Thema: Zorgvoordezorgenden Eengemeenschappelijkeverantwoordelijkheid Hebjehaast?Pakeenstoel. Zorgvoorinspiratieenreflectie zininzorg 4 jaargang12 december 2010 T I J D S C H R I F T VA N R E L I Ë F O V E R Z O R G , E T H I E K E N L E V E N S B E S C H O U W I N G Enverder: InterviewmetGreetPrins Viereninhetverpleeghuis.Vensternaareenandergeheugen Moreledilemma’sindepraktijkvanverzorgenden www.relief.nl them a COLOFON Zinnebeeld: Gewoon doorgaan Frits Mertens................................................................. 4 THEMA: Zorg voor de zorgenden Zin in Zorg is een uitgave van Reliëf, christelijke vereniging van zorgaanbieders. Bij Reliëf zijn 200 zorginstellingen met een christelijke signatuur aangesloten. De missie van Reliëf is om vanuit christelijke inspiratie invloed uit te oefenen op Zorg voor de zorgenden: een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid Gert Olthuis................................................................... 5 het maatschappelijk debat over en de inhoud, uitvoering en organisatie van de zorg en aldus bij te dragen aan de essentie van zorg. Vanuit die missie richt Zin in Zorg zich op gezondheidszorg, ethiek en levensbeschouwing in hun Heb je haast? Pak een stoel. Interview met Anja van de Weerd Ingrid van Gaalen.......................................................... 8 onderlinge relaties. Zin in Zorg verschijnt vier maal per jaar. ISSN: 1389-6490 / jaargang 12 /nummer 4 Goede zorg vereist zorg voor inspiratie en reflectie Marije Stegenga............................................................ 10 Abonnementen Lidinstellingen van Reliëf ontvangen twee abonnementen; aanvullende abonnementen voor € 17,50 per jaar. Losse abonnementen kosten € 24,75 per kalenderjaar. NIEUWS: Losse nummers € 6,25 + porto. Advertentietarieven op Verenigingsnieuws........................................................ 12 Zorg voor de zorgenden. Hart nodig! Arie Kars......................................................................... 13 aanvraag. Informatie en opgave: Reliëf, Neckardreef 6, 3562 CN Utrecht, (030) 2610454, fax (030) 2612529. E-mail: [email protected] of via de website www.relief.nl. Abonnementen kunnen ieder moment van het jaar ingaan. Opzeggingen moeten voor 1 december gedaan worden. INTERVIEW: Redactie Alle mensen zijn mooi! Interview met Greet Prins Menno van Oel............................................................. 14 Drs. Annemieke Beekers Dr. Carlo Leget (voorzitter) Dr. Frits Mertens RECENSIE: R E P O R TA G E : Drs. Jan Maarten Nuijens Drs. Cynthia Lieshout (eindredactie) Axel Liégeois Waarden in dialoog. Ethiek in de zorg Thijs Tromp................................................................... 16 Drs. Thijs Tromp Redactieadviseur Prof.dr. Martin Hoondert (uitgever Abdij van Berne) Venster naar een ander geheugen. Vieren in het verpleeghuis Paula Irik........................................................................ 18 Redactieadres: Reliëf, t.a.v. Anjo Oppelaar, Neckardreef 6, 3562 CN Utrecht A C H T E R G R O N D : Zorg van binnenuit Bart Cusveller................................................................ 20 Redactieadviesraad Drs. Abeltje Hoogenkamp / Drs. Agnes van Balkom Dr Frans Kamsteeg / Drs. Marthijn Laterveer K O R T N I E U W S : ZZP-teamspel................................................................. 22 Prof. dr Herman Meininger / Drs. Elly van Reij-Pieterson Daniëlle van der Eerden-Vollebregt ETHIEK UIT HET VUISTJE: Layout en druk: Drukkerij Berne, Heeswijk Koffie of Nutridrink? Theo de Zwart............................................................... 23 De redactie heeft getracht om alle rechthebbenden toestemming te vragen voor publicatie. Dat is niet in alle gevallen gelukt. Indien u meent gepasseerd te zijn, gelieve contact op te nemen met de redactie. Agenda........................................................................... 24 re d a c t ioneel Zorg voor de zorgenden Zorg – en dan bedoel ik niet alleen de sector – is iets wonderlijks. Aan de ene kant is er niets zo algemeen en gewoon als zorg: zonder zorg zouden er geen kinderen opgroeien, geen zieken beter worden, geen scholieren slagen, en wat al niet meer. Het lijkt allemaal zo vanzelfsprekend. We weten eigenlijk niet beter. We gaan er maar vanuit dat het allemaal heel normaal is, en dat mensen die zorg altijd zo maar zullen blijven geven aan elkaar. Anderzijds is het eigenlijk heel bijzonder, wat er allemaal verzet wordt aan zorg. Wie die onzichtbare – en vaak onbetaalde, voornamelijk door vrouwen draaiend gehouden – motor van onze samenleving zou stilleggen, zou er vervolgens getuige van kunnen zijn hoe onze hele economie instort. Vrijwel alle mensen die maatschappelijk veel kunnen betekenen, staan op de schouders van anderen die voor hen zorgen. Ze zijn vrijgesteld van veel vormen van zorg: hoeven hun eigen overhemden en jurken niet te strijken, hun badkamer niet te poetsen, hun sokken niet te wassen. Zorg – klein en groot – is dus alomtegenwoordig. Wordt soms met veel poeha en duur betaald geleverd. Maar is meestal onderdeel van dingen die vanzelfsprekend gevonden worden. Gebeurt meestal in stilte. Zonder veel ophef. Mensen die zorgen doen dat dan meestal ook niet om een lintje te krijgen of op een voetstuk geplaatst te worden. Ze zijn vaak zelf de eersten om te relativeren wat ze doen. En juist daarom is het zo belangrijk om ze erkenning te geven voor wat ze doen. Want echt zorgen voor iemand kan veel voldoening geven, maar gaat je van tijd tot tijd ook niet in de kouwe kleren zitten. Echt zorgen betekent: meeleven, je zorgen maken, veel sjouwwerk verzetten (ook als je er soms geen zin in hebt) en trouw blijven als het moeilijk wordt. Het is dan ook belangrijk om zorg te hebben voor al die mensen die zorg leveren. Zorg voor de zorgenden. Voor mij is die uitdrukking onlosmakelijk verbonden met Anja van de Weerd, die verderop in dit nummer aan het woord komt. Dat overigens is puur toeval. Het komt gewoon omdat zij de eerste was die ik tegenkwam die hier dagelijks mee bezig is. Maar zij maakte grote indruk op mij, want hier ontmoette ik iemand met een groot hart en een praktisch verstand die de kunst verstaat om zorgverleners een hart onder de riem te steken. Zoals u zult lezen is zij gelukkig niet de enige. En toch zou de zorg nog zoveel meer van zulke grote en praktische harten kunnen gebruiken. Want zorgen mag dan wel niets bijzonders lijken te zijn, het is wel de verborgen zon die ons verwarmt. En daar moeten we heel zuinig op zijn. Carlo Leget column Het nieuwe zorgen Als het aan de nieuwe regering ligt, wordt de zorg parten. Werken in de zorg vraagt namelijk doening uithaalt. Laten we de ‘zorger’ niet lastig zorgsector bij de bezuinigingen ontzien. Er wél om gericht zijn op de ander. vallen met het (schriftelijk) verantwoorden van wordt zelfs extra geld vrijgemaakt voor verbe- Natuurlijk is er nog winst te halen wat betreft de elke stap die wordt gezet. tering van de kwaliteit van met name de oude- arbeidsomstandigheden. Salaris is daar maar Er ligt hier een mooie uitdaging voor zorgmana- renzorg. een klein onderdeel van. Belangrijker is te kij- gers om binnen de gegeven landelijke kaders Dat is mooi. Maar hoe komen we aan het per- ken naar mogelijkheden voor medewerkers in goed voor de zorgenden te zorgen. Maar ook soneel dat die verbeterde kwaliteit gaat leveren. de zorg om hun tijd, in overleg met de klant, zelf de overheid daag ik uit om eens kritisch te kijken De sector kent een uitstroom van 24.000 me- in te richten. Waarom zou het ‘nieuwe werken’ naar wet- en regelgeving waardoor de zorgen- dewerkers per jaar terwijl er voor de komende alleen voor mensen in kantoorfuncties interes- den juist in de knel komen bij het zorgen. jaren een tekort van 130.000 werknemers wordt sant zijn. Het zelf kunnen inrichten van je werk Als er op een andere manier naar de organisatie voorspeld. De jeugd heeft geen zin in werken in en werktijden past uitstekend in deze tijd en ook van de zorg gekeken kan worden, dan levert dat de zorg, er is nauwelijks instroom. in de zorg. een zorgsector op die aantrekkelijker is om in Het zorgen voor een ander is geen gedragen Werknemers in de zorg kiezen voor dit werk om- te werken. En, meer nog dan extra geld, echte maatschappelijke waarde meer. Vanuit de over- dat ze feeling hebben voor mensen en er ple- kwaliteitsverbetering van de zorg. heid worden autonomie en eigen verantwoor- zier in hebben iets voor een ander te betekenen. delijkheid gestimuleerd, de collectieve voorzie- Dat is wat hen motiveert en inspireert. Dus om Anita van de Leest ningen worden afgeknepen. Het individu staat aantrekkelijk te zijn voor de werknemers moet is manager in de ouderenzorg. centraal, is een waarde geworden. de zorg zo ingericht worden dat men zich kan Deze trend speelt de aantrekkingskracht van de focussen op dat waar men goed in is en vol- 3 Z I N N E B EELD FOTO: FRITS MERTENS Gewoon doorgaan. InzorgcentrumdeBongerd(deboomgaarddievruchtgaatdragen)inBernhezewonenzustersJMJ.Alseenvandezusters overlijdt,wildecongregatieeenwaardigeuitvaart.Eriseenrouwkapel.Daarinverblijft–zoalsdataltijddetraditiewas–de overledenevanafhetoverlijdentotaandebegrafenis.(Nietinhetmortuarium,metafentoe‘eenuurtje’omafscheidte nemen.)KunstenaresTrudieBroosontwierpeenkruis,eenreliëfeneenGodslampvoordiekapel.HetIn Paradisuminspireerdehaar. HetreliëfdraagtdetitelInParadisum.Hetverbeeldtdestervendemens:degeestdiezichophetmomentvanstervenlosmaaktuitdematerie.Datgevendelagenvanhetreliëfaan.Zeverbeeldenheteruitopstijgenenhetbegeleidwordendoor engelen,inhetreliëfgestileerdtotvleugels.Zijnemendegeestmeenaarhetparadijs. De engelen, zij mogen U geleiden naar het paradijs. TrudieBroosontwierpookeenhoutenkruismetdaaropeenmodernvormgegevencorpusinbrons,datwerdopgehangen ineen‘leeg’kruisgemetseldindemuur.AanhetkruishangtgeenlijdendeChristus,maareenChristusdiededoodoverwint.Erspreekthoopenvertrouwenuit.Eriseenoverwinningopdedood. DeGodslampinhetontwerpvanBroostoontachtereenpoorthetlicht:dedoorgangnaarheteeuwigeleven.Hetlux aeterna. Hierkunnendezusters–zoalszedataltijdgedaanhebben–afscheidnemenvaneenmedezuster,maarmetmodernevormenvooroudebeelden.Zegevenextrakrachtaanditproces.ZozorgtdecongregatieJMJ:nietvasthoudenaanhetoude, wegaangewoondoor.… naar de heilige stad Jeruzalem. Frits Mertens 4 zinneBeeld ZORG VOOR DE ZORGENDEN Thema: de stand van zaken Zorg voor de zorgenden: een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid Gert Olthuis Hoewel protocollen, richtlijnen en allerlei andere evidence-based maatregelen positief uitpakken voor de kwaliteit van zorg, is goede zorg uiteindelijk een kwestie van mensenwerk. Maar het feit dat (professionele) zorg zich afspeelt in een breed netwerk van relaties, kan de persoonlijke inzet van zorgverleners danig op de proef stellen. Een aantal jaren geleden kwam ik op straat een verpleegkundige tegen die ik ken uit het hospice waar ik onderzoek heb gedaan. We maakten een praatje. Ze vertelde dat ze al een paar maanden niet meer in het hospice werkte en dat het tijdelijk was. Bij de zorg voor de terminale patiënten, de gasten van het hospice, was ze ‘over haar grenzen gegaan’, zei ze. Ze had het lastig gevonden om afstand te nemen en afgewogen hoe om te gaan met het intensieve beroep dat de zorg voor doodzieke mensen op haar deed. Gelukkig was het hospice gelieerd aan een verpleeghuis, voegde ze er aan toe. Daar werkte ze nu om na een periode van ‘respijt’ weer terug te keren in het hospice. Want, zoveel was duidelijk, daar lag haar hart. Dit voorval laat zien hoe belangrijk ‘zorg voor de zorgenden’ is. De context van zorg Hier bekijken we de context waarin verpleegkundigen, artsen en al die anderen die zich dagelijks inzetten om zorg te verlenen hun werk doen. Want die context speelt een cruciale rol als het gaat om zorg voor de zorgenden. Enerzijds speelt die context van zorg verlenen een sleutelrol in de wijze waarop werken in de zorg volgehouden wordt. Anderzijds is diezelfde context vaak bepalend voor ontevredenheid over het werk, te veel stress (of zelfs een burn-out), of de beslissing buiten de zorg te gaan werken. Zo bleek uit een recente enquête door zorgverzekeraar Menzis dat de helft van de zorgwerkers wel eens denkt aan een baan buiten de zorg. De context (‘het web van betrekkingen’) waarin zorg verleend wordt, strekt verder dan alleen de contacten op de werkvloer. We zullen laten zien dat de context van zorg verlenen meerdere niveaus heeft; het directe contact met de zorgontvanger, de collega’s, de instelling en de samenleving. Zo wordt duidelijk dat zorg voor de zorgenden ons feitelijk allemaal aangaat. Bovendien wordt inzichtelijk dat die context, zoals hierboven al geschetst, een bron van werkplezier kan zijn, maar ook een bron van zorg. De relatie met de patiënt Voor veel zorgverleners is de belangrijkste bron van voldoening, de ontmoeting met andere mensen. De persoonlijke betrokkenheid op patiënten waarvoor gezorgd wordt – en op hun familie – is een factor van belang in het plezier dat zorgverleners ontlenen aan hun werk. Daarnaast laat onderzoek onder professionals in de palliatieve zorg zien dat het vermogen om het goede te zien in het dagelijkse werk toeneemt wanneer de persoonlijke morele overtuigingen van de zorggever meer aansluiten bij de doelen die tot uitdrukking worden gebracht in de concrete zorg (Olthuis, 2007). Niettemin is de betekenisvolheid die in het verlenen van zorg gevonden kan worden geen vanzelfsprekendheid (zie kader 1). Allereerst zijn er externe factoren die de relatie met patiënten onder druk kunnen zetten. De huidige nadruk op technische interventies en een meer efficiënte organisatie van zorg, betekenen in het dagelijkse zorgen soms dat de aandacht voor individuele patiëntenzorg tekort kan schieten. Veel professionals voelen dat aan, maar voelen zich tegelijkertijd machteloos tegenover deze ontwikkelingen. Op de tweede plaats is het hebben van plezier en voldoening in het werk ook gerelateerd aan de toerusting en >> thema 5 ZORG VOOR DE ZORGENDEN Risicofactoren op burn-out bij palliatieve zorgprofessionals Veel mensen verwachten dat het dagelijks zorgen voor stervende patiënten zwaar is en snel tot veel stress zal leiden. Maar voor veel palliatieve zorgprofessionals weegt de zwaarte van het vak niet op tegen de bron van plezier die het zorgen voor deze patiëntengroep met zich meebrengt. Burn-outs die ontstaan bij werkers in deze sector van de zorg, worden veeleer veroorzaakt door weinig (levens)ervaring en een te jonge leeftijd, inadequate training met betrekking tot communicatie, stress in het persoonlijke leven of een geschiedenis van psychologische problemen. (Ramirez et al, 1998) vaardigheden van de zorgverleners zelf. Zo is het van belang dat zorgverleners (leren) erkennen dat het werk ze kan raken en leren steeds weer de juiste balans tussen afstand en betrokkenheid te vinden. Een factor die hier mee speelt is een zekere mate van zelfkennis, waardoor stress-signalen worden herkend en manieren worden gevonden om daar mee om te gaan (zie: Buijssen et al, 2003). De relatie met collega’s Zorg verlenen doen professionals zelden in hun eentje. Zorgen is teamwerk en directe collega’s spelen een niet te onderschatten rol in het volhouden van het zorgwerk. Daarbij spelen niet alleen de informele uitwisselingen van ervaringen in koffiepauzes een rol, maar ook de meer formele onderlinge reflectiegesprekken. Juist het samen met collega’s uitgebreid analyseren van en reflecteren op moeilijke (of leuke!) momenten in de zorg, kan worden beschouwd als een bron van het (her)vinden van plezier in het werk. Intervisie, supervisie, peer groups of moreel beraad, het zijn allemaal vormen die leiden tot het leren van collega’s, verdieping van het werk en (mogelijke) persoonlijke groei. Maar hoewel collegiale relaties een bron van voldoening op het werk kunnen zijn, kunnen ze ook een bron van zorg en stress vormen. Onderlinge machtsstrijd, botsende karakters en het niet erkennen van elkaars werk zijn hier concrete voorbeelden van (Van Heijst, 2008). Een ander heikel punt rondom collegiale erkenning is de hiërarchie die inherent is aan de zorgsector. Zowel tussen als binnen de disciplines lijkt er een vastomlijnde rangorde te heersen (zie ook Van Heijst, 2008). Ouderenzorg en geriatrie staan ‘onder’ cardiologie en chirurgie en het is zuster Mieke en dokter De Vries. Het is de vraag of deze vastgeroeste 6 thema statusverschillen wel zo vruchtbaar zijn als het gaat om voldoening en plezier in het werk. De instelling Instellingen spelen een sleutelrol in het geven van ruimte aan zorgverleners om te zorgen voor zichzelf en hun collega’s. Als leidinggevenden niet erkennen dat zorgen mensenwerk is en die erkenning niet omzetten in ondersteuning bij het volhouden van dat werk, dan neemt de instelling een risico met betrekking tot de kwaliteit van de zorgverlening (zie kader 2). Wordt er interesse getoond in het wel en wee van wat zorgwerkers op de werkvloer doen en worden intervisie, supervisie en scholing ondersteund door de instelling, dan betaalt die erkenning zich geheid uit in voldoening en betrokkenheid. In zekere zin begint de zorg voor de eigen zorgverleners vanuit instellingsperspectief al bij de wijze waarop nieuwe medewerkers ingewerkt worden. Een voorbeeld van erkenning vanuit instellingsperspectief is de mogelijkheid die het St. Elisabeth ziekenhuis in Tilburg verpleegkundigen, artsen en paramedici biedt om deel te nemen aan lerende gemeenschappen (‘communities of practice’). In de lerende gemeenschappen, die georganiseerd zijn rond een gedeeld zorgdomein (bijv. de oncologische patiënt), spoort een multidisciplinaire groep zorgverleners eigen ideeën op over hoe de zorg menselijker kan. Het onderzoeken van de eigen praktijk, het delen van ervaringen en ideeën en de reflectie daarop, blijkt voor veel deelnemers van meet af aan een zoektocht te zijn naar plezier in het werk. Het gaat dan niet om het creëren van meer tijd aan het bed of het inzetten van meer techniek om beter te zorgen, maar juist om te midden van de dagelijkse dynamiek en Moral distress Veel verpleegkundigen en verzorgenden weten precies hoe moreel goede zorg tot stand komt, maar ze zijn regelmatig niet bij machte dat in praktijk te brengen. Dat levert ‘moral distress’ op, concludeert het Centrum voor Ethiek en Gezondheid (2009). Indicatiestelling, personeelstekorten, de noodzaak tot registratie en verantwoording, en veranderende verhoudingen in de samenleving; al deze ontwikkelingen veroorzaken dilemma’s waar zorgwerkers niet altijd een antwoord op hebben en die hun motivatie op de proef stelt. Zorginstellingen en onderwijs- en beroepsorganisaties hebben volgens het CEG een duidelijke taak de benodigde ruimte voor goede zorg te creëren. ZORG VOOR DE ZORGENDEN druk ruimte te vinden voor de menselijke betrekking die zorgen feitelijk is. De samenleving In Nederland prijzen we ons gelukkig dat onze gezondheidszorg tot de wereldtop behoort. Zo blijkt uit de Euro Health Consumer Index 2009 dat Nederland het beste gezondheidszorgsysteem van Europa heeft (zie: www.healthpowerhouse.com). Er wordt goed gescoord op het gebied van de rechten en voorlichting aan de patiënt, de resultaten, e-health, het aanbod en de dekking van de diensten en de toegang tot medicatie. Enige punt van zorg zijn de wachtlijsten, aldus het in september 2009 gepubliceerde persbericht. Deze vorm van erkenning kunnen de Nederlandse zorgwerkers in hun zak steken. Wat in deze ranking echter buiten beeld blijft is de waardering die zorgprofessionals, die de kern van het zorgsysteem uitmaken, ontvangen door de samenleving. Dezelfde categorie? Frank, een 54-jarige IC-verpleegkundige, is teleurgesteld en boos. Hij heeft bijna 30 jaar IC-ervaring, leidt nieuwe collega’s op en heeft soms de supervisie over elf bedden en tien man personeel. Maar hij verdient minder dan een vrachtwagenchauffeur, ontdekte hij onlangs. Is het verzorgen van patiënten met enge ziektes, zwaar overgewicht, ladderzat dan wel GHB-loaded van ongeveer dezelfde categorie als het besturen van een truck?, vraagt hij zich vertwijfeld af in een artikel in De Volkskrant. (Posthumus, 2010) aan de zorg voor anderen, nauw samenhangt met de waardering die zorgverleners waarnemen in hun omgeving. Die omgeving strekt zich uit van de directe zorgverlening tot de samenleving als geheel. Juist die brede inbedding in een web van relaties en betrekkingen en de vanzelfsprekendheid van de beschikbaarheid van zorg, maken dat de waardering, erkenning en plezier in het zorgwerk gemakkelijk om kan slaan in miskenning en onderwaardering. Dat zet het welzijn van de zorgverleners zelf en daarmee de kwaliteit van zorg op het spel. Zorg voor de zorgenden is, met andere woorden, erkenning van de inzet van zorgverleners voor medemensen. Dat maakt ons allemaal medeverantwoordelijk voor de kwaliteit van de zorgverlening. “zorgwerk staat in een te laag sociaal aanzien” Volgens Van Heijst (2008) schort het in de samenleving op twee manieren aan deze broodnodige maatschappelijke, sociale waardering voor zorgverleners. Ten eerste wordt al het werk dat deze professionals ons uit handen nemen door te zorgen voor onze ouders, kinderen, vrienden, buren en onszelf te weinig erkend. Zorgwerk staat in een te laag sociaal aanzien. Er is bijvoorbeeld een chronisch tekort aan verpleegkundigen en steeds meer complex zorgwerk wordt door minder gekwalificeerde professionals verricht. Ook duidt de toenemende agressieve en claimende bejegening van verpleegkundigen, verzorgenden en artsen op IC’s, op afdelingen spoedeisende hulp of op straat op een gebrek aan erkenning van hun inzet. Op de tweede plaats is er een letterlijk gebrek aan waardering op materieel niveau. De salarisverschillen tussen de zorgverleners op de werkvloer, de artsen en de beleidsmakers in de zorg zijn enorm. Ook de verschillen in financiële waardering tussen zorgverleners en werknemers in andere sectoren kunnen aanzienlijk zijn (zie kader 3). Dr. Gert Olthuis is onderzoeker bij de vakgroep Zorgethiek (www.zorgethiek.nu) van de Universiteit van Tilburg en programmaleider Menslievende Zorg (www.liefziekenhuis.nl) in het St. Elisabeth ziekenhuis te Tilburg. Literatuur 1. Buijssen H, Bruntink R, et al. Einde goed, allen goed? Oog voor de zorgenden in de palliatieve zorg. Nijmegen: De Stiel, 2003. Besluit Het voorbeeld van de verpleegkundige aan het begin van het artikel laat zien dat zelfkennis en het bewaken van de eigen grenzen van eminent belang zijn om het vol te houden naar voldoening zorg te verlenen. Tegelijk heeft dit artikel ook duidelijk willen maken dat het volhouden en plezier ontlenen 2. Centrum voor Ethiek en Gezondheid. Dilemma’s van verpleegkundigen en verzorgenden. Den Haag: RVZ/CEG, 2009. [te downloaden via www.ceg.nl] 3. Heijst A van. Iemand zien staan. Zorgethiek over erkenning. Kampen: Klement, 2008. 4. Olthuis G. Who cares? An ethical study of the moral attitude of professionals in palliative care practice. Proefschrift Radboud Universiteit Nijmegen, 2007. 5. Posthumus A. Mensenlevens redden voor een schouderklopje. De Volkskrant, 26 oktober 2010. 6. Ramirez A, Addington-Hall J, Richards M. The carers. BMJ 1998; 316: 208-211. thema 7 ZORG VOOR DE ZORGENDEN Thema-interview: Anja van de Weerd FOTO: FRANS BAAR Heb je haas t ? P ak een s toel . Ingrid van Gaalen Je kunt pas goed voor patiënten zorgen als je ook goed voor jezelf zorgt, vinden ze bij ouderenzorgorganisatie Laurens, locatie Zuidoost in Rotterdam. Stafverpleegkundige Anja van de Weerd vertelt aanstekelijk over de verschillende manieren waarop zij ruimte schept voor verzorgenden. “Dit is de sms-tijd: een tijd van snel handelen, snel praten, snel doen. Maar ‘ik ren dus ik ben’ vind ik geen gezonde houding. Het is, juist in die drukte, goed om stil te staan – of zitten – bij waar je mee bezig bent, wat je raakt, of je nog wordt geraakt. In 1992 begon ik als stafverpleegkundige in de stervenszorg. Als onderdeel van het beleid ontwikkelde ik ‘zorg voor de zorgenden’. De term bestond al, maar werd tot dan toe vertaald met ‘onderwijs’. Ik vind dat je onderwijs ook onderwijs moet noemen. Ik doe meer. Het werk vraagt veel van mensen, lichamelijk, sociaal en emotioneel. Ik begon met wekelijkse groepsgesprekken voor de verzorgenden. We zijn middenin de drukte gaan zitten, want het werk is toch nooit klaar, en als je vrij bent, wil je het over andere dingen hebben.” Het stof van de parels “Ik stel dan vragen als ‘wat is een parel in je werk?’ Door de drukte kan daar een laag stof op komen te liggen. Ik help mensen om het stof eraf te vegen en de parels weer te vinden. We bespreken allerlei thema’s, ook 8 thema de moeilijke: een patiënt die dood wil, hoe reageer je daarop? En wat doet het met jou als je iemand ruikt? Of een bewoner die ernstig verminkt is: heb je het erover of praat je eroverheen? Wat zou die bewoner zelf willen? Ik vind het dapper als mensen toegeven dat ze bepaalde situaties moeilijk vinden. Af en toe zijn mensen boos. Dat mag er zijn. De kringgesprekken zijn nu toegankelijk voor alle medewerkers, ook de directeur, de technici, de mensen uit de keuken. Iedereen heeft contact met de bewoners. Vaak werk ik met vragenkaartjes. Het voordeel daarvan is dat mensen een vraag objectief kunnen bekijken. Een vraag als: ‘wanneer je jezelf niet laat troosten, kun je dan anderen troosten?’ vat je niet persoonlijk op als je het van een kaartje leest. Als staflid kan ik objectief naar iedereen luisteren. Ik heb geen belangen. Ik stuur het gesprek alleen maar. Ik hoor prachtige verhalen. Zo had een bewoonster aan een Surinaamse vrouw uit de huishouding verteld dat ze heel erg bang was. De Surinaamse zei: ‘ik bad dat al haar zorgen met de grote rivier mee naar de oceaan ZORG VOOR DE ZORGENDEN zouden spoelen.’ Dat is toch mooi ! Of een arts die ontdekte wat een simpel gebaar kan betekenen: een patiënte was helemaal trots, omdat hij, de dokter zelf, haar zijn eigen zakdoek had gegeven toen ze verdriet had.” De blik verruimen “Ik vind het professioneel als mensen onderkennen dat je je privésores meeneemt naar je werk. En daar moet een plek zijn waar je dat kwijt kunt. In zo’n geval kunnen medewerkers individuele gesprekken met mij voeren. Veel mensen maken daar gebruik van. Ik probeer hun problemen niet op te lossen, dat kan ik ook niet, maar ik ga met hen ‘in de ruimte der moeite staan’. Ik luister naar hun verhalen, ik ben er voor ze, misschien kan ik ze helpen om hun problemen verder te ordenen. Gezamenlijk verkennen we het probleem, waarbij ik vraag: wat betekent het voor jou, voor je partner, voor je collega’s. Door het probleem vanuit verschillende perspectieven te bekijken, kun je er zelf ook anders tegenaan gaan kijken. Zo was er een rokende bewoner die telkens zijn peuken in zijn matras uitdrukte. Samen probeerden we te achterhalen waarom hij dat deed. We ontdekten in het gesprek dat hij nooit rookte als er iemand bij hem was. Hij genoot dan van het gezelschap. Uiteindelijk bleek dat de woonvorm voor deze man iets te hoog gegrepen was. Hij ging naar een meer beschermde woonomgeving, waar hij veel beter op zijn plek zit. Maar ook mantelzorgers hebben wel eens behoefte aan begeleiding, vooral als er een conflict is in de familie. Soms voer ik gesprekken met de familie naast het bed. Pas wees een arts me erop dat twee mensen na zo’n gesprek gearmd door de gang wegliepen. Dan heb je wat bereikt.” Werken met passie “Waarom ik dit werk doe? Ik ben dol op problemen… nee, ik ben een heel optimistisch mens. Dat helpt. Ik geloof in de kracht van mensen en wil graag de schoonheid in de mens zien. Wat ik hier zie, geeft me moed. En ik wil mijn zienswijze overdragen aan andere mensen. Ik word vaak uitgenodigd voor symposia om over mijn werk te vertellen. Zorg kan niet zonder reflectie. Ik zou willen dat dit mechanisme in het Nederlandse onderwijs voor managers en verzorgenden terechtkwam en dat meer organisaties het oppakken. Wat hier gebeurt is vrij uniek. Ik kan dit werk doen, omdat de directie ervoor kiest. Het past bij de visie van de organisatie. In de wereld van ‘getallen’ en ‘beheersen’ is het heerlijk dat dit nog mag bestaan. Reflectie valt niet zo goed te verkopen, maar ik ben ervan overtuigd dat we met deze aanpak veel ziekteverzuim tegengaan en dat de kwaliteit van het werk er alleen maar beter van wordt.” “het stof afvegen en de parels in je werk weer terugvinden” Ik ben gelukkig niet de enige bij wie medewerkers terecht kunnen. Dat kan ook bij de geestelijk verzorgers, psychologen, artsen en de directeur. We doen het samen. Ook dat past bij de cultuur van deze organisatie.” Kijken met je oren “Soms vallen me thema’s op die terugkeren in de kringgesprekken en de individuele sessies. Daar maak ik een scholing van. Ik ben docent en met die oren kijk ik ook. Bij het thema agressie hebben we bijvoorbeeld het bestaande protocol aangepast. Daarnaast krijgen medewerkers van sommige afdelingen trainingen in gesprekstechnieken en weerbaarheidstrainingen. Onlangs stond in de krant een artikeltje over toenemende agressie richting verpleegkundigen. Dat speelt hier ook. Ik bied preventief scholing op dat vlak aan.” Schaven aan beelden “We hebben een huis waar jongere mensen met een niet-aangeboren hersenafwijking onder begeleiding wonen. In het project ‘Hooi op je vork’ proberen we geleidelijk uit wat ze nog aankunnen. Met de medewerkers daar hebben we een ‘werkplaats’, waar we figuurlijk schaven en schuren aan beelden die wij van bewoners hebben. Het team raakt daardoor steeds beter op elkaar ingespeeld. Anja van de Weerd (59) is stafverpleegkundige en vertrouwenspersoon bij Laurens, een zorgorganisatie voor ouderen. In de regio Zuidoost organiseert ze ‘zorg voor zorgenden’ bij onder meer verpleeghuizen en een hospice. Ze geeft les bij Leerhuizen Palliatieve Zorg en is leersupervisor aan de Transferopleiding van de Hogeschool Rotterdam. Daarnaast heeft ze een eigen praktijk als supervisor. Ingrid van Gaalen geeft tekst en uitleg, in de vorm van artikelen, nieuws- en liefdesbrieven, beleid, plannen, programma’s en webteksten. Ze maakt deel uit van VOF Stroomkoning. thema 9 ZORG VOOR DE ZORGENDEN Thema essay: G o e d e zorg vereist zorg voor i n s p i ra tie en reflectie Marije Stegenga Van zorgverleners verwachten we dat ze als ware Florence Nightingale’s zichzelf voortdurend wegcijferen en onophoudelijk liefdevolle en betrokken zorg leveren. Zorgverleners staan echter steeds meer onder druk van maatschappelijke en zorginhoudelijke ontwikkelingen. Inmiddels wordt steeds duidelijker dat wederkerige en betrokken zorg niet vanzelfsprekend wordt verleend en dat een organisatie goed voor zijn medewerkers moet zorgen wil zij de inspiratie en reflectie van zorgmedewerkers in stand houden. Inspiratie Wanneer je aan zorgverleners vraagt waarom ze voor het vak hebben gekozen, dan blijkt uit hun antwoorden dat de keuze voor het vak iets te maken heeft met wie ze zijn: • “Ik ben de oudste dochter in ons gezin, als er iets is met iemand, dan kijkt iedereen altijd naar mij. Ik ben de zorgzame, degene waarop iedereen altijd kan rekenen. En daar ben ik ook blij om hoor, dat is wie ik ben. Ik ben nu eenmaal heel goed in zorgen.” • “Ik kom uit een gezin waarin veel mensen in de zorg werken. Ik wist van jongs af aan al dat ik dit ook wilde doen.” • “Omdat ik het fijn vind als ik iets kan betekenen voor andere mensen.” Zorg wordt van oudsher gezien als roeping. Werken in de zorg is hun bestemming. Zij praten vol passie over hun bewoners en cliënten. Zij worden door hen in beweging gezet. Een innerlijke beroering, een (com)passie noopt hen tot handelen. De oorsprong van de inspiratie ligt waarschijnlijk in aspecten zoals opvoeding, persoonlijkheid, ervaringen en geloofsovertuiging, die tezamen de levensbeschouwing van de individuele zorgverlener vormen. Afstemmen op jezelf De verbinding van levensbeschouwing met roeping is niet exclusief voor de zorg en is ook niet altijd even sterk aanwezig. Desalniettemin zijn in het vak van de zorgverlening de innerlijke drijfveren onmisbaar. Joan Tronto beschrijft in haar boek ‘Moral Boundaries’ 10 thema zorg als een proces waarbij er een wederkerige relatie ontstaat. Opvallend in deze opvatting van zorg is de mate waarin de zorgverlener zelf bij het proces betrokken raakt. Zij is geen instrument of robot die een zorghandeling verricht. Nee, zij komt in beweging, wordt geraakt, gaat van mens tot mens een relatie aan en neemt haar eigen beweegredenen, moraal en inspiratie mee in de wijze waarop zij zich manifesteert in het zorgproces. Annelies van Heijst zegt in ‘Menslievende zorg. Een ethische kijk op professionaliteit’ hierover: “Goede zorg is een manier van doen, in op unieke mensen afgestemde betrekkingen, waarbij de zorgvrager ook afstemt op zichzelf.” Dit afstemmen op jezelf is natuurlijk ten eerste een vorm van zelfreflectie. Alleen wanneer de zorgverlener kan afstemmen op zichzelf kan hij gebruik maken van zijn morele intuïtie. Daarnaast behelst dit ook een terugkomen bij de bron van je inzet, de aanleiding tot je handelen, de passie die je in beweging brengt, de levensbeschouwing die je morele intuïtie richting geeft. Daarmee vraagt zorg verlenen dag in dag uit van mensen dat de basis waarin hun oorspronkelijke inspiratie is geborgd, toegankelijk en gefundeerd is. Zorgvreemde invloeden Het eigene van zorg maakt inspiratie en de reflectie daarop van groot belang. Verschillende ontwikkelingen in de zorg en de maatschappij belemmeren de zorgverlener om geïnspireerd te blijven. ZORG VOOR DE ZORGENDEN Zorgvreemde invloeden rollen over de zorg uit. Zorgverleners moeten zich verantwoorden in tijd en aantallen, terwijl dat niet strookt met de beleving die zij hebben bij de zorg die zij verlenen. Zij dienen bovendien de behandeling of begeleiding die zij geven af te stemmen op het passende zorgzwaartepakket (zzp) of de juiste diagnose-behandel-combinatie (dbc), waardoor zij als het ware geremd worden in de navolging van het appèl dat zij ervaren vanuit de cliënt. Zij moeten zich bewust zijn van de kosten van de zorg en nagaan of de zorg die zij vanuit zichzelf geneigd zijn te leveren past binnen het zorgcontract dat is afgesloten. Onoplosbaar lijden Daarnaast moeten we ons realiseren hoe moeilijk het is om in je dagelijks werk geconfronteerd te worden met onoplosbaar lijden. Niet alleen op oncologieafdelingen en in hospices moeten hulpverleners het uithouden naast patiënten die niet meer beter worden. Ook in de ouderenzorg, in de verpleeghuiszorg, op poliklinieken van ziekenhuizen en in de psychiatrie blijven zorgverleners met hun cliënten achter wanneer een behandeling niet meer mogelijk is of het lijden niet meer weg te nemen is. In een samenleving waar we technisch zoveel kunnen en het lijden denken te kunnen wegbannen uit ons leven, weten zorgverleners hoe onwaar deze beelden van het leven zijn. Zij moeten zich handhaven in de kloof tussen de maatschappij van de maakbare mens enerzijds en de wereld van kwetsbare mensen anderzijds. Hun levensbeschouwing moet daar een antwoord op hebben. Compassiemoeheid en coping strategieën Zorgverleners blijven niet zomaar en vanzelf geïnspireerd en moreel gevoelig onder zulke spanningsvelden. Wanneer zorgverleners volgens hun eigen morele standaard voortdurend tekort schieten, kan het gebeuren dat zij onbewust bepaalde overlevingsstrategieën gaan toepassen. Zorgverleners treden dan als het ware uit contact met de zorgvrager en ook uit contact met zichzelf. De zorgverlener wil het appèl van de hulpvrager niet meer voelen. En ook niet meer nadenken over wat goede zorg volgens de eigen morele standaard inhoudt. Dan treedt compassiemoeheid op. Wanneer een zorgverlener langdurig wordt geconfronteerd met ernstig lijden van patiënten, is er een kans op overbelasting. Bij compassiemoeheid zien we signalen als demoralisatie, uit de hand lopende conflicten binnen het team en veel klagen en roddelen. Uiteindelijk kan compassiemoeheid leiden tot een burn out. Onder grote hoge druk kunnen emotievermijdende copingstrategieën optreden. Cora van der Kooij beschrijft in haar proefschrift ‘Gewoon lief zijn? Het maieutisch zorgconcept en het invoeren van geïntegreerde belevingsgerichte zorg op psychogeriatrische verpleeghuisafdelingen’, dat zorgmedewerkers vaak emotievermijdende strategieën gaan toepassen wanneer zij niet meer kunnen voldoen aan de verwachtingen die zijzelf, de cliënt en de omgeving hebben. Een emotievermijdende strategie is bijvoorbeeld zich richten op de medischverpleegkundige handelingen zonder in contact te treden met de cliënt , of voortdurend weglopen en zich terugtrekken in de eigen wereld met de gezonde mensen: even koffie drinken, een sigaretje roken of met elkaar op de gang op de etenskar wachten. Dit leidt volgens Van der Kooij tot instrumentele zorg. Voor de praktijk van zorg betekenen deze fenomenen dat de bejegening achteruit gaat. Slechte bejegening is vaak slechts een symptoom van een onderliggend probleem. Een cursus bejegening is dan een symptoombestrijder die door zijn duiding soms meer kwaad dan goed doet. Reflectie en inspiratie Om als zorgverlener goed te blijven functioneren is een innerlijke motivatie onmisbaar. De inspiratie geeft de motivatie voor het werk en geeft richting aan de moraal van de zorgverlener. Daarmee is het in stand houden van de inspiratie van de zorgverlener ook een zorg voor de zorgorganisatie. Van der Kooij beschrijft dat zorgverleners kunnen leren om meer emotieregulerende copingstrategieën toe te passen. Om de eigen inspiratie goed te kennen en zicht te hebben op de eigen moraal, dient er binnen de zorgpraktijk ruimte te zijn voor reflectie. Zo kan de zorgverlener reflecteren op zijn moraal en deze spiegelen aan de andere perspectieven en belangen die in acht moeten worden genomen. Ook kan de zorgverlener zijn machteloosheid leren hanteren en door deze met anderen te delen minder stress of spanning gaan ervaren. Als een zorgorganisatie de inspiratie van zorgmedewerkers en hun reflectie daarop ondersteunt, draagt zij bij aan het welbevinden van cliënten en zorgverleners. Zorg voor zorgenden kan per organisatie of setting verschillende vormen aannemen. Bijvoorbeeld coaching, intervisie, of een vorm van moreel beraad. Voor welke vorm ook wordt gekozen, de inspiratie van de zorgverlener en de reflectie daarop dienen steeds centraal te staan. Marije Stegenga is stafmedewerker bij Reliëf en leidt in verschillende zorgorganisaties intervisie en (team)coaching op het gebied van inspiratie en reflectie. thema 11 Nieuws VERENIGINGSNIEUWS Belangstelling? Neem contact op met De bijeenkomst staat gepland op Wout Huizing ([email protected]). 5 april 2011, van 13.30 uur – 17.00 Algemene Ledenvergadering uur. De kosten bedragen € 55,= Op de Algemene Ledenvergadering Bijeenkomst over mentaal van 22 november is het jaarplan welbevinden voor 2011 besproken en vastgesteld. Op 12 januari 2011 belegt Reliëf Seminar Zorg rondom het Het bestuur presenteerde tevens de voor bestuurders, managers, kwali- levenseinde voorlopige resultaten over 2010. Naar teitsfunctionarissen, psychologen en Ook in 2011 organiseren conferen- verwachting zal ook het lopende jaar geestelijk verzorgers een bijeenkomst tiecentrum Mennorode en Reliëf ter met positieve resultaten worden afge- over het vorm en inhoud geven aan gelegenheid van de dag voor de ver- sloten, zowel in inhoudelijk als finan- mentaal welbevinden. Mentaal welbe- pleging weer een seminar voor zorg- cieel opzicht. Dat stemt tot dankbaar- vinden is één van de vier domeinen verleners. Dit jaar gaat het over de heid. Dr René van Leeuwen, lector van het kwaliteitskader voor Verant- spirituele aspecten van zorgverlening aan de Gereformeerde Hogeschool woorde Zorg. Het betreft de persoon- rondom het sterven. Sprekers tijdens in Zwolle, verzorgde aan het eind van lijke zingeving en betekenisgeving deze middag zijn: Leo Fijen, Carlo de ledenvergadering een boeiende van zorgvragers. Wout Huizing, Thijs Leget en Wout Huizing. Wij hopen u presentatie over spiritualiteit en zorg, Tromp en Gerdienke Ubels schreven op 11 mei te kunnen ontvangen op te vinden op de website van Reliëf. het boek Werken aan Mentaal Welbe- Mennorode in Elspeet. U kunt zich al vinden. Vijf startpunten voor de zorg- opgeven bij Mennorode, bij voorkeur Samenwerking Cupertino praktijk. Zij gaan op het symposium online via www.mennorode.nl of via Reliëf heeft een samenwerkings- dat in Mennorode, Elspeet gehouden telefoonnummer 0577- 498111. overeenkomst gesloten met Stichting wordt, nader in op de vraag hoe u Toegang is gratis! Cupertino, een stichting die zich werk kunt maken van mentaal wel- inspant om de aandacht voor levens- bevinden. Deze bijeenkomst is gratis Vooraankondiging cursussen beschouwing en ethiek te bevorderen voor leden van Reliëf. Komend jaar organiseert Reliëf in de zorg voor mensen met een ver- twee cursussen op basis van open standelijke beperking. Reliëf zal voor Jaarcongres Reliëf inschrijving. In het voorjaar de Cupertino projecten gaan uitvoeren Het jaarcongres van Reliëf is op cursus Leiden van moreel beraad. gericht op zorgvragers met een ver- vrijdag 11 maart 2011. Het thema is Deelnemers worden toegerust standelijke beperking, hun verwanten ‘Zuinig met zorg!’ Meer informatie op om in hun eigen organisatie en zorgverleners. www.relief.nl en op de achterpagina ethische gesprekken te leiden. Enige van dit blad. basiskennis op het gebied van de Training ‘Tja wat zal ik zeggen…?’ 12 nieuws (leden van Reliëf betalen € 45,=). ethiek wordt verwacht. De cursus Op 27 september jl. werd het boek Voltooid leven: een onvoltooide bestaat uit vier dagdelen: 5 april de Tja wat zal ik zeggen…? Gepresen- discussie hele dag en 12 april en 24 mei in de teerd. Het boek geeft zorgverleners Binnenkort zal het initiatief-wetsvoor- middag. Locatie: conferentiecentrum handreikingen om goed om te gaan stel worden gepresenteerd dat hulp Mennorode in Elspeet. met levensvragen in de zorg voor bij zelfdoding regelt bij ouderen die In het najaar wordt de succesvolle ouderen. Marije Stegenga, stafmede- lijden aan een voltooid leven. cursus Ethiek in de praktijk herhaald. werker bij Reliëf, ontwikkelde bij deze Dit voorstel dat voortkomt uit het bur- In deze praktische cursus doen de publicatie een trainingsmodule,die gerinitiatief ‘Uit vrije wil’ van o.a. de deelnemers kennis en vaardigheden kosteloos te downloaden is op de NVVE houdt de gemoederen flink be- op, waarmee zij in hun eigen praktijk website van Reliëf. Inmiddels heeft zig. Daarom belegt Reliëf samen met aan de slag kunnen met morele be- Reliëf deze training enkele malen ver- Luce een bijeenkomst over dit onder- wustwording, ethische gesprekken en zorgd voor zorgverleners maar ook werp. Hoofdsprekers zijn Boudewijn ethiekbeleid. Deze cursus bestaat uit voor vrijwilligers. Een cursist: “Zeer Chabot en Carlo Leget. Hun lezingen twee hele dagen: 15 en 22 septem- goed gevoel over de deze zinvolle worden afgewisseld met fragmenten ber. Meer informatie op de agenda cursusdag. Je staat weer eens stil bij uit de zorgpraktijk, zoals waargeno- op de website van Reliëf of bij Marije momenten waarop je mensen nabij men door geestelijk verzorger Stegenga: [email protected]. bent. Het gaat immers om levens- Annemarieke van der Woude. Thijs vragen, zo belangrijk in de zorg.” Tromp leidt de discussie met de zaal. Van de voorzitter Z O R G VOOR DE ZORGENDEN: H A R T NODIG! Arie Kars “Ik ben flink geslagen door een patiënt. Ik had hulp nodig van een kno-arts en heb slachtofferhulp aangeboden gekregen, wat ik niet nodig vond”. Zomaar een citaat uit een onderzoek van de Consumentenbond waarover Trouw van 21 oktober 2010 berichtte. Ik weet nog goed dat ik verbijsterd was toen ik voor het eerst hoorde hoe ambulanceverpleegkundigen door omstanders werden belaagd en bedreigd wanneer zij eerste hulp verleenden aan slachtoffers van ongevallen of geweld. Dat is misschien vijf jaar geleden. Hetzelfde lot treft de brandweer en de politie. Nog zie ik in het Journaal van enige tijd geleden Job Cohen, toen nog burgemeester van Amsterdam, uit de grond van zijn hart zijn verontwaardiging uitspreken over belaagde ambulanceverpleegkundigen: “daar blijf je met je poten van af”! Uit diezelfde enquête van de Consumentenbond blijkt dat de helft van de 400 verpleegkundigen die de vragenlijst terug stuurden in een periode van zes maanden een of andere vorm van agressie hadden meegemaakt. Zou ik een psycholoog zijn dan zou ik op zoek gaan naar de factoren die bepalend zijn voor groepsgedrag van geschrokken en angstige mensen, voor wie de hulpverlening allemaal te lang duurt en die boos en gefrustreerd raken. Ik zou de factoren proberen te identificeren die leiden tot dit ontremde gedrag en daarmee zou ik wellicht een deel van de analyse hebben uitgevoerd. Al die analyses en evenzo vele verbetersuggesties – variërend van strenger straffen van de daders tot trainingen in het omgaan met agressie – leiden vermoedelijk niet tot de oplossing van het probleem. Misschien heeft Job Cohen met zijn duidelijke taal en oprechte kwaadheid een deel van de kern van de oplossing geraakt. Hij liet zijn hart spreken: “waag het niet met je poten aan mijn mensen te komen, want dan kom je aan mij!” Ik weet niet welke maatregelen hij daarna getroffen heeft en hoe het ambulancepersoneel daarop gereageerd heeft. In zijn woorden zat ook onmacht over de niet aflatende reeks van bedreigingen en beschimpingen van dolgedraaide burgers die zich aan God noch gebod iets gelegen laten liggen. Het begint echter bij de degenen die verantwoordelijkheid dragen voor het personeel. In de zorg zijn dat de afdelingshoofden, de managers, directeuren en bestuurders. Ik ben één van hen en realiseer me dat de medewerkers mijn medewerkers zijn. Niet dat ze mijn eigendom zijn, maar ze vertrouwen zich wel aan mij toe door zich in te zetten voor een taak waarvoor ik als leidinggevende (eind) verantwoordelijkheid draag. Voor een belangrijk deel hebben we de zorg voor de zorgenden in onze sector goed geregeld. Maar de goede personele regelingen en het redelijke salarisniveau zijn intrinsiek niet voldoende om vervolgens met een gerust hart ons eigen ding te gaan doen. Een tekst uit Ezechiël 34 schiet me te binnen. Ezechiël profeteert Gods woord tegen de herders (de priesters, de geestelijk leiders) die hun taak verzaken. Die herders weiden zichzelf maar niet de schapen. “Zwakke (schapen) versterkt gij niet, zieke geneest gij niet, gewonde verbindt gij niet, afgedwaalde haalt gij niet terug, verlorene zoekt gij niet, maar gij heerst over hen met hardheid en geweldenarij. Zij raken verstrooid omdat er geen herder is”. God is hevig verontwaardigd: “Zie Ik zál die herders! Ik eis mijn schapen van hen terug en Ik zal een eind maken aan dat schapenweiden van hen. Ik zal zélf naar mijn schapen vragen en naar hen omzien, zegt de Here Here”. Terug naar de zorg anno 2010. Leidinggevenden zijn geen herders, medewerkers geen schapen en toch….? Zorg voor verzorgenden begint met de erkenning dat je als leidinggevende volledig afhankelijk bent van je medewerkers voor het bereiken van je eigen doelstellingen. Dat besef plaatst je in een positie van enerzijds afhankelijkheid, maar juist ook zorgzaamheid, betrokkenheid op het leven van je medewerkers, vertrouwen geven, verantwoordelijkheid geven, voor ze opkomen wanneer ze bedreigd worden en er onrecht geschiedt. Herders zijn geen watjes, leidinggevenden ook niet. Zij hebben hart voor hun mensen, zoals hun mensen hart voor cliënten en patiënten hebben. En wie een hart heeft, heeft “lev” . nieuws 13 Interview: Greet Prins, voorzitter Raad van Bestuur Philadelphia A L L E MENSEN ZIJN MOOI! Menno van Oel Twee jaar geleden kwam Philadelphia negatief in het nieuws. De organisatie stond financieel aan de rand van de afgrond, o.a. door onverantwoorde investeringen in onroerend goed. Er kwam een ingrijpend herstelplan en Greet Prins werd aangesteld als nieuwe bestuurder. Ze werkte hiervoor bij het UWV en in de reclamewereld. Hoe gaat het? Goed! Gelukkig zijn we weer uit de rode cijfers, en dat zonder overheidssteun. We zijn teruggegaan naar onze kerntaak: kleinschalige zorg voor mensen met een verstandelijke handicap. Andere activiteiten hebben we afgestoten. Naast allerlei structurele maatregelen werken we hard aan een cultuurverandering. We moeten zuinig zijn. En we zetten zwaar in op medezeggenschap, op de inbreng vanuit de driehoek cliënten, ouders en personeel. Wat ons absoluut door de crisis heen heeft geholpen, is de passie van onze medewerkers voor met name onze cliënten. U hebt eerder een commerciële dan een zorgachtergrond. Hoe is dat? Mijn insteek is vooral het klantgerichte denken: wie is je doelgroep, je klant? Wat wil hij en hoe kun je daarop inspelen? In de reclamebranche gebeurt dat systematisch, maar de zorgsector is niet fundamenteel anders. Zonder aandacht voor wie tegenover je zit kun je geen goede zorg geven. Dat sluit aan op de traditie van 14 interview Philadelphia, waar ouders en familie van de cliënten altijd nauw bij de zorg betrokken zijn geweest. Het denken en communiceren vanuit de leefwereld van cliënten staat centraal. Onze website is zo opgebouwd. We hebben een nieuw blad, Hallo, helemaal gewijd aan één cliënt, haar wereld, haar omgeving. De medezeggenschap loopt door de hele organisatie heen: van huiskameroverleg op de locaties tot en met het regelmatig overleg van de Raad van Bestuur met de cliëntenen participatieraad. Wat neemt u mee uit uw vorige functie? Ik weet hoe grote organisaties werken. Ik heb ook bij het UWV te maken gehad met een slechte pers; dat was niet nieuw voor me. Daar ging het, net als in de zorg, om mensen die niet voor hun situatie – bij het UWV: werkloosheid, een uitkering – gekozen hebben. Ze zijn afhankelijk en juist dat vraagt een vorm van klantdenken, aandacht voor de specifieke situatie en mogelijkheden van een cliënt, voor het verdriet van ouders. Het is geen gelijke relatie tussen zorg- of dienstverlener en cliënt, maar wel een gelijkwaardige. Alle mensen zijn immers mooi. Wat wist u niet over de gehandicaptenzorg? Veel dingen wist ik wel, maar alleen vanuit de verte. Dat zorg een passie is, bijvoorbeeld. Ik zie soms jonge meiden mensen te eten geven; dat kan zomaar anderhalf uur duren. Medewerkers hebben het vertrouwen verdienen. Door de crisis was dat bij personeel en ouders broos geworden. Ik heb de ondernemingsraad niet gevraagd om ons als bestuur vertrouwen te geven, maar om samen te willen werken. Je kunt vertrouwen alleen terugwinnen door open te zijn, eerlijk, integer, “Het is jullie taak ervoor te zorgen dat wij als ouders rustig dood kunnen gaan” te maken met agressieve cliënten, maar gaan wel door. Voor zoveel geduld en incasseringsvermogen heb ik diepe bewondering. Langzamerhand leer ik de wereld van gehandicapten van binnenuit kennen. Ik ga veel op locatiebezoek en ben gewend iedereen een hand te geven. Iemand wees me erop, dat niet iedereen het prettig vindt wanneer je zomaar zijn wereld binnenstapt. Daar let ik nu op. Zorg is gebaseerd op vertrouwen. In de gehandicaptenzorg heb je veel te maken met ouders die zeer betrokken zijn bij de zorg voor hun kinderen. Een van hen zei: het is jullie taak te zorgen dat wij rustig dood kunnen gaan. Dan ben ik stil en denk ik: daar draait het in de kern voor hen om. Dat vertrouwen is en blijft kwetsbaar. In de zorg ben je afhankelijk van politieke maatregelen. Het voorstel nu is om de verantwoordelijkheid voor de gehandicaptenzorg naar de gemeente toe te schuiven. Voor ons betekent dat: met 220 verschillende gemeentes overleggen. Ik voorzie een grote chaos en een toename van de bureaucratie, die uiteindelijk ten nadele van de zorg aan onze cliënten zal uitpakken. Ik hoop dat we dat tegen kunnen houden. Los daarvan moet je als zorgorganisatie telkens opnieuw FOTO: BERT BRINKMAN ook over pijnlijke maatregelen. Er zijn 120 mensen afgevloeid. Niet zozeer de zorgverlening, maar het hoofdkantoor is afgeslankt. Denkt u niet: een lunch van anderhalf uur, wat kost dat? Nee. Ik gebruik het de andere kant op, als argument in gesprekken met politiek en zorgverzekeraars. Goede zorg kost nu eenmaal veel geld. Dat moet je ervoor over hebben. jaar was het thema vriendschap, seksualiteit. We geven grenzen en regels aan, maar proberen daarnaast ook een bepaalde ruimte aan te geven. Zo’n regel is bijvoorbeeld: er is verschil tussen liefde en porno. Porno verbieden wij niet want, zo staat ook in onze brochure, dat is privé; doe dat dan op je eigen kamer. Het toestaan daarvan helpt volgens deskundigen om seksueel misbruik tegen te gaan. Het komende jaar gaan we praten over een waardig levenseinde. Ook in de gehandicaptenzorg worden mensen steeds ouder. Dat roept nieuwe vragen op. Wat ons antwoord wordt als leidraad voor de diverse situaties, daar zijn we nu met elkaar over in bespreking; dat weet ik dus nog niet. Drs. M.E. van Oel is predikant en publicist. Philadelphia is een christelijke organisatie. Wat betekent dat? Ook al hebben we onze christelijke inspiratie uitdrukkelijk opgenomen in onze hernieuwde missie, toch profileren wij ons op dit moment niet al te nadrukkelijk als zodanig. Onze eerste prioriteit is het op orde krijgen van de organisatie en het verlenen van goede zorg. We zijn een christelijke organisatie, maar dat kun je beter in daden laten blijken dan in grote woorden zeggen. Voor ons betekent het christelijke, dat we zorg verlenen aan iedereen die aan ons is toevertrouwd, en dat we het beste uit iedereen proberen te halen. Van ons personeel vragen we respect voor iemands levensovertuiging. Verder besteden we aandacht aan ethische kwesties. Het afgelopen Philadelphia is een landelijke netwerkorganisatie voor zorg en ondersteuning aan mensen met een verstandelijke beperking. De organisatie telt ruim 8000 cliënten, 8200 medewerkers en 800 locaties. Eind 2008 bleek dat Philadelphia ernstige financiële problemen had. Men trok zich terug uit Espria, de alliantie met Woonzorg Nederland en Evean, die met het oog op de marktwerking in de zorg was gevormd. interview 15 Gelezen WA A R D E N I N D I A L O O G door Thijs Tromp lijke geïnspireerd omdat het christen- wijzen – iedereen kiest immers zijn dom God als relationeel beschouwt eigen waarden – stelt Liégeois dat Axel Liégeois heeft een boek ge- en daarin uniek is. God zelf is de het in de zorg draait om zorgver- schreven over zorgethiek. Een relatie tussen Vader, Zoon en Geest lening en beschermwaardigheid, veelbelovend boek, omdat hij een en door de schepping verbindt God autonomie en privacy, participatie, praktijkgericht model voor ethiek in alle schepselen met elkaar en maakt levenskwaliteit en rechtvaardigheid de zorg wil presenteren. Hij neemt de hen tot broers en zussen van elkaar. en vertrouwen en solidariteit. Alle zorgrelatie als uitgangspunt. Liégeois Het bevorderen van goede relaties zorgverlening moet gericht zijn op het is hoogleraar praktische theologie met familie, vrienden, zorgverleners, zo goed mogelijk realiseren van deze aan de faculteit Godgeleerdheid van samenleving, maar ook met de mate- waarden. De evaluatie van deze de Katholieke Universiteit Leuven en riële omgeving en met een spirituele waarden moet in de praktijk plaats stafmedewerker ethiek bij de Broe- werkelijkheid is daarom voor Liégeois vinden door middel van een dialoog. ders van Liefde in Gent. Uit het boek het ijkpunt van de ethiek. Het goede Want over de vraag hoe de levens- blijkt hoezeer de auteur vertrouwd is samenleven als een leven waar alle kwaliteit, autonomie of vertrouwen met de dilemma’s die recente ontwik- betrokken mensen zich optimaal het beste gerealiseerd kunnen wor- kelingen in de zorg met zich mee- kunnen ontwikkelen is het doel van den, verschillen de betrokkenen in brengen. Tegelijkertijd geeft Liégeois menselijk handelen in de zorg. de zorg vaak van mening. De laatste In he t ko rt blijk van zijn academische eruditie in pijler betreft de grondhouding. Het de precisie waarmee hij zijn ethiek- Visie op ethiek gaat hier om de gezindheid waarmee model uiteenzet. Liégeois’ visie op ethiek steunt op de zorg verleend wordt: mildheid, drie pijlers: waarden, dialoog en ontvankelijkheid, waarachtigheid, Relationele ethiek grondhoudingen. Ethiek is volgens aandacht, erkenning, wijsheid en Liégeois’s visie op ethiek is, naar ei- Liégeois het evalueren van onderlig- integriteit. gen zeggen, radicaal relationeel: “De gende waarden in concrete situa- mens is allereerst relatie. Daarom ties. Telkens moeten zorgverleners Het morele gesprek vertrekken we niet vanuit het subject bekijken in hoeverre hun handelen Vervolgens geeft Liégeois aanwijzin- dat de mens is en van waaruit de overeenstemt met de kernwaarden gen voor het morele gesprek. Vanuit mens relaties aangaat, maar vanuit van de zorg. Liégeois aarzelt niet om de juiste grondhouding gaan de be- de context waarin de menselijke rela- zelf de kernwaarden van de zorg te trokkenen de dialoog aan over een ties zich afspelen.” (p.37) Deze visie benoemen. Waar andere auteurs dit morele kwestie. Zij brengen de feiten, op ethiek is volgens Liégeois christe- als moralistisch van de hand zouden motieven, belangen, handelingsmo- > Karin Kerkhof en Gerlien Bloodshoofd, Compassiemoeheid. > Elizabeth Johnston Taylor, Peterjan van der Wal, Janco Amsterdam: Elsevier Gezondheidszorg 2010, ISBN Wijngaarden, Tja, Wat zal ik zeggen… Met cliënten 9789035231696, €17,50. in gesprek over spiritualiteit. Met dvd. Zoetermeer: Boekencentrum 2010, ISBN 9789023924531, 159 p. € 24,90. Een handzame methode om uitputting en vermoeidheid, die kunnen leiden tot compassiemoeheid, ter sprake te brengen. Dit Peterjan van der Wal en Janco Wijngaarden, geestelijk verzorgers vrolijk vormgegeven doosje biedt een korte toegankelijke brochure van de Zonnehuisgroep, bewerkten het boek van Elizabeth over compassiemoeheid, een compassiekaart: een kaart met een Johnston Taylor voor de Nederlandse situatie. Het boek wil stroomschema om het risico op compassiemoeheid te kunnen zorgverleners helpen in het omgaan met spiritualiteit van cliënten signaleren en een kaartenset met een tip voor elke dag. Deze van zorginstellingen. Spiritualiteit komt ter sprake in veel gewone methode kan een mooie aanleiding zijn om met elkaar in gesprek te dingen. Het reikt aan hoe je daar op in kunt gaan en dat je moet gaan over de spanning die kan ontstaan bij de hulpverlener. Helaas oefenen en nadenken. Het boek is zeer informatief en instructief. heeft de methode een nogal instrumentele insteek, waardoor een Wie met de voorbeelden, tips en oefeningen (deels op dvd) aan innerlijke reflectie op de eigen inspiratie, om compassievol te zijn de slag gaat, zal – ook in ogenschijnlijk alledaagse situaties – en te blijven niet aan de orde komt. [Marije Stegenga] ontdekken hoe helend woorden kunnen klinken. Een must voor ieder in de zorg. [Frits Mertens] 16 gelezen gelijkheden en effecten in kaart en zorgproducten’ gaat het in de zorg grote dosis verbeeldingskracht. Het spreken hun morele intuïties uit. Ze vooral om de erkenning van wat de abstractieniveau is hoog en het boek verduidelijken de normen die in het aandoening of beperking betekent bevat slechts één praktijkvoorbeeld. geding zijn en ten slotte evalueren voor de zorgvrager. Toch vraag ik me Bovendien is het model tamelijk idea- ze vanuit de waarden de mogelijke af of Liégeois radicaal genoeg is in listisch. De weerbarstige omstandig- handelingen die kunnen leiden tot zijn relationele benadering. Het lijkt heden van de zorgverlening blijven het goede handelen. Het boek sluit erop dat hij het belang van relaties buiten beeld. Ik heb tijdens het lezen af met de bespreking van concrete toch instrumenteel opvat: een mens dikwijls gedacht: “Ja, hadden we spanningsvelden: informed consent heeft relaties nodig, want zonder inderdaad maar zoveel tijd en ruimte en wilsbekwaamheid, dwang en relaties kan hij zich niet ontwikkelen. om zorgvuldig en in zo’n vertrou- drang en privacy en beroepsgeheim. Van een theoloog die de Goddelijke welijke sfeer te overleggen over de Drie-eenheid opvoert als de basis goede zorg, in een ruimte waarin alle Radicaal relationeel? van een relationele ethiek zou je betrokkenen open en eerlijk en zon- Persoonlijk vind ik de visie van Lié- meer verwachten. Mensen hebben der machtsverschillen kunnen over- geois een verademing. Hij overstijgt geen relaties, maar bestaan in, en leggen.” Maar de praktijk is anders. met zijn relationele benadering de dankzij relaties. Radicaal gesteld: de Er is doorgaans weinig tijd, de druk is handboeken die ethiek opvatten waardigheid van ieder mens hangt hoog, protocollen dringen zich op, de als een juridische aangelegenheid, af van de liefdevolle aanvaarding samenwerking tussen de disciplines gericht op de rechten van cliënten door de ander, een aanvaarding die laat te wensen over, efficiëntie gaat enerzijds en de plichten van zorgver- ontspringt aan de onvoorwaardelijke voor zorgvuldigheid etc. leners anderzijds. Ethische proble- liefde van God. Zorg vanuit christe- Kortom, ervaren begeleiders van men doemen in zulke benaderingen lijk perspectief is daarom eerst zorg moreel beraad zullen zich door het op als de rechten en wensen van de ontvangen en daarna zorg verlenen. boek geprikkeld weten, maar ik vrees cliënt botsen met de plichten en over- In die beweging delen mensen in de dat het voor de meeste zorgverleners tuigingen van de zorgverlener. Denk gemeenschap met God. te abstract is. Het model vraagt om concrete voorbeelden. de hulpverlener hem helpt bij sek- Te abstract suele handelingen of bij zelfdoding. Een ander punt van kritiek betreft de Een dergelijke juridische benadering claim op de achterflap, namelijk dat past niet bij de zorg. In de zorg raken Liégeois een praktisch toepasbaar we immers aan de breekbaarheid model voor ethiek in de zorg presen- van mensen, aan angst, eenzaam- teert. Wie het model praktisch wil heid en pijn. Naast het ‘leveren van toepassen moet beschikken over een > Linus Vanlaere & Chris Gastmans, Zorg aan zet. Ethisch omgaan met ouderen. Leuven: Davidsfonds 2010, ISBN N.a.v. A. Liégeois, Waarden in dialoog. Ethiek in de zorg. Tielt: Lannoo 2009, ISBN 9789020985689, 192 p. € 19,95. Drs. T. Tromp is directeur van Reliëf. > Frits de Lange, Waardigheid. Voor wie oud wil worden. Amsterdam: SWP 2010, ISBN 9789088501098, 224p. €21,50. 9789058267436, 180p. €22,50. Waardigheid is een lastig woord (wat bedoelen we er eigenlijk Linus Vanlaere en Chris Gastmans zijn twee belangrijke Vlaamse mee?) dat op dit moment erg in de lucht zit. Vooral rondom schrijvers in de wereld van de zorgethiek. Ze hechten er groot ouderdom en levenseinde wordt het te pas en te onpas gebruikt. belang aan dat zorgethiek handen en voeten krijgt voor de praktijk Frits de Lange verkent het begrip in dit boekje op zijn bekende en dat is goed te merken in dit boekje. In het eerste deel raken ze fijnzinnige wijze. Aan de hand van kunst, literatuur en filosofie helpt vijf herkenbare thema’s aan uit de ouderenzorg. Zo concreet als hij het begrip vatten en geeft hij bouwstenen voor een nieuwe kijk de ‘ontwaardigende’ ervaring van het bedplassen en vragen rond op de ouderdom. Een boek om rustig te lezen, op na te kauwen intimiteit en levenseinde. In het tweede deel geven ze handvatten en in groepen te bespreken. Aanbevolen dus voor de broodnodige om ethisch overleg in een zorginstelling te kunnen instellen. Een bezinning in de zorg van alledag! [Carlo Leget] In h et kor t bijvoorbeeld aan een cliënt die wil dat leesbaar boekje voor de praktijk, maar vanuit een rijke theoretische achtergrond. [Carlo Leget] gelezen 17 VENSTER N A A R E E N A N D E R G E H E U G E N Paula Irik Op een donderdag in oktober bezocht Paula Irik een kerkdienst in verpleeghuis Lisidunahof. Aanleiding is het boekje ‘In betrouwbare handen’, dat René Rosmolen geschreven heeft over liturgie en dementie. Op verzoek van Zin in Zorg doet Paula verslag van wat ze beleefde in deze viering. Horen, zien en voelen Nieuwsgierig stap ik de zaal binnen. Er klinkt klokgelui. Bij de deur heet ds. René Rosmolen, de geestelijk verzorger van het huis, iedereen hartelijk welkom. De zaal druppelt langzaam vol. Er zijn veel vrijwilligers, zij brengen de bewoners. Stralend stapt Marijke op me af. Haar woorden versta ik nauwelijks, maar haar lichaamstaal des te beter: ik ben welkom. Als de pianist begint te spelen, gaat Marijke naast hem staan en voegt op de hoge toetsen van de piano haar eigen melodie aan de zijne toe. Hier is samenklank, zo versta ik. Hier zijn de bewoners thuis. Er is veel te zien, veel te horen en veel te voelen. De pianist preludeert op het eerste lied, het wordt hier en daar al mee gehumd. De liturgische tafel staat op een podium, duidelijk zichtbaar voor iedereen. De paaskaars brandt, de tafelkaarsen worden aangestoken. De viering kan beginnen. De voorganger praat niet alleen met woorden, maar ook met gebaren. Weloverwogen, ondersteunende gebaren. Bij de gebeden heft hij zijn armen. Als er uit de Bijbel wordt gelezen, houdt hij de Bijbel omhoog. De sfeer in de zaal is rustig en aandachtig. De liederen worden van harte meegezongen, het Onze Vader wordt uit volle borst meegebeden. Kopje De taal is duidelijk en eenvoudig. 18 reportage Wat niet wil zeggen kinderachtig, integendeel! De teksten van gebeden en preek zijn zorgvuldig op elkaar afgestemd. Ook in de preek wordt een appèl gedaan op meerdere zintuigen. Naast de tafel staat op een flapoverstandaard een groot schilderij. In woord en gebaar neemt René Rosmolen het op in zijn verkondiging. “We zien Jezus, het water blauwig onder hem. Hij heeft de hand bij zijn gezicht. Kijk, die duif geeft hem een kopje.” Aan het slot van de preek komt de duif als het ware los van het schilderij: “Ook jou wil hij een kopje geven. Omdat jij kostbaar bent voor God.” De zegen wordt gegeven en uitgesproken. In zijn afsluitende woorden verwijst de voorganger naar dat wat woord en gebaar overstijgt: “De kaarsen zijn gedoofd. Het licht van God nemen wij mee in ons hart.” “Meer heb je niet nodig”, zegt één van de vrijwilligers nadat alle bewoners weer naar hun afdelingen zijn teruggebracht. Opgetild Verpleeghuis Lisidunahof in Leusden biedt onderdak aan 150 mensen met dementie, onder wie een groep jonge bewoners. Elke donderdagavond is er een kerkdienst. René Rosmolen: “In zo’n dienst gaan mensen open, zijn ze echt, veinzen ze niet. Er is veel gebrokenheid. Maar als de bewoners zingen, een oude psalm of een bekend gezang, voelen ze zich competent en even boven de gebrokenheid uitgetild. Ik sta vaak versteld van de concentratie die aanwezig is. Ik ervaar regelmatig dat we in de dienst uit de sfeer van ziekte en zorg, helper en geholpene worden opgetild. We staan samen voor Gods aangezicht. Dat begint al bij het begin. Het restaurant wordt omgebouwd tot vier-ruimte. Met hulp van een vaste groep vrijwilligers. Zij zijn mijn handen, zonder hen komen er geen mensen in de kerk. Door middel van een CD met het geluid van kerkklokken maken we een auditieve overgang. Het dragen van een toga is belangrijk. Het noemen van de naam als de mensen binnenkomen. Soms reageert een bewoner: ‘Kent u mij bij mijn naam?’” Open René Rosmolen is niet alleen geestelijk verzorger, maar ook creatief therapeut. Hij werkt graag met afbeeldingen en (eigengemaakte) schilderijen, zowel in individuele gesprekken en groepsgesprekken als in vieringen. Wat heb je nu aan schilderijen in de contacten met dementerende mensen? René Rosmolen: “Mensen met dementie zijn veel kwijtgeraakt, hun verstandelijke vermogens zijn verstoord. Maar mijn ervaring is dat zij juist een heel sterk gevoelsleven niet kunt uitdrukken, dan doet het zijn werk. Wat de beelden oproepen, daar heb ik geen controle op. Bij mijn schilderij over de doop zei iemand in de groep: ‘Hij denkt na hoe Hij het evangelie aan de mensen moet verkondigen.’ Dat bedenk ik niet van te voren, dat gebeurt. Jouw aanwezigheid in woord, taal en gebaar onderstreept dat ieder zich opgenomen mag weten in een groter verband. Ik sta daar niet uit te delen, ik heb het zelf niet in regie. Je cirkelt samen om het geheim. Je deelt er samen in mee.” DOOP VAN CHRISTUS. RENE ROSMOLEN hebben. Schilderijen geven vaak een onverwachte verdieping, ze brengen de communicatie op een fundamenteler niveau. Een afbeelding kan een venster zijn naar het leefgeheugen. Zo noem ik de diepere laag waarin opgedane levenservaringen, levenswijsheid, gevoelens en intuïties worden bewaard. Bewoners krijgen voor even verbinding met die laag. Nooit in totaliteit natuurlijk, het gaat altijd om fragmenten. Maar in fragmenten onthult zich het geheel.” Geheim Wat voegt het gebruik van schilderijen toe aan vieringen? René Rosmolen: “In analogie met het leefgeheugen spreek ik in het verband van de liturgie graag over viergeheugen. Dit is bij mensen met dementie het geheugen waarin religieuze gevoelens, gelovige verbeelding, muziek en liederen liggen opgeslagen. Rituelen activeren het viergeheugen, mensen met dementie zijn zeer gevoelig voor rituelen. Je moet geen kinderachtige dingen doen. Wat je aan kunst aanbiedt, moet het niveau van de kleurplaat overstijgen. Mensen met dementie hebben recht op schoonheid. Een goed beeld illustreert niet, maar evoceert. Als een beeld overdoet wat je zegt, voegt het niets toe. Maar als een beeld iets overbrengt van wat je in woorden Nabijheid “Mensen met dementie voelen feilloos aan of je boven hen staat, of naast hen. Ik heb van het begin af aan gemerkt dat ik ook heel veel geschonken krijg. Mensen zwaaien als je binnenkomt, mensen pakken je hand als je langs loopt. Dat geeft een soort bodem, een bruggetje. Ik word uitgenodigd in die nabijheid door de bewoners zelf. Soms worden bewoners geraakt in hun ziel. Ze zijn het zo weer vergeten. Maar het gaat om de kostbaarheid van het moment. Om het moment van delen en gekend zijn. Even ervaren ze troost in het verdriet. Voor even in betrouwbare handen.” Paula Irik is geestelijk verzorger bij Cordaan. René Rosmolen is theoloog en creatief therapeut. Hij werkt als geestelijk verzorger in het psychogeriatrisch verpleeghuis ‘Lisidunahof’ in Leusden. ‘In betrouwbare handen’, zo heet het boekje dat René Rosmolen geschreven heeft over liturgie en dementie. Hierin heeft hij zijn manier van vieren in het verpleeghuis nader uitgewerkt. Werkboekjes voor de eredienst, nr. 34. In betrouwbare handen. Liturgie en dementie: vieren in het verpleeghuis. Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer, ISBN 978 90 239 2305 3, [email protected]. reportage 19 Z O R G VAN BINNENUIT Bart Cusveller In nog geen jaar tijd verschenen in ons land vier publicaties over ethische problemen in (met name) de verpleegkundige zorg. Is dat toeval? Is dat belangrijk? Bart Cusveller over hoe het omgaan met morele dilemma’s tot de beroepsethiek van (ver)zorgenden hoort. In december 2009 verscheen een signalement van het Centrum voor Ethiek en Gezondheid (CEG) over ethische dilemma’s in de verpleging en verzorging. Het CEG is een samenwerkingsverband tussen de Gezondheidsraad en de Raad voor Volksgezondheid en Zorg, dat de overheid adviseert welke ethische onderwerpen in de gezondheidszorg een plaats op de politieke agenda verdienen. Het signalement meldde dat de beroepsuitoefening in de verpleging en verzorging in toenemende mate geconfronteerd wordt met ethische dilemma’s die hen in de weg staan om goede zorg te leveren. Het NIVEL, een onderzoeksinstituut voor de gezondheidszorg, leverde hiervoor de achtergrondstudie door enkele honderden verpleegkundigen te enquêteren. Top 3 van dilemma's Als we alleen de top 3 van meest ondervonden dilemma’s nemen, dan zien we dat verpleegkundigen en verzorgenden minstens wekelijks worden geconfronteerd met de vraag of men de cliënt de zorg moet geven die volgens de eigen inschatting nodig is of dat men zich moet houden aan de voorgeschreven zorg. Indicatiestellingen of zorgzwaartepakketten blijken in de praktijk vaak te krap of niet to-the-point te zijn. Verpleegkundigen en verzorgenden zien dan wel wat er aan goede zorg gegeven moet worden, maar de randvoorwaarden om die zorg ook te geven zijn er niet naar. Dit dilemma wordt vooral in de thuiszorg en de verpleeg- en verzorgingshuizen ervaren. Het tweede dilemma in de top 3 is of je langer moet doorwerken wanneer de kwaliteit of de kwantiteit van personeel op een gegeven moment onderbezet is, dus wanneer er te weinig of te laag opgeleid personeel aanwezig is. Het derde dilemma op de lijst lijkt daar op: verpleegkundigen en verzorgenden worden bijvoorbeeld bij ziekte van collega’s steeds vaker gevraagd om extra diensten te werken. Ze hebben er misschien al een hele week opzitten en dan worden ze gevraagd ook nog hun weekendplannen opzij te zetten. Moeten ze dat dan doen? 20 achtergrond In maart 2010 verscheen een werkboek van CNV Publieke Zaak met ethische dilemma’s uit het dagelijks werk in het algemeen ziekenhuis. Deze dilemma’s verschenen eerder in de ziekenhuiskrant die CNV PZ tweewekelijks uitbrengt en kan in het verlengde gezien worden van de website zorgethiek.nl die CNV PZ heeft opgezet. Deze uitgave heeft een heel ander karakter dan het signalement van het CEG omdat het geen onderzoek betreft en niet claimt representatief te zijn. Het materiaal is anekdotisch en bedoeld om beroepsbeoefenaars gespreksstof te leveren. De grootst gemene deler is echter makkelijk herkenbaar: de zorgwereld waarin verpleegkundigen en verzorgenden deze dilemma’s tegenkomen is zo complex en dynamisch geworden dat de dilemma’s haast onvermijdelijk met de zorgwereld zelf gegeven zijn. De verschillende verantwoordelijkheden van de zorgverleners, de diversiteit van de zorgvragers, de veranderende mentaliteit rond ziekte en zorg, de oriëntatie op beheers- en bedrijfsmatig denken – dat alles maakt dat verpleegkundigen en verzorgenden van binnenuit weten wat goede zorg is maar in de complexe context vaak niet het juiste kunnen doen. Moreel verantwoorde zorg Begin dit jaar, tot slot, verscheen een publicatie met nog weer een ander karakter, namelijk het proefschrift van Mirjam Houtlosser, verpleegkundige en filosoof. Haar studie over de verpleegkundige beroepsethiek bestaat uit drie gedetailleerd uitgewerkte gevalsbeschrijvingen, aan de hand waarvan ze factoren bespreekt die het de verpleegkundige lastig of juist mogelijk maakt tot moreel verantwoorde zorg te komen. Een van haar constateringen is dat verpleegkundigen in ethisch ingewikkelde situaties geneigd zijn terug te vallen op routines en codes van ‘het team’ en zo in feite voorrang geven aan het belang van hun eigen functionele werkeenheid boven het belang van de individuele patiënt. Een ander patroon is dat verpleegkundigen zich vaak conformeren aan het medische discours en het belang van de instelling en in die termen besluiten of zij succesvol hebben gehandeld. Ze zouden zich ook kunnen afvragen op welke manier een patiënt het beste ‘verpleegbaar’ is en van daaruit de medische en de institutionele randvoorwaarden beïnvloeden. Geen toeval Het lijkt mij duidelijk dat er geen sprake is van toeval. Deze publicaties reageren allen op de urgentie van een en dezelfde thematiek: de spanning tussen het verlenen van goede zorg en de organisatorische context waarbinnen dat moet gebeuren. Over het algemeen genomen weten zorgverleners in Nederland wel zo ongeveer wat er voor een patiënt aan zorg nodig is. Zij kennen de zorginhoudelijke argumenten om een zorgproces of zorgrelatie gestalte te geven. Zij staan dicht genoeg bij zorgvragers om te weten wat het is om ziek te zijn of zorg te ontvangen. De omstandigheden waaronder zij dit moeten doen zijn niet altijd gunstig maar – en dit is het punt – zij weten die niet altijd goed te beïnvloeden. Als een manager zegt dat er geen tijd meer is om de tanden van een zorgvrager te poetsen of om de incontinentiematerialen te verwisselen, dan kennen de zorgverleners de zorginhoudelijke overwegingen waarom zij het wel zouden moeten doen. Maar tonen zij ook het zorginhoudelijk leiderschap om te besluiten het ook daadwerkelijk te doen? Wat in de kern neerkomt op het beheer van de randvoorwaarden van de zorgpraktijk is vaak zo invloedrijk dat de zorginhoudelijke overweging niet de doorslag geven. Gevolg is tekortschietende zorg en op den duur tekortschietende motivatie om goede zorg te geven. Het lijkt me ook duidelijk dat dit belangrijk is. Er zijn in de toekomst een toenemend aantal mensen te verwachten die zorg nodig hebben. Als we ethische dilemma’s nemen als waarschuwing voor het piepen en kraken van het streven naar goede zorg, dan staat het belang van vele zwakken en kwetsbaren op het spel. Er verschijnen al decennia lang publicaties die een kritische onderstroom tegen het beheersen bedrijfsmatige denken laten horen (denk aan menslievende zorg van Annelies van Heijst en de presentiebenadering van Andries Baart). De publicaties die het afgelopen jaar zijn verschenen doen een beroep op de grootste beroepsgroep in de zorg (de verpleging en verzorging) om hun invloed aan te wenden en de organisatorische context van de zorg te bespelen. regisseren en leiding te geven. Ik pleit er niet voor om zorgverleners in instellingen te bestoken met cursussen of gespreksvormen die zorgverleners buiten hun dagelijkse habitat ethische onderwerpen aan de orde laten stellen. Het is ook mogelijk dat verpleegkundigen en verzorgenden in hun eigen overlegvormen en werkprocessen ethische onderwerpen expliciteren. Je kunt tijdens de overdracht klagen, maar je kunt ook vragen wat er voor nodig is om te werken volgens de professionele standaard. Bovendien kunnen zorgverleners het voortouw nemen om de ethische reflectie in de zorg weg te houden uit de tobberige hoek van de problemen en dilemma’s: je kunt zoeken naar rolmodellen en voorbeelden van goed gelukte zorg (excellentie). Op die manier gaan ze de uitdaging aan om organisatorische context van hun zorgverlening van binnenuit te beïnvloeden. Dat is niks anders dan het beoefenen van beroepsethiek. Bart Cusveller is lector verpleegkundige beroepsethiek aan de Academie Gezondheidszorg van de Christelijke Hogeschool Ede. [email protected] Literatuur 1. A. Struijs, S. van de Vathorst, Dilemma’s van verpleegkundigen en verzorgenden. Signalering ethiek en gezondheid 2009/4. Den Haag: Centrum voor ethiek en gezondheid, 2009. 2. B. Cusveller, Wat je van verpleegkundigen mag verwachten, lectorale rede, Ede: Christelijke Hogeschool Ede, 2010. Geen Calimero-verhaal Dat is wat anders dan een nieuw Calimero-verhaal. Het is niet zo dat verpleegkundigen en verzorgenden er niks aan kunnen doen. Zij zijn niet de verlengde arm van de arts en ook niet van de manager. Het behoort tot hun eigen competentiegebied om zorg te 3. D.M. Van der Eerden-Vollebregt, Ethische dilemma’s in het ziekenhuis, Den Haag: CNV Publieke Zaak, 2010. 4. A.J.E. de Veer, A.L. Francke, Morele dilemma's in het dagelijks werk van verpleegkundigen en verzorgenden, Utrecht: NIVEL, 2010. 5. M. Houtlosser, In goede handen, Verpleegkundige beroepsuitoefening in moreel perspectief, Leiden University Press, 2010. achtergrond 21 Kort nieuws Palliatieve zorg Berden is onder meer verkozen gehandicaptenzorg 2010 en Een motie van de SGP om palliatieve vanwege het stempel dat hij drukt 2011. Dit betekent dat de VGN zorg een nog betere plek te geven op innoverend ziekenhuisbeleid. de verantwoordelijkheid voor de in de behandeling van (terminale) Naast bestuurder is Berden uitvoering van het Kwaliteitskader patiënten, is door de Tweede Kamer bijzonder hoogleraar ‘Organisation Gehandicaptenzorg niet meer kan aangenomen. In de praktijk blijken Development in Hospital Care' aan en wil dragen. er nog veel knelpunten te zijn die de Universiteit van Tilburg. De titel een goede palliatieve zorg in de weg wordt sinds 2003 jaarlijks uitgereikt Ex Caritate staan. Het gaat daarbij onder meer door het Strategie Platform Health Op 18 november jl. werd op de om de financiering van medicijnen en Care. jaarlijkse Catharinadag in Tilburg andere middelen die nodig zijn om het boek Ex Caritate. Kloosterleven, VGN schort medewerking aan apostolaat en nieuwe spirit van Kwaliteitskader op actieve vrouwelijke religieuzen in Invloedrijk De Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland in de 19e en 20e eeuw Bart Berden, lid van de raad van Nederland (VGN) schort haar gepresenteerd. Deze omvangrijke bestuur St. Elisabeth ziekenhuis in medewerking aan het Kwaliteitskader studie, geschreven door Annelies Tilburg, is verkozen tot Influencer Gehandicaptenzorg op. De VGN van Heijst, Marjet Derks en Marit of the Year. Hij volgt hiermee oud- concludeert dat haar leden niet Monteiro, beschrijft twee eeuwen bestuursvoorzitter Frits Verschoor kunnen voldoen aan de afspraken geschiedenis van de vele actieve van de Parnassia Bavogroep op. voor de Jaarverantwoording zustercongregaties in Nederland. het lijden te verlichten. ZZP-teamspel Op verzoek van Zin in Zorg heeft het team van de afdeling Somatiek van zorgcentrum Marishof, onderdeel van de Stichting Land van Horne, het ZZP-teamspel gespeeld. Teamleider Gerrie Bensen vertelt: “Het team vond het leuk dat er een spel geagendeerd was. Ze begonnen dus meteen enthousiast. Ik heb twee personen gevraagd om ‘scheidsrechter’ te zijn, zij mochten de discussie zo nodig onderbreken. Het werken met de kaartjes leverde een zeer vruchtbare discussie op. Omdat die discussie erg zinvol was hebben FOTO: LIANNE VAN DER PALEN we uiteindelijk slechts enkele kaartjes besproken. De uitgangspunt te worden genomen. Dat is ons vertrekpunt. scheidsrechters hebben nauwelijks ingegrepen. Voor deze cliënt met deze vraag is waarschijnlijk het We kwamen al snel tot de conclusie dat de zoco’s toiletgebeuren van veel waarde. Dan kan en moet de (zorgcoördinators) erg veel weten van de ZZP's, maar de verzorging dus samen met de cliënt kijken of en hoe overige teamleden nog maar weinig. Toch krijgen ook zij zijn vraag ingevuld en gerealiseerd kan worden. Bij een vragen van cliënten. Bijvoorbeeld om bepaalde zorg te cliënt die aangeeft dat hij wassen juist vervelend vindt, krijgen die extra tijd kost. Zij kunnen die vragen heb je weer een heel ander uitgangspunt. Het is dus echt nu niet ‘ZZP-onderbouwd’ beantwoorden. Het maatwerk. Als leidinggevende vond ik het erg leuk om te spelen van het spel heeft ons doen inzien dat horen dat het team tot deze conclusie kwam, omdat in het zinvol is dat alle teamleden geïnformeerd eerste instantie direct werd geroepen dat dit dus nooit zo worden over de ZZP's. kunnen. Dat daar natuurlijk geen tijd voor was. Het spel We hebben uitgebreid gediscussieerd over daagde ons uit om creatief naar cliënten en situaties te de vraag van een cliënt om elke dag één uur kijken.” in bad te kunnen. Kan die vraag vanuit het Het ZZP-teamspel is een uitgave van Grow/work. zorgzwaartepakket gehonoreerd worden? Het spel is te koop nadat minimaal één medewerker Uiteindelijk kwam het team tot de volgende conclusie:de vraag van de cliënt dient als 22 nieuws in de organisatie getraind is om het spel te begleiden. Meer informatie via [email protected]. Koffie of nutridri n k ? Theo de Zwart CASUS Een dementerende man van 76 jaar is opgenomen op een geriatrische afdeling. Zijn echtgenote vindt het fijn om haar man te helpen met eten en drinken. Ook de kinderen helpen soms. Het zijn kostbare momenten van echt contact met meneer. Als de echtgenote haar man koffie geeft met een plakje cake genieten ze hier overduidelijk allebei van. Omdat meneer gewicht verliest, wordt de diëtiste ingeschakeld. Zij schrijft een verrijkt dieet en een aantal flesjes nutridrink voor als bijvoeding. Sinds meneer deze bijvoeding aangeboden krijgt, eet hij het gewone eten slecht en weigert hij tussendoortjes (óók de cake van zijn vrouw). De koffie die hij altijd zo graag dronk is nu vervangen door de bijvoeding. Familie en verzorgenden hebben moeite met het feit dat meneer nu zoveel bijvoeding krijgt en daardoor nauwelijks nog van het ‘gewone’ eten en drinken neemt. Meneer komt door de extra voeding bovendien niet aan. Wat nu? Het protocol ‘ondervoeding’ schrijft voor dat meneer verrijkte bijvoeding dient te krijgen vanwege zijn te lage gewicht en gewichtsverlies. Familie echter vindt het belangrijk dat zij de spaarzame momenten van ‘quality time’ die zij met meneer hadden kunnen blijven beleven. Wat weegt het zwaarst? Ideeën over hoe goede zorgverlening eruit ziet, zijn zowel een spiegel van ethische opvattingen als richtinggevend voor het handelen van zorgverleners. Maar wat doen we als een gehanteerd protocol een inbreuk is op de ‘quality time’? Morele problemen Bovenstaande casus roept twee morele vragen op. Moet je een dementerende meneer – uitgaande van een protocol ‘ondervoeding’ – bijvoeding blijven aanbieden terwijl hij niet extra aankomt en de gewone voeding slecht eet? En: In welke mate mag de bijvoeding ten koste gaan van spaarzame momenten van ‘quality time’? Professionalisering In de zorgsector zien we dat professionalisering de noodzaak brengt van verantwoording van het handelen en het omschrijven van de specifieke deskundigheid in protocollen. Deze ontwikkelingen gericht op het meetbare hebben onmiskenbaar positieve kanten. In de casus zien we dat meneer een verrijkt dieet aangeboden krijgt in de vorm van bijvoeding, omdat hij objectief gezien gewicht verliest. Focus op het gewicht De nadruk die is komen te liggen op het meetbare in de casus (focus op het gewicht), stelt een ieder voor ethische problemen. We zien dat door de bijvoeding de spaarzame momenten van ‘quality time’ die de familie heeft met meneer zijn weggevallen. Herwaardering van zorg Om een goede afweging te kunnen maken is het denkbaar te zoeken naar het herwaarderen van essentiële zorgelementen die aansluiten bij het levensverhaal van de patiënt. Dat is mijns inziens niet vast te leggen in goede protocollen en/of richtlijnen. De zorgethiek kan ons daarbij echter wel verder helpen. We zien dat het handelen volgens een protocol ‘ondervoeding’ verstrekkende gevolgen heeft in de onderlinge relaties die meneer heeft. Vanuit een zorgethische benadering kunnen zaken als persoonlijke aandacht, betrokkenheid, wederzijds vertrouwen en oplettendheid meer gewicht krijgen dan wanneer enkel een instrumenteel-technisch protocol gevolgd wordt. Het medisch-technisch handelen moet ondersteunend zijn in de zorg voor dementerenden en ‘het goede’ moet nagestreefd worden met als doel de ‘quality time’ zo hoog mogelijk te houden voor zowel meneer als zijn familie. Drs. Theo A.R. de Zwart, MA is medisch ethicus in Ziekenhuis Rijnstate (Arnhem). In deze rubriek worden herkenbare ethische vragen en dilemma’s uit de wereld van de gezondheidszorg geanalyseerd en van kort commentaar voorzien. De besproken casus wordt ook op de website www.zorgethiek.nu opgenomen. Via de website kunt u reageren en discussiëren over deze en andere kwesties. ethiek uit het vuistje 23 Jaarcongres Reliëf 2011 Zuinigmetzorg Toekomstscenario’s voor menslievende zorg Vrijdag 11 maart 2011 Wat kost de zorg en wat is de waarde van de zorg? Het volledige programma staat binnenkort op onze website: Zorg is een kostbare zaak, maar moet ook betaalbaar blijven. Om de kosten www.relief.nl. van de zorgsector te drukken moet efficiënter en doelmatiger gewerkt worden, maar … waar ligt de grens? Hoe blijven zorgverleners gemotiveerd en Datum: hoe trek je nieuw enthousiast personeel aan? Wat is de rol van preventieve vrijdag 11 maart 2011 van 11.00 uur tot 15.30 uur zorg en is elke technische vooruitgang een verbetering? Blijven kernwaarden van de zorg overeind te midden van de vele verande- Locatie: Congrescentrum Zonheuvel in Doorn ringen in de zorg? Hoe vorm geven aan solidariteit, menslievendheid en Kosten: € 95,= p.p. voor persoonlijk leden en deelnemers vanuit betrokkenheid? Dilemma’s, knelpunten én perspectieven voor de toekomst staan centraal lidinstellingen van Reliëf. op het jaarcongres van Reliëf. € 175,= p.p. voor niet-leden. Gerenommeerde vertegenwoordigers uit de diverse sectoren van de Studenten kunnen deelnemen tegen het gereduceerde gezondheidszorg zullen een bijdrage leveren aan dit informatieve en tarief van € 45,=. spraakmakende congres. Toegezegd hebben o.a. Lunch, koffie/thee en aperitief zijn inbegrepen. Doeke Post Hans Reinders Arie Kars Info: [email protected] (u kunt zich hier vooraanmelden) (ADVERTENTIE) TIJDLOOS Nieuw Christian Pirenne Gedichten van een monnik Christian Pirenne, trappist van de Abdij van Koningshoeven, schreef toegankelijke gedichten, die ons vervoeren van tijd naar eeuwigheid. De verstilde foto’s van de abdij en haar omgeving, gemaakt door zijn medebroeder Wigbert Verschuren, vormen een prachtige aanvulling. 80 pagina’s - prijs: € 13,50 Met kleurenfoto’s LOES MARIJNISSEN Vanuit het binnenste van de ziel Christelijke mystiek, contemplatie en zenmeditatie 144 pagina’s - rijk geïllustreerd prijs: € 24,50 Uitgeverij Abdij van Berne Bestellen bij: berneboek.com Telefoon: 0413-291394 U WILT FLEXIBEL WERKEN OF U ZOEKT PER DIRECT EEN UITSTEKENDE VAKKRACHT? Apostello zoekt u! Apostello, een extern mobiliteitsbureau, gespecialiseerd op het gebied van arbeidsbemiddeling, brengt kerk, christelijke organisatie en vakkracht flexibel samen. Apostello bemiddelt ondermeer predikanten, geestelijk verzorgers, kerkelijk werkers en godsdienstdocenten, zie www.apostello.nl M/ V Bel voor meer informatie of een afspraak: 06-23584835 of mail: [email protected] www.apostello.nl In voorkomende gevallen houdt Apostello zich aan kerkordelijke bepalingen. uitzenden & detacheren • loondienstservice & advies werving & selectie • training & coachen