Toetsvragen Geschiedenis - Toelating Pabo Tijdvak 5 – Toetsvragen 1 Rond 1500 konden Europese schepen steeds langere zeereizen maken dankzij het gebruik van nieuwe navigatiemiddelen. Welke nieuwe navigatiemiddelen werden gebruikt, en waarvoor? A Met een astrolabium kon de stand van de hemellichamen worden gemeten en met een kompas kon de vaarrichting worden bepaald. B Met een kompas kon de stand van de hemellichamen worden gemeten en met een kwadrant kon de vaarrichting worden bepaald. C Met een kompas kon de stand van de hemellichamen worden gemeten en met een astrolabium kon de vaarrichting worden bepaald. D Met een sextant kon de stand van de hemellichamen worden gemeten en met een telescoop kon de vaarrichting worden bepaald. 2 Niet alle Europese landen begonnen met lange ontdekkingstochten. Welk land ging als eerste onbekende kusten verkennen, en in welk gebied? A Hollandse scheepvaarders begonnen de kust van Oost-Azië verder te verkennen en in kaart te brengen. B Italiaanse scheepvaarders begonnen de kust van Oost-Azië verder te verkennen en in kaart te brengen. C Portugese scheepvaarders begonnen de kust van West-Afrika verder te verkennen en in kaart te brengen. D Spaanse scheepvaarders begonnen de kust van West-Afrika verder te verkennen en in kaart te brengen. 3 Een bekende ontdekkingsreiziger was Bartholomeus Diaz. Welke belangrijke ontdekking staat op zijn naam, en welk gevolg had deze ontdekking? A Hij maakte de eerste reis naar de kust van India, met als gevolg dat daar handelsposten werden opgericht. B Hij maakte de eerste reis om de wereld, met als gevolg dat Azië bereikbaar werd voor Europese handelaars. C Hij ontdekte Amerika, met als gevolg dat schepen via Amerika naar Azië konden varen. D Hij ontdekte Kaap de Goede Hoop, met als gevolg dat schepen om Afrika heen naar Azië konden varen. Toetsvragen Tijdvak 5 Toetsvragen Geschiedenis - Toelating Pabo 4 De paus deed zijn best voor een verdrag met afspraken tussen Spanje en Portugal over de ontdekkingsreizen. Het verdrag van Tordesillas De door Columbus ontdekte eilanden werden opgeëist door de koning van Portugal, op grond van een oude verdrag met Spanje. Deze claim viel bij de Spanjaarden niet in goede aarde. Oorlog dreigde op het Iberisch schiereiland. Het Spaanse vorstenpaar vroeg de paus om hulp. Nieuwe landen en volken waren uit het oogpunt van kerstening ook een pauselijk belang. Paus Alexander VI nam een besluit. Hij trok een denkbeeldige lijn, van de Noordpool tot de Zuidpool, 100 mijl ten westen van de Kaapverdische eilanden. Spanje kreeg het recht op alle ontdekte en nog te ontdekken gebieden ten westen van die lijn, Portugal op de gebieden ten oosten van de lijn. De uiteindelijke afspraken werden vastgelegd in het Verdrag van Tordesillas. Welk belang had de paus bij het afsluiten van dit verdrag? A De paus had belang bij de gezamenlijke strijd tegen niet-christelijke volken en bij het verwerven van nieuwe handelsproducten. B De paus had belang bij het verkrijgen van nieuwe handelsproducten en bij vrede in het katholieke Europa. C De paus had belang bij samenwerking tussen twee katholieke landen bij het zoeken naar monumenten en kunstschatten in Amerika. D De paus had belang bij vrede tussen twee katholieke landen en bij de bekering van nieuw ontdekte volken tot het christendom. 5 In veel Amerikaanse kolonies werden plantages gesticht. Welke producten werden hier toen en later verbouwd, en met welk doel? A Cacao, aardolie en hardhout waren plantageproducten die winst opleverden op de Europese markten. B Cacao, goud en rubber waren plantageproducten die winst opleverden op de Europese markten. C Cacao, katoen en koffie waren plantageproducten die winst opleverden op de Aziatische markten. D Cacao, rietsuiker en tabak waren plantageproducten die winst opleverden op de Europese markten. Toetsvragen Tijdvak 5 Toetsvragen Geschiedenis - Toelating Pabo 6 De verovering van Amerika had grote gevolgen voor de oorspronkelijke bewoners. Welke gevolgen had de verovering van Zuid-Amerika voor het volk van de Inca's en Azteken? A Hun steden werden verwoest en veel indianen werden als slaven naar Europa gebracht. B Hun steden werden verwoest en velen stierven door geïmporteerde ziekten. C Zij leefden in te kleine groepen om zich te kunnen verdedigen tegen de veroveraars en werden uitgeroeid. 7 In 1517 publiceerde de Duitse monnik en professor Maarten Luther 95 punten van kritiek op de Kerk. Welk doel had Luther met het publiceren van zijn stellingen? A Hij wilde hiermee een opstand beginnen tegen alle vorsten en kerkleiders die zich verrijkten ten koste van de armen. B Hij wilde hiermee oproepen tot het stichten van een nieuwe kerk die zich beter hield aan de Bijbel. C Hij wilde hiermee protesteren tegen vele verkeerde praktijken in de Kerk en aandringen op hervormingen. 8 Een bekende Franse kerkhervormer was Johannes Calvijn. Op welke punten verschilden zijn geloofsopvattingen van die van Luther? A Calvijn had meer kritiek op de Rooms-Katholieke Kerk dan Luther, maar verzette zich niet tegen de paus. B Calvijn had wel kritiek op de Rooms-Katholieke Kerk, maar bleef trouw aan de geloofsleer. C Calvijn was een stuk fanatieker op het punt van de predestinatie (lot van ieder mens is al bepaald bij de geboorte) en van verzet tegen andersgelovigen. D Calvijn was veel gematigder op het punt van predestinatie (lot van ieder mens is al bepaald bij de geboorte) en van verzet tegen andersgelovigen. 9 Al voor 1500 was in Europa de boekdrukkunst uitgevonden. Welke rol speelde deze uitvinding in de gebeurtenissen rond de Hervorming? A De boekdrukkunst zorgde ervoor dat in korte tijd veel mensen in veel landen kennis maakten met de ideeën van de Hervorming. B De boekdrukkunst zorgde ervoor dat Luther en Calvijn gingen samenwerken aan een nieuwe uitgave van de Bijbel. C De boekdrukkunst zorgde ervoor dat steeds meer mensen leerden lezen en schrijven, doordat er nu schoolboeken kwamen. D De boekdrukkunst zorgde ervoor dat vorsten met succes snel konden optreden tegen de ideeën van de Hervorming. Toetsvragen Tijdvak 5 Toetsvragen Geschiedenis - Toelating Pabo 10 Europa raakte politiek verdeeld als gevolg van de Reformatie. Welke landen bleven volgens deze kaart RoomsKatholiek, en in welke landen werd de Reformatie de heersende godsdienst? Katholiek: …………. Protestant: ……………. 11 Rooms-Katholieken en Protestanten beleefden hun geloof op verschillende wijze. Welke belangrijk verschil bestaat er tussen beide geloofsopvattingen? A Rooms-Katholieken: Maria- en heiligenverering. Protestanten: alleen heiligenverering. B Rooms-Katholieken: paus hoogste leider. Protestanten: geen hoogste leider. C Rooms-Katholieken: soberheid. Protestanten: veel versiering. 12 Willem van Oranje was een belangrijke edelman in het bestuur van Keizer Karel V en diens opvolger. Hoe stond Willem van Oranje tegenover de bestrijding van de ketterij in de Nederlanden? A Hij was tegenstander van te streng optreden tegen ketterij en werd uiteindelijk leider van de Opstand. B Hij was voorstander van streng optreden tegen ketterij en werd uiteindelijk leider van de Opstand. C Hij was zelf een fanatieke aanhanger van de Hervorming en pleegde een moordaanslag op de keizer. 13 Door enkele gebeurtenissen in 1566 liepen de spanningen in de Nederlanden uit op een echte opstand. Welke gebeurtenissen zorgden toen voor een uitbarsting? A Tijdens de Beeldenstorm werd Willem van Oranje vermoord en Alva bezette enkele steden. B Tijdens de Beeldenstorm werden kerken ingenomen door ketters en daarna gingen Rooms-Katholieken in de tegenaanval. C Tijdens hagepreken riepen predikers op tot verzet en daarna barstte de Beeldenstorm los. D Tijdens hagepreken werden kerken vernield en Willem van Oranje werd vermoord. Toetsvragen Tijdvak 5 Toetsvragen Geschiedenis - Toelating Pabo 14 De Opstand verliep in fasen en eindigde met erkenning van de Republiek als zelfstandige staat. In welke volgorde vonden de volgende gebeurtenissen plaats? 1: Den Briel veroverd 2: Moord op Willem van Oranje 3: Republiek uitgeroepen 4: Maurits' veroveringen 5: Vrede van Münster A1–2–3–4–5 B1–3–2–4–5 C4–1–2–3–5 D4–2–3–1–5 15 Dat rond 1500 een nieuwe tijd begon, heeft ook te maken met de beweging van de Renaissance. Welke veranderingen bracht de Renaissance? A De bevolking groeide en er kwamen steeds meer rijke kooplieden die macht wilden hebben in het bestuur. B De bevolking kwam in verzet tegen de rijkdom van de kooplieden en tegen de overdadige versiering van kerken. C De kunst ging zich meer richten op het aardse leven en het voorbeeld van Grieken en Romeinen. D De kunst ging zich meer richten op het geloof en het voorbeeld van de Grieken en Romeinen. 16 Een bekende humanist was de Nederlander Erasmus. Door welke prestaties is hij bekend geworden? A Hij was een geleerde van Nederlandse afkomst die openlijk de spot durfde te drijven met allerlei misstanden in kerk en maatschappij. B Hij was een geleerde van Nederlandse afkomst die zich aansloot bij de renaissance en de Hervorming. C Hij was een kunstenaar van de renaissance die bekend werd om zijn spottende schilderijen van pausen en vorsten. D Hij was een kunstenaar van de renaissance die veel opdrachten voor de Kerk uitvoerde. Toetsvragen Tijdvak 5 Toetsvragen Geschiedenis - Toelating Pabo 17 De Renaissance werd zichtbaar in de werken van architecten, schilders en beeldhouwers. Is de afbeelding hieronder een goed voorbeeld van de kunst tijdens de Renaissance? A Ja, want op het schilderij zijn mensen levensecht afgebeeld en er zijn klassieke elementen gebruikt. B Ja, want op het schilderij zijn mensen sober en gelovig afgebeeld zonder pracht en praal . C Nee, want het schilderij heeft een godsdienstig onderwerp en de mensen zijn niet levensecht afgebeeld. D Nee, want het schilderij heeft een ouderwets onderwerp en er zijn klassieke elementen gebruikt. Toetsvragen Tijdvak 5 Toetsvragen Geschiedenis - Toelating Pabo Tijdvak 5 – Antwoorden 1A 2C 3D 4D 5D 6C 7C 8C 9A 10 Katholiek: Paars Protestant: Oranje 11 B 12 A 13 C 14 A 15 C 16 A 17 A Toetsvragen Tijdvak 5