Frequentieomvormer

Frequentieomvormer
Figuur 1: koppel-toerental karakteristiek inductiemotor
Om de snelheid van een inductiemotor op een efficiënte wijze te regelen kan men ingrijpen op
de voedingsfrequentie. Door deze variabel te maken, wijzigt het toerental van de machine.
Deze variabel frequentie wordt bekomen d.m.v. een invertor.
Verband tussen flux, spanning en frequentie:
U f  4.44  N eff  f  
Voor een goede werking van de inductiemotor mag de flux zijn nominale waarde niet
overschrijden, anders wordt het blikpakket van de motor in verzadiging gestuurd.
Als men de motor aanstuurt met een lagere frequentie dan de nominale, moet de aangelegde
spanning dalen om de flux zijn nominale waarde te doen houden. Volgend verband is dan
geldig:
U f1
Uf2

f1
f2
Dit resulteert in de volgende grafiek:
Figuur 2: verband tussen frequentie en spanning
Bemerk dat bij hoge frequenties de spanning op nominale waarde blijft, terwijl de frequentie
stijgt. Dit resulteert in een kleinere flux, vandaar dat dit gebied ook het gebied van de
veldverzwakking wordt genoemd.
Men zal ook nooit te dicht tot het nulpunt gaan van de grafiek, omdat dan de belasting op de
motor veel te groot wordt. (denk aan Xh1 = ωL, die bij lage frequenties zeer laag wordt).
Figuur 3: equivalent schema inductiemotor bij normale werking
Inductiemotor met frequentieregeling geeft dan de volgende koppel toerental karakteristiek:
Figuur 4: koppel-toerental karakteristiek van een fequentie gestuurde inductiemotor