RAADSVOORSTEL 08.0028 Rv. nr.: 08.0028 B&W-besluit d.d.: 4-3-2008 B&W-besluit nr.: 08.0177 Naam programma +onderdeel: 6. Omgevingskwaliteit Onderwerp: Kredietaanvraag verdere uitbreiding van de begraafplaats Rhijnhof. Aanleiding: Nu de Volkstuinvereniging Veldheim het complex heeft verlaten kan gestart worden met de aanleg van de verdere uitbreiding van de begraafplaats Rhijnhof, overeenkomstig het eerder door de Raad vastgestelde plan. Voorgesteld wordt onder andere om hiertoe een krediet beschikbaar te stellen. Doel: Doel van het besluit is om de verdere uitbreiding van de begraafplaats Rhijnhof te realiseren. Kader: Het kader wordt gevormd door het op 13 november 2001 genomen raadsbesluit RV 01.0105 om in te stemmen met het plan voor de uitbreiding en herinrichting van de begraafplaats Rhijnhof en voor verplaatsing van het volkstuinencomplex Veldheim. De aanleg vindt gefaseerd plaats; nu is het moment aangebroken te starten met het tweede deel van de uitbreiding, op het verlaten terrein van Veldheim. Het eerste deel is gereedgekomen in 2007. In de Wet op de Lijkbezorging is vastgelegd, dat elke gemeente in Nederland moet beschikken over een begraafplaats. Deze wettelijke taak heeft de gemeente Leiden toegewezen aan de “Stichting Beheer Begraafplaats Rhijnhof” (SBBR), die daarvoor in september 1994 werd opgericht. De gemeente wijst 3 van de 5 bestuursleden aan. Sedert januari 1995 exploiteert de SBBR de begraafplaats Rhijnhof. Circa 10 jaar geleden werd geconstateerd dat de begraafplaats Rhijnhof de grenzen van haar capaciteit naderde. Er is toen door de SBBR, de beheerder en eigenaar van de huidige begraafplaats, een plan opgesteld voor uitbreiding op het naastliggende terrein dat in gebruik was als volkstuinencomplex van de Vereniging Veldheim. Het plan voorzag in een realisering in twee fasen. Vanwege het grote belang voor de gemeente en het grote investeringsbedrag wil de gemeente de verantwoordelijkheid dragen voor de uitvoering van dit project. Wel is het de bedoeling dat het werk in nauwe samenwerking met de SBBR wordt uitgevoerd, waarmee tot uitdrukking wordt gebracht dat de betreffende taakstelling van lijkbezorging door de gemeente in handen van deze stichting is gelegd. Ter herinnering: het uitbreidingsplan voorzag in de aanleg op het naastliggende gebied dat toentertijd in gebruik was als volkstuincomplex bij de Volkstuinvereniging Veldheim. Voor de volkstuinen werd compensatie geboden door aanleg van nieuwe tuinen in de Oostvlietpolder. Wel kon tijdens de aanleg van het eerste deel van de uitbreiding van de begraafplaats de helft van het volkstuinareaal nog in gebruik blijven. Uw Raad heeft op 13 november 2001 bij RV 01.0105 ingestemd met het plan. Daarbij en daarna zijn vanaf 2001 de volgende kredieten beschikbaar gesteld voor de aanleg van de eerste deel van de uitbreiding van de begraafplaats Rhijnhof (projectfase 2a en 2b), welke gepaard ging aan een gedeeltelijke herinrichting van de bestaande begraafplaats: a. bij RV 01.0105 van 2001 € 2.110.077 en b. bij RV 02.0032 van 2002 € 7.128.888 Het eerste deel van de uitbreiding van de begraafplaats is nu gereed (projectfase 2a). Een klein onderdeel behorend tot dit eerste deel van de uitbreiding is nog niet gerealiseerd. Het betreft de aanleg van een deel van het parkeerterrein op Veldheim (projectfase 2b). Dit kon niet (eerder) worden aangelegd omdat het benodigde terreindeel hiervoor nog in gebruik was bij de volkstuinvereniging Veldheim. Overwegingen: In mei 2007 heeft het bestuur van de Volkstuinvereniging Veldheim aan de gemeente schriftelijk kenbaar gemaakt, dat in de Algemene Ledenvergadering van april 2007 met meerderheid van stemmen was besloten het complex eind 2007 te willen verlaten op basis van een schadeloosstelling. Hierover is in goed overleg overeenstemming bereikt en per 1 januari 2008 is het complex Veldheim beschikbaar voor de uitbreiding van het tweede deel (projectfase 3), maar ook voor aanleg van genoemd deel van het parkeerterrein (projectfase 2b) uit het Definitief Ontwerp. Dit deel van het parkeerterrein, opgenomen in bovenvermelde krediet uit besluit RV 02.0032, zou nu aangelegd kunnen worden, maar het is beter te wachten totdat de ontruimingswerken op Veldheim en de zandophoging voor de tweede uitbreiding gerealiseerd zijn, teneinde schade te voorkomen. Met de ontruimingswerken is eind februari 2008 begonnen; deze zijn ook onderdeel van het bovenvermelde krediet uit besluit RV 02.0032. Overeenkomstig het in 2004 vastgestelde Definitief Ontwerp, is in het tweede deel van de uitbreiding (projectfase 3) opgenomen de afbouw van het parkeerterrein op Veldheim. Het is verstandig met deze aanleg te wachten tot de private Stichting Crematorium Leiden met de inrichting van hun deel van het voorterrein (projectfase T6) gereed is, dit terreindeel wordt thans nog gebruikt als parkeerterrein. Het is te verwachten dat deze inrichting in 2011 zal plaatsvinden. De SBBR heeft de behoefteraming geactualiseerd ten opzichte van de eerdere van 2001. Het blijkt dat het relatieve aantal crematies nog lichtelijk stijgt, maar voor het overige zijn de oude behoefteramingen nog redelijk valide. Conclusie: • er is een directe behoefte aan een specifiek gedeelte met Islamitische graven; de ruimte daarvoor was reeds eerder voorzien in deze fase; • er is vanaf 2016 behoefte aan extra kindergraven; • vanaf 2033 is er extra behoefte aan eigen graven. Waarom nu starten met het tweede deel van de uitbreiding? De redenen hiervoor zijn de volgende: • de tuinders van Veldheim hebben besloten het complex nu te verlaten. Als de uitbreiding dan vervolgens nu niet wordt gerealiseerd, zal het verlaten terrein moeten worden onderhouden; • doordat destijds door het niet kunnen verhuizen van alle tuinders naar de Oostvlietpolder gefaseerd moest worden gewerkt, is er om financiële en technische redenen voor gekozen om alle keldergraven te maken in het 1e deel van de • • uitbreiding. Hierdoor ontstaat een gebrek aan “eigen” zandgraven als het 2e deel niet (of veel later) wordt aangelegd; de behoefte aan Islamitische graven komt steeds dichter bij; het meenemen van een Islamitisch deel in het ontwerp (Masterplan) voor de uitbreiding Rhijnhof, is geschied op nadrukkelijk verzoek van de gemeenteraad door het aannemen van motie 54 uit 1999; het is gewenst zo snel mogelijk door te gaan, zodat een sfeervolle aansluiting ontstaat met het eerdere deel. Financiën: In het Investeringsprogramma is dit tweede deel van de uitbreiding van de begraafplaats Rhijnhof (projectfase 3) in de jaarschijf 2007 voor een bedrag van € 1.455.000 opgenomen onder het product 560.07 Investeringen stadsnatuur, water en groen van het programma 6. Omgevingskwaliteit. Omdat de realisatie van het bij de projectfase 3 behorende parkeerterrein wordt gerealiseerd in 2011, is het voorstel om de hieraan verbonden kosten van € 250.000 te laten verschuiven naar jaarschijf 2011 van het investeringsprogramma. Voor de aanleg van het tweede deel van de uitbreiding van de begraafplaats blijft een bedrag benodigd van € 1.205.000. Evaluatie: n.v.t. RAADSBESLUIT De Raad van de gemeente Leiden: Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders (raadsvoorstel 08.0028 van 2008), mede gezien het advies van de commissie BESLUIT: 1. 2. een krediet beschikbaar te stellen ter grootte van € 1.205.000 voor de aanleg van het tweede deel van de uitbreiding van de begraafplaats Rhijnhof (projectfase 3) vanuit het totaalbedrag van € 1.455.000 opgenomen in jaarschijf 2007 van het investeringsprogramma; in het investeringsprogramma het bedrag van de resterende investeringsruimte van € 250.000 te verschuiven van jaarschijf 2007 naar jaarschijf 2011 voor de aanleg van het resterende deel parkeerterrein op Veldheim. Gedaan in de openbare raadsvergadering van 22 april 2008, de Griffier, de Voorzitter, Dit voorstel is op 22 april 2008 ongewijzigd besloten. TECHNISCHE INFORMATIE Opsteller: Organisatieonderdeel: Telefoon: E-mail: A.C. Taminiau Werkvoorbereiding 5921 [email protected] Verantwoordelijk portefeuillehouder: wethouder Verkeer en Milieu Communicatie: wordt meegenomen in de reguliere communicatie. Bijgevoegde informatie: Inrichtingschets met faseaanduiding ADVIES PRESIDIUM Doel: Behandelingsvoorstel: Opmerkingen/aandachtspunten: