Project AARDE - CNME de Groenling

advertisement
Grotere gravers in de grond.
Wat is een gravend dier? Dat is een dier dat een hol graaft om in te wonen of
te schuilen, zoals bijvoorbeeld een konijn, mol, bosmarmot, grondeekhoorn of
salamander.
We noemen deze dieren gravers. Een ander soort dier dat een gat gemaakt
heeft, bijvoorbeeld een hond, is geen graver.
De meeste gravers hebben grote, sterke graafpoten.
Deze graafpoten kunnen, afhankelijk van de soort, zowel voorpoten als
achterpoten zijn. Sommige gravers leven altijd onder de grond. Anderen
leven ook bovengronds en graven alleen voor het vinden van voedsel of om
zich in veiligheid te brengen.
Gravers die altijd onder de grond leven.
Gravers die altijd onder de grond leven, hebben een korte romp, korte nek,
en naar buiten gerichte voorpoten om zich bij het graven schrap te zetten
tegen de wand van de tunnel.
Mollen
Je vindt de mol vrijwel overal, behalve in zure
bodems en op meer dan 2000 meter hoogte.
De aanwezigheid van een mol blijkt uit de grote
hoeveelheid molshopen die de mol maakt bij het
graven van zijn gangen.
Regenwormen vormen de grootste voedselbron.
Gravers die boven de grond leven
Niet alle gravers zijn zo goed aangepast aan het leven onder de grond. Dit
type gravers graaft alleen voor het vinden van voedsel of om zich in
veiligheid te brengen.
Konijnen (en iets over hazen)
Konijn
Haas
Vanwege hun knaagtanden en ook om hun levenswijze werden de konijnen
en hazen vroeger beschouwd als knaagdieren. Tegenwoordig vindt de
wetenschap dat zij niet nauwer verwant zijn met de knaagdieren dan met
andere zoogdieren. Kenmerkend zijn de lange, voortdurend groeiende
snijtanden. In tegenstelling tot knaagdieren hebben zij twee paar
bovensnijtanden. Direct achter de voorste paar snijtanden liggen kleinere,
niet-functionele snijtanden. Er is een opening tussen de snijtanden en valse
kiezen.
Konijnen en hazen zijn middelgrote dieren met lange oren en korte staarten.
Het zijdelings afgeplatte lichaam is aangepast aan hard rennen. De goed
ontwikkelde achterpoten zijn aanzienlijk langer dan de voorpoten. De
voorpoten hebben vijf tenen en de achterpoten hebben vier tenen.
Het bovenvlak van de voeten is bedekt met lange, borstelig haren en een
stootkussen als zij zich voortbewegen op harde ondergrond.
De kleur van de vacht is gewoonlijk niet opvallend en dikwijls een combinatie
van bruin, wit, grijs en zwart.
Van deze twee dieren is het konijn een echte graver.
Konijnen worden al vele eeuwen gehouden door mensen. Het zijn dan ook
erg populaire huisdieren. Er wordt ook al vele jaren mee gefokt en er is dus
een grote verscheidenheid aan rassen.
In Nederland kennen we ongeveer 50 verschillende konijnenrassen. In de
dierenspeciaalzaak komen we voornamelijk de kleinere konijnenrassen tegen
zoals de kleurdwerg en de Nederlandse hangoordwerg. Al onze
konijnenrassen stammen van oorsprong af van het wilde konijn. Het wilde
konijn leeft in groepsverband en woont in een burcht, een uitgebreid
gangenstelsel.
Opdracht 1: Zoek op het internet (Google) en in natuurboeken waaraan je
kunt zien of het een haas of een konijn is.
Een bijzondere graver: De IJsvogel
IJsvogels maken hun nestjes
namelijk in de oevers van rivieren,
beken of sloten. Samen met
oeverzwaluwen zijn het de enige
vogels in ons land die voor hun
nest een hol in de grond graven.
Opdracht 2: Zoek op het internet en in natuurboeken welke andere dieren,
die in Nederland voorkomen, ook in de grond holen en gangen graven.
Welk dier?
Waarom graaft dat dier? Waar heb je deze
gegevens gevonden?
Download