INGEZONDEN LEVER Combinatie-therapie met DAA’s: de kop is er af S inds een paar maanden kunnen patiënten met hepatitis C interferon-vrij worden behandeld. Achtereenvolgens zijn sofosbuvir, simeprevir en daclatasvir beschikbaar gekomen. Vanwege de prijs heeft de minister restricties opgelegd, waarbij zij in deze eerste fase de behandeling toestaat van die patiënten waar de noodzaak tot therapie het grootst is: patiënten met een levercirrose of bijna cirrose (F3 of F4), patiënten op de wachtlijst voor of na levertransplantatie, en patiënten met (zeldzame) extrahepatische manifestaties zoals cryoglobulinemie-geassocieerde nierinsufficientie en porfyria cutanea tarda. Praktisch gezien komen hierdoor ca. 1500 patiënten dit jaar in aanmerking voor behandeling. Aan de ene kant is de beslissing om te prioriteren logisch: omdat de behandeling zo duur is, kunnen wij ons – zelfs in Nederland - niet veroorloven om direct alle patiënten te behandelen. Waarschijnlijk zou dat ook logistiek niet kunnen, maar dat even terzijde. Aan de andere kant is de beslissing ook weer niet logisch, omdat in de registratie studies met name patiënten met een minder ernstige leverziekte zijn behandeld. Omtrent de effectiviteit, toxiciteit en geneesmiddelen interacties bestaan bij patiënten met ernstiger vormen van leverziekte of na levertransplantatie dan ook nog vele vragen. Nieuwe gegevens komen echter in rap tempo beschikbaar; voor de gemiddelde behandelaar is dit alles nauwelijks nog te overzien. De internist-infectiologen kunnen volgens eigen richtlijnen behandelen, of de blik op de EASL en AASLD/IDSA richten. De MDL-artsen hebben vooralsnog alleen de EASL en de AASLD/IDSA; de MDL-richtlijnen adviseren namelijk een terughoudend beleid bij patiënten met levercirrose. Nieuwe gezamenlijke richtlijnen van internist-infectiologen en MDL-artsen zijn in de maak en worden komende zomer verwacht. Het wordt een hete zomer. De EMA heeft naast sofosbuvir, simeprevir en daclatasvir, inmiddels ook goedkeuring gegeven aan ledipasvir, ombutasvir, dasabuvir en paritaprevir. Deze nieuwe middelen moeten ook in de nieuwe richtlijnen worden verwerkt, want ze kunnen maar zo vanaf de zomer beschikbaar zijn. Middelen en combinaties die zonder maar ook met ribavirine gebruikt kunnen worden. Met alle bekende maar ook onbekende voor- en nadelen. Als na de Tambora-uitbarsting worden we bedolven onder mogelijkheden. Ten tijde van die uitbarsting waren er nog nauwelijks thermometers; met behulp van computersimulatie programma’s wordt nu een inschatting gemaakt van de klimatologische gevolgen, maar we zullen er nooit zeker van zijn. De patienten die we gaan behandelen accepteren geen inschatting maar verwachten zekerheid. Om aan de keuze-moeilijkheden tegemoet te komen, is door LiverDoc een app ontwikkeld (HCV-SVR-Predictor) welke de behandelaar in staat stelt om voor de individuele patiënt het best passende behandelschema te kiezen. Op grond van de voornaamste karakteristieken (Mono- of HIV-coinfectie, eerdere behandeling met een interferonregime, genotype en de aan- of afwezigheid van cirrose), wordt een opsomming gegeven van SVR-percentages afkomstig van alle verrichtte studies. Zo is direct zichtbaar welke mogelijkheden van behandeling er zijn, met de bijbehorende SVR percentages en de mate van bewijsvoering (grote of kleinere studies). De behandelaar moet zelf, evt. samen met de patiënt, een keuze maken; de app geeft geen behandeladvies, maar geeft de behandelmogelijkheden weer. Binnenkort verschijnt er ook een behandelapp, welke op vergelijkbare manier de behandeladviezen (richtlijnen) van de voor ons voornaamste wetenschappelijke verenigingen naast elkaar legt. Zie: www.liverdoc.nl Met de app binnen handbereik, hebben we in het Erasmus MC drie dagdelen beschikbaar voor de behandeling van hepatitis C. Inmiddels zijn ruim 80 patiënten gestart, met alle mogelijke combinaties van sofosbuvir, simeprevir, daclatasvir en ribavirine. Ernstige bijwerkingen zijn vooralsnog niet voorgekomen; wel moesten twee patiënten die ook ribavirine gebruiken een bloedtransfusie ondergaan. De eerste indruk is, dat de leverenzymwaarden al binnen enkele weken volledig normaliseren; het HCV-RNA is bij de meeste patiënten na 4 weken niet meer detecteerbaar. We hopen op een van de komende NVH-bijeenkomsten in Veldhoven de resultaten te presenteren; mogelijk gecombineerd met data van anderen als ‘real Dutch data’. We houden ons strikt aan de voorschriften van de individuele DAA’s. Omdat alle regimes sofosbuvir bevatten, behandelen we bijvoorbeeld daarom geen patiënten met primaire nierinsufficientie (klaring <30 ml/min). Bovendien zien we alle patiënten frequent voor controle (1x per 4 weken). De patiënten zijn vooral blij en opgelucht: eindelijk is er een interferon-vrije behandeling! Voor de dokter is het heel anders poli doen. Het is immers niet meer de vraag of de patiënt zal genezen, maar veel meer ‘waarom zou u nou niet genezen?’ Voor het eerst kunnen we op grote schaal patiënten met cirrose behandelen en genezen. Met de long-term follow up studie van Ad van der Meer in gedachten, kunnen we met name voor de cirrose patiënten concluderen dat de toekomst is begonnen! Rob de Knegt, Raoel Maan, Solko Schalm Marjolein van Tilborg Afd. MDL, Erasmus MC en LiverDoc 21