binnen de religie.31 In andere woorden de leken gingen zelf naar de mis, op pelgrimage en deden mee aan het vasten. In dit opzicht, was de invloed van de bedelorden op de religieuze beoefening groot. Het tweede aspect van de middeleeuwse religieuze leven was dat de afbeeldingen van de heiligen een rol hebben gekregen van bemiddelaars. Dus, man bad tot de heilige om tussen God en hem te bemiddelen voor hem of voor zijn familie. In ruil daarvoor, beloofde een leek dat hij een vrome daad zou doen. En wat was een vrome daad? De leken voelden zich verplicht om iets terug te doen, dus ze gingen kunstobjecten laten maken zoals: schilderijen, altaren, sculpturen, relieken. In de 14de eeuw speelden de patrones een belangrijke rol in de Italiaanse maatschappij. De rijke families waren in staat geld te doneren aan de kerken en kapellen te bestellen met hun naamheiligen. Bouwen en de onderhouden van de kerken kostte geld, de religieuze konden voor de mis en de graafplaats in de kerk zorgen en de rijke families voor het geld. De nieuwe religieuze ordes zoals Franciscanen (1209), Dominicanen (1216) en Augustijnen (1236) hebben culturele en intellectuele horizonnen van de steden uitgebreid en verrijkt. Er kwamen kerken en kathedralen waarin de kunstenaars hun kwaliteiten konden laten zien en eventueel zichzelf op de kunstmarkt bekendmaken. Omdat de patronage een belangrijk rol speelden in de 14de eeuw, betekent dat de opdrachtgevers wilden en konden kunst met hun eigen identiteit laten maken. Dus ze creëerden samen met de kunstenaar een kunstwerk die vaak meer was dan alleen een prachtige fresco, schilderij of een monument in de kerk. B.v. Sassetti in zijn kapel combineert zijn status en familie met het geloof. Deze en andere voorbeelden zal in deze scriptie worden besproken. 30. Norman.1995, p.180 31. Norman. 1995, p.181 14 Santa Trinita, Florence De kerk Santa Trinita,(afb17) in Florence, werd gebouwd door de Vallombrosische monniken (Benedictijnse congregatie) midden van de 11de eeuw. In deze kerk bevind zich de Sassetti kapel.(afb18) Schenkers vonden in kerkelijke donaties een manier om familiebanden te versterken en familievermogen te behouden en te tonen. De rijkste burgers hadden een eigen grafkapel in een grote kerk. De Sassetti kapel werd tussen 1478-1485 door Domenico Ghirlandaio voorzien van fresco’s en een altaarstuk. De invloed van de schenker op religieuze voorstellingen werd niet alleen tijdens de onderhandelingen met de geestelijken tot gelding gebracht, maar ook gedurende het ontwerpproces. 32 Sassetti heeft zelf keuze gemaakt om het Franciscus verhaal uit te beelden, want hij was de familieheilige van de Sassetti’s. De episodes uit Franciscus leven werden gesitueerd in Florence. B.v. de goedkeuring van de Franciscus orde werd in Florence afgebeeld, herkenbaar aan stadhuis en loggia.33 De gebedsportretten en graven van Francisco Sassetti en zijn vrouw bepalen het beeld, boven is het vierkante altaarstuk met vertalende voorstellingen vol familierelaties. Hier werd voor het familiethema gekozen i.p.v. de kerkelijke voorstellingen. Deze kapel en de voorstellingen uit het leven van de heilige Franciscus werden gebruikt om de eigen familie te presenteren in relatie met de meest gezaghebbende burgers: de Medici, Pucci, Poliziano. Deze kapel geeft ook aan hoe in die tijd de betrekkingen waren tussen Rome en Florence. Bovendien oriënteerde Sassetti zich als rijk koopman cultureel op Rome, want hij was als toonaangevend lid van de Medici-factie geheel afhankelijk van Romeinse zaken en curiepolitiek. Het levensverhaal van de Heilige werd terzijde geschoven naar de zijwanden en was op de beeldbepalende hoofdwand bijzaak geworden. Dus wij zien dat het programma van de afbeeldingen van de heilige was veranderd. De oorzaak daarvan was in hoofdlijnen de sociale en politieke ontwikkeling die elke stad meemaakte door de jaren heen. En dit alles was te merken aan hoe de schenkers en de kunstenaars een en hetzelfde thema op hun eigen manier interpreteerden. In de Sassetti kapel zien wij een duidelijke verschil met de fresco’s van de bovenkerk in Assisi en de Bardi kapel. Hier zien wij de portretten, het uitzicht van de staat, religieuze en klassieke onderwerpen. Dus deze kapel vertelt niet alleen het verhaal van een heilige maar ook van een rijk man en biedt ook een kijkje op de politiek en de sociale situatie van die tijd De machtige bankier Francisco Sassetti wilde eerst een kapel in de Santa Maria Novella laten versieren met scènes uit het leven van zijn patroonheilige Franciscus van Assisi, maar de Dominicanen die daar verbleven waren tegen dit plan om de stichter van de Franciscanenorde in een Domincanerkerk te huldigen. Ze gingen zo fel in de oppositie dat Sassetti zijn plannen moest laten varen.34 Uiteindelijk werd besloten om de Franciscus cyclus in een zijkapel van de ernaast gelegen kerk van de Santa Trinità te schilderen. Voor deze kapel werd bewust gekozen voor het thema Geboorte. Want dit werd geassocieerd met het geboorte en het overlijden van Sassetti’s oudste zoon Teodoro. Opwekking door de heilige van een zoontje van de notaris. Dit was ook een soort eerbeton voor zijn overleden zoon. Er werd de geboorte van Jezus afgebeeld, het wonderijke herleven van een kind uit de dood door de heilige Franciscus en het begraven van de Heilige.(afb19) Ghirlandaio kende zeker de fresco’s van Giotto in de bovenkerk in Assisi en in Bardi kapel Florence, maar hij deed anders dan Giotto. i.p.v. Rome als achtergrond te kiezen schildert Ghirlandaio Florence en Verona. (Florence werd als tweede Rome gezien) Het was niet alleen zijn idee maar was ook de wens van zijn opdrachtgever. Dus deze kapel heeft niet alleen een religieuze functie maar ook een sociale en politieke functie. Sassetti wilde met deze kapel de 15 banden van zijn familie versterken en presenteren. Want er zijn naast de Sassetti’s belangrijke families van Florence geschilderd zoals de Medici’s en Polenziano. Ghirlandaio gebruikt de antieke elementen als interieur voor zijn fresco’s, zoals het gebouw van il tempio della Pace. 35 en het gesimuleerde standbeeld van David (afb20) die ook als personificatie van Florence werd gezien. Deze twee elementen brengen een boodschap van vrede en overwinning over, die zeker met de opdrachtgever werd overlegd, totdat deze werden afgebeeld. Ghirlandaio maakt gebruik van de fresco’s van Giotto en kopieert de begrafenis van de heilige Franciscus uit de Bardi kapel. (afb21) Afb21. De begrafenis van de H. Franciscus Sassetti kapel en Bardi Kapel Ghirlandaio is met Sassetti als opdrachtgever erin geslaagd om de kapel prachtig te schilderen in een totaal andere sfeer dan de Bardi kapel en de bovenkerk in Assisi. Deze kapel met zijn duale functie: aan de ene kant werd de heilige Franciscus vereerd en de andere kant was de verzoening te zien tussen Florence en de Paus. Maar deze kapel heeft nog een derde functie, die naar mijn mening de allerbelangrijkste is en de voornaamste bedoeling van de Sassetti weergeeft: de Sassetti familie. Hij liet zichzelf op drie manieren afschilderen.36 Hij staat naast Lorenzo als een vroom man en patriot van Florence, knielend naast het altraar en in het medaillon in van zijn graaf. Door middel van dit programma wilde Sassetti herdacht worden als een vroom christen en de patriot van Florence. 32. Bram Kampers. 1987 p. 227 33. Bram Kampers. p. 229 34. Eve Borsook, 1981.p. 10-16 35. Eve Borsook, 1981.p.46 36. Eve Borsook. 1981.p. 57 16 Santa Maria Gloriosa dei Frari Hier zal ik de basiliek bespreken die in het noordoosten van Italië ligt => Venetië en werd gebouwd in 1250. De geschiedenis van deze basiliek gaat terug naar 1200, wanneer de volgelingen van Franciscus van Assisi in Venetië aan kwamen. De basiliek werd aantal keer verbouwd en werd in 1492 toegewijd aan Maria met de gegeven naam: Santa Maria Gloriosa dei Frari. (afb22,23) De historicus Liberale Gatti schrijft over deze basiliek: “ supreme monument of religious Gothic-Venetian architecture,[…]. Art, prayer, the people and the monks: these are the inseparable elements of which the Frari is made up". Hier zullen wij zien hoe anders deze Franciscaanse basiliek en het interieur er uit ziet dan de hier boven besproken kerken. Er zijn geen fresco’s, geen kapellen die aan de heilige Franciscus zijn gewijd, geen samenhangend programma, maar de graftombes en de kunstwerken van verschillende kunstenaars o.a. Giovanni Bellini, Bartolomeo Bon, Pregno, Donatello, Titaan, Paolo Veneziano, Campana 37 De eenvoud van het interieur correspondeert met de idealen van de Franciscanen. Maar bij de schilderijen die in verschillende eeuwen zijn gemaakt kan niet worden gesproken van eenvoud. Deze twee Franciscus beeldhouwwerken die zich in deze basiliek bevinden, tonen de eenvoud en de soberheid. (afb. 24,25) Op deze drie schilderijen is de Heilige Franciscus afgebeeld.(afb.26,27,28) Deze zijn mooi van kleur, hebben een rijke uitstraling en zijn sierlijk. Dus hier kan gezegd worden dat het niet meer ging over de Ordo Fratrum Minorum maar over het vakmanschap van de kunstenaar. 37. http://en.wikipedia.org/wiki/Basilica_di_Santa_Maria_Gloriosa_dei_Frari 17 De Basiliek van de heilige Antonius, Padua Deze basiliek (afb29,30) is gewijd aan de belangrijkste heilige van de Franciscanen: de heilige Antonius (1195-1231). Hij sloot zich aan bij de Minderbroeders in 1220. Hij is de patroonheilige van de Franciscanen, verloren voorwerpen, vrouwen en kinderen, armen, bakkers, mijnwerkers, het huwelijk, reizigers, verliefden en patroon tegen schipbreuk, de pest en koorts. 38 Dit prachtige en enorm gebouw is de getuigenis van zijn belangrijkheid binnen de Orde. Op deze plaats stond een kleine kerk, de Santa Maria Mater Domini, die later in 1238-1310 werd verbouwd. In deze basiliek bevonden zich verschillende kapellen, schilderijen en grafmonumenten, die ook zoals in Santa Maria Gloriosa dei Frari door de verschillende kunstenaars in verschillende perioden zijn vervaardigd. De kapel van “het meest heilige sacrament” werd door Erasmo de Narni, beter bekend als Gattamelata, betaald. De kapel van de “heilige Johannes” was besteld door Bonifacio Lupi, die bij de rechtbank werkte. Er zijn nog andere kapellen zoals: Madonna Mora, de kapel van de heiligen, kapel van de heilige Lucas, kapel van de heilige Catherina van Siena…de kapellen van de heilige Joseph, Stanislaus, Bonifantius, Rose van Lima en Franciscus van Assisi, zijn gedecoreerd in de 19de en de 20de eeuw. 39 De belangrijke grafkapel in deze basiliek is kapel van de heilige Antonius. De fresco’s zijn gemaakt door Stefano de Ferrara. Het altaar is gemaakt in de 16de eeuw door Tiziano Aspetti, ook de beelden van de heilige Antonius, Bonaventura en Luis van Anjou zijn van de hand van dezelfde kunstenaar. Bij het koor presbyteriumcomplex zijn naast andere beelden zijn de beelden van H. Antonius en de H. Franciscus gemaakt door Donatello (afb31,32). In het Sacristie is er een fresco waar de twee heiligen Antonius en Franciscus zijn met Maria en kind afgebeeld. In deze basiliek er is een geen vaste programma, maar kapellen en graftombes die met de fresco’s van de heiligen zijn gedecoreerd. Maar er is wel een hoofdlijn die waarbij de heilige Antonius een belangrijke rol speelt, maar niet zoals bij de Assisi basiliek waar de bovenkerk alleen aan de heilige Franciscus is toegewijd. Misschien is de reden van deze verscheidenheid dat de kapellen en de graftombes door verschillende kunstenaars zijn gemaakt, voor de verschillende opdrachtgevers in verschillende periodes. 38. http://en.wikipedia.org/wiki/Basilica_of_Saint_Anthony_of_Padua 39. a guidebook, to the basilica of st. Anthony. Padova, 1960 18 San Francesco della Vigna, Venetië Afb33. San Francesco della Vigna De kerk San Francesco della Vigna (afb33,35) is één van de twee Franciscaanse kerken in Venetië. De locatie werd in 1253 door Marco Ziani gedoneerd om het klooster te bouwen. Dit eerste klooster werd het huis van de Frati Minori dell’Osservanza. Rond 1500 werd de kerk gereconstrueerd wegens twee factoren: de ingrijpende veranderingen binnen de Franciscaanse orde ( meer leden en de uitbreiding van de orde) en de andere factor was de wens van de doge Andrea Gritti, wiens familie paleis aan de kerk grensde. De kerk werd gebouwd in de Renaissance stijl door Jacopo Sansovino. 40 De architect werd geadviseerd door de Franciscaanse broeder, Fra Fransecso Zorzi, die de afmetingen van de alle elementen baseerde op het getal drie, omdat dit getal werd geassociëerd met de heilige Drie-eenheid. Het interieur van de kerk heeft de eenvoud en de strengheid die passend is voor de Franciscaanse orde. Elke kapel werd verkocht aan de aristocraten en kardinalen voor 200-300 lira om het geld te verzamelen voor het bouw van de kerk. De kapellen werden verkocht o.a. aan doge Andrea Gritti, Vettor Grimini en zijn broer kardinaal Mariano, familie-Grimani, Bragadin, Contarni, Dandolo, Sagrado familie. Ik heb gekozen om de kapel van Badoer-Giustiniani (afb34) (de machtige familie in Venetië) te beschrijven omdat deze kapel de oudste kapel van deze kerk is en een belangrijke rol speelt in de geschiedenis van de kerk. Deze kapel werd beschouwd als één van het meest indrukwekkende ensemble van de vroeg Venetianse Renaissance sculpturen in Venetië. Aan dit monument hebben twee generaties kunstenaars gewerkt, de huidige kapel is het werk van Jacopo Sansovino van 1530.41 Het altaarstuk werd voltooid door Pietro Lombardo’s atelier in 1500, waarop de heiligen zijn afgebeeld die de naamheiligen zijn van Badoer familie. De volgende heiligen zijn afgebeeld: de heilige Antonius van Padua, met deze heilige werd Badoer’s zoon Antonio herdacht die in 1484 overleed. Hijzelf en zijn vrouw werden herdacht door de heiligen Hiëronymus en Michael, zijn dochter en schoonzoon met de naamheiligen Agnes en de heilige Benedictus.42 40. Howard, Deborah (1975). P. 64-74 41. Bauer. International Herald Tribune's Italian supplement Italy Daily , July 26, 2002 42 . M. Schulz. 2003. p. 14 19 Na de dood van Agnes Badoer (de dochter van Girolamo Badoer) kwam deze kapel onder de patronage van haar zoon Mar’Antonio Giustiniani.43 De oude Badoer-Giustiniani kapel stond op de dezelfde plaats als in de oude kerk en voor de verbouwing van de kerk had de Badoer familie zijn eigen graftombes binnen de kerk. 44 De andere reden waarom ik voor deze kapel koos is dat deze kapel anders is dan de bovengenoemde kapellen en fresco’s. Het merendeel van de kapellen is van marmer en dat maakt de kerk ook interessant. Ondanks het feit dat de kerk van de Franciscaanse orde is, werd ervoor gekozen om in deze kapel geen levensverhaal en wonderen van heilige Franciscus en andere heiligen af te beelden. Dus het is geen verering van een individu maar het draagt een ander verhaal. De familie leden staan centraal, want er zijn de naamheiligen afgebeeld, ook de verhalen en de belangrijke figuren uit de Nieuwe en de Oude Testament. Maar hoe komt dat er in San Francesco della Vigna, de heilige Franciscus geen belangrijke plaats inneemt zoals het geval was in bovengenoemde kerken en kathedralen. Ik denk dat daarvoor twee redenen zijn: de kerk werd herbouwd in de vroeg 16de eeuw wat betekent dat er meer vrijheid was om de kapellen te bouwen zoals de eigenaar wilde en het hoefde niet per sé de aanhanger van de heilige Franciscus te zijn of van een andere orde. Het ging om het plek in de kerk die over de status en macht van de familie kon spreken. De andere reden was, dat zoals boven werd vermeld, de kapellen werden verkocht aan de aristocraten en kardinalen met aanzien en geld en het geld was nodig om de kerk te verbouwen. Dus het kan geconcludeerd worden dat in die tijd zelfs de Franciscaanse broeders niet veel waarde hechtten wat voor kapellen met welke verhalen er zouden komen, het belangrijkste was geld waarmee dit enorme en prachtig gebouw gebouwd kon worden. 43. 1995, p.180 44. ibidem 20 Conclusie De nieuwe ordes hadden kunst nodig om hun identiteit en ideologieën te bevorderen. Ook de kunstenaars konden deze nieuwe opdrachten goed gebruiken om met elkaar te concurreren en met elkaar te samenwerken. Zoals het geval was in de basiliek van de heilige Franciscus, waar veel kunstenaars uit Siena en Florence aan de muurschilderingen werkten. Ze moesten laten zien dat ze geschikt waren voor dit werk en het interieur van de basiliek moest één geheel uitstralen. Vaak werden ze beïnvloed door elkaars werk, de stijl of een techniek werd overgenomen, aangepast of verbeterd. Dit werd zo goed gedaan dat het vaak voor de kunsthistorici moeilijk is onderscheid te maken tussen de kunstenaars. B.v er is nog steeds onbeantwoord wie de makers zijn van de Bovenkerk in Assisi.(men gaat ervan uit dat het Giotto’s werken zijn, maar er zijn veel vraagtekens). Zoals boven werd gezegd speelt Giotto’s kunst een belangrijke rol in de Franciscaanse orde. Giotto schildert taferelen met levensechte plastische figuren, geplaatst in een reële ruimte (landschap en architectuur in beginnend perspectief), belicht door een natuurlijk invallend licht. Intense gevoelens worden door middel van gelaatsexpressie en sprekende gebaren uitgebeeld. Weinig heiligen en weinig kunstenaars hebben zo veel aandacht gekregen als Heilige Franciscus en Giotto di Bondone. Het karakter van de Franciscaanse orde was anders dan bij overige religieuze ordes. Ze koesterden de cultus van hun oprichter. Hoe de kunst en literatuur de heilige Franciscus afbeeldde had te maken met zijn leven. Veel Franciscaanse schrijvers beweren dat Franciscus heel uniek was omdat hij stigmatas had gekregen en dat betekende een goddelijke goedkeuring. En dit laatste bepaalde de persoonlijkheid van Franciscus in de kunst. Er was meer aan de hand dan alleen de keuzes hoe de heilige afgebeeld moest worden. In de late Middeleeuwen begon er een verandering te komen in het begrip van de afbeeldingen van heiligen. Voor de 14de eeuw werd de iconografie en het design van het programma bepaald door de ordes en door de geestelijken. In het begin van de 14de veranderde dit, nu speelden de aspiraties en de smaak van de patronages ook de belangrijke factor. In de kerken waar de Sassetti en Badoer kapellen bevinden, zijn deze veranderingen goed te zien. Ze gebruikten hun macht en geld om deel uit te maken van de kerken om hun namen te vereeuwigen. Wat nog belangrijker is dat in de Franciscaanse kerken de rijke families en hun status centraal staan en de heiligen een bijrol spelen. In deze kapellen kunnen wij de familiegeschiedenis af lezen. Ook de emotionele aspecten van de families werden in het beeldprogramma gevisualiseerd en verwerkt. De levensverhalen en de wonderen van de heilige Franciscus vormen niet meer de hoogtepunten in de kerken en kathedralen. De politieke en maatschappelijke veranderingen hebben ervoor gezorgd dat er ook in de kerk variaties kwamen. Geld werd belangrijk om te blijven functioneren en de rijke leken konden ervoor zorgen. Door dit grote aanpassingsvermogen van de Ordo Fratrum Minorum heeft zij de kunst gestimuleerd en tot op heden vormen de Minderbroeders een deel van de maatschappij. In deze scriptie werden de kerken en de kathedralen besproken waarin de Franciscaanse orde een belangrijke rol speelde. Dankzij de Franciscanen kregen kunstenaars de opdracht om grandioze en prachtige gebouwen te bouwen en meesterwerken te creëren die tot op heden worden bewonderd. 21 Literatuurlijst 1. Ruskin. J. Giotto and his Works in Padua. London, 1905 2. Meiss. M. Painting in Florence and Siena after the Black Death, the arts, religion, and society in the mid-fourteenth century. Princeton, 1978 3. Saalman. H. The church of Santa Trinita in Florence. Pennsylvania, 1966 4. De Kok. Acht eeuwen Minderbroeders in Nederland. Hilversum, 2007 5. Verheij. S. Naar het land van de levenden. Utrecht, 2007 6. Robson. M. St Francis of Assisi. London, 1997 7. Lunghi. E. The Basilica of St. Francis at Assisi. London, 1996 8. Goffen. R. Spirituality in Conflict, Saint Francus and Giotto’s Bardi Chapel. Lindon, 1988 9. Davis. T. Charles. Education in Dante’s Florence,” Speculum 40, 1965 10. Van Beuren. T. Leven na de dood, gedenken in de late Middeleeuwen. Tournhout,1999 11. Barasch. M. Giotto and the language of gesture. Cambrige, 1987 12. Kampers. B. Kunst, macht en mecenaat, Het beroep van schilder in sociale verhoudingen 1250-1600. Amsterdam, 1987 13. Borsook. E. Offerhaus. J. Francesco Sassetti and Ghirlandaio at Santa Trinita Florence. Doornspijk, 1981 14. a guidebook, to the basilica of st. Anthony. Padova, 1960 15. Howard, Deborah. Jacopo Sansovino; Architecture and Patronage in Renaissance Venice. in Yale University press, 1975 16. Schulz. A. M. The Badoer-Giustiniani Chapel in San Francesco della Vigna, Venice. Firenze, 2003. 17. Bauer. C. Church of San Francesco della Vigna. by International Herald Tribune's Italian supplement Italy Daily. July 26, 2002 18. Norman. D. Siena, Florence and Padua: art, society and religion 1280-1400, volume I, interpretative essays. London, 1995 19. http://en.wikipedia.org/wiki/Basilica_di_Santa_Maria_Gloriosa_dei_Frari 20. http://nl.wikipedia.org/wiki/Sint-Franciscusbasiliek_(Assisi) 21. google.com voor de afbeeldingen 22 Afbeeldingenlijst 1. Giotto. Franciscus van Assisi, de benedenkerk in Assisi 2. De basilica van de heilige Franciscus in Assisi (1228-1253) 3. De basilica van de heilige Franciscus in Assisi, de bovenkerk 4. De basilica van de heilige Franciscus in Assisi, fresco’s in de bovenkerk 5. De Santa Croce, Florence (1294-1442) 6. De Bardi kapel in Santa Croce 7. Het interieur van Santa Croce 8. De Bardi kapel fresco’s door Giotto , Santa Croce 9. afbeeldingen 9 t/m 16 zijn details uit de fresco’s van Giotto 17. Santa Trinita, Florence, 13de eeuw 18. De Sassetti kapel, Ghirlandaio 19. De Sassetti kapel fresco’s 20. David, Sassetti kapel. 21. De begrafenis van de H. Franciscus. Fresco’s uit de Sassetti kapel en Bardi kapel 22. Santa Maria Gloriosa dei Frari, 13de eeuw 23. Santa Maria Gloriosa dei Frari, het interieur 24. H. Franciscus, kunstenaar onbekend 25. H. Franciscus, kunstenaar onbekend 26. Bernardino Licinio, Madonna met de Heiligen, 1524 27. Titian, Madonna met de Heiligen en de Presari familie, 1519 28. Veneziano, Madonna met de H. Franciscus en H. Elizabeth van Hongarije met de familie Dandolo, 1339 29. De Basiliek van de heilige Antonius, 1238-1310, Padua 30. De Basiliek van de heilige Antonius, het interieur 31. H. Franciscus, brons, Donatello 32. H. Antonius, brons, Donatello 33. San Francesco della Vigna, Venetië, 13de eeuw 34. De Badoer- Giustiniani kapel 35. San Francesco della Vigna, het interieur 23