Persvoorstelling Uitkomstenevaluatie pilootproject “Drugbehandelingskamer”, Rechtbank Eerste Aanleg, Gent. Onderzoek door de Vakgroepen Strafrecht en criminologie (Brice De Ruyver, Freya Vander Laenen, en Ciska Wittouck) en Orthopedagogiek (Anne Dekkers en Wouter Vanderplasschen) van de Universiteit Gent en de Dienst voor het Strafrechtelijk Beleid (Saaske De Keulenaer en Stefan Thomaes) 1. Achtergrond van het onderzoek Op 1 mei 2008 startte, met akkoord van de toenmalige Minister van Justitie, het pilootproject ‘Drugbehandelingskamer’ (DBK) binnen de rechtbank van Eerste Aanleg van Gent. In dit project worden alle druggerelateerde dossiers gecentraliseerd. Het DBK-project is bedoeld voor problematische druggebruikers, die daarnaast druggerelateerde criminaliteit hebben gepleegd. 1.1. Waarom een drugbehandelingskamer? Binnen justitie is in de loop van de jaren het besef gegroeid dat de reactie vanuit politie, het parket en de rechtbanken tegenover druggebruikers het ultimum remedium (laatste redmiddel) zou moeten zijn. Zij zijn immers niet de aangewezen actoren om een antwoord te formuleren op een maatschappelijk fenomeen zoals het druggebruik, en ze zijn daar ook niet langer toe in staat gezien de groeiende overbelasting van het strafrechtssysteem in het algemeen en de gevangenissen in het bijzonder. Vandaar dat druggebruikers via alternatieve maatregelen zoveel mogelijk moeten doorverwezen worden naar de (drug)hulpverlening omdat daar het probleem van het druggebruik in de kern kan worden aangepakt. Vanuit dit besef zijn op de diverse niveaus van de strafrechtsbedeling verschillende doorverwijsmogelijkheden gecreëerd naar de drughulpverlening. Zo ontstond in 2005 in het gerechtelijk arrondissement Gent het project ‘Proefzorg’ op parketniveau en startte men in 2008 met de drugbehandelingskamer op het niveau van de straftoemeting (de rechtbank). 1.2. Hoe werkt de drugbehandelingskamer? Binnen de drugbehandelingskamer zijn het parket en de rechter gespecialiseerd in de drugsmaterie en is bij elke zitting een liaison aanwezig. De liaison is een hulpverlener die de verbinding vormt tussen justitie en de drughulpverlening. De liaison staat de beklaagde/cliënt bij en stelt de meest geschikte hulpverleningsvorm voor die specifieke beklaagde/cliënt voor. De liaison helpt bovendien bij de verdere doorverwijzing binnen de hulpverlening. De behandeling van een zaak verloopt via verschillende zittingen: de inleidende zitting, de oriëntatiezitting, opvolgzittingen en de eindzitting. De beklaagde wordt gedagvaard op een inleidende zitting. Wanneer de beklaagde akkoord gaat met de tenlastelegging, polst de rechter naar de bereidheid van de beklaagde voor een doorverwijzing naar de hulpverlening en voor het doorlopen van een traject in de hulpverlening. Tijdens de zitting besteden de actoren aandacht aan het drugprobleem en aan problemen op de andere levensdomeinen (zoals werk, schulden, woonst). De beklaagde is niet verplicht in te gaan op dit voorstel een traject in de hulpverlening op te starten. Gaat de beklaagde niet in op het voorstel, dan volgt onmiddellijk de eindzitting van de DBK en start een klassieke correctionele procedure. Indien de beklaagde bereid is een traject in de hulpverlening op te starten, dan krijgt hij/zij op de dag van de inleidende zitting een afspraak met de liaison - die op de zitting aanwezig is - die samen met de beklaagde een traject opstelt, al dan niet met bijkomende ondersteuning door het justitiehuis. De liaison informeert de beklaagde/cliënt over de bestaande mogelijkheden binnen de hulpverlening (vb. ambulant of residentieel) en samen werken zij een behandelingstraject uit dat aansluit bij de specifieke problematiek van de beklaagde/cliënt. De liaison blijft de beklaagde gedurende het traject bijstaan. Twee weken na de inleidende zitting verschijnt de beklaagde/cliënt op een oriëntatiezitting, waar de rechtbank samen met de beklaagde/cliënt het hulpverleningstraject overloopt. De beklaagde/cliënt moet de eerste maand minimaal om de twee weken voor de rechtbank verschijnen, daarna minstens één maal per maand, op de opvolgzittingen. Tijdens deze zittingen volgen dezelfde actoren (rechter, parket, advocaat en liaisons) de beklaagde/cliënt gedurende zes tot tien maanden van dichtbij op. Deze actoren kunnen het hulpverleningstraject bijsturen, op maat van de beklaagde/cliënt of indien het traject niet naar behoren verloopt. Tijdens de eindzitting kunnen de straf en de eventueel op te leggen voorwaarden op maat worden bepaald. 2. Een wetenschappelijk onderzoek naar de uitkomsten van de Gentse drugbehandelingskamer Het doel van het onderzoek? Het centrale doel van het onderzoek was nagaan wat de uitkomsten van de Drugbehandelingskamer zijn. Is er een daling van de recidive bij DBK-cliënten? Daalt het druggebruik? Zijn meer DBK-cliënten aan het werk? Daarnaast onderzochten we hoeveel de DBK de overheid kost en wat de ervaringen zijn van de DBKcliënten en de hulpverleners met de drugbehandelingskamer. 3. Resultaten van het onderzoek: de uitkomsten van de Gentse drugbehandelingskamer 3.1. De uitkomsten van de Gentse drugbehandelingskamer: recidive Een eerste vaststelling is dat de tijd tussen de laatst gepleegde feiten en de start van een traject voor de Gentse drugbehandelingskamer gemiddeld genomen slechts 6 maanden bedraagt. Bij 80% van de DBK-groep daalde de recivide; 3/4de recidiveerde namelijk niet in de eerste 18 maanden volgend op hun DBK-traject; 1/4de pleegde in deze periode gemiddeld minder feiten dan voor de DBK. Bij 20% steeg de recidive in de eerste 18 maanden na het DBK-traject. Ook bij DBK-clienten met een uitgebreide criminele voorgeschiedenis (= meer dan 20 antecedenten met een vonnis, minnelijke schikking, strafbemiddeling of beleidssepot tot gevolg) blijkt dat de meerderheid minder recidiveert (namelijk 5 respondenten recidiveerden niet, 5 respondenten kenden een daling in hun pleeggedrag en 2 respondenten vertoonden een toename in hun pleeggedrag). De vergelijking van de recidive in de DBK-groep met de controlegroep (die controlegroep bestaat uit beklaagden die verstek lieten gaan voor de DBK of niet bereid waren een DBK-traject te volgen en bijgevolg een klassieke rechtspleging ondergingen) toont aan dat DBK-cliënten significant minder recidiveerden dan de personen uit de controlegroep. In de DBK-groep recidiveerde namelijk 38,6% tegenover 56,1% in de controlegroep. Wanneer toch wordt gerecidiveerd, dan blijkt wel dat een recidivist in de DBK-groep even frequent en even snel recidiveert dan een recidivist in de controlegroep. Zo recidiveerde 70% van de recidivisten in de DBK-groep binnen de 6 maanden na het beëindigen van het DBK-traject. Op basis van de voorgaande analyses kunnen we voorzichtig besluiten dat het volgen van een DBK-traject gepaard gaat met minder recidive de eerste 18 maanden na het traject in vergelijking met het ondergaan van een klassieke rechtspleging voor de DBK. Deze vaststelling geldt ook DBK-cliënten met een uitgebreide strafrechtelijke voorgeschiedenis. 3.2. De uitkomsten van de Gentse drugbehandelingskamer: middelengebruik en andere belangrijke levensdomeinen Bij cliënten die een hulpverleningstraject hebben gestart voor de Gentse drugbehandelingskamer wordt een verbetering vastgesteld op verschillende belangrijke levensdomeinen bij het einde van dat traject. De DBK slaagt erin justitiecliënten succesvol door te verwijzen naar de drughulpverlening; ze worden ook begeleid bij hun financiële problemen. DBK-cliënten zetten ook de stap naar de arbeidsmarkt tijdens hun traject. We zien een status quo voor heroïne-, amfetamine- en cannabisgebruik en op het vlak van huisvesting. Deze uitkomsten zijn een succes te noemen; middelengebruik is immers een complexe en chronische problematiek. De onderzochte dossiers bevatten onvoldoende registratiegegevens om uitspraken te doen over de uitkomsten van de Gentse drugbehandelingskamer voor de gebruiksfrequentie, de gebruiksmethode, de familiale en sociale relaties, de vrijetijdsactiviteiten, en de lichamelijke en de geestelijke gezondheid. 3.3. De overheidsuitgave voor de Gentse drugbehandelingskamer De overheidsuitgaven voor de Gentse drugbehandelingskamer blijven beperkt (het gaat om de overheidsuitgave voor personeels- en werkingskosten,inclusief parket, rechtbank en liaison-team). Voor een volledig werkingsjaar in 2008 zou de uitgave bij benadering minimaal €104.525,8 en maximaal €120.797,1 bedragen hebben. Een drugbehandelingskamer betekent echter niet enkel een extra overheidsuitgave, de kamer kan ook winst opleveren. Bijvoorbeeld door minder uitgaven op elk echelon van de strafrechtsbedeling omwille van een recidivedaling of door minder gezondheidskosten omwille van een daling in het druggebruik. 3.4. De ervaringen van hulpverleners met de Gentse drugbehandelingskamer DBK-cliënten stellen, in overleg met de liaison, een hulpverleningsplan op met doelstellingen voor concrete problemen binnen verschillende domeinen van hun leven. De analyse van de hulpverleningsplannen toont dat bepaalde levensdomeinen frequent terugkomen: namelijk middelengebruik, huisvesting, werk en inkomen. Iedere cliënt kent bij het nastreven van zijn hulpverleningsplan een eigen pad. Hierbij slagen sommige DBK-cliënten erin om nagenoeg al hun doelstellingen te realiseren, terwijl dit bij anderen slechts ten dele of helemaal niet lukt. Individuele cliëntkenmerken maar ook de rechter, liaison, hulpverlening en directe leefomgeving kunnen hierbij een rol spelen. Uit de interviews met (drug)hulpverleners en met de liaisons komt naar voren dat zij globaal positief staan ten opzichte van de DBK. Redenen voor die positieve evaluatie door de hulpverleners zijn: DBK-cliënten krijgen de kans om de onderliggende (afhankelijkheids-)problemen aan te pakken; de aanpak van de DBK gericht op de individuele noden van de DBK-cliënt; de DBK speelt kort op de bal. De liaisons hebben een grote meerwaarde. De liaison is een schakelfiguur tussen justitie, hulpverlening en DBK-cliënt en is ingebed in de hulpverlening. De liaisons geven de DBK-cliënt gerichte en concrete informatie over de (drug)hulpverlening en ondersteunen de cliënt tijdens zijn/haar DBK-traject. Een essentiële randvoorwaarde voor een goede werking van de DBK is dat een ruim netwerk van verschillende vormen van hulpverlening bestaat, net omdat de problematiek van DBK vaak complex is. 3.5. De ervaringen van de DBK-cliënten met de Gentse drugbehandelingskamer De DBK-cliënten staan globaal genomen positief tegenover het project. Zij beschouwen de Gentse drugbehandelingskamer vooral als een kans om hun leven terug op het juiste spoor te krijgen en iets te maken van hun toekomst. Zij benadrukken hierbij het interactieve karakter van de drugbehandelingskamer. Ook het menselijke gezicht van de rechter kunnen de DBK-cliënten appreciëren. Tot slot hechten zij veel belang aan de figuur van de liaison, niet in het minst omwille van de vertrouwensrelatie die ze met de liaison kunnen opbouwen. De DBK-cliënten geven aan dat de Gentse drugbehandelingskamer ervoor zorgt dat ze minder gebruiken en/of stoppen met gebruiken. Daardoor gaat het ook beter op andere belangrijke levensdomeinen, zoals hun familiale en sociale relaties en hun financiële situatie, aldus de DBK-cliënten. 4. Wat hebben we geleerd? 4.1. DBK Gent: verder zetten Dit onderzoek bevestigt de meerwaarde van de Gentse drugbehandelingskamer. Er wordt kort op de bal gespeeld zowel voor als tijdens een traject. Het volgen van een traject voor de Gentse drugbehandelingskamer heeft bovendien een gunstig effect op recidive. De kans op recidive is lager bij het volgen van een DBK-traject dan na een klassieke rechtspleging zonder enige vorm van begeleiding. Daarnaast voorziet de Gentse drugbehandelingskamer in de mogelijkheid te werken aan het problematisch middelengebruik en aan andere levensdomeinen waar de cliënten zelf moeilijkheden mee ondervinden, zoals de tewerkstelling en de financiële situatie. De gunstige uitkomsten van de DBK en de positieve ervaringen met de DBK gaan bovendien gepaard met een beperkte overheidsuitgave voor de werking van de Gentse drugbehandelingskamer. De resultaten tonen de zinvolheid van de Gentse drugbehandelingskamer aan en verantwoorden de voortzetting van Gentse drugbehandelingskamer in het gerechtelijk arrondissement Gent. 4.2. Uitbreiding DBK naar andere arrondissementen? De Gentse DBK kan niet zonder meer worden uitgebreid naar andere arrondissementen. Daarvoor zijn een aantal essentiële randvoorwaarden noodzakelijk. Ten eerste moet in een regio een uitgebreid en divers (drug)hulpverleningsaanbod beschikbaar zijn. Ten tweede is een cultuur van overleg tussen justitie en hulpverlening en respect voor elkaars doelstellingen een noodzaak. Ten derde is de functie van de liaison-hulpverlener onontbeerlijk voor het project. De liaison vormt de brug tussen justitie en hulpverlening en is dus de hoeksteen van een drugbehandelingskamer. Ten vierde is er nood aan een coördinator voor de drugbehandelingskamer om de randvoorwaarden te helpen realiseren en een uniforme uitvoering in alle arrondissementen te garanderen. 4.3. Evaluatie en registratie binnen justitie, een belangrijke werkpunt De registratie binnen justitie blijft een pijnpunt. We missen als onderzoekers bijvoorbeeld de resultaten van een aantal belangrijke uitkomstmaten, zoals de gebruiksfrequentie, de gebruiksmethode, de geestelijke gezondheidszorgproblemen. We raden dan ook sterk aan werk te maken van een systematische registratie, zeker bij de uitbreiding van de drugbehandelingskamer naar andere arrondissementen. Zo wordt een uitbreiding van de DBK een opportuniteit om een evidence-based justitieel beleid uit te bouwen.