Samenvatting van het symposium 7 oktober 2007 Aandacht voor darmen, sleutel voor gezonde dieren Inhoud: 1. lezing dierenarts Caspar Broekman met praktijkvoorbeelden 2. lezing dierenarts Tannetje Koning over versvlees voeding bij de hond en kat 3. lezing dierenarts Job van der Lek over voedingsonderzoek van Hill’s Pet Nuttrition 4. lezing veterinair internist Erik den Hertog over zijn benadering van immuungemedieerde dramklachten 5. lezing humaan voedingsdeskundige Christianne Vinke met een duidelijke uitleg over de consequenties van een darmontsteking en aanvullende ondersteuning hiervan 1. Lezing van Caspar Broekman Huibert van Wijngaarden dagvoorzitter en Caspar Broekman Intro Caspar Broekman Caspar Broekman is in 1997 afgestudeerd Dierenarts aan de faculteit diergeneeskunde in Utrecht. Daarnaast heeft Capsar diverse opleidingen en cursussen gevolgd op het gebied van holistische geneeskunde. Sinds 2001 heeft hij zijn eigen praktijk Alternatieve Diergeneeskunde Amsterdam kortweg ADA. Ook is hij als regulier dierenarts werkzaam bij de spoedkliniek voor dieren inmiddels alweer 4 jaar. Caspar heeft vanuit zijn praktijk ervaren dat een groot aantal ziekten en kwalen te maken hebben met darm-immuunsysteem, daarom is hij ook initiatiefnemer van dit symposium. 1 Het functioneren van het darm immuunsysteem is afhankelijk van vele factoren. Aan de hand van een tweetal voorbeelden wordt het belang van het darm immuunsysteem geïllustreerd. De 1e hond is een Franse Bulldog Blanche. Aan de hand van de ziektegeschiedenis van Blanche wordt duidelijk dat de allergieaanvallen en darmklachten volgens Caspar Broekman met elkaar in verband staan. Zijn behandeling is dan ook gericht op het ondersteunen van het immuunsysteem. Een aantal praktische tips worden besproken. Wat als ik niet energetisch zou doormeten en behandelen? - Voeding: maak een individuele keuze, hiermee bedoelt Caspar dat deze keuze ook afhankelijk is van het dier. Sommige “waterhonden” zoals labradors of New Foundlanders doen het goed op visvoeding, andere honden doen het goed op versvleesvoeding. - Probiotica, veendrenkvloeistof en/of vuile pens geven een goede ondersteuning van de darmflora en zorgen daarmee voor een ontlasting van het immuunsysteem. - Blanch had ook last van huidinfecties met gisten en bacteriën. In dit geval kunt u bijvoorbeeld een antigist-en bacterie shampoo met Tea-tree gebruiken (Tasman) - ontgiften (kom ik nog op terug). Motto bij Blanche Probeer via voeding, kruiden, probiotica en/of verse pens de darmen te beïnvloeden en daarmee Blanche haar immuunsysteem. Darmen en immuunsysteem Bekeken vanuit de accupunctuur De dikke darm meridiaan is nauw verbonden met de longmeridiaan. Vanuit de long is weer een sterke band met de huid. Zowel in de long als in de darmen zijn slijmvliezen, waar een dier in contact kan komen met een allergeen. De behandeling van bijvoorbeeld chronische sinusitis (onderdeel van de luchtwegen, dus de long) gebeurt vaak via de dikke darm meridiaan. In mijn werk gebruik ik daar ook vaak een probiotica voor om het immuunsysteem te ondersteunen. Daarnaast geef ik eventueel een drainage. 2 Ayurveda Bij de Ayurveda wordt veel belang gehecht aan een goede spijsvertering en daarom worden onder andere diverse darmreinigingen toegepast. Bij een niet goed werkende spijsvertering, ”vervuilt” het lichaam en raakt het verstopt. Westers In literatuur is duidelijk een verband gevonden tussen het darmimmuunsysteem en bijvoorbeeld allergie. Natuurgeneeskundig Ook in de natuurgeneeskunde is een goede darmfunctie erg belangrijk. Er wordt wel gezegd dat de darm de moeder is van alle ziektes. Standaardvragen zijn dan ook: hoe is de ontlasting, hoe gaat het eten, wordt er gras gegeten etc. Het 2e voorbeeld is Twisty een Schotse Collie van 7 jaar oud. Uit het verhaal komt naar voren dat Twisty een wat langere (2 jaar) ziektegeschiedenis van jeuk en kale plekken heeft en waarschijnlijk ook een (subklinisch) traag werkende schildklier. Duidelijk wordt dat de behandeling langzamer en moeizamer verloopt dan bij de 1e patiënt. Ook hier wordt een aantal handige tips gegeven om vergelijkbare dieren mee te ondersteunen. Drainage compositum (Groene Os) Drainage Compositum heeft een reinigende en stimulerende werking op een groot aantal organen, met name de lever, nieren en het lymfatisch systeem. Hierin zitten onder andere middelen als Bardane en Berberis. Deze stimuleren de galproductie, beschermen en herstellen levercellen, geven ook een betere verwerking van vetten. Ook de kruiden Echinacea en Uncaria zitten in drainage compositum. Deze bezitten anti-bacteriële en virale eigenschappen en stimuleren de productie van witte bloedlichamen. Veendrenkvloeistof (Sana Vesta) Bestaat uit veen (plantenresten). Rijk aan goed opneembare mineralen. 3 Bevat stoffen die groei van ziektekiemen remmen. Optimaliseert de darmflora. Motto - Deficiëntie: in totaal 5 keer behandeld gedurende een periode van 7 ½ maand. - Darmflora: veendrenkvloeistof. - Ontgiften: met kruiden door de voeding en/of per druppel. Twisty had periodes met kapot gekrabte huid en onstekingen. U kunt dit verzachten met bijvoorbeeld organische berkenteerolie (dus niet degene van Beafar, want die is synthetisch). Ook ontsmettend wassen met bijvoorbeeld T-trea shampo geeft verlichting. - Schildklier: Graphites. Overbodig om te melden dat er een emotionele/spirituele kanten aan de huidklachten van Twisty waren. Aan Twisty kunt u zien dat het een langzame en moeizame weg kan zijn om te herstellen. Bij deze wil ik nogmaals iedereen bedanken voor zijn of haar interesse. Mocht u nog vragen hebben, mailt u dan naar: [email protected]. 2. Lezing Tannetje Koning 4 Intro Tannetje Koning Tannetje Koning is dierenarts en heeft mede het biologische versvlees voer Bandit ontwikkeld. Vanuit de prakijk heeft ze ervaren dat veel dieren gebaat zijn bij versvleesvoeding. Ze legt het hoe en waarom uit. Vleesvoeding en darmen Honden, katten en fretten zijn carnivore huisdieren. Daar wordt nogal eens aan voorbij gegaan. Het maagdarmkanaal, het gebit en verteringssysteem zijn niet aangepast op brok-voeding, omdat hier onder andere veel te veel zetmeel in zit. Carnivoren zijn erop gebouwd om prooien te eten, ze kunnen een heel dier in zijn geheel wegwerken. Versvleesvoeding kun je grofweg onderverdelen in 2 soorten: a) Kant en klaar in de vorm van complete diepvriesvoeding, kenmerken zijn: - Weinig/ geen koolhydraten. Katten en fretten hebben geen koolhydraten nodig, de hond alleen in bepaalde omstandigheden. - Rauw. - Gemalen. - Verschillen in samenstelling. b) Of het kan zelf worden samengesteld door middel van het geven van hele prooidieren of het imiteren ervan: - Vlees. - Botten met vlees. - Orgaanvlees (waaronder vuile pens). - (Groente). Het spijsverteringssysteem Voedselopname Het gebit van de hond is erop gebouwd een prooi te grijpen, grote stukken af te bijten en door te slikken. Een hond kauwt niet echt, maar slikt zijn eten in grote stukken door. Het speeksel heeft alleen een glijfunctie, er zitten geen verteringsenzymen in, wat bij mensen wel het geval is. Maag In de maag wordt begonnen met de vertering van eiwitten. De maag bevat zeer veel maagzuur. Door het eten van weinig maaltijden, aangeboden in grote stukken, wordt het zuur optimaal gebruikt en is er weinig kans op een overschot aan maagzuur, waar een hond last van kan hebben. Darmen De functies van de darmen zijn: - Vertering van voedsel, grotere moleculen kunnen niet worden opgenomen en worden eerst kleiner gemaakt. - Opname ten behoeve van energievoorziening en opname van vitamines, mineralen en bouwstoffen. Opname van veel stoffen geschiedt door actieve processen. Het lichaam kan zo kiezen wat het wel en niet nodig heeft. 5 - Detoxificatie; Ontlasting is een goede maatstaf om te kijken of het goed is met de voeding en spijsverteringssysteem; ontlasting dient weinig en stevig te zijn. - Immuunsysteem: de darm staat rechtstreeks in contact met de buitenwereld (bacteriën, virussen, gifstoffen) en moet dus een goede barrière vormen. Aan de andere kant moeten er ook stoffen opgenomen worden. Daarom is het een plek waar het afweersysteem erg actief is. Het grootste deel van het immuunsysteem zit in de darmen. Effecten versvleesvoeding Een van het grootste effecten van het geven van versvleesvoeding is dat de dieren over het algemeen gezonder worden. Dit valt te merken aan: - Gezondere eetlust. - Betere vacht, dikker. Vaak verharen ze eerst. De vacht die terugkomt is vaak zachter glanst en het geeft een betere ondervacht. - Betere bespiering, dus ook om af te vallen is het gunstig. - Veranderde ontlasting; de ontlasting wordt weinig en stevig. In eerste plaats kan het alle kleuren van de regenboog hebben, afhankelijk wat het dier gegeten heeft. De ontlasting die buiten blijft liggen droogt op, slaat wit uit en valt uit elkaar als een soort as. Dit betekent dat alles dat enigzins bruikbaar is, wordt opgenomen. - Betere weerstand: ze doen niet meer mee aan elk griep- of kennelhoestepidemie, dus het doet ook iets met het immuunsysteem. - Zijn stabieler: kunnen beter tegen “vieze” dingen, bv iets van straat eten, of in sloten springen geeft niet meteen diarree of braken. Verschillende ziektes kunnen worden verbeterd door het geven van versvleesvoeding, zoals: - Allergieën, zowel bij voedselallergie als bij atopie kan het veranderen van de voeding het doen overgaan. - Maagdarmstoornissen (25% van onze huishonden heeft hiermee te maken), overstappen op versvlees dient zorgvuldig te worden gedaan om het systeem eraan te laten wennen. Bij sommige maagdarmstoornissen kan helemaal niet worden overgegaan op versvlees, omdat het niet wordt verdragen. - Huidklachten (inclusief allergieën) (30% van onze honden): bij 70% werd verbetering geconstateerd, door alleen het geven van versvleesvoeding. - Suikerziekte: doordat er weinig koolhydraten in zitten, kan suikerziekte beter worden gereguleerd. - Tandsteen: in versvleesvoeding zit geen zetmeel dat op de tanden kan blijven plakken. Dit zetmeel is wellicht de oorzaak van tandsteen. Door het geven van botten die de dieren moeten opeten, worden de tanden schoon gehouden. Dit is de enige echt werkzame methode om tandsteen te voorkomen en weg te krijgen. Het geven van botten - Het vergt enige training van de hond voordat ze botten kunnen eten. Let op dat ze de juiste grootte hebben (katten, kleine honden: kippennekken, grotere honden: kipkarkassen). Let op dat de botten rauw zijn. - Vraag: Risico varkensbotten ivm Aujeski? Antwoord: Zijn Aujeski vrij, maar honden en katten zijn vele malen gevoeliger, dus beter van niet, ook al is risico heel erg klein. - En als varken is ingeënt? Dan zijn of haar vlees niet aan je hond of kat geven - Kat met nierproblemen? Antwoord: Lang verhaal, zijn wel oplossingen voor. - Handige tip: geef de botten om te beginnen na het eten, dan zijn de dieren niet meer zo gulzig en gaan rustiger liggen kauwen. 6 - Eiwitbelasting: bij nierproblemen? Is nu bekend dat niet eiwit maar phosphor nierproblemen veroorzaakt. Tannetje Koning heeft uitgerekend dat phosphor in diepvriesvoeding vaak lager is dan in brokken. Nierpatiënten doen het erg goed op versvleesvoeding, weliswaar met wat aanpassingen. - Gras eten? Versvleesvoeding is niet een oplossing. Sommige honden stoppen er mee maar sommige beginnen er ook juist mee. Daar is geen echte remedie tegen. - Ca-Ph verhouding is anders dan brok? Ca = hoger, Ph = lager. Het is niet duidelijk of dit beter is of niet. Er is nog nooit onderzoek gedaan naar hoe de calcium uit botten wordt opgenomen. Darmen Enkele belangrijke kenmerken van de darmen zijn: - Grootste contact met ziektekiemen. - Groot oppervlak. - Selectieve barrière. - Zeer actief immuunsysteem. Een veelvoorkomende ziekte is het Leaky Gut Syndroom, dit betekent een verhoogde permeabiliteit van de darmen. De verhoogde permeabiliteit komt doordat de tight junction tussen de darmcellen, een soort kit, niet meer zo strak zit, hierdoor kunnen grotere moleculen rechtstreeks in de bloedbaan komen. Gevolgen hiervan kunnen zijn: - Slechte absorptie vitaminen, mineralen en energie (dieren worden sloom, moe). - Voedsel allergieën (te grote moleculen lekken lichaam binnen, dus het immuunsysteem gaat reageren, want deze stoffen horen niet in het lichaam). - Overgevoeligheid voor chemicaliën. - Grotere gevoeligheid voor infecties bacteriën, protozoën, virussen, gisten (bv chronische niesziekte bij katten of kennelhoest bij honden). - Auto-immuunziekten. Oorzaken van het Leaky Gut Syndroom kunnen zijn: - Dysbacteriose, is wellicht de belangrijkste oorzaak, heeft te maken met een niet goede verhouding bacteriën in de darm. - Medicijnen (NSAID´s, antibiotica). - Voedseladditieven. - Onjuiste voeding. - Stress; onze huisdieren staan aan veel meer stress bloot, dan wij ons realiseren. De grootste voordelen van versvleesvoeding zijn: - Bacteriën. - Enzymen: eiwitten die helpen met verteren van bepaalde voedingsstoffen. - Weinig ballaststoffen/chemische toevoegingen, dus je belast het darmsysteem zo min mogelijk met stoffen waar het zich geen raad mee weet. Bacteriën Pups worden steriel geboren en krijgen hun darmflora door: - Sabbelen aan tepel. - Ontlasting moeder. - Omgeving. - Voeding (vuile pens!). 7 Pups doen het goed op vers vlees, weinig kwaaltjes, groeien goed in verhouding. Maar met pups ook beetje oppassen, omdat ze nog weinig weerstand hebben. Ze zijn nog gevoelig voor salmonella. Vraag: Ik heb een pup op vers, 1e weken goed, maar nu aan diarree? Antwoord: Kan aan heel veel dingen liggen. Vraag is zo niet te beantwoorden. In het lichaam zijn meer bacteriën dan lichaamscellen. Functies van bacteriën: - Aanhechting pathogene bacteriën aan darmwand voorkomen. - Maken vluchtige vetzuren die de darmcellen voeden. - Maken bepaalde vitamines. - Helpen mee met de vertering. - Weerstand voor virussen en bacteriën wordt groter. Onze carnivore huisdieren zijn niet zeer gevoelig voor salmonella besmetting. Salmonella kan wel worden uitgescheiden bij dieren die versvleesvoeding eten, maar het is niet duidelijk of dat meer is dan bij dieren op brokvoeding. Enzymen: - Alleen in rauwe voeding. - Enzymen zorgen voor bederf. Proef met muizen: als ze alleen maar verhitte voeding krijgen: grotere alvleesklier. Rauwe voeding: kleinere alvleesklier en dus minder belastend. Ervaring met EPI is dan ook dat het al een heel eind beter gaat op versvleesvoeding. Soms hoef je dan niet eens enzymen toe te voegen. Tot slot het citaat van Thomas Edison (1847-1931) “Als de doktoren geen voedingsdeskundigen worden, worden de voedingsdeskundigen van vandaag de doktoren van morgen” Enkele vragen en antwoorden: Juist zieke dieren overzetten? Ja: gebruik vaak als therapie. Hele karkassen? Dat kan heel goed. Als dieren geen botten willen eten: Ca supplement geven, bv goed opneembaar Ca als calciumcitraat. Het veel gebruikte calciumcarbonaat is zeer slecht opneembaar. Bij pups altijd goed uitrekenen wat je ze geeft. Botten, al dan niet gemalen, is eenvoudiger. Waar haal je je karkassen vandaan? Via slagers, Internet, Islamitische slagers. Is inderdaad zoeken. Hoe leg je aan diereigenaar uit om dieren die op dieetvoeding staan over te zetten? In principe kun je alle dieetvoedingen imiteren met versvlees. Verse voeding? Hoe weten we waar de kip vandaan komt? Ik heb hier stand staan van Bandit: is complete voeding en biologisch. In principe is alles waar je aan kunt komen geschikt voor menselijke consumptie, en dus ook voor dieren. Wel opletten, bv bij kip: worden geslacht als ze in volle groei zijn en bevatten dus veel groeihormonen. 8 Onderzoek: hyperactief gedrag en eten van kip? Zou leuk zijn als dat ook was gedaan met biologische kip. In Chinese geneeswijze geldt kip als verhittend, zou ook oorzaak kunnen zijn van dat gedrag. Verstopping door eten van botten? Kan, daarom ook voorzichtig zijn: met kleine beetjes beginnen en samen met vlees of groente geven. Geen dragende (grote) botten (poten) geven maar alleen karkassen van kleine dieren en dunne ribben, schouderbladen en nekken. Er zijn honden die absoluut geen bot kunnen eten, maar dat is heel zeldzaam. Voeden zoals de wolf? Maar genetisch zijn ze niet helemaal hetzelfde. DNA zit niet alleen in de celkern maar ook in mitochondriën, deze wordt vanuit moeder overgeërft en die verandert niet snel. Dat is ook het DNA dat de stofwisseling bepaalt, waardoor ook stofwisseling van wolf en hond hetzelfde blijft. Vis? Vis is prima: liefst hele vissen, wel oppassen: in rauwe vis zit enzym dat vit b1 afbreekt. Dus niet alle dagen geven. Dierenwinkels: gerookte botten, vaak ook hele grote botten, zijn veel te zwaar en groot om op te eten. Kun je niet gebruiken als Ca bron, wel als recreatiebot om aan te knagen. Is er onderzoek naar gedaan naar eiwitten kleiner maken/ voedselallergie? Sommige dieren zijn allergisch voor kip in brok, maar als je ze dan rauwe kip geeft, dan niets aan de hand. Voor eventuele vragen kunt u contact opnemen met Bandit tel 0318- 590554, [email protected] 3. Lezing Job van der Lek Job van der Lek (achtergrond) luisterend naar vragen 9 Intro Job van der Lek Drs. Job van der Lek, dierenarts en Veterinary Nutritional Advisor en lid ESVIM en EVDS. Job is afgestudeerd aan de Universiteit Utrecht Faculteit Diergeneeskunde en is 14 jaar als dierenarts werkzaam geweest. Nu bijna 6 jaar werkzaam bij Hill’s Pet Nutrition B.V. als Senior Veterinary Territory Manager. Zijn doelstelling is het verbeteren van de diergeneeskunde in al zijn facetten door dierenartsen te verbinden over de verschillende beroepsgroepen heen en kennis uit te dragen. Daarom is hij ook betrokken bij de organisatie van verschillende congressen en symposia. UNLOCKING THE NATURAL POWER OF NUTRITION Hills history (zie ook internet) Blinde geleidehond: nierprobleem. Mark Morris is in eigen keuken gaan koken om voeding te ontwikkelen om nieren minder te belasten, goed effect. Verhaal werd erg bekend en voer dus ook. Bij ontwikkeling van voeding zijn altijd al dierenartsen betrokken geweest. Nutrogenomische eigenschappen / Nutrigenomic Technology (NT) Definities/ termen DNA: Lange ketens, gedraaid in een soort schroef. - dragers van genen - genen = segmenten van DNA Genoom: = totale DNA, dus de totale genetische informatie beschikbaar in een organisme. Genen: = ‘recepten’ voor het maken van verschillende eiwitten. Genen zijn niet allemaal actief, moeten tot expressie komen, via kopieren: RNA. Elk stukje heeft zijn eigen informatie en we willlen weten waar die zitten en welk effect het heeft op het lichaam. Inmiddels zijn de genen van de kat en de hond door het DNA onderzoek, bekend. Genen en hun interactie met de omgeving bepalen hoe een hond of kat er uiteindelijke uitziet (fenotype). Bij de kat zijn inmiddels 38 chromosomen bekend die gezamenlijk 3.3 biljoen nucleotiden bevatten. De hond heeft 78 chromosomen met in totaal 2,7 biljoen nucleotiden. Ter vergelijking heeft de mens 46 chromosomen met in totaal 3,3 biljoen nucleotiden. Hoe werkt NT (Nutrigenomic Technology)? (zie tekening volgende bladzijde) 10 Effect van nutriënten: - Direct (A): het opnemen van voedsel werkt direct op het genoom en verandert de genexpressie. - Indirect (B & C): de metabolieten van het opgenomen voedsel werken indirect in op het genoom en veranderen de genexpressie. Gedeelte van dna dat tot expressie komt, is oa afhankelijk van de locatie (bv cel in huid reageert op zonlicht, cel binnen in lichaam niet). Dieet/ voedsel Metabolieten Signaal overschrijving van DNA naar RNA Expressie van genen Normale groei van cellen Via de voeding kan de expressie van genen beïnvloed worden. Dit kan onder andere gebruikt worden om ziekterisico’s te verlagen en de levensverwachting en de levenskwaliteit te verhogen. Een humaan voorbeeld is groene thee: - Bevat vormen van polyfenolen (zoals catechine EGCG). - Kankerrisico verminderen: induceert celdood bij prostaatkanker, heeft anti-oxidant effect. - Groene thee werkt op het genoom. Polyfenolen zorgen ervoor dat cellen die veranderd zijn, dood gaan. Een ander humaan voorbeeld is kurkuma: - Bevat curcumine dat het gen dat het COX 2 enzyme (is enzym dat betrokken is bij ontstekingsreacties) codeert en onderdrukt. - Heeft anti-ontstekingseigenschappen. - Op lange termijn zou het kunnen helpen bij Colonkanker en de ziekte van Altzheimer. Nutrigenomic Technology (NT) in de dierenartsen praktijk: - Van eicosapentaeenzuur (EPA) is bewezen dat het nutrigenomische eigenschappen heeft. - Hill’s is de eerste die deze bewezen theorie in praktijk heeft omgezet op het gebied van Osteo Artritis (gewrichtsslijtage/ontsteking) bij de hond door het gebruik van Prescription Diet Canin j/d. 11 Osteoartritis (OA) bij honden - OA is een chronische progressieve, degeneratieve aandoening die het gewricht aantast. - Kraakbeen wordt afgebroken door het enzym aggrecanase. Kraakbeen degeneratie: Aggrecanasen - Enzymen verantwoordelijk voor de degeneratie van het aggrecaanmolecule. - Splijten specifieke peptideverbindingen, resulterend in GAG-vrijzetting. - Hill’s is de eerste die deze bewezen theorie in praktijk heeft omgezet op het gebied van Osteo Artritis (gewrichtsslijtage/ontsteking) bij de hond door het gebruik van Prescription Diet Canin j/d. Deze zogenaamde GAG zorgt met zijn fijne haartje (zie tekening) voor een soepel gewricht. Het verdwijnen hiervan draagt bij aan het ontstaan van arthrose. EPA wat is het? - Eicosapentaeenzuur. - Langketen poly-onverzadigd omega 3-vetzuur. - Natuurlijk aanwezig in hoge concentraties visoliën. DNA mRNA EPA Aggrecanasen EPA heeft effect op de ontsteking, degradatie en de achteruitgang van de matrix van gewrichtskraakbeen. Klinisch bewijs Eerste combinatie van theorie van nutrigenomics met de klinisch aangetoonde bewijzen in de praktijk. 12 Evidence based Clinical Nutrition - 4 onderzoeken. - 450 dagen klinisch onderzoek. - 294 klinische onderzoekspatienten gevoed met Canine j/d. Resultaten - Verbetert gewichtdragend vermogen (82% van de honden) gemeten met kinetische krachtplaatanalyse. - Verbeteringen vastgesteld door klinische beoordelingen van dierenartsen. - Diereigenaren herkenden significante verbeteringen bij honden die: beter konden wandelen, lopen, spelen, minder stijfheid vertoonden, makkelijker konden bewegen en dus een verbeterde levenskwaliteit vertoonden. - Diereigenaren zagen resultaten binnen 21 dagen. - Verlaagde NSAID’s-Dosis. De olie wordt niet verhit en pas toegevoegd als de brok klaar is. Olie op zich is moeilijk te conserveren, maar wordt nu geconserveerd door rozemarijnextract, andere vorm vit. E en citroenzuur + luchtdichte verpakking. Websites: www.petnutrigenomics.com of www.hillsnutrigenomics.com De spijsvertering, enkele kengetallen: De maag dient als opslag en voorvertering van het voedsel. In de dunne darm vindt in 60-90 minuten de meeste vertering en opname van het voedsel plaats. Hiervoor is het oppervlak vergroot door plooien, villi en microvilli. In de dikke darm zijn geen verteringsenzymen, maar wel micro-organismen. Het voedsel blijft hier tussen de 12 en 72 uur. Hier vindt vooral absorptie van water, vitamines en zouten plaats. Dieet bij acute diarree Dieetkenmerken: - Zeer verteerbaar (vroeger vaak kip met rijst, verteerbaarheid rijst valt tegen, rijst kan beter worden verteerd door extruderen). - Laag vezelgehalte. - Beperkt vetgehalte. - Lactose-vrij. - Hypoallergeen. Het dieet bij dikke darm diarree is afhankelijk van hoe een patiënt zich gedraagt en welke symptomen de overhand hebben. Kenmerken zijn: - Dieet. - Verteerbaar, laag vezel. - Matig vetgehalte. - Verhoogd vezelgehalte. Chronische dunne darm diarree 13 Uit onderzoek is gebleken dat er een verband is tussen anti-oxidanten en chronische diarree. Daarom zit er speciale darmdieten veel antioxidanten. Voorbeelden zijn: vit E, C, selenium, beta caroteen, flavonoiden. Het voedsel wordt geconserveerd met rozemarijnextract, andere vorm vit. E en citroenzuur. Ook wordt lucht uit de zak geblazen m.b.v. stikstof. Oplosbare vezels (fibrim) Verlagen luminale pH: - Ondersteunen van de voordelige intestinale flora. - Belemmering groei van pathogenen. - Belangrijke energiebron darmcellen. - Bevorderen absorptie van water en elektrolyten. 4. Lezing Erik den Hertog Intro Erik den Hertog Erik den Hertog studeerde in 1995 af als dierenarts in Utrecht. Hij begon als algemeen practicus te werken in een gezelschapsdierenpraktijk in Roosendaal en heeft zich vervolgens verbonden aan de Universiteit van Utrecht om te werken, onderwijs te geven en zich verder te specialiseren tot internist. Vanaf 2001 werkt hij bij Dierenarts Specialisten Amsterdam als specialist interne geneeskunde gezelschapsdieren. In deze specialistenkliniek worden honden en katten onderzocht en behandeld, op doorverwijzing van dierenartsen uit de wijde omgeving van Amsterdam. Erik geeft veel nascholingscursussen voor dierenartsen en dierenartsassistenten. Sinds 2006 is hij lid van de European Emesis Council, een groep internationale experts, die zich bezighoudt met het verbeteren van het onderzoek en de behandeling door dierenartsen van brakende honden. Case I: Jack Russell 1 ½ jr vg - 1x/3 dagen ‘s ochtends buikpijn en anorexie 14 - Luide borborygmi - Vaak diarree, soms braken - Van alles geprobeerd “Niks helpt”. Het komt iedere keer weer terug. Wat wil eigenaar? Je zou kunnen denken dat een eigenaar wil dat de hond beter wordt, maar als ie bij specialist komt, wil hij meer: ‘Wat denkt u dat mijn hond heeft, dokter?’ ‘ Het is niet belangrijk wat ik denk, het is belangrijk erachter te komen wat de hond heeft. ‘ ‘Wat is de beste behandeling volgens u?’ Antwoord: ‘Niet volgens mij, maar volgens de wetenschap op dit moment. En dus hou ik mij niet bezig met alternatieve geneeswijzen, daarom komen mensen niet bij mij als specialist. Als eigenaar anders wil, dan verwijs ik hem door naar andere DA.’ ‘Denkt u dat het weer goed komt?’ Antwoord: ‘We hebben in ieder geval een week of 6 nodig om alle uitslagen naast elkaar te kunnen leggen en dan pas weten we wat uw hond heeft.’ Case II: Jack Russell met buikpijn Onderzoeken wat de hond heeft: - Bloedonderzoek: geen afwijkingen. - Echo buik: geen afwijkingen. - Ontlastingonderzoek van drie dagen: geen wormen, gisten, geen Giardia - Zelf-kook eliminatie dieet gaf lichte verbetering. Endoscopie met darmbiopten - Inflammatory Bowel Diseaese (IBD), je spreekt pas van IBD als er te veel ontstekingcellen zijn zonder dat er een primaire oorzaak is. - Chronische darmziekte met te veel ontstekingscellen in darmwand. - Zonder primaire oorzaak (geen virus, parasiet, ziekmakende bacterie, geen kankercellen). - Geen echte voedsel overgevoeligheid. Bij deze hond hebben we een ziekte vastgesteld waarbij het immuunsysteem in de war is en daarmee komen we op het onderwerp waar het vandaag over gaat. Darmen en het immuunsysteem Er zijn soorten afweer: - Aangeboren afweer, onafhankelijk van wat er van buiten naar binnen komt: maagzuurproductie, slijmvliesbarrière, allerlei enzymen, fagocyterende cellen, enz. - Aangepaste afweer: selectieve activatie van lymfoïde cellen, antilichamen of effectorcellen tegen een specifieke ziekteverwekker. We duiken in de darm: Binnen in de darm komen we tegen: de darmvlokjes en hiertussen zie je indeukingen in de darmwand, alsof er met een duim in is geduwd, dat zijn de peyerse plaques, het voelmechanisme in darm of iets goed is, of een vijand. Als een ziekteverwekker in een darm wil binnendringen komt het de volgende barrières tegen: slijm, enzymen, bacteriën, fagocyterende cellen, NK cellen, Peyerse plaques. 15 In de Peyerse plaques zitten veel lymfeknopen, hierin bevinden zich veel lymfocyten en andere witte bloedcellen. Een worm die heeft bepaalde lichaamsvreemde stofjes op zijn oppervlakte. In het lichaam zijn veel B-lymfocyten, die kunnen allemaal verschillende antigenen herkennen en ook een die ons (als worm) herkent. De B-cellen vermenigvuldigen zich snel en vormen plasmacellen, die produceren antilichamen die de antigenen aanvallen. Een gedeelte wordt memory-cel, zodat het lichaam dit antigeen onthoudt en het lichaam de volgende keer nog sneller kan reageren. 16 Er zijn ook T-lymfocyten Die kunnen cellen opeten, bv kankercellen. In de peyerse plaques tegen de wand aan zitten antigeen presenterende cellen, de verklikkers. Die zorgen ervoor dat de ongewenste indringer word aangevallen. Er is ook een aantal cellen dat een regulerende functie heeft. Lymfocyten T-helpercel: kan B-cellen aanzetten tot maken van plasmacellen en het maken van antilichamen, of vormen van cytotoxische cellen die hele cellen kunnen aanvallen. 17 Lymfocyten recirculatie De T- en B-cellen blijven niet alleen in de darm, gaan via het lymfevocht het hele lichaam door en beïnvloedt dus ook het hele lichaam. Lymfevocht komt uit in groot vat en uiteindelijk in het bloed. Heeft uiteindelijk effect op darm zelf. Detail HEV Het is niet nodig dat alle cellen overal aan de slag gaan. Deel van endotheel van bloedvatwand is speciaal aangepast en op die plekken zitten cellen die kunnen zien welke lymfocyten waar nodig zijn. De lymfocyten dragen receptors, de homingreceptors. Als het past, dan mag de juiste cel tussen de bloedvatcellen door. 18 Aangepaste afweer Antigenen roepen immunogene respons op, het zou wel veel gedoe zijn als alle antigenen zo’n respons oproepen. Er zijn dingen waar je niet allemaal niet op reageert, dit tolereer je, de tolerogene respons. Orale tolerantie Wat gebeurt is dat je soms profijt hebt van het feit dat b-lyfmocyten door het hele lichaam gaan. Er is een gemeenschappelijk slijmvlies systeem. 19 Samenvattend: worm komt binnen en het lichaam reageert op verschillende manieren. Er zijn twee soorten T-helpercellen: Th2cellen reageren vooral door het maken van antilichamen, Th1 reageren met een wat men noemt celgebonden afweer. De antilichamen zorgen voor een afweerreactie waarbij onder andere histamine vrij kan komen. De celgebonden afweer geeft vaak een locale “opruim” reactie waarbij eventuele indringers of afwijkende (tumor)cellen opgeruimd worden. (toevoeging Caspar Broekman) Ze houden elkaar in evenwicht als het goed is en geven elkaar seintjes. 20 Bij IBD is deze balans verstoord. Er is op dit moment heleboel theorie over. Er spelen veel factoren een rol: omgeving, gevoeligheid, voeding enz.. Hebben we nu een antwoord? Ja: IBD ‘Wat denkt u dat mijn hond heeft, dokter?’ ‘Dit is vrij ingewikkeld om uit te leggen. Kort gezegd is het afweersysteem in de war en weet niet zo goed waar het op reageert. Het lichaam stuurt ergens een heleboel ontstekingscellen naar toe, terwijl er op dat moment geen reden voor is. Door de ontsteking gaat de darm lekken en komen er lichaamsvreemde stoffen uit de darm het lichaam binnen en krijg je nog meer ontsteking.’ ‘Wat is de beste behandeling volgens u?’ Methode die Erik dan gebruikt is de Evidene based medicine. Evidence based medicine Geneeskunde die gebaseerd is op bewijs. DA’s die deze methode gebruiken, erkennen dat er veel nog niet bekend is. Het beste bewijs is het dubbel blind placebo-onderzoek. Maar helaas is dit bijna nooit het geval. Dan ga je een stap terug: prospectief onderzoek zo verder. Er zijn een heleboel dingen waar geen onderzoek over is. En dan maak je gebruik van: a. Kennis van pathofysiologische basis b. Klinische ervaring c. Klinisch instinct of intuïtie d. Systematische observatie: zelf systematisch werken. Komen veel onderzoeken vandaan. e. Expert opinion, handboek geschreven door mensen die dat zelf hebben verzonnen, maar wel expert zijn, dus mensen die er al veel over hebben gelezen en mee gedaan hebben. 21 f. Literatuur: retrospectief onderzoek, bv in patientenbestand bekijken naar behandeling en welke dieren goed of niet goed reageren. g. Prospectief onderzoek. h. Dubbel blind, placebo-gecontroleerd onderzoek. Voorbeeld literatuuronderzoek, over het feit dat diereigenaar besluit om dier in te laten slapen, omdat niets helpt: Allenspach et al.: Chronic enteropathies in dogs: evaluation of risk factors for negative outcome. Enkele vragen en antwoorden ‘Eosinofiele cellen/ allergie?’ Spelen grote rol bij honden met IBD: grote groep eosinofiele cellen in de darm, wel aspecifiek. ‘Werk je samen met dermatologie?’ Antwoord: ‘Manco specialist: als er iets anders is, bv huidprobleem, daar heb ik geen verstand van. Dus doorverwijzen naar de buren. Er zijn wel talloze links.’ ‘Jij behandelt maagdarm patienten, zie jij veel verband tussen deze patiënten en huidproblemen?’ Antwoord: ‘Honden die voedselovergevoeligheid hebben poepen vaak vaker. Andersom niet zo vaak.’ ‘Neem je symptomen mee in diagnose?’ Antwoord: ‘ja, bv ’s ochtends is er een verschil, omdat de maag leeg is en er wellicht iets met maagzuur niet goed gaat.’ ‘Hoe zit het met cellen die eigen gezonde cellen lokaal aanvallen?’ Antwoord: ‘op 1 specifieke plek kan afweersysteem in de war zijn en 1 soort weefsel aanvallen. Kanker is waarbij cellen zelf ontspoord zijn en zichzelf gaan delen, en het afweersysteem heeft daar niet altijd een antwoord is. Ligt aan soort kanker of het op 1 plek bijft, of uitzaait.’ 22 5. Lezing Christianne Vinke Intro Christianne Vinke Christianne is voedingsdeskundige, gespecialiseerd in het inzetten van voeding en eventueel voedingssupplementen als interventie bij ziekte. Ze heeft gedurende 7 jaar als voorlichter op dit vlak bij- en nascholingscursussen geschreven en verzorgd voor artsen, apothekers, paramedici en medewerkers van natuurvoedingswinkels. Naast haar interesse in de rol van voeding op de gezondheid van de mens is ze ook geïnteresseerd geraakt in gezondheidsbevorderend gedrag en de rol van genetica hierin. Om dit eveneens professioneel verder uit te werken is Christianne weer in de collegebankjes teruggekeerd om biologische psychologie gaan studeren aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Komend jaar hoopt zij hierin af te studeren. Sinds enkele jaren heeft zij een adviesbureau (Vink & Vrij) voor voeding, gezondheid en gedrag. Ze adviseert onder meer individuen en non-profit organisaties in de complementair medische sector. Daarnaast redigeert (en werkt als co-auteur) ze (integraal) medische boeken. Ze is vaste auteur van het NL tijdschrift voor integrale geneeskunde, Supplement. Hierin schrijft ze artikelen over de rol van voeding als interventie in de klinische praktijk. Verder werkt ze als schrijver en docent aan zowel de basisopleiding als de vervolgopleiding orthomoleculaire voedingsleer Ortho Linea. Dit is een 2-jarige opleiding voor (para) medici die zich willen verdiepen in de rol van voeding als aanvullende interventie in hun praktijk. De darm en het immuunsysteem Een neerslag van mijn lezing op 7 oktober j.l. Inleiding In de lezing werd de rol van de darm in de immuunrespons toegelicht. Allereerst werd het immuunsysteem (IS) in vogelvlucht aan de orde gesteld. Het immuunsysteem is het fysiologische systeem dat ons beschermt tegen pathogenen zoals virussen, schimmels, parasieten, kankercellen, bacteriën etc. Ten eerste probeert het lichaam te voorkomen dat externe pathogenen binnendringen, hiervoor beschikt de mens over een vrijwel ondoordringbare huid aan de buitenkant, en een zeer actief immuunsysteem ter plaatse van lichaamsopeningen zoals in de spijsvertering. Het spijsverteringskanaal is een open verbinding met de buitenwereld, en via de mond proberen vele stoffen dagelijks zich toegang te verschaffen tot het interne van het lichaam. De huid en de slijmvliezen van de spijsvertering vormen samen de barrière die stoffen vanuit de buitenwereld moeten 23 nemen om in de ‘binnenwereld’ te komen. Mocht deze barrière geslecht zijn, dan zal het immuunsysteem proberen de pathogenen uit te scheiden (bijvoorbeeld bij diarree), te inactiveren of vernietigen (zoals bij de fagocytose). Bloedcellen en lymfoide organen zijn belangrijke onderdelen van het immuunsysteem. Uiteindelijk is de hamvraag waarmee het IS werkt: “wat is zelf en wat is niet-zelf?” Algemeen Grofweg kunnen 2 reacties van het IS onderscheiden worden: de immuunrespons (het induceren van immuniteit) en tolerantie (het onderdrukken van de immuunrespons). Immuniteit is de normale en gezonde reactie van het lichaam op ‘niet-zelf’, tolerantie is de gezonde reactie bij ‘zelf’ antigenen. Een immuunrespons is dus een wenselijke actie bij het binnendringen van pathogenen: een manier om het lichaam te verdedigen! Een ander woord echter, voor immunrespons is ‘ontstekingsreactie’, iets wat veel mensen als iets negatiefs zien. Dit is dus niet terecht! Het IS wordt veelal verdeeld in een aspecifiek deel en een specifiek deel. Het aspecifieke deel is aangeboren, gericht op een snelle verwijdering van het pathogeen, bijvoorbeeld door middel van fagocytose of complement activatie. Het geeft een kortdurende bescherming en kan zeer snel geactiveerd worden. Belangrijke cellen in het aspecifieke IS zijn neutrofiele granulocyten en macrofagen. Deze laatste dienen ook als brug naar het specifieke deel. Het specifieke IS is verworven, het wordt langzamer geactiveerd maar geeft langduriger (soms zelfs levenslang) bescherming. Belangrijke cellen in de specifieke immuunrespons zijn B-cellen (antistof producerende cellen) en Tlymfocyten. Rond het einde van de adolescentie is een individu immuun tegen het gros van de pathogenen uit zijn omgeving. Waarom de darmen? De darm neemt een bijzondere plaats in in het beschermen van de menselijke ‘binnenwereld’. Het is een onderdeel van de barrière met de buitenwereld en daarnaast het orgaan dat de grootste hoeveelheid stoffen vanuit de buitenwereld te verwerken krijgt. Geen wonder dan ook dat circa 80% van de functionele capaciteit van het IS in de darm te vinden is! het IS in de darm wordt ook wel GALT genoemd: gut associated lymfoid tissue. (Het IS in de luchtwegen wordt ook wel BALT genoemd: bronchus associated lymfoid tissue), dat van de huid SALT en dan kennen we tegenwoordig ook nog het OALT (van omemtum, buikvlies. Sinds enkele jaren is bekend dat de zogenaamde milky spots op het omentum kleine aggregaties van lymfeweefsel zijn, met als doel het beschermen van de buikholte tegen pathogenen die mogelijk via de darmen verder het lichaam binnendringen... hoe geavanceerd!). Gezamelijk wordt dit vaak MALT genoemd: mucosa associated lymfoid tissue. Deze verschillende onderdelen van het mucosa (spijsvertering, longen, vaginale slijmvliezen etc), vormen samen met de huid de barrière naar de buitenwereld. Je zou deze barrière kunnen zien als een grote muur rondom een kasteel. De kasteelpoort is dan de darm: via de kasteelpoort proberen de meeste mensen toegang te krijgen tot het kasteel... Maar: er zijn soms ook pathogenen (of boeven.. kijk maar eens naar Braveheart of soortgelijke films..) die proberen via de achterkant of zijkant van het ‘kasteel’ binnen te komen. Daarom communiceren alle onderdelen van de huid en slijmvliezen met elkaar. Als er een pathogeen is gesignaleerd in de darm, weet binnen een uur je neusslijmvlies en je vagina dat er een “gevaarlijke gek” de ronde doet... Het lichaam neemt het zekere voor het onzekere en stuurt de antistoffen alvast de rest van het lichaam door: je weet natuurlijk als lichaam niet zeker of die gevaarlijk salmonella uit je kip niet ook nog eens door de achterdeur (bijvoorbeeld huid, long of neus etc) zal proberen binnen te komen! Maar hoe gaat die interactie in de darm precies? 24 IS van de darm Het IS in de darm bestaat hoofdzakelijk uit het slijmvlies (epitheel met mucine receptoren), in interactie met de aanwezige flora en geassocieerde cellen en communicatiestoffen. (zie afbeelding hieronder). Ter wille van oppervlaktevergroting is het darmepitheel sterk geplooid: deze darmvlokken worden villi genoemd. De harige uitsteekseltjes van de epitheliale cellen worden microvilli genoemd. Deze oppervlakte vergroting is erg belangrijk voor voedselopname. De crypten produceren enzymen die de vertering van het voedsel vergemakkelijken (bijvoorbeeld maltase, sucrase e.d.) Ook worden hier antibiotische stoffen zoals defensine aangemaakt, dat de groei van pathogene micro-organismen tegen moet gaan. Onder de Mcel bevindt zich een zogenaamde plaat van Peyer. Dit is een aggregatie van lymfeweefsel met B en T- cel follikels. M-cellen nemen samples van de inhoud van de darm en sturen deze inhoud vervolgens door aan antigeen presenterende cellen (APC) in de plaat van peyer (in de afbeelding paars met blaauw). Indien de inhoud getolereerd wordt, komt er vervolgens Immunoglobuline A vrij, dit onderdrukt de immuunrespons. “Op de plaats rust” zogezegd. Deze reactie van het IS, het creëren van tolerantie, is in de darm erg belangrijk: voedsel en darmflora moeten getolereerd worden, hier moeten geen immuunresponsen voor gemaakt worden! Wanneer een antigen op een plaats, anders dan de Mcel de onderliggende bloedbaan in wil dringen, resulteert dit in een immuunrespons. Gezond darmslijmvlies laat in principe geen voor het IS te herkennen fragmenten door. Wanneer de interactie van APC en T- 25 cel niet leidt tot herkenning, vindt er een immuunrespons plaats. Het is een ingewikkeld communicatie systeem (dat hier sterk versimpeld wordt gebracht) waarbij er ook wel eens wat mis kan gaan. Denk bijvoorbeeld aan een allergie. Dit is in feite een immuunrespons op overwegend veilige (niet-pathogene) stoffen zoals bestanddelen van kiwi, pinda’s etc. Het lichaam doet alsof er een erg schadelijk pathogeen naar binnen wil, maar ondertussen zitten bepaalde ‘opletcellen’ gewoon een beetje te slapen.. Rol darmflora De darmflora is een verzameling micro-organismen (tot 800 verschillende) met een gezamelijk gewicht (bij een volwassene) van 1 à 1,5 kilo. Alleen hierom noemen verschillende auteurs de darmflora soms een orgaan op zichzelf. Een gezonde darmflora bestaat uit een overwicht van goedaardige en nuttige bacteriën ten opzichte van pathogene bacteriën (een darmflora die niet evenwichtig is samengesteld noemen we een dysbiotische darmflora). De darmflora stimuleert de vertering van voedsel, produceert verschillende vitamines, en is nodig voor optimaal functioneren van het IS. De darmmflora speelt verschillende rollen in het functioneren van het IS ter plaatse. Ten eerste nemen goedaardige micro-organismen letterlijk ruimte in die pathogene microorganismen niet meer kunnen bezetten. Goedaardige flora produceert daarnaast korte keten vetzuren (SCFA’s), belangrijke voedingsstoffen voor de epitheelcellen. Waneer de flora afwezig is blijkt er een verhoogde antigen penetratie door de mucosa op te treden (met een iimmuunrespons oftwel een ontstekingsreactie!) tot gevolg. Ook is uit studies gebleken dat een normale tolerantie evenmin optreedt in afwezigheid van de flora. Een gezonde flora stimuleert de aanmaak van IgA en stimuleert de rijping van het IS bij zuigelingen. Een gezonde flora interacteert dus sterk met het epitheliale weefsel ter plaatse. Helaas is de praktijk vaak anders, veel mensen kampen met een dysbiose (een verstoorde darmflora). Oorzaken hiervoor kunnen zijn, inflammatoire darmziekten zoals de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa, coeliakie, chronische stress en overbelasting, medicatie zoals antibiotica, chemotherapie, laxantia (vb darmvoorbereiding op scopie) en langdurig gebruik va NSAID’s. Deze laatste vergroten tevens de doorlaatbaarheid van de darm. Vicieuze cirkel Een dysbiose kan aanleiding zijn tot een vicieuze cirkel: door de ontstekingsreactie beschadigt het mucosa, waardoor deze haar barriere functie verliest. Contact met antigenen leidt tot een immuunrespons, oftewel een ontstekingsreactie. Een ontstekingsreactie leidt vervolgens weer tot beschadiging van het slijmvlies, en zo is de cirkel weer rond. Deze cirkel kan ook in gang gezet worden door andere factoren, zoals structurele stress, vitamine B12 deficientie of IBD/IBS. Stress verhoogt de permeabiliteit van huid en mucosa doordat een structureel verhoogde cortisol spiegel de homeostase van de permeabiliteit verstoort door de genexpressie hiervan te ontregelen. Daarnaast zorgt stress ervoor dat de samenstelling van het mucosa verandert op een manier die de integriteit van het slijmvlies vermindert. Ook lijkt er een rol weggelegd voor histamine: door stress kan er een verhoogde vrijmaking van histamine ontstaan (aangetoond in GALT) dat een negatieve wijziging in het darm milieu veroorzaakt. Cobalamine deficienties (B12 gebrek) komen ook in NL veelvuldig voor. Volgens recente studies heeft 35% van de Nederlandse 75 plussers een absoluut B12 gebrek. Relatieve tekorten treft men eveneens veel aan. Oorzaken kunnen een vegetarische of 26 veganistische voeding zijn, verstoorde opname zoals bij coeliakie en IBD, sarcoidose, bestraling en chemotherapie, of ondervoeding zijn en tenslotte een behandeling met lachgas (een veelgebruikt anaestethicum). Cobalamine is een vitamine die noodzakelijk is voor de DNA replicatie en dus de celdeling. Epitheelcellen kennen een extreem hoge vervangingsgraad: alle cellen worden in maximaal 48 uur vervangen. Een gebrek aan B12 kan de epitheelfunctie dus danig verstoren. Het gebruik van lachgas doet de voorraad cobalamine oxideren waardoor deze onbruikbaar wordt in het lichaam. Patiënten die operaties hebben ondergaan waarbij gebruik gemaakt werd van NO, maar ook de behandelaars zelf lopen risico op B12 gebreken. In Duitsland is aangetoond dat circa 40% van de tandartsen en diens assistenten een B12 gebrek hebben, veroorzaakt door hun contact met lachgas! Hoe draag je bij aan herstel van het MALT? Er zijn studies gedaan naar diverse voedingsstoffen op dit vlak. Allereerst dient men zorg te dragen dat gebreken zoals cobalamine deficiëntie uitgesloten is. Het aminozuur glutamine blijkt na chemo en bestraling sneller herstel van het mucosa te geven (flinke doses per dag, minimaal 6 gram). Zink is bewezen effectief bij diarree en door alcoholisme veroorzaakte darmontregelingen. Ook blijkt dit effectief bij patiënten met reumatische artritis en een verstoord MALT. Omega-3 vetzuren staan erg in de belangstelling vanwege hun ontstekingsremmende kwaliteiten: zo kan EPA leukotrien B4, TNF alfa, interleukine 1 beta en tromboxaan A2 remmen (allen ontstekingsmarkers). Ook vitamine A speelt een rol in het functioneren van het MALT. Het reguleert de expressie van foxP3, een eiwit dat de migratie van CD4 T cellen naar het GALT stimuleert. De ‘essentiele suikers’ tenslotte (zoals mannose uit ananas en cranberry, fucose uit shiitake en galactose uit zuivel) zijn noodzakelijk voor de receptoren waaraan goedaardige flora zich kan hechten. Om voldoende van deze suikers binnen te krijgen is een dieet rijk aan groenten en fruit (en hierbinnen veel variatie) erg belangrijk. Tenslotte is de samenstelling van de darmflora mede bepalend voor het functioneren van het IS ter plaatse. Indien er sprake is van een dysbiose kan een probioticum (een darmflora herstellend preparaat) heel goede diensten bewijzen. Let wel op de kwaliteit van het product. Het is noodzakelijk dat de stammen gal- en maagzuur resistent zijn en aantoonbaar effectief in de darm. Dit is geenszins een vanzelfsprekendheid, er zijn tal van slechte probiotica producten op de markt. Praktijk Het IS versterken betekent gelijktijdig het zoveel mogelijk te ontlasten door bijvoorbeeld stress te verminderen. Volwaardige voeding (eventueel aangevuld met een supplement) en probiotica is een belangrijke basismaatregel. Labtests zoals de triple faeces test (TFT) kunnen zicht geven op de samenstelling van de darmflora. Vezelstoffen zoals inuline verbeteren het milieu in de darm en stimuleren hierdoor de groei van goedaardige stammen ten opzichte van de pathogenen. Het uitsluiten van IBD en voedselallergieën behoren ook tot de onderzoeksfase. Uiteindelijk zal een advies gebaseerd zijn op het individu. Zo blijkt dat veel ouderen een marginale eiwitinname kennen. Dit gebrek kan het darmepitheel hyperpermeabel maken, met mogelijk structurele ontstekingsreacties (en dus darmklachten tot gevolg). Deze GALT overbelasting kan ook vermoeidheid veroorzaken. Ruim 60% van de 70 plussers in ziekenhuizen in Nederland hebben een eiwitgebrek! Een dieet voorschrift is iets dat men het beste aan een deskundige kan overlaten. Veel mensen gaan op eigen houtje met supplementen en voeding in de weer. Hoewel hun enthousiasme prijzenswaardig is, is de darmfunctie en de rol van het immuunsysteem erg complex. In deze lezing heb ik getracht een overzicht te geven van het functioneren 27 bij de mens. Ook hier staat de wetenschap niet stil. Steeds meer zal de komende jaren bijvoorbeeld ontdekt worden over de individuele genetische aanleg en de expressie van het immuunsysteem in de darm. Dan wordt ook een echt persoonlijk geneeskunde misschien wel werkelijkheid... Voor die tijd is een volwaardige, gevarieerde voeding een prima alternatief.. Mail gerust met vragen: [email protected] Tot slot Het organiseren van het symposium heeft mij voor veel verassingen doen staan. De hoeveelheid werk viel mij vies tegen. Gelukkig heb ik erg veel hulp gekregen en daar ben ik nog steeds dankbaar voor. Ook de sprekers hebben hier zeker aan bijgedragen en allemaal speciaal voor deze dag een stuk geschreven. De behoefte aan meer informatie en inzichten over het onderwerp waren opvallend net als de collegialiteit op deze dag. Ook met deze samenvatting ernaast zullen niet alle vragen beantwoord worden. Het darm en immuunsysteem blijft een interessant gebied, wat hopelijk met het organiseren van deze dag meer onder de aandacht komt. Discussie tussendoor 28 En ik heb zeker niet alle antwoorden! Caspar haalt zijn schouders op 29