Zingeving / Ethiek Toetsopdracht Naam: Dilek Batur Klas: LV11 – 3AMC4 Studentennummer: 500603765 Studiejaar: 2011 / 2012 Inleverdatum: 16 januari 2012 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding …................................................................................................................ Blz. 3 2. Casus …...................................................................................................................... Blz. 4 3. Het model van Paul …................................................................................................ Blz. 5 4. Het eigen professioneel handelen ….......................................................................... Blz. 8 5. Eigen houding en plaats t.o.v. Het dilemma …........................................................... Blz. 9 6. Bronnenlijst …............................................................................................................ Blz. 10 2 1. Inleiding In het derde jaar van de opleiding HBO- Verpleegkunde, hebben wij het vak Zingeving / Ethiek gehad. Het vak bestond uit acht bijeenkomsten, met allemaal over verschillende onderwerpen. Maar het belangrijkste deel, waar het vak eigenlijk over gaat, zijn de morele dilemma's. Tegenwoordig komt bijna iedereen in een moreel dilemma terecht, helemaal als verpleegkundige. Hierdoor werden er tijdens de bijeenkomsten uitgelegd hoe je de juiste keuzes kunt nemen, en hoe je op een goede manier om kunt gaan met dilemma's. Hiernaast was het bedoeling om zingevingsvragen van de patiënt te kunnen onderkennen. Nu, na al die acht bijeenkomsten zullen wij dit vak moeten afsluiten. De afsluiting van dit vak bestaat uit een schriftelijke opdracht, waarin door de student een zelf meegemaakte medisch ethische casus geschreven moet worden. In de casus moet een moreel dilemma naar voren komen, en deze uitgewerkt worden door het model van Paul. Dit is een model wat we ook gekregen hebben tijdens een van de bijeenkomsten. Het is een soort stappenplan om bij een moreel dilemma, de juiste keuze te kunnen nemen. In dit document zult u eerst mijn casus tegen komen. Hierna zal ik mijn ingebrachte casus uitwerken volgens het model van Paul, en naderhand tot een beslissing komen. Als laatst zult u terug kunnen lezen hoe het echt in de praktijk is gegaan, en mijn houding en plaatst t.o.v. Het dilemma. 3 2. Casus De volgende casus komt voort uit mijn eerste stageplaats. Ik heb mijn eerste stage gelopen in het AMC, op de afdeling Vaatchirurgie, Plastische – en de Reconstructieve chirurgie. Op deze afdeling kwamen patiënten met vaatproblemen (met uitzondering voor de hersenen en het hart), die een operatie nog moesten ondergaan of uit een operatie kwamen. Hiernaast kwamen er ook patiënten voor een plastische ingreep. De naam van de volgende patiënt is verzonnen. Mevrouw Boemels is 67 jaar oud, weegt 120 kg en is weduwe. Mevrouw heeft geen kinderen en weinig sociale contacten. Mevrouw is een week geleden opgenomen op de afdeling Vaatchirurgie vanwege AAA, oftewel Aneurysma Aorta Abdominalis. Dit is een verwijding van de buikslagader, waarvoor mevrouw geopereerd is. Bij mevrouw Boemels is een broekprothese aangelegd, oftewel kunststof vaten. Hiernaast is mevrouw bekend met problemen met de nieren, en moet hierdoor elke dag aan de dialyse. Ik, als eerstejaars stagiaire, verzorg al een paar dagen mevrouw Boemels. Ik heb gemerkt dat mevrouw afwisselende stemmingen heeft en eigenlijk niet meer wil leven. Bij mevrouw is het namelijk al bekend dat zij twijfelt over euthanasie. Ene dag wil ze wel euthanasie en de volgende dag weer toch niet. Vanuit de gesprekken tijdens het ADL merk je dat mevrouw blij is met haar leven. Ze vertelt je dat ze het goed heeft gehad en eigenlijk nergens meer zin in heeft. Hiermee bedoelt mevrouw de behandelingen (zoals dialyse), eten en drinken en het verdere leven. Ze zegt tegen je dat het eigenlijk tijd is om naar haar man te gaan. De volgende dag, wanneer ik weer stage loop, vertelt mijn begeleider dat mevrouw moet beginnen met mobiliseren. Dit is voor de eigen bestwil van mevrouw Boemels, omdat ze anders o.a. doorligplekken kan ontwikkelen. Maar ook staat het in de protocol vast, dat je na zoveel tijd met mobiliseren moet gaan beginnen. Wanneer we bij mevrouw Boemels op de kamer komen en haar vertellen dat ze moet gaan mobiliseren, verzint mevrouw allerlei smoesjes om het niet te doen. Wanneer ze ziet dat het niet helpt, geeft ze heel duidelijk aan dat ze het niet wil. Ze wilt niet mobiliseren. Mijn begeleider geeft mij de opdracht om goed de achterliggende gedachte uit te leggen aan mevrouw, waarbij mevrouw Boemels aangeeft dat ze het begrijpt. Maar hier achteraan zegt ze dat het haar lichaam is en niet wil mobiliseren. En als er toch wat gebeurd, zoals doorligplekken, is het haar schuld. Mijn begeleider en ik besluiten om het dan toch maar niet te doen vandaag, maar spreken wel af met mevrouw Boemels dat ze morgen zal mobiliseren. Heel ongemakkelijk knikt mevrouw Boemels. De volgende dag, na de ochtendzorg, gaan we weer met mijn begeleider naar mevrouw Boemels. Dit keer gaan we er vanuit dat ze wel zal mobiliseren en nemen gelijk hulpmiddelen mee. Maar gekomen op de kamer van mevrouw, geeft ze weer aan dat ze niet zal mobiliseren. Ze wilt gewoon niet, het is toch haar lichaam? 4 3. Het model van Paul Het model van Paul is een model waarbij in een aantal stappen toegewerkt wordt naar een oplossing voor lastige keuzeproblemen, oftewel dilemma's. De bijbehorende stappen zijn als volgt; 1. Het probleem als moreel probleem ter sprake brengen: Het probleem wat zich in deze casus afspeelt gaat om het mobiliseren van mevrouw Boemels. Mevrouw is een paar dagen geleden geopereerd en protocollair staat vast je na zoveel tijd na een operatie moet gaan mobiliseren. Het mobiliseren hoort dus in feite nog bij de behandeling van mevrouw, omdat het een 'nabehandeling' van de operatie is. Hiernaast is het voor de eigen bestwil van mevrouw om o.a. eventuele doorligplekken te voorkomen, want mevrouw Boemels ligt voor de rest alleen op bed. Maar mevrouw Boemels geeft duidelijk aan niet te willen mobiliseren en zal het ook niet doen. Uiteindelijk is het toch haar eigen lichaam en kan zij beslissen wat ze wel en niet doet. Hiernaast geeft mevrouw ook aan dat ze nergens meer zin in heeft en twijfelt over euthanasie, waardoor het niet mobiliseren ook daaruit naar voren kan komen. Kortom, het moreel dilemma is autonomie van de patiënt tegenover de nabehandeling en het protocollaire mobiliseren. 2. Het formuleren van de keuze: De autonomie van mevrouw Boemels wordt gerespecteerd, waardoor zij niet gedwongen uit bed gehaald zou worden. Er zal een gesprek gevoerd worden met de patiënt en de verpleegkundige over het mobiliseren. Er zal duidelijk gemaakt worden dat het mobiliseren een nabehandeling is, waardoor mevrouw zich aan moet houden. Hierbij zal een goede uitleg gegeven worden over de gevolgen bij het niet mobiliseren. Er zou een middenweg gevonden moeten worden en zouden er afspraken gemaakt worden, zoals bijvoorbeeld minimaal drie keer per week een half uurtje in de stoel te zitten. Er zal een gesprek gevoerd worden met de patiënt, verpleegkundige en de arts. Hierbij zal duidelijk gemaakt worden of mevrouw wel of niet euthanasie wil. Om hierover op een duidelijke lijn te komen zullen er zingevingsvragen gesteld worden aan mevrouw Boemels. Hoe kijkt u naar het leven? Wat maakt het leven zinvol? Wat verwacht u nog van het leven? Hoe staat u tegenover de ziektes/aandoeningen die u op dit moment heeft? Aan de hand van de uitkomst zou besloten kunnen worden om verder wel of niet te behandelen. 3. Inventarisatie van voor en tegenargumenten bij deze keuze: Argumenten voor: – Respect voor het individu – Respect voor de keuzes van de patiënt – Patiënt twijfelt over euthanasie (het niet willen kan daardoor komen) – Creëren veilige en betrouwde omgeving voor de patiënt – Elke patiënt heeft recht op respectvolle benadering Argumenten tegen: – Het mobiliseren is een nabehandeling van de operatie – Patiënt moet zich ook houden aan de nabehandeling – Verpleegkundige moet protocollair te werk – Het is voor de eigen bestwil van de patiënt – Patiënt heeft een groot kans op het oplopen van o.a. doorligplekken – Alle patiënten krijgen gelijke behandeling 5 4. Afwegen van de gevonden argumenten: Ieder patiënt heeft recht op een respectvolle benadering vanuit de hulpverleners. Dit betekent ook dat de verpleegkundigen respect moeten tonen voor het individu en de keuzes van een individu. Zo zullen de patiënten zich ook op hun gemak voelen in een ziekenhuis. Maar als verpleegkundige moet je ook aan je patiënt denken. Als je weet dat de keuze van je patiënt tot grote gevolgen kan leiden, zal je toch op de een of andere manier moeten ingrijpen. Dit betekent niet dat je een patiënt onder dwang uit bed kan halen, maar duidelijke afspraken maken. Hiernaast zit je als verpleegkundige 'vast' aan de protocollen die op de afdeling gelden. De protocollen zijn opgesteld, omdat zo de beste zorg aangeboden kan worden aan patiënten. Dit weet de patiënt misschien niet, maar jij als verpleegkundige wel. Hierdoor zal de argument om toch te mobiliseren zwaarder wegen dan de autonomie van de patiënt. Je kan uiteraard alsnog de autonomie een beetje laten bestaan door niet elke dag te mobiliseren, maar bijvoorbeeld drie keer per week. Hiernaast hoort het mobiliseren na een operatie, gewoon bij de behandeling zelf waardoor de patiënt in principe zich aan zou moeten houden. 5. Nemen van het besluit: Het besluit is om toch te gaan mobiliseren. Er zal een gesprek gevoerd worden met de patiënt en de verpleegkundige over het mobiliseren. Om de toch de autonomie zo min mogelijk te schaden, zal er gezocht worden naar een middenweg. Er zou een afspraak gemaakt moeten worden, zoals bijvoorbeeld om minimaal drie keer per week een half uurtje in de stoel te zitten. 6. Afspraken over de uitvoering van de beslissing: De verpleegkundige zal een gesprek aangaan met mevrouw Boemels. Het is de taak aan de verpleegkundige om duidelijk te maken dat het mobiliseren bij de operatie hoort en de nabehandeling daarvan is. Hierna zal de verpleegkundige een goede voorlichting geven over de gevolgen bij het niet mobiliseren, en eventueel aanvullen met een folder. De verpleegkundige zal helder krijgen dat zij de autonomie toch zo min mogelijk willen schaden en hierdoor een middenweg zullen bedenken. Patiënt en verpleegkundigen zullen gezamenlijk zoeken naar een oplossing, waardoor er een weekschema aangeboden zal worden door de verpleegkundige. De afspraak om minimaal drie keer per week een half uurtje in de stoel te gaan zitten zal gemaakt worden. De weekschema zal in de dossier van mevrouw komen te staan, en op de kamer zelf gehangen worden. De verpleegkundigen zullen elkaar op de hoogte stellen van deze afspraak door middel van mondelinge en schriftelijke overdracht en zullen dit naleven. Ook de arts zal ingelicht worden over deze afspraak. Steeds wanneer mevrouw uit bed komt, dus mobiliseert, zal dit ingevuld worden op de weekschema. 7. Bekijken wat er van dit geval geleerd kan worden voor de toekomst: Een mogelijkheid is om elke patiënt die voor een operatie gaat, duidelijk te maken dat het achteraf mobiliseren een nabehandeling is en gewoon onder de behandeling valt. Hierbij zal er duidelijk gemaakt kunnen worden dat ze dat niet kunnen weigeren, doordat ze zich na de operatie waarschijnlijk erg moe zullen voelen. Hiernaast zijn de rechten en plichten van een patiënt door de regering vastgelegd. Een van de plichten van de patiënt is: ‘zoveel mogelijk meewerken aan onderzoek en behandeling door de adviezen en voorschriften op te volgen die de hulpverlener u geeft’. Er is dus ook de mogelijkheid om het niet weigeren goed te onderbouwen met deze bron. 6 Een andere mogelijkheid die er bij komt kijken, is het aangaan van een gesprek met een patiënt die twijfelt over euthanasie. Het is goed en handig om een duidelijke antwoord hierop te hebben. Het is namelijk zo dat de behandeling voor een patiënt gestopt kan worden, die euthanasie wil. De arts zou in zo'n geval dan meteen een gesprek aan kunnen gaan en kunnen beoordelen waarover een patiënt voornamelijk over twijfelt. En natuurlijk inschatten of bepaalde keuzes uit die twijfels voort kunnen komen. 7 4. Het eigen professioneel handelen Op de afdeling zijn mijn begeleider en ik meerdere dagen bij mevrouw Boemels langs geweest om te vragen of ze wilde mobiliseren. Ieder keer was het weer hetzelfde liedje. Ze zei ieder keer dat ze het een ander keer wel misschien zou willen, maar vandaag echt niet. Een andere keer toen ik weer met mijn begeleider naar mevrouw Boemels zou gaan, zei mijn begeleider van te voren tegen mij dat mevrouw Boemels vandaag wel uit bed zou komen. Ik dacht dat ze dat eerder op de dag afgesproken hadden, maar het zat anders in elkaar. Mijn begeleider ging de kamer op en zei heel directief tegen mevrouw Boemels dat ze eruit moest komen. Een beetje onder dwang begonnen mijn begeleider en ik mevrouw uit bed te halen. Ze kon zelf niet staan, dus hebben we gebruik gemaakt van hulpmiddelen. Maar het werkte voor mijn gevoel totaal niet. Mevrouw Boemels bleef ondertussen klagen en hielp totaal niet mee. Ze werkte niet mee, waardoor alles erg belastend was. Ze hield haar benen erg stijf en wij moesten ze optillen. Toen ze uiteindelijk in de stoel zat, was het weer klagen en klagen. We hadden haar een half uurtje in de stoel laten zitten en op het moment dat we terug waren, was ze helemaal onderuit gezakt en deed echt helemaal niets om overeind te komen. Ze zei dat wij haar gedwongen hadden om uit bed te komen en wij dus voor de rest alles moesten doen. Ze maakte duidelijk merken dat we geen hulp van haar konden verwachten. Na deze ervaring hebben de verpleegkundigen op de afdeling nooit meer mevrouw Boemels tegen haar zin in uit bed gehaald, omdat het te zwaar was. Ze hebben echter hierna een gesprek gevoerd met haar en duidelijk gemaakt wat de gevolgen kunnen zijn. Ook is er duidelijk uitgelegd dat het gewoon bij de behandeling zelf hoort en mevrouw daarom mee moet werken. Hierna kwam uiteindelijk op de afdeling een afspraak, namelijk dat mevrouw minimaal zo vaak per week uit bed moest komen en een half uurtje in de stoel moest zitten. Deze afspraak werd ook nageleefd, en weet eigenlijk niet hoe lang het geduurd heeft omdat ik toen klaar was met mijn stage. Kortom, de verandering kwam pas na het gesprek tot stand. Hieruit blijkt dat het gesprek aangaan veel goed heeft gedaan en geleidt heeft tot een middenweg. Uiteindelijk is de autonomie toch een beetje blijven bestaan doordat mevrouw niet perse elke dag uit bed moest komen. 8 5. Eigen houding en plaats t.o.v. het dilemma Mijn plaats in de dilemma was niet erg groot toen, omdat ik nog maar een eerstejaars stagiaire was. Ik had nog niet veel impact op bepaalde keuzes, waardoor ik ook niet kon weigeren om mevrouw tegen haar zin in uit bed te halen. Ik was nog nieuw in de praktijk en had geen ervaring. Het was toen voor mij nog meer opvolgen, dan zelf acties ondernemen. Ik was wel verbaasd om zoiets te zien, ik had echter niet verwacht dat zoiets kon gebeuren. Maar als ik er nu naar terug kijk, dan merk ik wel dat bij mij veel dingen veranderd zijn. Ik merk dat ik het niet geaccepteerd zou hebben, om een patiënt tegen de zin in te mobiliseren. Nu, na al die lessen ethiek uit het tweede en derde studiejaar denk ik toch meer aan het respect tonen aan patiënten. Maar zeker ook aan de autonomie. Ik ben me er van bewust dat ik me tegenwoordig zoveel mogelijk probeer in te leven in patiënten. Hierdoor zou ik het zeker ook niet leuk gevonden hebben, waardoor ik de patiënt in haar waarde gelaten zou hebben. Wel zou ik het niet daarbij laten en op zoek gaan naar een oplossing door bijvoorbeeld een gesprek aan te gaan of collega's om hulp vragen. Ook heb ik toen gemerkt dat het fysiek echt te zwaar was. Mevrouw Boemels kon niet op de benen staan, had geen kracht meer maar ze kon nog wel haar benen optillen. Op het moment dat we haar uit bed haalden, deed ze dat ook niet meer. Ik vond het echt heel zwaar. Misschien kwam het ook omdat ik pas eerstejaars was en niet zo goed wist hoe ik me moest bewegen (mijn houding). 9 6. Bronnenlijst Readers Blokboek 3.1 – 3.4 IKZ / AMC-variant; Jaar 3; PRO 00132796-12-0008; Hogeschool van Amsterdam; 2011-2012 http://www.chirurgenoperatie.nl/pagina/vaatchirurgie/aneurysma.php http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/vragen-en-antwoorden/hoe-zijn-de-rechten-en-plichten-vande-arts-en-de-patient-geregeld.html#anker-rechten-en-plichten-van-pati-nten 10