MIT- Tuinbouw en Uitgangsmaterialen Eerste tranche Openbare samenvatting MIT-Haalbaarheidsstudie MITU130002: Samenvatting project Het projectplan is een haalbaarheidsstudie voor duurzame bloeibeïnvloeding in Itoh Pioenen. Vanuit ketens van tuincentra in Europa en Amerika is een toenemende vraag ontstaan naar de nog nieuwe Itoh Pioenen. Aanvrager Itoh Peony Plus B.V. is een prominente kweker van uitgangsmateriaal voor dit nieuwe product. Het bedrijf wil graag deze markt bedienen. Echter het bloeimoment, bloeipercentage en de plantlengte voldoen nog niet aan de wensen van de klant. In een unieke samenwerking met ketenpartners wil Itoh Peony Plus B.V. een nieuwe duurzame agroketen stichten richting tuincentra in Europa en de Verenigde Staten voor Itoh Pioenen op pot. In de haalbaarheidsstudie zal gezocht worden naar een teeltmethode om aan de wensen van potentiële klanten te voldoen. In een eerste fase wordt in een literatuurstudie gezocht naar parameters die van invloed zijn. Met de uitkomsten worden oriënterend proefnemingen gedaan. Bij goede resultaten in de haalbaarheidsstudie zal een vervolgproject van twee jaar opgestart worden waarin de gevonden teeltmethode(n) getest worden in teeltproeven. Na deze testen kan de duurzame agroketen rondom Itoh Pioenen worden opgeschaald. Voor de gehele Pioenensector (van toeleverancier, teler tot exporteur) betekent dit een nieuwe markt met verregaande economische perspectieven. Door het project blijven de samenwerkende partijen de concurrentie in Europa ver vooruit. Er zullen spin off projecten ontstaan voor de ontwikkeling van gerelateerde producten zoals teeltmedia, verpakkingen en rassen. Uiteindelijk zal dit leiden tot nieuwe arbeidsplaatsen en economische groei. Het project is een typisch voorbeeld van de slagvaardigheid van de tuinbouw. Het is een goed voorbeeld van een meer marktgerichte productontwikkeling en het creëren van een maatschappelijk verantwoord verdienmodel. Daarmee sluit de studie uitstekend aan bij de Topsector Tuinbouw en Uitgangsmateriaal, thema ‘samenwerkende waardeketen’. Binnen dit thema wil Tuinbouw en Uitgangsmateriaal de internationale consument en business partner wereldwijd optimaal bedienen in zijn specifieke vraag naar producten. De haalbaarheidsstudie is daarin de eerste stap en uiteindelijk wellicht de sleutel tot succes voor Itoh Pioenen. MITU130003: Samenvatting project Jans-vanGemeren Mechanisatie gaat een haalbaarheidsstudie verrichten naar het inzetten van hoog geconcentreerde meststoffen uit afvalstromen middels een spaakwielbemester in de tuinbouw. De doelstelling is om een proces te ontwikkelen waardoor een boer in plaats van 3000 liter bemesting per hectare, genoeg heeft aan 15 tot 30 liter meststof per hectare. Dit gaat verder dan een generieke oplossing, want men beoogt een bemestingsmachine te ontwikkelen die op basis van bodemanalyses en GPS-systemen een op maat gemaakte cocktail aan benodigde meststoffen toedient aan de grond. De ontwikkeling van een dusdanig proces zorgt voor een behoorlijke CO 2- MIT- Tuinbouw en Uitgangsmaterialen Eerste tranche reductie omdat er minder vloeistoffen getransporteerd hoeven te worden. Tevens zal er minder bodemschade plaatsvinden omdat de machine een stuk lichter is. Het is ten slotte ook duurzamer omdat de kans op vervluchtiging en uitspoeling nihil wordt aangezien de meststof direct bij de wortel van de plant wordt ingespoten. MITU13026: Samenvatting project Climeco verzorgt een haalbaarheidsonderzoek met betrekking tot het meten met een uitgebreid sensor netwerk t.b.v. de glastuinbouw. Het doel is het verbeteren van de teeltomstandigheden in combinatie met een significante besparing op het energieverbruik en het verder verlagen van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Het beoogde resultaat zal een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan het betreffende convenant tussen de overheid en de glastuinbouwsector. MITU13041: Samenvatting project Het uiteindelijk doel van dit project is om eetbare reststromen van telers, AGF verwerkers en handelaars te gebruiken om consumenten producten te maken onder een speciaal label. Aantrekkelijke producten die tegelijkertijd de functie van een communicatie platform hebben dat gericht is op verandering van consumentengedrag. Een win voor alle partijen: - Telers krijgen meer voor hun afval – weggooien kost ook geld - Retailers dragen actief bij, verbeteren hun imago en verdienen er ook nog aan - Consumenten worden op een inspirerende manier bewust gemaakt. De grootste knelpunten worden verwacht op het gebied van kwaliteit, logistiek en productie. Dit omdat de soort, hoeveelheid, herkomst en kwaliteit van de reststromen gedurende het jaar varieert. Deze haalbaarheidsstudie zal zich richten op het verkrijgen van meer kennis over de reststromen en de eisen/voorwaarden van alle ketenpartijen om zo’n product succesvol te kunnen introduceren. Daarnaast zal er een inventarisatie plaatsvinden van beschikbare technologieën om: - De houdbaarheid van de ingangsstromen te verlengen. - De kwaliteit van de voorraden en eind producten te garanderen - Een flexibele productieomgeving te creëren/zoeken die kan omgaan met de variëteit aan ingangsstromen en te produceren producten. MIT- Tuinbouw en Uitgangsmaterialen Eerste tranche Openbare samenvatting MIT- R&D SAMENWERKINGSPROJECTEN MITU130010: Samenvatting project Deze aanvraag is geschreven vanuit een uniek samenwerkingsverband met aanvragers RoDeKo en Gebr. Kos sluitkool exploitatie en ketenpartners uit de veredeling, handel en toeleverantie. RoDeKo vertegenwoordigt 123 vooraanstaande telers op gebied van productie en duurzaamheid uit Noord-Holland en Flevoland. De aanvragers hebben ieder jaar een groot aantal situaties waarin een bovenmatige tripspopulatie zorgt voor een aantasting, stagnerende groei en indirect grote financiële schade. Met name de laatste drie jaar is een enorme toename van trips geconstateerd afkomstig uit Zuid-Europese landen. De gevolgen proberen de aanvragers te voorkomen door regelmatig te spuiten met chemische insecticiden. Regelmatig wil zeggen gemiddeld zes keer per teelt, maar met uitschieters tot meer dan tien. Echter is de meeste gevallen is dit niet afdoende. De huidige manier van toepassing van een grote hoeveelheid chemie past uitermate slecht in de duurzaamheidsgedachte en toenemende leveringsvoorwaarden van afzetorganisaties terwijl het noodzakelijk is om volledige misoogsten te voorkomen. Supermarktketen streven bijvoorbeeld naar residuvrije producten en emissiearme producten zonder uitspoeling van gewasbeschermingsmiddelen naar de grond of oppervlaktewater. De aanvragers willen in de toekomst bij de top (blijven) horen als het gaat om duurzame koolteelt. Wij als telers stellen als doel een duurzame beheersstrategie voor trips te ontwikkelen in de toekomst met alleen in noodgevallen een correctiebespuiting met insecticiden. Op deze manier reageren wij op de toenemende tripspopulatie en de vraag van de retail om duurzame teelt. Een ambitieus plan waar samenwerking in een R&D project essentieel is. Concreet wil het samenwerkingsverband twee gewasbeschermingstrategieën ontwikkelen, één voor een duurzame teelt en één voor een biologische teelt. De oplossingsrichting willen de aanvragers vinden binnen het huidige middelenpakket met aanvullingen van nieuwe natuurlijke vijanden, lokstoffen, plantversterkers, GNO’s en biodiversiteit maatregelen. Het project start met drie maanden voorbereiding waarin door de projectgroep een pakket aan natuurlijke vijanden, chemie, lokstoffen, plantversterkers, GNO’s en biodiversiteitmaatregelen wordt gekozen. Vervolgens wordt dit pakket in twee teeltseizoenen tijd doorontwikkeld en getest tot twee duurzame strategieën overblijven. Het economisch perspectief van het project ligt duidelijk in het voorkomen van misoogsten door tripsplagen. Belangrijker nog is het kunnen voldoen aan toekomstige duurzaamheidvoorwaarden van afzetorganisaties om de Europese concurrentiepositie de komende jaren te behouden. Het project past bij de innovatiethema’s voedselveiligheid en – zekerheid en Meer met minder uit het topsectoren beleid Tuinbouw en Uitgangsmateriaal. MIT- Tuinbouw en Uitgangsmaterialen Eerste tranche MITU130012: Samenvatting project In Nederland worden ieder jaar op 3500 tot 4000 hectare lelies voor de bol geteeld. Een belangrijk deel van deze bollen worden in Nederland in bloei getrokken. Een groot deelt van de leliebollen worden in de volle grond in bloei getrokken en vrijwel alle leliebollen worden hierbij met de hand geplant. Iets minder dan de helft van het aantal bollen worden geplant in potgrond in kisten en ook deze bollen worden nog met de hand geplant. De lelies worden in de zomermaanden buiten in de volle grond in bloei getrokken. In najaar, winter en voorjaar worden de lelies uitsluitend in de kas in bloei getrokken. In 2011 werden in Nederland in totaal 185 miljoen lelies op de veiling aangevoerd. De ontwikkeling van een plantmachine voor lelies in de volle grond draagt bij aan een innovatief duurzaam en rendabel alternatief voor het met de hand planten van leliebollen in de volle grond. MITU130016: Samenvatting project In de tuinbouw sector wordt door de consument steeds meer eisen gesteld aan productregistratie en de kwaliteit van de producten. Met de huidige verouderde technieken en managementsystemen is hier geen oplossing voor. Achteraf is vaak lastig vast te stellen of er bij een kwalitatief slecht product een misstap heeft plaatsgevonden bij het kweken of bij transport en opslag. Vaak krijgt de kwekerij hiervan de schuld hetgeen een schadepost oplevert. In dit project zal een volledig geautomatiseerd en ecologisch verantwoord “kwaliteitsgestuurde Tracking and Tracing” systeem ontwikkeld worden , genaamd Sense@Plants. Het is gebaseerd op het aan de bomen toevoegen van Radio Frequente Identificatie (RFID)-nodes met meetsensoren. Hierdoor kan tijdens het kweekproces en transport de producten gemonitord worden en de kwaliteit ervan gewaarborgd worden. Kwekers kunnen zo voldoen aan de vraag naar de herkomstgegevens en kunnen zij zich onderscheiden door voortdurend de kwaliteit in de hele keten meetbaar te krijgen én vast te leggen. De ontwikkeling van een dergelijk platform zal voor Repoint en M. van den Oever van groot belang zijn voor hun bedrijf en een eerste stap betekenen om zowel nationaal als internationaal een vooraanstaande marktpositie in de tuinbouwsector op te nemen. Bovendien zal Sense@Plants systeem meer efficiëntie creëren in de tuinbouwsector en zorgen voor een enorme kostenbesparing. MITU130028: Samenvatting project Cressen teler Koppert Cress wil consumenten gezonder en meer vers laten eten. MIT- Tuinbouw en Uitgangsmaterialen Eerste tranche Om de effecten van broccoli op de nierfunctie te testen is er een samenwerking tussen Koppert Cress/Smaakmaker Holding BV, Phood Consultancy, HAS Den Bosch en het Erasmus Medisch Centrum. MIT- Tuinbouw en Uitgangsmaterialen Eerste tranche MITU130029: Samenvatting project Zowel markt als maatschappij vraagt steeds nadrukkelijker om duurzaamheid van producten en productie. Doordat veel onbewerkt product van de vollegrondsgroenteteler zoals geoogst in het winkelschap liggen, heeft de vollegrondsgroenteteler ultra korte lijnen met marktpartijen. Daardoor worden duurzaamheidwensen door deze telers gezien als onderdeel van de bedrijfsvoering. De noodzaak om duurzaam te ondernemen wordt daarmee ten volle gevoeld. Het kwantificeren van duurzaamheid kost op dit moment moeite. Door opschaling van vollegrondsgroentebedrijven zijn de beschikbare registratieprogramma slechts afgeleide van programma’s in andere, grotere teelten en worden nauwelijks aangepast aan de teelten in de sector. Een duurzaamheidsmonitor waarin wordt geregistreerd t.b.v. duurzaamheidinzicht en managementinformatie slaat twee vliegen in 1 klap. Door te registreren op basis van bekende duurzaamheidcriteria en de data te gebruiken voor duurzaamheidrapportage en management informatie krijgen vollegrondsgroentetelers een instrument in handen waarmee verantwoording naar markt en maatschappij kan worden afgelegd en waarmee tevens gestuurd kan worden op de bedrijfsvoering. Als daarna de data van verschillende bedrijven bij elkaar kan worden gebracht is het mogelijk om als sector duurzaamheid te benchmarken en gerichte acties te ondernemen op achterlopende duurzaamheidaspecten. Ook benchmarking t.a.v. bedrijfsvoering is hiermee mogelijk. Met deze tool krijgen telergroepen verzameld in studieclubs reële informatie in handen om te toetsen en te vergelijken aan hun eigen situatie. Daarmee kan deze reële data gebruikt worden voor actualisatie van de KWIN. In het project “ontwikkeling duurzaamheidsmonitor vollegrondsgroenteteelt” komen al deze aspecten bij elkaar. Het grote bereik van de studieclub organisatie, het inzicht in begeleiding van ondernemersgroepen van de projectorganisatie, de inbreng van voorlopende telers en de expertise van de kennisinstelling maken het mogelijk een duurzaamheidsmonitor te ontwikkelen waarbij zowel markt en maatschappij kwantitatieve gegevens krijgen en de ondernemer een benchmark t.b.v. zijn bedrijfsvoering. Uiteraard wordt e.v.a. digitaal uitgevoerd. Ontsluiting vindt plaats via een parallel ontwikkeld dashboard dat ontsloten wordt via het platform. www.vollegrondsgroente.net. Daarnaast is de monitor een instrument voor adviseurs en begeleiders van ondernemersgroepen. MITU130030: Samenvatting project Hagel en vorst vormen een groot probleem voor de Nederlandse fruitteelt. Door fruittelers worden veel preventieve maatregelen genomen om hagel- en vorstschade te voorkomen. De bekendste technieken zijn het ophangen van hagelnetten voor de bescherming tegen hagel en nachtvorstberegening voor de bescherming tegen vorst. Iedere techniek heeft naast voordelen ook grote nadelen. De nadelen betreffen niet alleen productkwaliteit en teel technische aspecten maar MIT- Tuinbouw en Uitgangsmaterialen Eerste tranche ook de hoge arbeidsinzet, zware arbeidsomstandigheden en natuurlijke de hoge kosten en beperkte effectiviteit van de maatregelen. Doel is de ontwikkeling van een geautomatiseerde bescherming tegen hagel- en vorstschade in de fruitteelt, zowel voor hard- als voor zacht fruit. De doelstellingen van dit project zijn kort samengevat: Voorkomen fysiek zware arbeid en verbeteren arbeidsomstandigheden in fruitteelt Flexibiliteit in preventie tegen hagel en vorst versus voordelen open teeltomstandigheden Voorbereid op veranderingen klimatologische omstandigheden voor fruitteelt, vooral een toenemende kans op hagel verspreid over het seizoen. Als beoogd resultaat wordt een automatisch hagel- en vorstbeschermingssysteem ontwikkeld waarbij gebruik wordt gemaakt van de kennis en ervaring die in de glastuinbouw is opgedaan met automatisering en mechanisering van schermsystemen. Automatische aansturing door sensortechnieken (vorstdetectie) en remote control voor het snel kunnen sluiten bij naderende hagelbuien, maken onderdeel uit van de ontwikkeling. Prototypes worden in twee praktijksituatie kleinschalig getest bij deelnemende fruittelers. Het project sluit aan bij het thema Samenwerkende Waardeketen onder MVO vanwege de verbetering van de arbeidsomstandigheden bij het thema Meer met Minder onder duurzame productiesystemen vanwege de vermindering van het waterverbruik bij nachtvorstbestrijding en lagere inzet gewasbeschermingsmiddelen. MITU130035: Samenvatting project Dagelijks wordt in de Nederlandse tuinbouw een duurzaam product geoogst van uitstekende kwaliteit. Een groot deel van de bloemen wordt geëxporteerd. Grote verliezen kunnen echter optreden door onjuiste handeling vanaf oogst tot en met de (internationale) detailhandel. Dit project heeft betrekking op het innovatiethema Samenwerkende waardeketen binnen de Topsector T & U: innovatieve oplossingen die bijdragen aan efficiënt en duurzaam ingerichte en economisch rendabele tuinbouwketens. Binnen dit project wordt een nieuw te ontwerpen ontstapelaar met geautomatiseerde sorteermogelijkheid ontwikkeld. Het is een uniek onderdeel dat geïntegreerd wordt in het oogst- en verwerkingsproces bij snijbloemen, pilot Amaryllis. Technologische innovatie wordt bewerkstelligd door vernieuwde PLC techniek. Door de ontwikkeling hiervan worden de bloemen in het oogst- en verhandelingsproces minder blootgesteld aan bewegingen en schokken en ontstaan minder/geen beschadigingen aan bloem en steel en minder Botrytis. Verliezen in de keten worden beduidend minder en het imago van het Nederlandse product wordt versterkt. MIT- Tuinbouw en Uitgangsmaterialen Eerste tranche MITU130038: Samenvatting project Binnen de tuinbouw (en daarbuiten) is het goed kunnen ontsmetten van zaden van zeer groot belang. Hiervoor zijn m.n. twee redenen: voedselveiligheid en het voorkomen van teeltverlies door verspreiding van ziekten bij telers wereldwijd a.g.v. micro-organismen die op en/of in zaden aanwezig kunnen zijn. Het aspect van voedselveiligheid i.r.t. besmette zaden is sterk naar voren gekomen tijdens de EHEC crisis in 2011. Gebleken dat de infecties die op de eindproducten voorkomen met name afkomstig zijn van de gebruikte zaden. De oplossing wordt tot nu toe gezocht in het goed “schoon” houden van de hele keten (van zaadproductie tot na de teelt). Dit lukt lang niet altijd, en betere oplossingen zijn hard nodig om te voorkomen dat besmette zaden in de keten terecht kunnen komen. Naast voedselveiligheid is goede ontsmetting van zaden ook cruciaal om het verspreiden van ziekten te voorkomen bij telers die zaden gebruiken. Dit is wereldwijd een belangrijk thema. Zeker voor Nederland als grootste exporteur van groentezaden in de wereld. Op dit moment worden zaden meestal met chemische middelen ontsmet. Nadelen hiervan betreffen de milieubelasting, gezondheidsrisico’s, de vermindering van zaadkwaliteit en onvoldoende ontsmettingsresultaat in veel gevallen. Recent zijn twee nieuwe technologieën beschikbaar gekomen (in hele andere sectoren) die mogelijk toegepast kunnen worden op zaden en daar wel volledige doding kunnen geven, zowel van externe als interne pathogenen, zonder de kwaliteit van het zaad te verminderen. Dit betreft ultra-hoge druk verwerking (HPP) en een methode van anaerobe behandeling (Bodem Resetten). Dit project richt zich op de ontwikkeling van deze twee veelbelovende technologieën t.b.v. zaadontsmetting. HPP is een technologie ontwikkeld voor de voedselverwerking, waarmee micro-organismen gedood kunnen worden zonder verhitting en zonder veel inhoudsstoffen te beschadigen. Bodem Resetten is een nieuwe technologie, ontwikkeld door Thatchtec BV, voor het niet-chemisch ontsmetten van bodems in de tuinbouw (doden van ziekteverwekkende micro-organismen) d.m.v. een anaerobe behandeling van de bodem. Onlangs is gevonden dat het mogelijk is om een omgeving te scheppen waarin micro-organismen volledig worden gedood, terwijl zaden niet worden aangetast. Voordelen van de twee nieuwe methoden is dat ze beiden geen registratie als bestrijdingsmiddel nodig hebben, doding van interne pathogenen waarschijnlijk mogelijk maken, en goed opschaalbaar en betaalbaar zijn. De centrale vraag van dit project is: Kunnen m.b.v. HPP en/of anaerobe behandeling zaden 100% ontsmet worden, zowel aan de buitenkant als intern, zonder de zaadkwaliteit te verminderen? MIT- Tuinbouw en Uitgangsmaterialen Eerste tranche Het project wordt uitgevoerd door twee MKB bedrijven (Eucaryo Beheer BV) en Thatchtec BV, met TOP BV als partij die wordt ingehuurd. MITU130039: Samenvatting project TOP en Perfotec werken samen aan het optimaliseren van verpakkingen voor de bloemensector. In het onderzoeksproject wordt op basis van respiratiemetingen en een voorspellend model berekend wat de optimale verpakking is voor de desbetreffende batch bleoemen. Deze verpakking wordt gerealiseerd d.m.v. laser-microperforaties. Deze zogenaamde AMAP-verpakkingstechnologie heeft zich reeds bewezen in de AGF-wereld en wordt nu verder ontwikkeld voor toepassing in de bloemen sector. MITU130042: Samenvatting project Schaalvergroting heeft de afgelopen jaren gezorgd voor een reductie van de kostprijs voor de Nederlandse kwekers. Door de hoge kosten voor energie, arbeid en investeringskosten is het van groot belang dat alleen optimaal presterende planten gebruikt worden in de kast. Het verschil tussen een standaard verdeling plantmateriaal en geselecteerd plantmateriaal kan 10-20% productiewinst/beperking uitval door onvoldoende kwaliteit betekenen. Voor veel gewassen is uniform plantmateriaal een harde voorwaarde voor een rendabel bedrijf. Hiervoor zijn heden ten dage technologiën beschikbaar die enerzijds het zaad selecteren en anderzijds het plantmateriaal selecteren. Voor tomatenplanten is tot op heden alleen selectie van zaad mogelijk met röntgen techniek. Selectie van jong tomatenplant materiaal is momenteel economisch niet interessant vanwege grote aantallen planten. Hierdoor wegen de kosten van opkweekbedrijven (arbeid, in cupls plaatsen van jonge planten, selectie met vision techniek, plaatsen in tray) niet op tegen de opbrengstverhoging t.g.v. de uniformiteit. Dit project beoogt op de volgende vlakken een doorbraakinnovatie teweeg te brengen waarmee het mogelijk wordt op een economisch rendabele manier groente gewassen te sorteren: 1. Doorontwikkeling van Vision technieken om selectie in tray mogelijk te maken. 2. Ontwikkelen van sorteermechanisme inclusief strategie die het mogelijk maakt om met een hoge capaciteit te sorteren. 3. Doorontwikkeling van Vision technieken voor Fenotypering. Aan het einde van dit project is een pilot gerealiseerd van de nieuwe sorteertechniek bij het opkweekbedrijf waar bovenstaande doorbraakinnovaties toegepast worden. Na afloop van het MIT- Tuinbouw en Uitgangsmaterialen Eerste tranche project zijn de projectpartners hiermee in staat om een eerste serie sorteermachines te engineeren en toe te passen voor tomaat. Ook is er inzicht in welke andere gewassen deze techniek potentie heeft. Het project sluit hiermee perfect aan op de uitvoeringsagenda van de topsector Tuinbouw en Uitgangsmaterialen. In de eerste plaats draagt het project bij tot de programmalijn meer met minder. Door het verhogen van de uniformiteit wordt bij gelijkblijvende resources meer geproduceerd, met minder uitval (afval). MITU130046: Samenvatting project In de sierteeltsector staan de marges onder grote druk. De meest gevoerde strategie door bedrijven in de sierteeltsector betreft ‘operational excellence’. Bedrijven richten zich dus voornamelijk op de optimalisering van bedrijfsprocessen in traditionele channels, een maatregel die met name bij de strategie kostenleiderschap hoort. Urban Tulip Experience betreft een tulpenpluktuin in de Amsterdamse binnenstad met een field research omgeving. Door hetzelfde product (tulp) te positioneren in het experience channel Leisure, is het mogelijk om meer duurzame klantwaarde te genereren met minder kosten. Hierbij wordt het waarde-innovatie model toegepast volgens Blue Ocean Strategy.