Thema: Zorg voor de zorgenden

advertisement
Thema:
Zorgvoordezorgenden
Eengemeenschappelijkeverantwoordelijkheid
Hebjehaast?Pakeenstoel.
Zorgvoorinspiratieenreflectie
zininzorg
4
jaargang12
december
2010
T I J D S C H R I F T VA N R E L I Ë F O V E R Z O R G , E T H I E K E N L E V E N S B E S C H O U W I N G
Enverder:
InterviewmetGreetPrins
Viereninhetverpleeghuis.Vensternaareenandergeheugen
Moreledilemma’sindepraktijkvanverzorgenden
www.relief.nl
them
a
COLOFON
Zinnebeeld: Gewoon doorgaan
Frits Mertens................................................................. 4
THEMA:
Zorg voor de zorgenden
Zin in Zorg is een uitgave van Reliëf, christelijke vereniging
van zorgaanbieders. Bij Reliëf zijn 200 zorginstellingen met
een christelijke signatuur aangesloten. De missie van Reliëf
is om vanuit christelijke inspiratie invloed uit te oefenen op
Zorg voor de zorgenden:
een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid
Gert Olthuis................................................................... 5
het maatschappelijk debat over en de inhoud, uitvoering
en organisatie van de zorg en aldus bij te dragen aan de
essentie van zorg. Vanuit die missie richt Zin in Zorg zich
op gezondheidszorg, ethiek en levensbeschouwing in hun
Heb je haast? Pak een stoel.
Interview met Anja van de Weerd
Ingrid van Gaalen.......................................................... 8
onderlinge relaties. Zin in Zorg verschijnt vier maal per jaar.
ISSN: 1389-6490 / jaargang 12 /nummer 4
Goede zorg vereist zorg voor inspiratie en reflectie
Marije Stegenga............................................................ 10
Abonnementen
Lidinstellingen van Reliëf ontvangen twee abonnementen;
aanvullende abonnementen voor € 17,50 per jaar.
Losse abonnementen kosten € 24,75 per kalenderjaar.
NIEUWS:
Losse nummers € 6,25 + porto. Advertentietarieven op
Verenigingsnieuws........................................................ 12
Zorg voor de zorgenden. Hart nodig!
Arie Kars......................................................................... 13
aanvraag. Informatie en opgave: Reliëf, Neckardreef 6,
3562 CN Utrecht, (030) 2610454, fax (030) 2612529.
E-mail: [email protected] of via de website www.relief.nl.
Abonnementen kunnen ieder moment van het jaar ingaan.
Opzeggingen moeten voor 1 december gedaan worden.
INTERVIEW:
Redactie
Alle mensen zijn mooi!
Interview met Greet Prins
Menno van Oel............................................................. 14
Drs. Annemieke Beekers
Dr. Carlo Leget (voorzitter)
Dr. Frits Mertens
RECENSIE: R E P O R TA G E : Drs. Jan Maarten Nuijens
Drs. Cynthia Lieshout (eindredactie)
Axel Liégeois
Waarden in dialoog. Ethiek in de zorg
Thijs Tromp................................................................... 16
Drs. Thijs Tromp
Redactieadviseur
Prof.dr. Martin Hoondert (uitgever Abdij van Berne)
Venster naar een ander geheugen.
Vieren in het verpleeghuis
Paula Irik........................................................................ 18
Redactieadres:
Reliëf, t.a.v. Anjo Oppelaar,
Neckardreef 6,
3562 CN Utrecht
A C H T E R G R O N D : Zorg van binnenuit
Bart Cusveller................................................................ 20
Redactieadviesraad
Drs. Abeltje Hoogenkamp / Drs. Agnes van Balkom
Dr Frans Kamsteeg / Drs. Marthijn Laterveer
K O R T N I E U W S : ZZP-teamspel................................................................. 22
Prof. dr Herman Meininger / Drs. Elly van Reij-Pieterson
Daniëlle van der Eerden-Vollebregt
ETHIEK UIT HET VUISTJE:
Layout en druk: Drukkerij Berne, Heeswijk
Koffie of Nutridrink?
Theo de Zwart............................................................... 23
De redactie heeft getracht om alle rechthebbenden
toestemming te vragen voor publicatie. Dat is niet in
alle gevallen gelukt. Indien u meent gepasseerd te zijn,
gelieve contact op te nemen met de redactie.
Agenda........................................................................... 24
re d a c t ioneel
Zorg voor de zorgenden
Zorg – en dan bedoel ik niet alleen de sector – is iets wonderlijks. Aan
de ene kant is er niets zo algemeen en gewoon als zorg: zonder zorg
zouden er geen kinderen opgroeien, geen zieken beter worden, geen
scholieren slagen, en wat al niet meer. Het lijkt allemaal zo vanzelfsprekend. We weten eigenlijk niet beter. We gaan er maar vanuit dat
het allemaal heel normaal is, en dat mensen die zorg altijd zo maar
zullen blijven geven aan elkaar.
Anderzijds is het eigenlijk heel bijzonder, wat er allemaal verzet
wordt aan zorg. Wie die onzichtbare – en vaak onbetaalde, voornamelijk door vrouwen draaiend gehouden – motor van onze samenleving zou stilleggen, zou er vervolgens getuige van kunnen zijn hoe
onze hele economie instort. Vrijwel alle mensen die maatschappelijk
veel kunnen betekenen, staan op de schouders van anderen die voor
hen zorgen. Ze zijn vrijgesteld van veel vormen van zorg: hoeven hun
eigen overhemden en jurken niet te strijken, hun badkamer niet te
poetsen, hun sokken niet te wassen.
Zorg – klein en groot – is dus alomtegenwoordig. Wordt soms met
veel poeha en duur betaald geleverd. Maar is meestal onderdeel van
dingen die vanzelfsprekend gevonden worden. Gebeurt meestal in
stilte. Zonder veel ophef. Mensen die zorgen doen dat dan meestal
ook niet om een lintje te krijgen of op een voetstuk geplaatst te
worden. Ze zijn vaak zelf de eersten om te relativeren wat ze doen.
En juist daarom is het zo belangrijk om ze erkenning te geven voor
wat ze doen. Want echt zorgen voor iemand kan veel voldoening
geven, maar gaat je van tijd tot tijd ook niet in de kouwe kleren
zitten. Echt zorgen betekent: meeleven, je zorgen maken, veel
sjouwwerk verzetten (ook als je er soms geen zin in hebt) en trouw
blijven als het moeilijk wordt.
Het is dan ook belangrijk om zorg te hebben voor al die mensen die
zorg leveren. Zorg voor de zorgenden. Voor mij is die uitdrukking
onlosmakelijk verbonden met Anja van de Weerd, die verderop in dit
nummer aan het woord komt. Dat overigens is puur toeval. Het komt
gewoon omdat zij de eerste was die ik tegenkwam die hier dagelijks
mee bezig is. Maar zij maakte grote indruk op mij, want hier
ontmoette ik iemand met een groot hart en een praktisch verstand
die de kunst verstaat om zorgverleners een hart onder de riem te
steken. Zoals u zult lezen is zij gelukkig niet de enige. En toch zou de
zorg nog zoveel meer van zulke grote en praktische harten kunnen
gebruiken. Want zorgen mag dan wel niets bijzonders lijken te zijn,
het is wel de verborgen zon die ons verwarmt. En daar moeten we
heel zuinig op zijn.
Carlo Leget
column
Het nieuwe zorgen
Als het aan de nieuwe regering ligt, wordt de
zorg parten. Werken in de zorg vraagt namelijk
doening uithaalt. Laten we de ‘zorger’ niet lastig
zorgsector bij de bezuinigingen ontzien. Er
wél om gericht zijn op de ander.
vallen met het (schriftelijk) verantwoorden van
wordt zelfs extra geld vrijgemaakt voor verbe-
Natuurlijk is er nog winst te halen wat betreft de
elke stap die wordt gezet.
tering van de kwaliteit van met name de oude-
arbeidsomstandigheden. Salaris is daar maar
Er ligt hier een mooie uitdaging voor zorgmana-
renzorg.
een klein onderdeel van. Belangrijker is te kij-
gers om binnen de gegeven landelijke kaders
Dat is mooi. Maar hoe komen we aan het per-
ken naar mogelijkheden voor medewerkers in
goed voor de zorgenden te zorgen. Maar ook
soneel dat die verbeterde kwaliteit gaat leveren.
de zorg om hun tijd, in overleg met de klant, zelf
de overheid daag ik uit om eens kritisch te kijken
De sector kent een uitstroom van 24.000 me-
in te richten. Waarom zou het ‘nieuwe werken’
naar wet- en regelgeving waardoor de zorgen-
dewerkers per jaar terwijl er voor de komende
alleen voor mensen in kantoorfuncties interes-
den juist in de knel komen bij het zorgen.
jaren een tekort van 130.000 werknemers wordt
sant zijn. Het zelf kunnen inrichten van je werk
Als er op een andere manier naar de organisatie
voorspeld. De jeugd heeft geen zin in werken in
en werktijden past uitstekend in deze tijd en ook
van de zorg gekeken kan worden, dan levert dat
de zorg, er is nauwelijks instroom.
in de zorg.
een zorgsector op die aantrekkelijker is om in
Het zorgen voor een ander is geen gedragen
Werknemers in de zorg kiezen voor dit werk om-
te werken. En, meer nog dan extra geld, echte
maatschappelijke waarde meer. Vanuit de over-
dat ze feeling hebben voor mensen en er ple-
kwaliteitsverbetering van de zorg.
heid worden autonomie en eigen verantwoor-
zier in hebben iets voor een ander te betekenen.
delijkheid gestimuleerd, de collectieve voorzie-
Dat is wat hen motiveert en inspireert. Dus om
Anita van de Leest
ningen worden afgeknepen. Het individu staat
aantrekkelijk te zijn voor de werknemers moet
is manager in de ouderenzorg.
centraal, is een waarde geworden.
de zorg zo ingericht worden dat men zich kan
Deze trend speelt de aantrekkingskracht van de
focussen op dat waar men goed in is en vol-
3
Z I N N E B EELD
FOTO: FRITS MERTENS
Gewoon doorgaan.
InzorgcentrumdeBongerd(deboomgaarddievruchtgaatdragen)inBernhezewonenzustersJMJ.Alseenvandezusters
overlijdt,wildecongregatieeenwaardigeuitvaart.Eriseenrouwkapel.Daarinverblijft–zoalsdataltijddetraditiewas–de
overledenevanafhetoverlijdentotaandebegrafenis.(Nietinhetmortuarium,metafentoe‘eenuurtje’omafscheidte
nemen.)KunstenaresTrudieBroosontwierpeenkruis,eenreliëfeneenGodslampvoordiekapel.HetIn Paradisuminspireerdehaar.
HetreliëfdraagtdetitelInParadisum.Hetverbeeldtdestervendemens:degeestdiezichophetmomentvanstervenlosmaaktuitdematerie.Datgevendelagenvanhetreliëfaan.Zeverbeeldenheteruitopstijgenenhetbegeleidwordendoor
engelen,inhetreliëfgestileerdtotvleugels.Zijnemendegeestmeenaarhetparadijs. De engelen, zij mogen U geleiden naar het
paradijs.
TrudieBroosontwierpookeenhoutenkruismetdaaropeenmodernvormgegevencorpusinbrons,datwerdopgehangen
ineen‘leeg’kruisgemetseldindemuur.AanhetkruishangtgeenlijdendeChristus,maareenChristusdiededoodoverwint.Erspreekthoopenvertrouwenuit.Eriseenoverwinningopdedood.
DeGodslampinhetontwerpvanBroostoontachtereenpoorthetlicht:dedoorgangnaarheteeuwigeleven.Hetlux aeterna.
Hierkunnendezusters–zoalszedataltijdgedaanhebben–afscheidnemenvaneenmedezuster,maarmetmodernevormenvooroudebeelden.Zegevenextrakrachtaanditproces.ZozorgtdecongregatieJMJ:nietvasthoudenaanhetoude,
wegaangewoondoor.… naar de heilige stad Jeruzalem.
Frits Mertens
4
zinneBeeld
ZORG VOOR DE ZORGENDEN
Thema: de stand van zaken
Zorg voor de zorgenden:
een gemeenschappelijke
verantwoordelijkheid
Gert Olthuis
Hoewel protocollen, richtlijnen en allerlei andere evidence-based maatregelen positief uitpakken voor de kwaliteit van
zorg, is goede zorg uiteindelijk een kwestie van mensenwerk. Maar het feit dat (professionele) zorg zich afspeelt in een
breed netwerk van relaties, kan de persoonlijke inzet van zorgverleners danig op de proef stellen.
Een aantal jaren geleden kwam ik op straat een
verpleegkundige tegen die ik ken uit het hospice waar
ik onderzoek heb gedaan. We maakten een praatje. Ze
vertelde dat ze al een paar maanden niet meer in het
hospice werkte en dat het tijdelijk was. Bij de zorg voor
de terminale patiënten, de gasten van het hospice, was
ze ‘over haar grenzen gegaan’, zei ze. Ze had het lastig
gevonden om afstand te nemen en afgewogen hoe om
te gaan met het intensieve beroep dat de zorg voor
doodzieke mensen op haar deed. Gelukkig was het
hospice gelieerd aan een verpleeghuis, voegde ze er aan
toe. Daar werkte ze nu om na een periode van ‘respijt’
weer terug te keren in het hospice. Want, zoveel was
duidelijk, daar lag haar hart. Dit voorval laat zien hoe
belangrijk ‘zorg voor de zorgenden’ is.
De context van zorg
Hier bekijken we de context waarin verpleegkundigen,
artsen en al die anderen die zich dagelijks inzetten om
zorg te verlenen hun werk doen. Want die context
speelt een cruciale rol als het gaat om zorg voor de
zorgenden. Enerzijds speelt die context van zorg
verlenen een sleutelrol in de wijze waarop werken in
de zorg volgehouden wordt. Anderzijds is diezelfde
context vaak bepalend voor ontevredenheid over
het werk, te veel stress (of zelfs een burn-out), of de
beslissing buiten de zorg te gaan werken. Zo bleek uit
een recente enquête door zorgverzekeraar Menzis dat
de helft van de zorgwerkers wel eens denkt aan een
baan buiten de zorg.
De context (‘het web van betrekkingen’) waarin zorg
verleend wordt, strekt verder dan alleen de contacten
op de werkvloer. We zullen laten zien dat de context
van zorg verlenen meerdere niveaus heeft; het directe
contact met de zorgontvanger, de collega’s, de instelling
en de samenleving. Zo wordt duidelijk dat zorg voor
de zorgenden ons feitelijk allemaal aangaat. Bovendien
wordt inzichtelijk dat die context, zoals hierboven al
geschetst, een bron van werkplezier kan zijn, maar ook
een bron van zorg.
De relatie met de patiënt
Voor veel zorgverleners is de belangrijkste bron van
voldoening, de ontmoeting met andere mensen. De
persoonlijke betrokkenheid op patiënten waarvoor
gezorgd wordt – en op hun familie – is een factor van
belang in het plezier dat zorgverleners ontlenen aan
hun werk. Daarnaast laat onderzoek onder professionals
in de palliatieve zorg zien dat het vermogen om
het goede te zien in het dagelijkse werk toeneemt
wanneer de persoonlijke morele overtuigingen van
de zorggever meer aansluiten bij de doelen die tot
uitdrukking worden gebracht in de concrete zorg
(Olthuis, 2007). Niettemin is de betekenisvolheid die
in het verlenen van zorg gevonden kan worden geen
vanzelfsprekendheid (zie kader 1).
Allereerst zijn er externe factoren die de relatie met
patiënten onder druk kunnen zetten. De huidige
nadruk op technische interventies en een meer
efficiënte organisatie van zorg, betekenen in het
dagelijkse zorgen soms dat de aandacht voor individuele
patiëntenzorg tekort kan schieten. Veel professionals
voelen dat aan, maar voelen zich tegelijkertijd
machteloos tegenover deze ontwikkelingen. Op de
tweede plaats is het hebben van plezier en voldoening
in het werk ook gerelateerd aan de toerusting en
>>
thema
5
ZORG VOOR DE ZORGENDEN
Risicofactoren op burn-out bij palliatieve
zorgprofessionals
Veel mensen verwachten dat het dagelijks zorgen
voor stervende patiënten zwaar is en snel tot
veel stress zal leiden. Maar voor veel palliatieve
zorgprofessionals weegt de zwaarte van het vak
niet op tegen de bron van plezier die het zorgen
voor deze patiëntengroep met zich meebrengt.
Burn-outs die ontstaan bij werkers in deze
sector van de zorg, worden veeleer veroorzaakt
door weinig (levens)ervaring en een te jonge
leeftijd, inadequate training met betrekking tot
communicatie, stress in het persoonlijke leven of
een geschiedenis van psychologische problemen.
(Ramirez et al, 1998)
vaardigheden van de zorgverleners zelf. Zo is het van
belang dat zorgverleners (leren) erkennen dat het
werk ze kan raken en leren steeds weer de juiste balans
tussen afstand en betrokkenheid te vinden. Een factor
die hier mee speelt is een zekere mate van zelfkennis,
waardoor stress-signalen worden herkend en manieren
worden gevonden om daar mee om te gaan (zie:
Buijssen et al, 2003).
De relatie met collega’s
Zorg verlenen doen professionals zelden in hun eentje.
Zorgen is teamwerk en directe collega’s spelen een
niet te onderschatten rol in het volhouden van het
zorgwerk. Daarbij spelen niet alleen de informele
uitwisselingen van ervaringen in koffiepauzes
een rol, maar ook de meer formele onderlinge
reflectiegesprekken. Juist het samen met collega’s
uitgebreid analyseren van en reflecteren op moeilijke
(of leuke!) momenten in de zorg, kan worden
beschouwd als een bron van het (her)vinden van plezier
in het werk. Intervisie, supervisie, peer groups of moreel
beraad, het zijn allemaal vormen die leiden tot het leren
van collega’s, verdieping van het werk en (mogelijke)
persoonlijke groei.
Maar hoewel collegiale relaties een bron van voldoening
op het werk kunnen zijn, kunnen ze ook een bron
van zorg en stress vormen. Onderlinge machtsstrijd,
botsende karakters en het niet erkennen van elkaars
werk zijn hier concrete voorbeelden van (Van Heijst,
2008). Een ander heikel punt rondom collegiale
erkenning is de hiërarchie die inherent is aan de
zorgsector. Zowel tussen als binnen de disciplines lijkt
er een vastomlijnde rangorde te heersen (zie ook Van
Heijst, 2008). Ouderenzorg en geriatrie staan ‘onder’
cardiologie en chirurgie en het is zuster Mieke en
dokter De Vries. Het is de vraag of deze vastgeroeste
6
thema
statusverschillen wel zo vruchtbaar zijn als het gaat om
voldoening en plezier in het werk.
De instelling
Instellingen spelen een sleutelrol in het geven van
ruimte aan zorgverleners om te zorgen voor zichzelf
en hun collega’s. Als leidinggevenden niet erkennen
dat zorgen mensenwerk is en die erkenning niet
omzetten in ondersteuning bij het volhouden van
dat werk, dan neemt de instelling een risico met
betrekking tot de kwaliteit van de zorgverlening (zie
kader 2). Wordt er interesse getoond in het wel en
wee van wat zorgwerkers op de werkvloer doen en
worden intervisie, supervisie en scholing ondersteund
door de instelling, dan betaalt die erkenning zich
geheid uit in voldoening en betrokkenheid. In zekere
zin begint de zorg voor de eigen zorgverleners vanuit
instellingsperspectief al bij de wijze waarop nieuwe
medewerkers ingewerkt worden.
Een voorbeeld van erkenning vanuit
instellingsperspectief is de mogelijkheid die het St.
Elisabeth ziekenhuis in Tilburg verpleegkundigen,
artsen en paramedici biedt om deel te nemen aan
lerende gemeenschappen (‘communities of practice’).
In de lerende gemeenschappen, die georganiseerd
zijn rond een gedeeld zorgdomein (bijv. de
oncologische patiënt), spoort een multidisciplinaire
groep zorgverleners eigen ideeën op over hoe de
zorg menselijker kan. Het onderzoeken van de eigen
praktijk, het delen van ervaringen en ideeën en de
reflectie daarop, blijkt voor veel deelnemers van meet af
aan een zoektocht te zijn naar plezier in het werk. Het
gaat dan niet om het creëren van meer tijd aan het bed
of het inzetten van meer techniek om beter te zorgen,
maar juist om te midden van de dagelijkse dynamiek en
Moral distress
Veel verpleegkundigen en verzorgenden
weten precies hoe moreel goede zorg tot stand
komt, maar ze zijn regelmatig niet bij machte
dat in praktijk te brengen. Dat levert ‘moral
distress’ op, concludeert het Centrum voor
Ethiek en Gezondheid (2009). Indicatiestelling,
personeelstekorten, de noodzaak tot registratie en
verantwoording, en veranderende verhoudingen
in de samenleving; al deze ontwikkelingen
veroorzaken dilemma’s waar zorgwerkers niet altijd
een antwoord op hebben en die hun motivatie op
de proef stelt. Zorginstellingen en onderwijs- en
beroepsorganisaties hebben volgens het CEG een
duidelijke taak de benodigde ruimte voor goede
zorg te creëren.
ZORG VOOR DE ZORGENDEN
druk ruimte te vinden voor de menselijke betrekking
die zorgen feitelijk is.
De samenleving
In Nederland prijzen we ons gelukkig dat onze
gezondheidszorg tot de wereldtop behoort. Zo blijkt uit
de Euro Health Consumer Index 2009 dat Nederland
het beste gezondheidszorgsysteem van Europa heeft
(zie: www.healthpowerhouse.com). Er wordt goed
gescoord op het gebied van de rechten en voorlichting
aan de patiënt, de resultaten, e-health, het aanbod
en de dekking van de diensten en de toegang tot
medicatie. Enige punt van zorg zijn de wachtlijsten,
aldus het in september 2009 gepubliceerde persbericht.
Deze vorm van erkenning kunnen de Nederlandse
zorgwerkers in hun zak steken. Wat in deze ranking
echter buiten beeld blijft is de waardering die
zorgprofessionals, die de kern van het zorgsysteem
uitmaken, ontvangen door de samenleving.
Dezelfde categorie?
Frank, een 54-jarige IC-verpleegkundige, is
teleurgesteld en boos. Hij heeft bijna 30 jaar
IC-ervaring, leidt nieuwe collega’s op en heeft
soms de supervisie over elf bedden en tien man
personeel. Maar hij verdient minder dan een
vrachtwagenchauffeur, ontdekte hij onlangs. Is het
verzorgen van patiënten met enge ziektes, zwaar
overgewicht, ladderzat dan wel GHB-loaded van
ongeveer dezelfde categorie als het besturen van
een truck?, vraagt hij zich vertwijfeld af in een
artikel in De Volkskrant. (Posthumus, 2010)
aan de zorg voor anderen, nauw samenhangt met
de waardering die zorgverleners waarnemen in hun
omgeving. Die omgeving strekt zich uit van de directe
zorgverlening tot de samenleving als geheel. Juist
die brede inbedding in een web
van relaties en betrekkingen en
de vanzelfsprekendheid van de
beschikbaarheid van zorg, maken
dat de waardering, erkenning en
plezier in het zorgwerk gemakkelijk
om kan slaan in miskenning en onderwaardering. Dat
zet het welzijn van de zorgverleners zelf en daarmee de
kwaliteit van zorg op het spel. Zorg voor de zorgenden
is, met andere woorden, erkenning van de inzet van
zorgverleners voor medemensen. Dat maakt ons
allemaal medeverantwoordelijk voor de kwaliteit van de
zorgverlening.
“zorgwerk staat in een te
laag sociaal aanzien”
Volgens Van Heijst (2008) schort het in de
samenleving op twee manieren aan deze broodnodige
maatschappelijke, sociale waardering voor
zorgverleners. Ten eerste wordt al het werk dat deze
professionals ons uit handen nemen door te zorgen
voor onze ouders, kinderen, vrienden, buren en onszelf
te weinig erkend. Zorgwerk staat in een te laag sociaal
aanzien. Er is bijvoorbeeld een chronisch tekort aan
verpleegkundigen en steeds meer complex zorgwerk
wordt door minder gekwalificeerde professionals
verricht. Ook duidt de toenemende agressieve
en claimende bejegening van verpleegkundigen,
verzorgenden en artsen op IC’s, op afdelingen
spoedeisende hulp of op straat op een gebrek aan
erkenning van hun inzet. Op de tweede plaats is er een
letterlijk gebrek aan waardering op materieel niveau.
De salarisverschillen tussen de zorgverleners op de
werkvloer, de artsen en de beleidsmakers in de zorg
zijn enorm. Ook de verschillen in financiële waardering
tussen zorgverleners en werknemers in andere sectoren
kunnen aanzienlijk zijn (zie kader 3).
Dr. Gert Olthuis is onderzoeker bij de vakgroep Zorgethiek
(www.zorgethiek.nu) van de Universiteit van Tilburg
en programmaleider Menslievende Zorg
(www.liefziekenhuis.nl) in het
St. Elisabeth ziekenhuis te Tilburg.
Literatuur
1. Buijssen H, Bruntink R, et al. Einde goed, allen goed? Oog voor de zorgenden in de palliatieve
zorg. Nijmegen: De Stiel, 2003.
Besluit
Het voorbeeld van de verpleegkundige aan het
begin van het artikel laat zien dat zelfkennis en het
bewaken van de eigen grenzen van eminent belang
zijn om het vol te houden naar voldoening zorg
te verlenen. Tegelijk heeft dit artikel ook duidelijk
willen maken dat het volhouden en plezier ontlenen
2. Centrum voor Ethiek en Gezondheid. Dilemma’s van verpleegkundigen en verzorgenden. Den
Haag: RVZ/CEG, 2009. [te downloaden via www.ceg.nl]
3. Heijst A van. Iemand zien staan. Zorgethiek over erkenning. Kampen: Klement, 2008.
4. Olthuis G. Who cares? An ethical study of the moral attitude of professionals in palliative care
practice. Proefschrift Radboud Universiteit Nijmegen, 2007.
5. Posthumus A. Mensenlevens redden voor een schouderklopje. De Volkskrant, 26 oktober 2010.
6. Ramirez A, Addington-Hall J, Richards M. The carers. BMJ 1998; 316: 208-211.
thema
7
ZORG VOOR DE ZORGENDEN
Thema-interview:
Anja van de Weerd
FOTO: FRANS BAAR
Heb je haas t ? P ak een s toel .
Ingrid van Gaalen
Je kunt pas goed voor patiënten zorgen als je ook goed voor jezelf zorgt, vinden ze bij ouderenzorgorganisatie Laurens,
locatie Zuidoost in Rotterdam. Stafverpleegkundige Anja van de Weerd vertelt aanstekelijk over de verschillende manieren
waarop zij ruimte schept voor verzorgenden.
“Dit is de sms-tijd: een tijd van snel handelen, snel
praten, snel doen. Maar ‘ik ren dus ik ben’ vind ik geen
gezonde houding. Het is, juist in die drukte, goed om
stil te staan – of zitten – bij waar je mee bezig bent, wat
je raakt, of je nog wordt geraakt.
In 1992 begon ik als stafverpleegkundige in de
stervenszorg. Als onderdeel van het beleid ontwikkelde
ik ‘zorg voor de zorgenden’. De term bestond al, maar
werd tot dan toe vertaald met ‘onderwijs’. Ik vind dat
je onderwijs ook onderwijs moet noemen. Ik doe meer.
Het werk vraagt veel van mensen, lichamelijk, sociaal en
emotioneel. Ik begon met wekelijkse groepsgesprekken
voor de verzorgenden. We zijn middenin de drukte
gaan zitten, want het werk is toch nooit klaar, en als je
vrij bent, wil je het over andere dingen hebben.”
Het stof van de parels
“Ik stel dan vragen als ‘wat is een parel in je werk?’ Door
de drukte kan daar een laag stof op komen te liggen.
Ik help mensen om het stof eraf te vegen en de parels
weer te vinden. We bespreken allerlei thema’s, ook
8
thema
de moeilijke: een patiënt die dood wil, hoe reageer je
daarop? En wat doet het met jou als je iemand ruikt?
Of een bewoner die ernstig verminkt is: heb je het
erover of praat je eroverheen? Wat zou die bewoner
zelf willen? Ik vind het dapper als mensen toegeven
dat ze bepaalde situaties moeilijk vinden. Af en toe zijn
mensen boos. Dat mag er zijn.
De kringgesprekken zijn nu toegankelijk voor alle
medewerkers, ook de directeur, de technici, de mensen
uit de keuken. Iedereen heeft contact met de bewoners.
Vaak werk ik met vragenkaartjes. Het voordeel daarvan
is dat mensen een vraag objectief kunnen bekijken. Een
vraag als: ‘wanneer je jezelf niet laat troosten, kun je
dan anderen troosten?’ vat je niet persoonlijk op als je
het van een kaartje leest.
Als staflid kan ik objectief naar iedereen luisteren. Ik
heb geen belangen. Ik stuur het gesprek alleen maar.
Ik hoor prachtige verhalen. Zo had een bewoonster aan
een Surinaamse vrouw uit de huishouding verteld dat
ze heel erg bang was. De Surinaamse zei: ‘ik bad dat
al haar zorgen met de grote rivier mee naar de oceaan
ZORG VOOR DE ZORGENDEN
zouden spoelen.’ Dat is toch mooi ! Of een arts die
ontdekte wat een simpel gebaar kan betekenen: een
patiënte was helemaal trots, omdat hij, de dokter zelf,
haar zijn eigen zakdoek had gegeven toen ze verdriet
had.”
De blik verruimen
“Ik vind het professioneel als mensen onderkennen
dat je je privésores meeneemt naar je werk. En daar
moet een plek zijn waar je dat kwijt kunt. In zo’n geval
kunnen medewerkers individuele gesprekken met
mij voeren. Veel mensen maken daar gebruik van. Ik
probeer hun problemen niet op te lossen, dat kan ik
ook niet, maar ik ga met hen ‘in de ruimte der moeite
staan’. Ik luister naar hun verhalen, ik ben er voor ze,
misschien kan ik ze helpen om hun problemen verder
te ordenen. Gezamenlijk verkennen we het probleem,
waarbij ik vraag: wat betekent het voor jou, voor je
partner, voor je collega’s. Door het probleem vanuit
verschillende perspectieven te bekijken, kun je er zelf
ook anders tegenaan gaan kijken.
Zo was er een rokende bewoner die telkens zijn peuken
in zijn matras uitdrukte. Samen probeerden we te
achterhalen waarom hij dat deed. We ontdekten in
het gesprek dat hij nooit rookte als er iemand bij hem
was. Hij genoot dan van het gezelschap. Uiteindelijk
bleek dat de woonvorm voor deze man iets te hoog
gegrepen was. Hij ging naar een meer beschermde
woonomgeving, waar hij veel beter op zijn plek zit.
Maar ook mantelzorgers hebben wel eens behoefte aan
begeleiding, vooral als er een conflict is in de familie.
Soms voer ik gesprekken met de familie naast het bed.
Pas wees een arts me erop dat twee mensen na zo’n
gesprek gearmd door de gang wegliepen. Dan heb je
wat bereikt.”
Werken met passie
“Waarom ik dit werk doe? Ik ben dol op problemen…
nee, ik ben een heel optimistisch mens. Dat helpt.
Ik geloof in de kracht van mensen en wil graag de
schoonheid in de mens zien. Wat ik hier zie, geeft
me moed. En ik wil mijn zienswijze overdragen aan
andere mensen. Ik
word vaak uitgenodigd
voor symposia om over
mijn werk te vertellen.
Zorg kan niet zonder
reflectie. Ik zou willen dat dit mechanisme in het
Nederlandse onderwijs voor managers en verzorgenden
terechtkwam en dat meer organisaties het oppakken.
Wat hier gebeurt is vrij uniek. Ik kan dit werk doen,
omdat de directie ervoor kiest. Het past bij de visie van
de organisatie.
In de wereld van ‘getallen’ en ‘beheersen’ is het heerlijk
dat dit nog mag bestaan. Reflectie valt niet zo goed
te verkopen, maar ik ben ervan overtuigd dat we met
deze aanpak veel ziekteverzuim tegengaan en dat de
kwaliteit van het werk er alleen maar beter van wordt.”
“het stof afvegen en de parels
in je werk weer terugvinden”
Ik ben gelukkig niet de enige bij wie medewerkers
terecht kunnen. Dat kan ook bij de geestelijk
verzorgers, psychologen, artsen en de directeur. We
doen het samen. Ook dat past bij de cultuur van deze
organisatie.”
Kijken met je oren
“Soms vallen me thema’s op die terugkeren in de
kringgesprekken en de individuele sessies. Daar maak
ik een scholing van. Ik ben docent en met die oren kijk
ik ook. Bij het thema agressie hebben we bijvoorbeeld
het bestaande protocol aangepast. Daarnaast krijgen
medewerkers van sommige afdelingen trainingen
in gesprekstechnieken en weerbaarheidstrainingen.
Onlangs stond in de krant een artikeltje over
toenemende agressie richting verpleegkundigen. Dat
speelt hier ook. Ik bied preventief scholing op dat vlak
aan.”
Schaven aan beelden
“We hebben een huis waar jongere mensen met een
niet-aangeboren hersenafwijking onder begeleiding
wonen. In het project ‘Hooi op je vork’ proberen
we geleidelijk uit wat ze nog aankunnen. Met de
medewerkers daar hebben we een ‘werkplaats’, waar
we figuurlijk schaven en schuren aan beelden die wij
van bewoners hebben. Het team raakt daardoor steeds
beter op elkaar ingespeeld.
Anja van de Weerd (59) is stafverpleegkundige en
vertrouwenspersoon bij Laurens, een zorgorganisatie voor
ouderen. In de regio Zuidoost organiseert ze ‘zorg voor
zorgenden’ bij onder meer verpleeghuizen en een hospice.
Ze geeft les bij Leerhuizen Palliatieve Zorg en is leersupervisor
aan de Transferopleiding van de Hogeschool Rotterdam.
Daarnaast heeft ze een eigen praktijk als supervisor.
Ingrid van Gaalen geeft tekst en uitleg, in de vorm van artikelen,
nieuws- en liefdesbrieven, beleid, plannen, programma’s en
webteksten. Ze maakt deel uit van VOF Stroomkoning.
thema
9
ZORG VOOR DE ZORGENDEN
Thema essay:
G o e d e zorg vereist zorg voor
i n s p i ra tie en reflectie
Marije Stegenga
Van zorgverleners verwachten we dat ze als ware Florence Nightingale’s zichzelf voortdurend wegcijferen en onophoudelijk
liefdevolle en betrokken zorg leveren. Zorgverleners staan echter steeds meer onder druk van maatschappelijke
en zorginhoudelijke ontwikkelingen. Inmiddels wordt steeds duidelijker dat wederkerige en betrokken zorg niet
vanzelfsprekend wordt verleend en dat een organisatie goed voor zijn medewerkers moet zorgen wil zij de inspiratie en
reflectie van zorgmedewerkers in stand houden.
Inspiratie
Wanneer je aan zorgverleners vraagt waarom ze voor
het vak hebben gekozen, dan blijkt uit hun antwoorden
dat de keuze voor het vak iets te maken heeft met wie
ze zijn:
• “Ik ben de oudste dochter in ons gezin, als er iets is met
iemand, dan kijkt iedereen altijd naar mij. Ik ben de
zorgzame, degene waarop iedereen altijd kan rekenen. En
daar ben ik ook blij om hoor, dat is wie ik ben. Ik ben nu
eenmaal heel goed in zorgen.”
• “Ik kom uit een gezin waarin veel mensen in de zorg werken.
Ik wist van jongs af aan al dat ik dit ook wilde doen.”
• “Omdat ik het fijn vind als ik iets kan betekenen voor andere
mensen.”
Zorg wordt van oudsher gezien als roeping. Werken
in de zorg is hun bestemming. Zij praten vol passie
over hun bewoners en cliënten. Zij worden door hen
in beweging gezet. Een innerlijke beroering, een
(com)passie noopt hen tot handelen. De oorsprong
van de inspiratie ligt waarschijnlijk in aspecten
zoals opvoeding, persoonlijkheid, ervaringen en
geloofsovertuiging, die tezamen de levensbeschouwing
van de individuele zorgverlener vormen.
Afstemmen op jezelf
De verbinding van levensbeschouwing met roeping
is niet exclusief voor de zorg en is ook niet altijd even
sterk aanwezig. Desalniettemin zijn in het vak van de
zorgverlening de innerlijke drijfveren onmisbaar.
Joan Tronto beschrijft in haar boek ‘Moral Boundaries’
10
thema
zorg als een proces waarbij er een wederkerige relatie
ontstaat.
Opvallend in deze opvatting van zorg is de mate waarin
de zorgverlener zelf bij het proces betrokken raakt.
Zij is geen instrument of robot die een zorghandeling
verricht. Nee, zij komt in beweging, wordt geraakt, gaat
van mens tot mens een relatie aan en neemt haar eigen
beweegredenen, moraal en inspiratie mee in de wijze
waarop zij zich manifesteert in het zorgproces. Annelies
van Heijst zegt in ‘Menslievende zorg. Een ethische
kijk op professionaliteit’ hierover: “Goede zorg is een
manier van doen, in op unieke mensen afgestemde
betrekkingen, waarbij de zorgvrager ook afstemt op
zichzelf.”
Dit afstemmen op jezelf is natuurlijk ten eerste een
vorm van zelfreflectie. Alleen wanneer de zorgverlener
kan afstemmen op zichzelf kan hij gebruik maken van
zijn morele intuïtie. Daarnaast behelst dit ook een
terugkomen bij de bron van je inzet, de aanleiding
tot je handelen, de passie die je in beweging brengt,
de levensbeschouwing die je morele intuïtie richting
geeft. Daarmee vraagt zorg verlenen dag in dag uit
van mensen dat de basis waarin hun oorspronkelijke
inspiratie is geborgd, toegankelijk en gefundeerd is.
Zorgvreemde invloeden
Het eigene van zorg maakt inspiratie en de reflectie
daarop van groot belang. Verschillende ontwikkelingen
in de zorg en de maatschappij belemmeren de
zorgverlener om geïnspireerd te blijven.
ZORG VOOR DE ZORGENDEN
Zorgvreemde invloeden rollen over de zorg uit.
Zorgverleners moeten zich verantwoorden in tijd en
aantallen, terwijl dat niet strookt met de beleving
die zij hebben bij de zorg die zij verlenen. Zij dienen
bovendien de behandeling of begeleiding die zij geven
af te stemmen op het passende zorgzwaartepakket
(zzp) of de juiste diagnose-behandel-combinatie
(dbc), waardoor zij als het ware geremd worden in de
navolging van het appèl dat zij ervaren vanuit de cliënt.
Zij moeten zich bewust zijn van de kosten van de zorg
en nagaan of de zorg die zij vanuit zichzelf geneigd
zijn te leveren past binnen het zorgcontract dat is
afgesloten.
Onoplosbaar lijden
Daarnaast moeten we ons realiseren hoe moeilijk het is
om in je dagelijks werk geconfronteerd te worden met
onoplosbaar lijden. Niet alleen op oncologieafdelingen
en in hospices moeten hulpverleners het uithouden
naast patiënten die niet meer beter worden. Ook
in de ouderenzorg, in de verpleeghuiszorg, op
poliklinieken van ziekenhuizen en in de psychiatrie
blijven zorgverleners met hun cliënten achter wanneer
een behandeling niet meer mogelijk is of het lijden
niet meer weg te nemen is. In een samenleving waar
we technisch zoveel kunnen en het lijden denken te
kunnen wegbannen uit ons leven, weten zorgverleners
hoe onwaar deze beelden van het leven zijn. Zij moeten
zich handhaven in de kloof tussen de maatschappij
van de maakbare mens enerzijds en de wereld van
kwetsbare mensen anderzijds. Hun levensbeschouwing
moet daar een antwoord op hebben.
Compassiemoeheid en coping strategieën
Zorgverleners blijven niet zomaar en vanzelf
geïnspireerd en moreel gevoelig onder zulke
spanningsvelden. Wanneer zorgverleners volgens
hun eigen morele standaard voortdurend tekort
schieten, kan het gebeuren dat zij onbewust bepaalde
overlevingsstrategieën gaan toepassen. Zorgverleners
treden dan als het ware uit contact met de zorgvrager
en ook uit contact met zichzelf. De zorgverlener wil
het appèl van de hulpvrager niet meer voelen. En
ook niet meer nadenken over wat goede zorg volgens
de eigen morele standaard inhoudt. Dan treedt
compassiemoeheid op.
Wanneer een zorgverlener langdurig wordt
geconfronteerd met ernstig lijden van patiënten, is er
een kans op overbelasting. Bij compassiemoeheid zien
we signalen als demoralisatie, uit de hand lopende
conflicten binnen het team en veel klagen en roddelen.
Uiteindelijk kan compassiemoeheid leiden tot een burn
out.
Onder grote hoge druk kunnen emotievermijdende
copingstrategieën optreden. Cora van der Kooij
beschrijft in haar proefschrift ‘Gewoon lief zijn?
Het maieutisch zorgconcept en het invoeren
van geïntegreerde belevingsgerichte zorg op
psychogeriatrische verpleeghuisafdelingen’, dat
zorgmedewerkers vaak emotievermijdende strategieën
gaan toepassen wanneer zij niet meer kunnen
voldoen aan de verwachtingen die zijzelf, de cliënt
en de omgeving hebben. Een emotievermijdende
strategie is bijvoorbeeld zich richten op de medischverpleegkundige handelingen zonder in contact te
treden met de cliënt , of voortdurend weglopen en
zich terugtrekken in de eigen wereld met de gezonde
mensen: even koffie drinken, een sigaretje roken of met
elkaar op de gang op de etenskar wachten. Dit leidt
volgens Van der Kooij tot instrumentele zorg.
Voor de praktijk van zorg betekenen deze fenomenen
dat de bejegening achteruit gaat. Slechte bejegening
is vaak slechts een symptoom van een onderliggend
probleem. Een cursus bejegening is dan een
symptoombestrijder die door zijn duiding soms meer
kwaad dan goed doet.
Reflectie en inspiratie
Om als zorgverlener goed te blijven functioneren is een
innerlijke motivatie onmisbaar. De inspiratie geeft de
motivatie voor het werk en geeft richting aan de moraal
van de zorgverlener. Daarmee is het in stand houden
van de inspiratie van de zorgverlener ook een zorg voor
de zorgorganisatie.
Van der Kooij beschrijft dat zorgverleners kunnen leren
om meer emotieregulerende copingstrategieën toe
te passen. Om de eigen inspiratie goed te kennen en
zicht te hebben op de eigen moraal, dient er binnen
de zorgpraktijk ruimte te zijn voor reflectie. Zo kan
de zorgverlener reflecteren op zijn moraal en deze
spiegelen aan de andere perspectieven en belangen
die in acht moeten worden genomen. Ook kan de
zorgverlener zijn machteloosheid leren hanteren
en door deze met anderen te delen minder stress of
spanning gaan ervaren. Als een zorgorganisatie de
inspiratie van zorgmedewerkers en hun reflectie daarop
ondersteunt, draagt zij bij aan het welbevinden van
cliënten en zorgverleners. Zorg voor zorgenden kan per
organisatie of setting verschillende vormen aannemen.
Bijvoorbeeld coaching, intervisie, of een vorm van
moreel beraad. Voor welke vorm ook wordt gekozen,
de inspiratie van de zorgverlener en de reflectie daarop
dienen steeds centraal te staan.
Marije Stegenga is stafmedewerker bij Reliëf en leidt in
verschillende zorgorganisaties intervisie en (team)coaching
op het gebied van inspiratie en reflectie.
thema
11
Nieuws
VERENIGINGSNIEUWS
Belangstelling? Neem contact op met
De bijeenkomst staat gepland op
Wout Huizing ([email protected]).
5 april 2011, van 13.30 uur – 17.00
Algemene Ledenvergadering
uur. De kosten bedragen € 55,=
Op de Algemene Ledenvergadering
Bijeenkomst over mentaal
van 22 november is het jaarplan
welbevinden
voor 2011 besproken en vastgesteld.
Op 12 januari 2011 belegt Reliëf
Seminar Zorg rondom het
Het bestuur presenteerde tevens de
voor bestuurders, managers, kwali-
levenseinde
voorlopige resultaten over 2010. Naar
teitsfunctionarissen, psychologen en
Ook in 2011 organiseren conferen-
verwachting zal ook het lopende jaar
geestelijk verzorgers een bijeenkomst
tiecentrum Mennorode en Reliëf ter
met positieve resultaten worden afge-
over het vorm en inhoud geven aan
gelegenheid van de dag voor de ver-
sloten, zowel in inhoudelijk als finan-
mentaal welbevinden. Mentaal welbe-
pleging weer een seminar voor zorg-
cieel opzicht. Dat stemt tot dankbaar-
vinden is één van de vier domeinen
verleners. Dit jaar gaat het over de
heid. Dr René van Leeuwen, lector
van het kwaliteitskader voor Verant-
spirituele aspecten van zorgverlening
aan de Gereformeerde Hogeschool
woorde Zorg. Het betreft de persoon-
rondom het sterven. Sprekers tijdens
in Zwolle, verzorgde aan het eind van
lijke zingeving en betekenisgeving
deze middag zijn: Leo Fijen, Carlo
de ledenvergadering een boeiende
van zorgvragers. Wout Huizing, Thijs
Leget en Wout Huizing. Wij hopen u
presentatie over spiritualiteit en zorg,
Tromp en Gerdienke Ubels schreven
op 11 mei te kunnen ontvangen op
te vinden op de website van Reliëf.
het boek Werken aan Mentaal Welbe-
Mennorode in Elspeet. U kunt zich al
vinden. Vijf startpunten voor de zorg-
opgeven bij Mennorode, bij voorkeur
Samenwerking Cupertino
praktijk. Zij gaan op het symposium
online via www.mennorode.nl of via
Reliëf heeft een samenwerkings-
dat in Mennorode, Elspeet gehouden
telefoonnummer 0577- 498111.
overeenkomst gesloten met Stichting
wordt, nader in op de vraag hoe u
Toegang is gratis!
Cupertino, een stichting die zich
werk kunt maken van mentaal wel-
inspant om de aandacht voor levens-
bevinden. Deze bijeenkomst is gratis
Vooraankondiging cursussen
beschouwing en ethiek te bevorderen
voor leden van Reliëf.
Komend jaar organiseert Reliëf
in de zorg voor mensen met een ver-
twee cursussen op basis van open
standelijke beperking. Reliëf zal voor
Jaarcongres Reliëf
inschrijving. In het voorjaar de
Cupertino projecten gaan uitvoeren
Het jaarcongres van Reliëf is op
cursus Leiden van moreel beraad.
gericht op zorgvragers met een ver-
vrijdag 11 maart 2011. Het thema is
Deelnemers worden toegerust
standelijke beperking, hun verwanten
‘Zuinig met zorg!’ Meer informatie op
om in hun eigen organisatie
en zorgverleners.
www.relief.nl en op de achterpagina
ethische gesprekken te leiden. Enige
van dit blad.
basiskennis op het gebied van de
Training ‘Tja wat zal ik zeggen…?’
12
nieuws
(leden van Reliëf betalen € 45,=).
ethiek wordt verwacht. De cursus
Op 27 september jl. werd het boek
Voltooid leven: een onvoltooide
bestaat uit vier dagdelen: 5 april de
Tja wat zal ik zeggen…? Gepresen-
discussie
hele dag en 12 april en 24 mei in de
teerd. Het boek geeft zorgverleners
Binnenkort zal het initiatief-wetsvoor-
middag. Locatie: conferentiecentrum
handreikingen om goed om te gaan
stel worden gepresenteerd dat hulp
Mennorode in Elspeet.
met levensvragen in de zorg voor
bij zelfdoding regelt bij ouderen die
In het najaar wordt de succesvolle
ouderen. Marije Stegenga, stafmede-
lijden aan een voltooid leven.
cursus Ethiek in de praktijk herhaald.
werker bij Reliëf, ontwikkelde bij deze
Dit voorstel dat voortkomt uit het bur-
In deze praktische cursus doen de
publicatie een trainingsmodule,die
gerinitiatief ‘Uit vrije wil’ van o.a. de
deelnemers kennis en vaardigheden
kosteloos te downloaden is op de
NVVE houdt de gemoederen flink be-
op, waarmee zij in hun eigen praktijk
website van Reliëf. Inmiddels heeft
zig. Daarom belegt Reliëf samen met
aan de slag kunnen met morele be-
Reliëf deze training enkele malen ver-
Luce een bijeenkomst over dit onder-
wustwording, ethische gesprekken en
zorgd voor zorgverleners maar ook
werp. Hoofdsprekers zijn Boudewijn
ethiekbeleid. Deze cursus bestaat uit
voor vrijwilligers. Een cursist: “Zeer
Chabot en Carlo Leget. Hun lezingen
twee hele dagen: 15 en 22 septem-
goed gevoel over de deze zinvolle
worden afgewisseld met fragmenten
ber. Meer informatie op de agenda
cursusdag. Je staat weer eens stil bij
uit de zorgpraktijk, zoals waargeno-
op de website van Reliëf of bij Marije
momenten waarop je mensen nabij
men door geestelijk verzorger
Stegenga: [email protected].
bent. Het gaat immers om levens-
Annemarieke van der Woude. Thijs
vragen, zo belangrijk in de zorg.”
Tromp leidt de discussie met de zaal.
Van de voorzitter
Z O R G VOOR DE ZORGENDEN:
H A R T NODIG!
Arie Kars
“Ik ben flink geslagen door een patiënt. Ik had
hulp nodig van een kno-arts en heb slachtofferhulp
aangeboden gekregen, wat ik niet nodig vond”.
Zomaar een citaat uit een onderzoek van de
Consumentenbond waarover Trouw van 21 oktober
2010 berichtte.
Ik weet nog goed dat ik verbijsterd was toen ik voor het
eerst hoorde hoe ambulanceverpleegkundigen door
omstanders werden belaagd en bedreigd wanneer zij
eerste hulp verleenden aan slachtoffers van ongevallen
of geweld. Dat is misschien vijf jaar geleden. Hetzelfde
lot treft de brandweer en de politie. Nog zie ik in het
Journaal van enige tijd geleden Job Cohen, toen nog
burgemeester van Amsterdam, uit de grond van zijn
hart zijn verontwaardiging uitspreken over belaagde
ambulanceverpleegkundigen: “daar blijf je met je poten
van af”!
Uit diezelfde enquête van de Consumentenbond
blijkt dat de helft van de 400 verpleegkundigen die
de vragenlijst terug stuurden in een periode van zes
maanden een of andere vorm van agressie hadden
meegemaakt.
Zou ik een psycholoog zijn dan zou ik op zoek gaan
naar de factoren die bepalend zijn voor groepsgedrag
van geschrokken en angstige mensen, voor wie de
hulpverlening allemaal te lang duurt en die boos en
gefrustreerd raken. Ik zou de factoren proberen te
identificeren die leiden tot dit ontremde gedrag en
daarmee zou ik wellicht een deel van de analyse hebben
uitgevoerd.
Al die analyses en evenzo vele verbetersuggesties
– variërend van strenger straffen van de daders tot
trainingen in het omgaan met agressie – leiden
vermoedelijk niet tot de oplossing van het probleem.
Misschien heeft Job Cohen met zijn duidelijke taal
en oprechte kwaadheid een deel van de kern van de
oplossing geraakt. Hij liet zijn hart spreken: “waag het
niet met je poten aan mijn mensen te komen, want dan
kom je aan mij!” Ik weet niet welke maatregelen hij
daarna getroffen heeft en hoe het ambulancepersoneel
daarop gereageerd heeft. In zijn woorden zat ook
onmacht over de niet aflatende reeks van bedreigingen
en beschimpingen van dolgedraaide burgers die zich
aan God noch gebod iets gelegen laten liggen.
Het begint echter bij de degenen die
verantwoordelijkheid dragen voor het personeel. In
de zorg zijn dat de afdelingshoofden, de managers,
directeuren en bestuurders. Ik ben één van hen en
realiseer me dat de medewerkers mijn medewerkers
zijn. Niet dat ze mijn eigendom zijn, maar ze
vertrouwen zich wel aan mij toe door zich in te zetten
voor een taak waarvoor ik als leidinggevende (eind)
verantwoordelijkheid draag. Voor een belangrijk deel
hebben we de zorg voor de zorgenden in onze sector
goed geregeld. Maar de goede personele regelingen en
het redelijke salarisniveau zijn intrinsiek niet voldoende
om vervolgens met een gerust hart ons eigen ding
te gaan doen. Een tekst uit Ezechiël 34 schiet me te
binnen. Ezechiël profeteert Gods woord tegen de
herders (de priesters, de geestelijk leiders) die hun taak
verzaken. Die herders weiden zichzelf maar niet de
schapen. “Zwakke (schapen) versterkt gij niet, zieke geneest gij
niet, gewonde verbindt gij niet, afgedwaalde haalt gij niet terug,
verlorene zoekt gij niet, maar gij heerst over hen met hardheid
en geweldenarij. Zij raken verstrooid omdat er geen herder is”.
God is hevig verontwaardigd: “Zie Ik zál die herders! Ik eis
mijn schapen van hen terug en Ik zal een eind maken aan dat
schapenweiden van hen. Ik zal zélf naar mijn schapen vragen en
naar hen omzien, zegt de Here Here”.
Terug naar de zorg anno 2010. Leidinggevenden zijn
geen herders, medewerkers geen schapen en toch….?
Zorg voor verzorgenden begint met de erkenning
dat je als leidinggevende volledig afhankelijk bent
van je medewerkers voor het bereiken van je eigen
doelstellingen. Dat besef plaatst je in een positie van
enerzijds afhankelijkheid, maar juist ook zorgzaamheid,
betrokkenheid op het leven van je medewerkers,
vertrouwen geven, verantwoordelijkheid geven, voor ze
opkomen wanneer ze bedreigd worden en er onrecht
geschiedt. Herders zijn geen watjes, leidinggevenden
ook niet. Zij hebben hart voor hun mensen, zoals hun
mensen hart voor cliënten en patiënten hebben. En wie
een hart heeft, heeft “lev” .
nieuws
13
Interview: Greet Prins, voorzitter Raad van Bestuur Philadelphia
A L L E MENSEN ZIJN MOOI!
Menno van Oel
Twee jaar geleden kwam Philadelphia negatief in het nieuws. De organisatie stond financieel aan de rand van de afgrond,
o.a. door onverantwoorde investeringen in onroerend goed. Er kwam een ingrijpend herstelplan en Greet Prins werd
aangesteld als nieuwe bestuurder. Ze werkte hiervoor bij het UWV en in de reclamewereld.
Hoe gaat het?
Goed! Gelukkig zijn we weer
uit de rode cijfers, en dat
zonder overheidssteun. We zijn
teruggegaan naar onze kerntaak:
kleinschalige zorg voor mensen
met een verstandelijke handicap.
Andere activiteiten hebben we
afgestoten. Naast allerlei structurele
maatregelen werken we hard
aan een cultuurverandering. We
moeten zuinig zijn. En we zetten
zwaar in op medezeggenschap,
op de inbreng vanuit de driehoek
cliënten, ouders en personeel. Wat
ons absoluut door de crisis heen
heeft geholpen, is de passie van
onze medewerkers voor met name
onze cliënten.
U hebt eerder een commerciële
dan een zorgachtergrond.
Hoe is dat?
Mijn insteek is vooral het
klantgerichte denken: wie is je
doelgroep, je klant? Wat wil hij
en hoe kun je daarop inspelen? In
de reclamebranche gebeurt dat
systematisch, maar de zorgsector is
niet fundamenteel anders. Zonder
aandacht voor wie tegenover je
zit kun je geen goede zorg geven.
Dat sluit aan op de traditie van
14
interview
Philadelphia, waar ouders en familie
van de cliënten altijd nauw bij
de zorg betrokken zijn geweest.
Het denken en communiceren
vanuit de leefwereld van cliënten
staat centraal. Onze website is zo
opgebouwd. We hebben een nieuw
blad, Hallo, helemaal gewijd aan één
cliënt, haar wereld, haar omgeving.
De medezeggenschap loopt door
de hele organisatie heen: van
huiskameroverleg op de locaties
tot en met het regelmatig
overleg van de Raad van
Bestuur met de cliëntenen participatieraad.
Wat neemt u mee uit
uw vorige functie?
Ik weet hoe grote
organisaties werken.
Ik heb ook bij het UWV
te maken gehad met
een slechte pers; dat was
niet nieuw voor me. Daar
ging het, net als in de zorg, om
mensen die niet voor hun situatie
– bij het UWV: werkloosheid,
een uitkering – gekozen
hebben. Ze zijn
afhankelijk
en juist
dat vraagt
een vorm
van klantdenken, aandacht
voor de specifieke situatie en
mogelijkheden van een cliënt,
voor het verdriet van ouders. Het is
geen gelijke relatie tussen zorg- of
dienstverlener en cliënt, maar wel
een gelijkwaardige. Alle mensen zijn
immers mooi.
Wat wist u niet over de
gehandicaptenzorg?
Veel dingen wist ik wel, maar
alleen vanuit de verte. Dat zorg
een passie is, bijvoorbeeld. Ik zie
soms jonge meiden mensen te eten
geven; dat kan zomaar anderhalf
uur duren. Medewerkers hebben
het vertrouwen verdienen. Door
de crisis was dat bij personeel
en ouders broos geworden. Ik
heb de ondernemingsraad niet
gevraagd om ons als bestuur
vertrouwen te geven, maar om
samen te willen werken. Je kunt
vertrouwen alleen terugwinnen
door open te zijn, eerlijk, integer,
“Het is jullie taak ervoor te
zorgen dat wij als ouders
rustig dood kunnen gaan”
te maken met agressieve cliënten,
maar gaan wel door. Voor zoveel
geduld en incasseringsvermogen
heb ik diepe bewondering.
Langzamerhand leer ik de wereld
van gehandicapten van binnenuit
kennen. Ik ga veel op locatiebezoek
en ben gewend iedereen een hand
te geven. Iemand wees me erop,
dat niet iedereen het prettig vindt
wanneer je zomaar zijn wereld
binnenstapt. Daar let ik nu op.
Zorg is gebaseerd op vertrouwen.
In de gehandicaptenzorg heb je
veel te maken met ouders die zeer
betrokken zijn bij de zorg voor hun
kinderen. Een van hen zei: het is
jullie taak te zorgen dat wij rustig
dood kunnen gaan. Dan ben ik stil
en denk ik: daar draait het in de
kern voor hen om.
Dat vertrouwen is en blijft
kwetsbaar. In de zorg ben
je afhankelijk van politieke
maatregelen. Het voorstel nu is
om de verantwoordelijkheid voor
de gehandicaptenzorg naar de
gemeente toe te schuiven. Voor ons
betekent dat: met 220 verschillende
gemeentes overleggen. Ik voorzie
een grote chaos en een toename
van de bureaucratie, die uiteindelijk
ten nadele van de zorg aan
onze cliënten zal uitpakken. Ik
hoop dat we dat tegen kunnen
houden. Los daarvan moet je als
zorgorganisatie telkens opnieuw
FOTO: BERT BRINKMAN
ook over pijnlijke maatregelen. Er
zijn 120 mensen afgevloeid. Niet
zozeer de zorgverlening, maar het
hoofdkantoor is afgeslankt.
Denkt u niet: een lunch van
anderhalf uur, wat kost dat?
Nee. Ik gebruik het de andere kant
op, als argument in gesprekken met
politiek en zorgverzekeraars. Goede
zorg kost nu eenmaal veel geld. Dat
moet je ervoor over hebben.
jaar was het thema vriendschap,
seksualiteit. We geven grenzen en
regels aan, maar proberen daarnaast
ook een bepaalde ruimte aan te
geven. Zo’n regel is bijvoorbeeld: er
is verschil tussen liefde en porno.
Porno verbieden wij niet want, zo
staat ook in onze brochure, dat
is privé; doe dat dan op je eigen
kamer. Het toestaan daarvan
helpt volgens deskundigen
om seksueel misbruik tegen
te gaan. Het komende jaar
gaan we praten over een
waardig levenseinde. Ook in
de gehandicaptenzorg worden
mensen steeds ouder. Dat
roept nieuwe vragen op.
Wat ons antwoord wordt als
leidraad voor de diverse situaties,
daar zijn we nu met elkaar over in
bespreking; dat weet ik dus nog
niet.
Drs. M.E. van Oel
is predikant en publicist.
Philadelphia is een christelijke
organisatie. Wat betekent dat?
Ook al hebben we onze christelijke
inspiratie uitdrukkelijk opgenomen
in onze hernieuwde missie, toch
profileren wij ons op dit moment
niet al te nadrukkelijk als zodanig.
Onze eerste prioriteit is het op
orde krijgen van de organisatie en
het verlenen van goede zorg. We
zijn een christelijke organisatie,
maar dat kun je beter in daden
laten blijken dan in grote woorden
zeggen. Voor ons betekent het
christelijke, dat we zorg verlenen
aan iedereen die aan ons is
toevertrouwd, en dat we het beste
uit iedereen proberen te halen. Van
ons personeel vragen we respect
voor iemands levensovertuiging.
Verder besteden we aandacht aan
ethische kwesties. Het afgelopen
Philadelphia is een landelijke netwerkorganisatie voor
zorg en ondersteuning aan mensen met een verstandelijke
beperking. De organisatie telt ruim 8000 cliënten, 8200 medewerkers en 800 locaties. Eind 2008 bleek dat Philadelphia
ernstige financiële problemen had. Men trok zich terug uit
Espria, de alliantie met Woonzorg Nederland en Evean, die
met het oog op de marktwerking in de zorg was gevormd.
interview
15
Gelezen
WA A R D E N I N D I A L O O G
door Thijs Tromp
lijke geïnspireerd omdat het christen-
wijzen – iedereen kiest immers zijn
dom God als relationeel beschouwt
eigen waarden – stelt Liégeois dat
Axel Liégeois heeft een boek ge-
en daarin uniek is. God zelf is de
het in de zorg draait om zorgver-
schreven over zorgethiek. Een
relatie tussen Vader, Zoon en Geest
lening en beschermwaardigheid,
veelbelovend boek, omdat hij een
en door de schepping verbindt God
autonomie en privacy, participatie,
praktijkgericht model voor ethiek in
alle schepselen met elkaar en maakt
levenskwaliteit en rechtvaardigheid
de zorg wil presenteren. Hij neemt de
hen tot broers en zussen van elkaar.
en vertrouwen en solidariteit. Alle
zorgrelatie als uitgangspunt. Liégeois
Het bevorderen van goede relaties
zorgverlening moet gericht zijn op het
is hoogleraar praktische theologie
met familie, vrienden, zorgverleners,
zo goed mogelijk realiseren van deze
aan de faculteit Godgeleerdheid van
samenleving, maar ook met de mate-
waarden. De evaluatie van deze
de Katholieke Universiteit Leuven en
riële omgeving en met een spirituele
waarden moet in de praktijk plaats
stafmedewerker ethiek bij de Broe-
werkelijkheid is daarom voor Liégeois
vinden door middel van een dialoog.
ders van Liefde in Gent. Uit het boek
het ijkpunt van de ethiek. Het goede
Want over de vraag hoe de levens-
blijkt hoezeer de auteur vertrouwd is
samenleven als een leven waar alle
kwaliteit, autonomie of vertrouwen
met de dilemma’s die recente ontwik-
betrokken mensen zich optimaal
het beste gerealiseerd kunnen wor-
kelingen in de zorg met zich mee-
kunnen ontwikkelen is het doel van
den, verschillen de betrokkenen in
brengen. Tegelijkertijd geeft Liégeois
menselijk handelen in de zorg.
de zorg vaak van mening. De laatste
In he t ko rt
blijk van zijn academische eruditie in
pijler betreft de grondhouding. Het
de precisie waarmee hij zijn ethiek-
Visie op ethiek
gaat hier om de gezindheid waarmee
model uiteenzet.
Liégeois’ visie op ethiek steunt op
de zorg verleend wordt: mildheid,
drie pijlers: waarden, dialoog en
ontvankelijkheid, waarachtigheid,
Relationele ethiek
grondhoudingen. Ethiek is volgens
aandacht, erkenning, wijsheid en
Liégeois’s visie op ethiek is, naar ei-
Liégeois het evalueren van onderlig-
integriteit.
gen zeggen, radicaal relationeel: “De
gende waarden in concrete situa-
mens is allereerst relatie. Daarom
ties. Telkens moeten zorgverleners
Het morele gesprek
vertrekken we niet vanuit het subject
bekijken in hoeverre hun handelen
Vervolgens geeft Liégeois aanwijzin-
dat de mens is en van waaruit de
overeenstemt met de kernwaarden
gen voor het morele gesprek. Vanuit
mens relaties aangaat, maar vanuit
van de zorg. Liégeois aarzelt niet om
de juiste grondhouding gaan de be-
de context waarin de menselijke rela-
zelf de kernwaarden van de zorg te
trokkenen de dialoog aan over een
ties zich afspelen.” (p.37) Deze visie
benoemen. Waar andere auteurs dit
morele kwestie. Zij brengen de feiten,
op ethiek is volgens Liégeois christe-
als moralistisch van de hand zouden
motieven, belangen, handelingsmo-
> Karin Kerkhof en Gerlien Bloodshoofd, Compassiemoeheid.
> Elizabeth Johnston Taylor, Peterjan van der Wal, Janco
Amsterdam: Elsevier Gezondheidszorg 2010, ISBN
Wijngaarden, Tja, Wat zal ik zeggen… Met cliënten
9789035231696, €17,50.
in gesprek over spiritualiteit. Met dvd. Zoetermeer:
Boekencentrum 2010, ISBN 9789023924531, 159 p. € 24,90.
Een handzame methode om uitputting en vermoeidheid, die
kunnen leiden tot compassiemoeheid, ter sprake te brengen. Dit
Peterjan van der Wal en Janco Wijngaarden, geestelijk verzorgers
vrolijk vormgegeven doosje biedt een korte toegankelijke brochure
van de Zonnehuisgroep, bewerkten het boek van Elizabeth
over compassiemoeheid, een compassiekaart: een kaart met een
Johnston Taylor voor de Nederlandse situatie. Het boek wil
stroomschema om het risico op compassiemoeheid te kunnen
zorgverleners helpen in het omgaan met spiritualiteit van cliënten
signaleren en een kaartenset met een tip voor elke dag. Deze
van zorginstellingen. Spiritualiteit komt ter sprake in veel gewone
methode kan een mooie aanleiding zijn om met elkaar in gesprek te
dingen. Het reikt aan hoe je daar op in kunt gaan en dat je moet
gaan over de spanning die kan ontstaan bij de hulpverlener. Helaas
oefenen en nadenken. Het boek is zeer informatief en instructief.
heeft de methode een nogal instrumentele insteek, waardoor een
Wie met de voorbeelden, tips en oefeningen (deels op dvd) aan
innerlijke reflectie op de eigen inspiratie, om compassievol te zijn
de slag gaat, zal – ook in ogenschijnlijk alledaagse situaties –
en te blijven niet aan de orde komt. [Marije Stegenga]
ontdekken hoe helend woorden kunnen klinken. Een must voor
ieder in de zorg. [Frits Mertens]
16
gelezen
gelijkheden en effecten in kaart en
zorgproducten’ gaat het in de zorg
grote dosis verbeeldingskracht. Het
spreken hun morele intuïties uit. Ze
vooral om de erkenning van wat de
abstractieniveau is hoog en het boek
verduidelijken de normen die in het
aandoening of beperking betekent
bevat slechts één praktijkvoorbeeld.
geding zijn en ten slotte evalueren
voor de zorgvrager. Toch vraag ik me
Bovendien is het model tamelijk idea-
ze vanuit de waarden de mogelijke
af of Liégeois radicaal genoeg is in
listisch. De weerbarstige omstandig-
handelingen die kunnen leiden tot
zijn relationele benadering. Het lijkt
heden van de zorgverlening blijven
het goede handelen. Het boek sluit
erop dat hij het belang van relaties
buiten beeld. Ik heb tijdens het lezen
af met de bespreking van concrete
toch instrumenteel opvat: een mens
dikwijls gedacht: “Ja, hadden we
spanningsvelden: informed consent
heeft relaties nodig, want zonder
inderdaad maar zoveel tijd en ruimte
en wilsbekwaamheid, dwang en
relaties kan hij zich niet ontwikkelen.
om zorgvuldig en in zo’n vertrou-
drang en privacy en beroepsgeheim.
Van een theoloog die de Goddelijke
welijke sfeer te overleggen over de
Drie-eenheid opvoert als de basis
goede zorg, in een ruimte waarin alle
Radicaal relationeel?
van een relationele ethiek zou je
betrokkenen open en eerlijk en zon-
Persoonlijk vind ik de visie van Lié-
meer verwachten. Mensen hebben
der machtsverschillen kunnen over-
geois een verademing. Hij overstijgt
geen relaties, maar bestaan in, en
leggen.” Maar de praktijk is anders.
met zijn relationele benadering de
dankzij relaties. Radicaal gesteld: de
Er is doorgaans weinig tijd, de druk is
handboeken die ethiek opvatten
waardigheid van ieder mens hangt
hoog, protocollen dringen zich op, de
als een juridische aangelegenheid,
af van de liefdevolle aanvaarding
samenwerking tussen de disciplines
gericht op de rechten van cliënten
door de ander, een aanvaarding die
laat te wensen over, efficiëntie gaat
enerzijds en de plichten van zorgver-
ontspringt aan de onvoorwaardelijke
voor zorgvuldigheid etc.
leners anderzijds. Ethische proble-
liefde van God. Zorg vanuit christe-
Kortom, ervaren begeleiders van
men doemen in zulke benaderingen
lijk perspectief is daarom eerst zorg
moreel beraad zullen zich door het
op als de rechten en wensen van de
ontvangen en daarna zorg verlenen.
boek geprikkeld weten, maar ik vrees
cliënt botsen met de plichten en over-
In die beweging delen mensen in de
dat het voor de meeste zorgverleners
tuigingen van de zorgverlener. Denk
gemeenschap met God.
te abstract is. Het model vraagt om
concrete voorbeelden.
de hulpverlener hem helpt bij sek-
Te abstract
suele handelingen of bij zelfdoding.
Een ander punt van kritiek betreft de
Een dergelijke juridische benadering
claim op de achterflap, namelijk dat
past niet bij de zorg. In de zorg raken
Liégeois een praktisch toepasbaar
we immers aan de breekbaarheid
model voor ethiek in de zorg presen-
van mensen, aan angst, eenzaam-
teert. Wie het model praktisch wil
heid en pijn. Naast het ‘leveren van
toepassen moet beschikken over een
> Linus Vanlaere & Chris Gastmans, Zorg aan zet. Ethisch
omgaan met ouderen. Leuven: Davidsfonds 2010, ISBN
N.a.v. A. Liégeois, Waarden
in dialoog. Ethiek in de zorg.
Tielt: Lannoo 2009, ISBN
9789020985689, 192 p. € 19,95.
Drs. T. Tromp is directeur van Reliëf.
> Frits de Lange, Waardigheid. Voor wie oud wil worden.
Amsterdam: SWP 2010, ISBN 9789088501098, 224p. €21,50.
9789058267436, 180p. €22,50.
Waardigheid is een lastig woord (wat bedoelen we er eigenlijk
Linus Vanlaere en Chris Gastmans zijn twee belangrijke Vlaamse
mee?) dat op dit moment erg in de lucht zit. Vooral rondom
schrijvers in de wereld van de zorgethiek. Ze hechten er groot
ouderdom en levenseinde wordt het te pas en te onpas gebruikt.
belang aan dat zorgethiek handen en voeten krijgt voor de praktijk
Frits de Lange verkent het begrip in dit boekje op zijn bekende
en dat is goed te merken in dit boekje. In het eerste deel raken ze
fijnzinnige wijze. Aan de hand van kunst, literatuur en filosofie helpt
vijf herkenbare thema’s aan uit de ouderenzorg. Zo concreet als
hij het begrip vatten en geeft hij bouwstenen voor een nieuwe kijk
de ‘ontwaardigende’ ervaring van het bedplassen en vragen rond
op de ouderdom. Een boek om rustig te lezen, op na te kauwen
intimiteit en levenseinde. In het tweede deel geven ze handvatten
en in groepen te bespreken. Aanbevolen dus voor de broodnodige
om ethisch overleg in een zorginstelling te kunnen instellen. Een
bezinning in de zorg van alledag! [Carlo Leget]
In h et kor t
bijvoorbeeld aan een cliënt die wil dat
leesbaar boekje voor de praktijk, maar vanuit een rijke theoretische
achtergrond. [Carlo Leget]
gelezen
17
VENSTER N A A R E E N A N D E R G E H E U G E N
Paula Irik
Op een donderdag in oktober bezocht Paula Irik een kerkdienst in verpleeghuis Lisidunahof. Aanleiding is het boekje
‘In betrouwbare handen’, dat René Rosmolen geschreven heeft over liturgie en dementie. Op verzoek van Zin in Zorg
doet Paula verslag van wat ze beleefde in deze viering.
Horen, zien en voelen
Nieuwsgierig stap ik de zaal binnen.
Er klinkt klokgelui. Bij de deur heet
ds. René Rosmolen, de geestelijk
verzorger van het huis, iedereen
hartelijk welkom.
De zaal druppelt langzaam vol. Er
zijn veel vrijwilligers, zij brengen de
bewoners. Stralend stapt Marijke
op me af. Haar woorden versta ik
nauwelijks, maar haar lichaamstaal
des te beter: ik ben welkom. Als
de pianist begint te spelen, gaat
Marijke naast hem staan en voegt
op de hoge toetsen van de piano
haar eigen melodie aan de zijne toe.
Hier is samenklank, zo versta ik.
Hier zijn de bewoners thuis.
Er is veel te zien, veel te horen en
veel te voelen. De pianist preludeert
op het eerste lied, het wordt hier en
daar al mee gehumd. De liturgische
tafel staat op een podium, duidelijk
zichtbaar voor iedereen. De
paaskaars brandt, de tafelkaarsen
worden aangestoken. De viering
kan beginnen. De voorganger praat
niet alleen met woorden, maar
ook met gebaren. Weloverwogen,
ondersteunende gebaren. Bij de
gebeden heft hij zijn armen. Als er
uit de Bijbel wordt gelezen, houdt
hij de Bijbel omhoog. De sfeer in
de zaal is rustig en aandachtig.
De liederen worden van harte
meegezongen, het Onze Vader
wordt uit volle borst meegebeden.
Kopje
De taal is duidelijk en eenvoudig.
18
reportage
Wat niet wil zeggen kinderachtig,
integendeel! De teksten van
gebeden en preek zijn zorgvuldig
op elkaar afgestemd. Ook in de
preek wordt een appèl gedaan op
meerdere zintuigen. Naast de tafel
staat op een flapoverstandaard een
groot schilderij. In woord en gebaar
neemt René Rosmolen het op in
zijn verkondiging. “We zien Jezus,
het water blauwig onder hem. Hij
heeft de hand bij zijn gezicht. Kijk,
die duif geeft hem een kopje.” Aan
het slot van de preek komt de duif
als het ware los van het schilderij:
“Ook jou wil hij een kopje geven.
Omdat jij kostbaar bent voor God.”
De zegen wordt gegeven en
uitgesproken. In zijn afsluitende
woorden verwijst de voorganger
naar dat wat woord en gebaar
overstijgt: “De kaarsen zijn gedoofd.
Het licht van God nemen wij mee in
ons hart.”
“Meer heb je niet nodig”, zegt
één van de vrijwilligers nadat alle
bewoners weer naar hun afdelingen
zijn teruggebracht.
Opgetild
Verpleeghuis Lisidunahof in
Leusden biedt onderdak aan 150
mensen met dementie, onder
wie een groep jonge bewoners.
Elke donderdagavond is er een
kerkdienst.
René Rosmolen: “In zo’n dienst
gaan mensen open, zijn ze
echt, veinzen ze niet. Er is veel
gebrokenheid. Maar als de
bewoners zingen, een oude psalm
of een bekend gezang, voelen ze
zich competent en even boven de
gebrokenheid uitgetild. Ik sta vaak
versteld van de concentratie die
aanwezig is. Ik ervaar regelmatig
dat we in de dienst uit de sfeer van
ziekte en zorg, helper en geholpene
worden opgetild. We staan samen
voor Gods aangezicht. Dat begint
al bij het begin. Het restaurant
wordt omgebouwd tot vier-ruimte.
Met hulp van een vaste groep
vrijwilligers. Zij zijn mijn handen,
zonder hen komen er geen mensen
in de kerk. Door middel van een
CD met het geluid van kerkklokken
maken we een auditieve overgang.
Het dragen van een toga is
belangrijk. Het noemen van de
naam als de mensen binnenkomen.
Soms reageert een bewoner: ‘Kent u
mij bij mijn naam?’”
Open
René Rosmolen is niet alleen
geestelijk verzorger, maar ook
creatief therapeut. Hij werkt
graag met afbeeldingen en
(eigengemaakte) schilderijen,
zowel in individuele gesprekken en
groepsgesprekken als in vieringen.
Wat heb je nu aan schilderijen in
de contacten met dementerende
mensen?
René Rosmolen: “Mensen met
dementie zijn veel kwijtgeraakt,
hun verstandelijke vermogens zijn
verstoord. Maar mijn ervaring is dat
zij juist een heel sterk gevoelsleven
niet kunt uitdrukken, dan doet
het zijn werk. Wat de beelden
oproepen, daar heb ik geen controle
op. Bij mijn schilderij over de doop
zei iemand in de groep: ‘Hij denkt
na hoe Hij het evangelie aan de
mensen moet verkondigen.’ Dat
bedenk ik niet van te voren, dat
gebeurt.
Jouw aanwezigheid in woord, taal
en gebaar onderstreept dat ieder
zich opgenomen mag weten in
een groter verband. Ik sta daar niet
uit te delen, ik heb het zelf niet
in regie. Je cirkelt samen om het
geheim. Je deelt er samen in mee.”
DOOP VAN CHRISTUS. RENE ROSMOLEN
hebben. Schilderijen geven vaak
een onverwachte verdieping, ze
brengen de communicatie op
een fundamenteler niveau. Een
afbeelding kan een venster zijn
naar het leefgeheugen. Zo noem ik
de diepere laag waarin opgedane
levenservaringen, levenswijsheid,
gevoelens en intuïties worden
bewaard. Bewoners krijgen voor
even verbinding met die laag.
Nooit in totaliteit natuurlijk, het
gaat altijd om fragmenten. Maar
in fragmenten onthult zich het
geheel.”
Geheim
Wat voegt het gebruik van
schilderijen toe aan vieringen?
René Rosmolen: “In analogie met
het leefgeheugen spreek ik in het
verband van de liturgie graag over
viergeheugen. Dit is bij mensen
met dementie het geheugen waarin
religieuze gevoelens, gelovige
verbeelding, muziek en liederen
liggen opgeslagen. Rituelen
activeren het viergeheugen, mensen
met dementie zijn zeer gevoelig
voor rituelen.
Je moet geen kinderachtige dingen
doen. Wat je aan kunst aanbiedt,
moet het niveau van de kleurplaat
overstijgen. Mensen met dementie
hebben recht op schoonheid.
Een goed beeld illustreert niet,
maar evoceert. Als een beeld
overdoet wat je zegt, voegt het
niets toe. Maar als een beeld iets
overbrengt van wat je in woorden
Nabijheid
“Mensen met dementie voelen
feilloos aan of je boven hen staat,
of naast hen. Ik heb van het begin
af aan gemerkt dat ik ook heel veel
geschonken krijg. Mensen zwaaien
als je binnenkomt, mensen pakken
je hand als je langs loopt. Dat geeft
een soort bodem, een bruggetje. Ik
word uitgenodigd in die nabijheid
door de bewoners zelf.
Soms worden bewoners geraakt
in hun ziel. Ze zijn het zo weer
vergeten. Maar het gaat om de
kostbaarheid van het moment. Om
het moment van delen en gekend
zijn. Even ervaren ze troost in het
verdriet. Voor even in betrouwbare
handen.”
Paula Irik
is geestelijk verzorger bij Cordaan.
René Rosmolen is theoloog en creatief
therapeut. Hij werkt als geestelijk
verzorger in het psychogeriatrisch
verpleeghuis ‘Lisidunahof’ in Leusden.
‘In betrouwbare handen’, zo heet het boekje dat René
Rosmolen geschreven heeft over liturgie en dementie.
Hierin heeft hij zijn manier van vieren in het verpleeghuis
nader uitgewerkt. Werkboekjes voor de eredienst, nr. 34. In
betrouwbare handen. Liturgie en dementie: vieren in het
verpleeghuis. Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer, ISBN
978 90 239 2305 3, [email protected].
reportage
19
Z O R G VAN BINNENUIT
Bart Cusveller
In nog geen jaar tijd verschenen in ons land vier publicaties over ethische problemen in (met name) de verpleegkundige zorg.
Is dat toeval? Is dat belangrijk? Bart Cusveller over hoe het omgaan met morele dilemma’s tot de beroepsethiek van
(ver)zorgenden hoort.
In december 2009 verscheen een signalement van
het Centrum voor Ethiek en Gezondheid (CEG) over
ethische dilemma’s in de verpleging en verzorging.
Het CEG is een samenwerkingsverband tussen de
Gezondheidsraad en de Raad voor Volksgezondheid
en Zorg, dat de overheid adviseert welke ethische
onderwerpen in de gezondheidszorg een plaats op
de politieke agenda verdienen. Het signalement
meldde dat de beroepsuitoefening in de verpleging
en verzorging in toenemende mate geconfronteerd
wordt met ethische dilemma’s die hen in de weg
staan om goede zorg te leveren. Het NIVEL, een
onderzoeksinstituut voor de gezondheidszorg, leverde
hiervoor de achtergrondstudie door enkele honderden
verpleegkundigen te enquêteren.
Top 3 van dilemma's
Als we alleen de top 3 van meest ondervonden
dilemma’s nemen, dan zien we dat verpleegkundigen
en verzorgenden minstens wekelijks worden
geconfronteerd met de vraag of men de cliënt de zorg
moet geven die volgens de eigen inschatting nodig is
of dat men zich moet houden aan de voorgeschreven
zorg. Indicatiestellingen of zorgzwaartepakketten
blijken in de praktijk vaak te krap of niet to-the-point
te zijn. Verpleegkundigen en verzorgenden zien dan
wel wat er aan goede zorg gegeven moet worden, maar
de randvoorwaarden om die zorg ook te geven zijn er
niet naar. Dit dilemma wordt vooral in de thuiszorg
en de verpleeg- en verzorgingshuizen ervaren. Het
tweede dilemma in de top 3 is of je langer moet
doorwerken wanneer de kwaliteit of de kwantiteit
van personeel op een gegeven moment onderbezet is,
dus wanneer er te weinig of te laag opgeleid personeel
aanwezig is. Het derde dilemma op de lijst lijkt daar
op: verpleegkundigen en verzorgenden worden
bijvoorbeeld bij ziekte van collega’s steeds vaker
gevraagd om extra diensten te werken. Ze hebben er
misschien al een hele week opzitten en dan worden ze
gevraagd ook nog hun weekendplannen opzij te zetten.
Moeten ze dat dan doen?
20
achtergrond
In maart 2010 verscheen een werkboek van CNV
Publieke Zaak met ethische dilemma’s uit het dagelijks
werk in het algemeen ziekenhuis. Deze dilemma’s
verschenen eerder in de ziekenhuiskrant die CNV
PZ tweewekelijks uitbrengt en kan in het verlengde
gezien worden van de website zorgethiek.nl die
CNV PZ heeft opgezet. Deze uitgave heeft een heel
ander karakter dan het signalement van het CEG
omdat het geen onderzoek betreft en niet claimt
representatief te zijn. Het materiaal is anekdotisch
en bedoeld om beroepsbeoefenaars gespreksstof te
leveren. De grootst gemene deler is echter makkelijk
herkenbaar: de zorgwereld waarin verpleegkundigen
en verzorgenden deze dilemma’s tegenkomen is zo
complex en dynamisch geworden dat de dilemma’s
haast onvermijdelijk met de zorgwereld zelf gegeven
zijn. De verschillende verantwoordelijkheden van
de zorgverleners, de diversiteit van de zorgvragers,
de veranderende mentaliteit rond ziekte en zorg, de
oriëntatie op beheers- en bedrijfsmatig denken – dat
alles maakt dat verpleegkundigen en verzorgenden van
binnenuit weten wat goede zorg is maar in de complexe
context vaak niet het juiste kunnen doen.
Moreel verantwoorde zorg
Begin dit jaar, tot slot, verscheen een publicatie met nog
weer een ander karakter, namelijk het proefschrift van
Mirjam Houtlosser, verpleegkundige en filosoof. Haar
studie over de verpleegkundige beroepsethiek bestaat
uit drie gedetailleerd uitgewerkte gevalsbeschrijvingen,
aan de hand waarvan ze factoren bespreekt die het
de verpleegkundige lastig of juist mogelijk maakt tot
moreel verantwoorde zorg te komen. Een van haar
constateringen is dat verpleegkundigen in ethisch
ingewikkelde situaties geneigd zijn terug te vallen op
routines en codes van ‘het team’ en zo in feite voorrang
geven aan het belang van hun eigen functionele
werkeenheid boven het belang van de individuele
patiënt. Een ander patroon is dat verpleegkundigen
zich vaak conformeren aan het medische discours en
het belang van de instelling en in die termen besluiten
of zij succesvol hebben gehandeld. Ze zouden zich
ook kunnen afvragen op welke manier een patiënt het
beste ‘verpleegbaar’ is en van daaruit de medische en de
institutionele randvoorwaarden beïnvloeden.
Geen toeval
Het lijkt mij duidelijk dat er geen sprake is van toeval.
Deze publicaties reageren allen op de urgentie van
een en dezelfde thematiek: de spanning tussen het
verlenen van goede zorg en de organisatorische context
waarbinnen dat moet gebeuren. Over het algemeen
genomen weten zorgverleners in Nederland wel zo
ongeveer wat er voor een patiënt aan zorg nodig is.
Zij kennen de zorginhoudelijke argumenten om een
zorgproces of zorgrelatie gestalte te geven. Zij staan
dicht genoeg bij zorgvragers om te weten wat het is om
ziek te zijn of zorg te ontvangen. De omstandigheden
waaronder zij dit moeten doen zijn niet altijd gunstig
maar – en dit is het punt – zij weten die niet altijd goed
te beïnvloeden. Als een manager zegt dat er geen tijd
meer is om de tanden van een zorgvrager te poetsen
of om de incontinentiematerialen te verwisselen,
dan kennen de zorgverleners de zorginhoudelijke
overwegingen waarom zij het wel zouden moeten
doen. Maar tonen zij ook het zorginhoudelijk
leiderschap om te besluiten het ook daadwerkelijk
te doen? Wat in de kern neerkomt op het beheer van
de randvoorwaarden van de zorgpraktijk is vaak zo
invloedrijk dat de zorginhoudelijke overweging niet de
doorslag geven. Gevolg is tekortschietende zorg en op
den duur tekortschietende motivatie om goede zorg te
geven.
Het lijkt me ook duidelijk dat dit belangrijk is. Er zijn
in de toekomst een toenemend aantal mensen te
verwachten die zorg nodig hebben. Als we ethische
dilemma’s nemen als waarschuwing voor het piepen
en kraken van het streven naar goede zorg, dan staat
het belang van vele zwakken en kwetsbaren op het
spel. Er verschijnen al decennia lang publicaties
die een kritische onderstroom tegen het beheersen bedrijfsmatige denken laten horen (denk aan
menslievende zorg van Annelies van Heijst en de
presentiebenadering van Andries Baart). De publicaties
die het afgelopen jaar zijn verschenen doen een beroep
op de grootste beroepsgroep in de zorg (de verpleging
en verzorging) om hun invloed aan te wenden en de
organisatorische context van de zorg te bespelen.
regisseren en leiding te geven. Ik pleit er niet voor om
zorgverleners in instellingen te bestoken met cursussen
of gespreksvormen die zorgverleners buiten hun
dagelijkse habitat ethische onderwerpen aan de orde
laten stellen. Het is ook mogelijk dat verpleegkundigen
en verzorgenden in hun eigen overlegvormen en
werkprocessen ethische onderwerpen expliciteren. Je
kunt tijdens de overdracht klagen, maar je kunt ook
vragen wat er voor nodig is om te werken volgens
de professionele standaard. Bovendien kunnen
zorgverleners het voortouw nemen om de ethische
reflectie in de zorg weg te houden uit de tobberige
hoek van de problemen en dilemma’s: je kunt zoeken
naar rolmodellen en voorbeelden van goed gelukte zorg
(excellentie). Op die manier gaan ze de uitdaging aan
om organisatorische context van hun zorgverlening van
binnenuit te beïnvloeden. Dat is niks anders dan het
beoefenen van beroepsethiek.
Bart Cusveller is lector verpleegkundige beroepsethiek
aan de Academie Gezondheidszorg van de Christelijke
Hogeschool Ede. [email protected]
Literatuur
1. A. Struijs, S. van de Vathorst, Dilemma’s van verpleegkundigen en verzorgenden. Signalering ethiek en
gezondheid 2009/4. Den Haag: Centrum voor ethiek en gezondheid, 2009.
2. B. Cusveller, Wat je van verpleegkundigen mag verwachten, lectorale rede, Ede: Christelijke Hogeschool
Ede, 2010.
Geen Calimero-verhaal
Dat is wat anders dan een nieuw Calimero-verhaal.
Het is niet zo dat verpleegkundigen en verzorgenden
er niks aan kunnen doen. Zij zijn niet de verlengde
arm van de arts en ook niet van de manager. Het
behoort tot hun eigen competentiegebied om zorg te
3. D.M. Van der Eerden-Vollebregt, Ethische dilemma’s in het ziekenhuis, Den Haag: CNV Publieke Zaak,
2010.
4. A.J.E. de Veer, A.L. Francke, Morele dilemma's in het dagelijks werk van verpleegkundigen en verzorgenden,
Utrecht: NIVEL, 2010.
5. M. Houtlosser, In goede handen, Verpleegkundige beroepsuitoefening in moreel perspectief, Leiden
University Press, 2010.
achtergrond
21
Kort nieuws
Palliatieve zorg
Berden is onder meer verkozen
gehandicaptenzorg 2010 en
Een motie van de SGP om palliatieve
vanwege het stempel dat hij drukt
2011. Dit betekent dat de VGN
zorg een nog betere plek te geven
op innoverend ziekenhuisbeleid.
de verantwoordelijkheid voor de
in de behandeling van (terminale)
Naast bestuurder is Berden
uitvoering van het Kwaliteitskader
patiënten, is door de Tweede Kamer
bijzonder hoogleraar ‘Organisation
Gehandicaptenzorg niet meer kan
aangenomen. In de praktijk blijken
Development in Hospital Care' aan
en wil dragen.
er nog veel knelpunten te zijn die
de Universiteit van Tilburg. De titel
een goede palliatieve zorg in de weg
wordt sinds 2003 jaarlijks uitgereikt
Ex Caritate
staan. Het gaat daarbij onder meer
door het Strategie Platform Health
Op 18 november jl. werd op de
om de financiering van medicijnen en
Care.
jaarlijkse Catharinadag in Tilburg
andere middelen die nodig zijn om
het boek Ex Caritate. Kloosterleven,
VGN schort medewerking aan
apostolaat en nieuwe spirit van
Kwaliteitskader op
actieve vrouwelijke religieuzen in
Invloedrijk
De Vereniging Gehandicaptenzorg
Nederland in de 19e en 20e eeuw
Bart Berden, lid van de raad van
Nederland (VGN) schort haar
gepresenteerd. Deze omvangrijke
bestuur St. Elisabeth ziekenhuis in
medewerking aan het Kwaliteitskader
studie, geschreven door Annelies
Tilburg, is verkozen tot Influencer
Gehandicaptenzorg op. De VGN
van Heijst, Marjet Derks en Marit
of the Year. Hij volgt hiermee oud-
concludeert dat haar leden niet
Monteiro, beschrijft twee eeuwen
bestuursvoorzitter Frits Verschoor
kunnen voldoen aan de afspraken
geschiedenis van de vele actieve
van de Parnassia Bavogroep op.
voor de Jaarverantwoording
zustercongregaties in Nederland.
het lijden te verlichten.
ZZP-teamspel
Op verzoek van Zin in Zorg heeft het team van de
afdeling Somatiek van zorgcentrum Marishof, onderdeel
van de Stichting Land van Horne, het ZZP-teamspel
gespeeld. Teamleider Gerrie Bensen vertelt:
“Het team vond het leuk dat er een spel geagendeerd
was. Ze begonnen dus meteen enthousiast. Ik heb
twee personen gevraagd om ‘scheidsrechter’ te zijn,
zij mochten de discussie zo nodig onderbreken. Het
werken met de kaartjes leverde een zeer vruchtbare
discussie op. Omdat die discussie erg zinvol was hebben
FOTO: LIANNE VAN DER PALEN
we uiteindelijk slechts enkele kaartjes besproken. De
uitgangspunt te worden genomen. Dat is ons vertrekpunt.
scheidsrechters hebben nauwelijks ingegrepen.
Voor deze cliënt met deze vraag is waarschijnlijk het
We kwamen al snel tot de conclusie dat de zoco’s
toiletgebeuren van veel waarde. Dan kan en moet de
(zorgcoördinators) erg veel weten van de ZZP's, maar de
verzorging dus samen met de cliënt kijken of en hoe
overige teamleden nog maar weinig. Toch krijgen ook zij
zijn vraag ingevuld en gerealiseerd kan worden. Bij een
vragen van cliënten. Bijvoorbeeld om bepaalde zorg te
cliënt die aangeeft dat hij wassen juist vervelend vindt,
krijgen die extra tijd kost. Zij kunnen die vragen
heb je weer een heel ander uitgangspunt. Het is dus echt
nu niet ‘ZZP-onderbouwd’ beantwoorden. Het
maatwerk. Als leidinggevende vond ik het erg leuk om te
spelen van het spel heeft ons doen inzien dat
horen dat het team tot deze conclusie kwam, omdat in
het zinvol is dat alle teamleden geïnformeerd
eerste instantie direct werd geroepen dat dit dus nooit zo
worden over de ZZP's.
kunnen. Dat daar natuurlijk geen tijd voor was. Het spel
We hebben uitgebreid gediscussieerd over
daagde ons uit om creatief naar cliënten en situaties te
de vraag van een cliënt om elke dag één uur
kijken.”
in bad te kunnen. Kan die vraag vanuit het
Het ZZP-teamspel is een uitgave van Grow/work.
zorgzwaartepakket gehonoreerd worden?
Het spel is te koop nadat minimaal één medewerker
Uiteindelijk kwam het team tot de volgende
conclusie:de vraag van de cliënt dient als
22
nieuws
in de organisatie getraind is om het spel te begleiden.
Meer informatie via [email protected].
Koffie of nutridri n k ?
Theo de Zwart
CASUS
Een dementerende man van 76 jaar is opgenomen op een geriatrische afdeling. Zijn echtgenote vindt het fijn om haar man te helpen met eten en drinken.
Ook de kinderen helpen soms. Het zijn kostbare momenten van echt contact met meneer. Als de echtgenote haar man koffie geeft met een plakje cake genieten ze hier overduidelijk allebei van.
Omdat meneer gewicht verliest, wordt de diëtiste ingeschakeld. Zij schrijft een verrijkt dieet en een aantal flesjes nutridrink voor als bijvoeding.
Sinds meneer deze bijvoeding aangeboden krijgt, eet hij het gewone eten slecht en weigert hij tussendoortjes (óók de cake van zijn vrouw). De koffie die hij
altijd zo graag dronk is nu vervangen door de bijvoeding. Familie en verzorgenden hebben moeite met het feit dat meneer nu zoveel bijvoeding krijgt en
daardoor nauwelijks nog van het ‘gewone’ eten en drinken neemt. Meneer komt door de extra voeding bovendien niet aan.
Wat nu? Het protocol ‘ondervoeding’ schrijft voor dat meneer verrijkte bijvoeding dient te krijgen vanwege zijn te lage gewicht en gewichtsverlies. Familie
echter vindt het belangrijk dat zij de spaarzame momenten van ‘quality time’ die zij met meneer hadden kunnen blijven beleven. Wat weegt het zwaarst?
Ideeën over hoe goede zorgverlening eruit ziet, zijn zowel een spiegel
van ethische opvattingen als richtinggevend voor het handelen van
zorgverleners. Maar wat doen we als een gehanteerd protocol een
inbreuk is op de ‘quality time’?
Morele problemen
Bovenstaande casus roept twee morele vragen op. Moet je een
dementerende meneer – uitgaande van een protocol ‘ondervoeding’
– bijvoeding blijven aanbieden terwijl hij niet extra aankomt en de
gewone voeding slecht eet? En: In welke mate mag de bijvoeding ten
koste gaan van spaarzame momenten van ‘quality time’? Professionalisering
In de zorgsector zien we dat professionalisering de noodzaak brengt
van verantwoording van het handelen en het omschrijven van de
specifieke deskundigheid in protocollen. Deze ontwikkelingen gericht
op het meetbare hebben onmiskenbaar positieve kanten. In de casus
zien we dat meneer een verrijkt dieet aangeboden krijgt in de vorm
van bijvoeding, omdat hij objectief gezien gewicht verliest.
Focus op het gewicht
De nadruk die is komen te liggen op het meetbare in de casus (focus
op het gewicht), stelt een ieder voor ethische problemen. We zien dat
door de bijvoeding de spaarzame momenten van ‘quality time’ die de
familie heeft met meneer zijn weggevallen.
Herwaardering van zorg
Om een goede afweging te kunnen maken is het denkbaar te zoeken
naar het herwaarderen van essentiële zorgelementen die aansluiten
bij het levensverhaal van de patiënt. Dat is mijns inziens niet vast
te leggen in goede protocollen en/of richtlijnen. De zorgethiek kan
ons daarbij echter wel verder helpen. We zien dat het handelen
volgens een protocol ‘ondervoeding’ verstrekkende gevolgen heeft
in de onderlinge relaties die meneer heeft. Vanuit een zorgethische
benadering kunnen zaken als persoonlijke aandacht, betrokkenheid,
wederzijds vertrouwen en oplettendheid meer gewicht krijgen dan
wanneer enkel een instrumenteel-technisch protocol gevolgd wordt.
Het medisch-technisch handelen moet ondersteunend zijn in de zorg
voor dementerenden en ‘het goede’ moet nagestreefd worden met als
doel de ‘quality time’ zo hoog mogelijk te houden voor zowel meneer
als zijn familie.
Drs. Theo A.R. de Zwart, MA is medisch ethicus
in Ziekenhuis Rijnstate (Arnhem).
In deze rubriek worden herkenbare ethische vragen en dilemma’s uit de wereld van de gezondheidszorg geanalyseerd en van
kort commentaar voorzien. De besproken casus wordt ook op de
website www.zorgethiek.nu opgenomen. Via de website kunt u
reageren en discussiëren over deze en andere kwesties.
ethiek uit het vuistje
23
Jaarcongres Reliëf 2011
Zuinigmetzorg
Toekomstscenario’s voor menslievende zorg
Vrijdag 11 maart 2011
Wat kost de zorg en wat is de waarde van de zorg?
Het volledige programma staat binnenkort op onze website:
Zorg is een kostbare zaak, maar moet ook betaalbaar blijven. Om de kosten
www.relief.nl.
van de zorgsector te drukken moet efficiënter en doelmatiger gewerkt worden, maar … waar ligt de grens? Hoe blijven zorgverleners gemotiveerd en
Datum:
hoe trek je nieuw enthousiast personeel aan? Wat is de rol van preventieve
vrijdag 11 maart 2011
van 11.00 uur tot 15.30 uur
zorg en is elke technische vooruitgang een verbetering?
Blijven kernwaarden van de zorg overeind te midden van de vele verande-
Locatie: Congrescentrum Zonheuvel in Doorn
ringen in de zorg? Hoe vorm geven aan solidariteit, menslievendheid en
Kosten: € 95,= p.p. voor persoonlijk leden en deelnemers vanuit
betrokkenheid?
Dilemma’s, knelpunten én perspectieven voor de toekomst staan centraal
lidinstellingen van Reliëf.
op het jaarcongres van Reliëf.
€ 175,= p.p. voor niet-leden.
Gerenommeerde vertegenwoordigers uit de diverse sectoren van de
Studenten kunnen deelnemen tegen het gereduceerde
gezondheidszorg zullen een bijdrage leveren aan dit informatieve en
tarief van € 45,=.
spraakmakende congres. Toegezegd hebben o.a.
Lunch, koffie/thee en aperitief zijn inbegrepen.
Doeke Post
Hans Reinders
Arie Kars
Info:
[email protected]
(u kunt zich hier vooraanmelden)
(ADVERTENTIE)
TIJDLOOS
Nieuw
Christian Pirenne
Gedichten
van een monnik
Christian Pirenne,
trappist van de Abdij van
Koningshoeven, schreef
toegankelijke gedichten,
die ons vervoeren van tijd
naar eeuwigheid.
De verstilde foto’s van de
abdij en haar omgeving,
gemaakt door zijn
medebroeder Wigbert
Verschuren, vormen een
prachtige aanvulling.
80 pagina’s - prijs: € 13,50
Met kleurenfoto’s
LOES MARIJNISSEN
Vanuit het binnenste
van de ziel
Christelijke mystiek,
contemplatie en zenmeditatie
144 pagina’s - rijk geïllustreerd prijs: € 24,50
Uitgeverij
Abdij van
Berne
Bestellen bij:
berneboek.com
Telefoon: 0413-291394
U WILT FLEXIBEL WERKEN OF U
ZOEKT PER DIRECT EEN
UITSTEKENDE VAKKRACHT?
Apostello
zoekt u!
Apostello, een extern mobiliteitsbureau,
gespecialiseerd op het gebied van arbeidsbemiddeling, brengt kerk, christelijke
organisatie en vakkracht flexibel samen.
Apostello bemiddelt ondermeer
predikanten, geestelijk verzorgers,
kerkelijk werkers en godsdienstdocenten,
zie www.apostello.nl
M/ V
Bel voor meer informatie of een afspraak:
06-23584835 of mail: [email protected]
www.apostello.nl
In voorkomende gevallen houdt Apostello
zich aan kerkordelijke bepalingen.
uitzenden & detacheren • loondienstservice & advies
werving & selectie • training & coachen
Download