ENGINEERINGNET.BE PUMP TECHNOLOGY Top 12 van problemen bij pompen De vloeistof bepaalt altijd het materiaal van de pomp door Marc Lahey, Pumps & Process Magazine Uit studies en uit veel gesprekken met pompgebruikers - en dit zowel met studiediensten, proces- en onderhoudsmensen - blijkt dat pompen vaak hun voorziene levensduur niet halen. Erger nog: vaak komen ze zelfs niet in de buurt. Het resultaat: in bepaalde sectoren wordt gemiddeld 15% van het totale onderhoudsbudget aan het louter operationeel houden van de pompen besteed. Er is dus - zacht uitgedrukt - ruimte voor verbetering. A ls “opwarmer” voor zijn beurs ‘Fluïd Handling’ bracht Technotrans onlangs de top 12 van technische problemen onder de aandacht. De geciteerde bedrijfsgegevens waren afkomstig van technische verantwoordelijken uit de chemische en petrochemische industrie (zie tabel 1). Daarmee snijdt deze inrichter van opleidingen een acuut probleem aan. Want het zal elke pompgebruiker duidelijk zijn dat een lekkende en/ of ondichte pomp nog steeds de Achillespees van de machine is, wat trouwens door een rondvraag ter plaatse nogmaals bevestigd werd. Wat voor velen misschien wél een verrassing moge wezen, is het feit dat corrosie op 2 staat en wel met 36% (tov van 41% voor dichtingen). Ook erosie met 21% is een veel voorkomend probleem. Tenslotte is de interactie tussen corrosie en erosie (en cavitatie-lokaal) een niet te onderschatten fenomeen. Dit wil zeggen dat een materiaal dat mogelijk bestendig is ten opzichte van elk van beide fenomenen afzonderlijk, dat niet meer blijkt te zijn bij het gezamenlijk (gelijktijdig) optreden van beide fenomenen. Dit maakt het voor de pompgebruiker uitzonderlijk moeilijk. In de literatuur zijn wel bestendigheidslijsten vinden tegen chemische aantasting - en dan nog meestal tegen enkelvoudige chemische producten zoals H2SO4 HCl, … al dan niet in functie van concentratie (0-100%) en temperatuur - maar zelden tegen cocktails van chemische producten, laat staan tegen erosieve/agressieve producten en haast nooit tegen de gelijktijdige combinatie van alle hierboven aangehaalde ingrediënten. Indien men de top 12 van de meest voorkomende problemen overloopt, en dit in volgorde van belangrijkheid, hebben ook verstopping, viscositeit, cavitatie en kristallisatie in meer of mindere mate met de eigenschappen van de vloeistof te maken. Steeds weerkerende oorzaken van foutieve materiaalkeuzes Ongeveer 50% van alle materiaalschades vinden hun oorsprong in een onvolledige, gebrekkige of foute informatie over het proces en/of het product. Een aantal oorzaken van foutieve materiaalkeuzen blijkt bijzonder hardnekkig Top 12 van problemen Lekkage en emissie 41% Corrosie 36% Verstopping 28% Viscositeit 26% veiligheid en milieu 26% Cavitatie 23% Kristallisatie 23% Erosie 21% Bacteriologische vervuiling 21% Explosiviteit 20% Flowmeting 20% Giftigheid 18% Het verpompte product versus het materiaal De samenstelling van een product is door de pompenleverancier niet te beïnvloeden. Voor een optimale materiaalkeuze dient u op te geven: Tussenproduct (vaste fase) Vloeistof (vloeibare fase) 1. Soort vaste stof 2. Concentratie 3. Hardheid van het partikel 4. Partikelgrootte 5. Soortelijk gewicht partikels 6. Vorm van de partikels 1. Soort Vloeistof 2. Concentratie 3. Redox potentiaal 4. pH-waarde 5. Viscositeit 6. Soortelijk gewicht vloeistof Welke gegevens moet u verstrekken voor een aanvraag of offerte-aanvraag? terugkomen. We geven u een hieronder een kort (maar herkenbaar?) lijstje. De eindgebruiker onderschat de corrosieve werking van sporen van vloeibare, vaste of gasverbindingen die in de vloeistof vervat zijn. Daarom vermeldt hij deze niet in de aanvraag of de bestelling aan zijn leverancier. Het sterk verkoopgerichte gesprek met de procesingenieur beperkte zich tot het vastleggen van een pomp op basis van hydraulische gegevens. Het materiaal zal ‘later’ wel als een ‘bijkomstig detail’ bepaald worden... De gebruiker vermeldt de gevoelig lagere ‘gemiddelde’ temperatuur in plaats van de mogelijke ‘piek’-temperatuur. Anderzijds zullen de ‘overvoorzichtigen’ op hun beurt temperatuur en concentraties overdrijven, waarbij onvermijdelijk duurdere en minder geschikte materialen in beeld komen, terwijl voor de reële toestand een perfect geschikt en goedkoper materiaal bestaat. PUMPS & PROCESS MAGAZINE n° 69 - maart 2011 15 ENGINEERINGNET.BE PUMP TECHNOLOGY Materiaalafname trend Duurtijdtest Men stelt vast dat materiaal 2 (groen) geen oxydehuid vormt waardoor een continu materiaalverlies ontstaat (continu trend). Tevens stelt men vast dat materiaal 1 (blauw) na ongeveer 18 dagen gepassiveerd is waardoor de corrosie tot stilstand is gekomen. Bij het ‘doorgeven’ en/of ‘foutief vertalen’ kunnen gegevens over samenstelling van het product foutief geïnterpreteerd worden. Soorten vloeistoffen Zoals in de titel van dit artikel aangegeven, is het steeds de vloeistof die de constructiewijzen en het materiaal van de pomp bepaalt. In de praktijk kunnen de verpompte ‘producten’ zich in drie aggregatietoestanden voordoen. • Eénfase stroom De vloeistof kan zich in een homogeen vloeibare toestand bevinden. We laten hier trouwens buiten beschouwing of de vloeistof onder invloed van (ondermeer) temperatuur of stromingssnelheid van viscositeit kan wijzigen. In dit geval spreken we van een éénfase stroom. Voorbeeld van een hardnekkige oorzaak van een verkeerde materiaalkeuze: de klant had hier aangegeven dat de te verpompen vloeistof 1%, 2%, maximaal 3% vaste stof zou bevatten!!! 16 PUMPS & PROCESS MAGAZINE n° 69 - maart 2011 • Tweefase stroom Dikwijls zal men geen homogene vloeistof dienen te verpompen, maar een met vaste stof beladen vloeistof. Het spreekt vanzelf dat de vaste stof een ander gedrag zal vertonen ten opzicht van de pomp en het materiaal als de draagvloeistof (ander soortelijk gewicht, stomingspatroon, hardheid van de deeltjes, enz) Een andere mogelijkheid bestaat in de aanwezigheid van gas in de vloeistof. Deze aanwezigheid kan permanent zijn of enkel plaatselijk (bijv. door cavitatie). Ook hier is het duidelijk dat de fysische eigenschappen en stromingsgedrag van de verschillende componenten wezenlijk verschillend van elkaar zijn. Het is dus evident dat hiermee niet enkel voor de pompen maar voor de hele leidingsconfiguratie rekening moet gehouden worden. • Driefase stroom Uit het vorige blijkt uiteraard de derde mogelijkheid, nl. dat de te verpompen ‘vloeistof’ (al dan niet lokaal) producten in de drie aggregatietoestanden kan behelzen, zijnde in vloeibare, vaste of gasfase. Corrosie: oxydehuid beschermt de pomp De vakliteratuur stelt dat corrosie kan gedefinieerd worden ‘als een ongewenste aantasting van het materiaal door een elektrochemisch gebeuren, hetwelke ontstaat tussen de verschillende materialen van de pomp en de verpompte vloeistof’. Uiteraard moet door de (juiste) keuze van materialen en constructie van de pomp deze aantasting vermeden of in de mate van het mogelijke (en het economisch haalbare) beperkt worden. Zo kan de corrosiebestendigheid van staal bijvoorbeeld verkregen worden door een zeker percentage chroom of silicium toe te voegen. Deze vormen aan het materiaaloppervlak een bestendige oxydehuid. Deze huid wordt bij eventuele beschadiging continu hersteld. Men spreekt dan van een passivering van het staal. In de meeste gevallen zal deze oxydehuid het metaal beschermen tegen verdere aantasting. Anderzijds kan het voorbijstromend product (afhankelijk van zijn doorstroomsnelheid, al dan niet met abrasieve vaste deeltjes) de oxydehuid voortdurend (wel of niet plaatselijk) wegnemen. Men spreekt in dit geval van erosie-corrosie. Niet elk (roestvrij) materiaal zal in elk vloeistofmilieu en rekening houdend met de stromingstoestanden, in staat zijn deze ENGINEERINGNET.BE PUMP TECHNOLOGY Bron: Friatec-Rheinhütte Publicatie oxydehuid te vormen. Bij twijfel kunnen in het labo voorafgaande testen uitgevoerd worden. Er zal dan een configuratie opgesteld worden, waarbij de verschillende stalen in het vloeistofmilieu worden aangebracht en bij de heersende stromingstoestanden onderzocht worden. Deze testen duren gemiddeld tussen 8 en 32 dagen. Lokale corrosie In het geval van pompen is vooral de ‘lokale corrosie’ zeer nefast: deze zeer plaatselijke verschijnselen zijn steeds onvoorspelbaar, onverwacht en vaak zeer snel voortschrijdend. Ze zullen uw pomp onherroepelijk beschadigen! Onder lokale corrosie (al naargelang de interpretatie) rangschikken wij de veel voorkomende begrippen als pitting, putcorrosie, interkristallijne corrosie, trekspanningcorrosie, spleetcorrosie, galvanische corrosie en ten slotte als mechanische aantasting door cavitatie en abrasie met corrosie als gevolg. Een goed voorbeeld is ‘spleetcorrosie’. Deze vorm van aantasting kan in bepaalde gevallen terug te voeren zijn tot constructieen/of montagefouten. Een goed voorbeeld zijn met de vloeistof in contact zijnde spleten (onafgedicht) gevormd door materialen met passivatielaag. Heeft de spleet een kritische breedte (in functie van het product) dan kan onmogelijk zuurstof, nodig voor het vormen van de passivatielaag, aangevoerd worden. De oppervlakte wordt actief en er treedt een zeer sterke corrosie op. Andere bijkomende oorzaken van spleetcorrosie zijn slechte lasverbindingen en verkeerde montage van de dichtingen. Elke lasnaad die slecht uitgevoerd is en die in aanraking komt met een agressief product, impliceert een risico op aantasting. Een te hoog koolstofgehalte of ontbrekende stabilisatie-elementen wijzigen het kristalrooster, zodat bij Cr-Ni staal een selectieve aantasting gebeurt van de kristalranden. Door de vele, totaal verschillende staalsoorten - die weinig uiterlijke verschillen vertonen - is het inbouwen van onderdelen uit een verkeerd materiaal in de praktijk geen uitzondering. Het minder edel onderdeel kan dan in sterk geleidende vloeistoffen snel gecorrodeerd raken. Andere vormen van lokale corrosie ontstaan door inhomogene situaties waardoor potentiaal verschillen ontstaan waarbij het onedel metaal zal oplossen. << Evaluatietabel voor de keuze van een gepast constructiemateriaal. In nr 1 is duidelijk het materiaal 1.4136S de beste keuze tov 1.4408 (AISI 316L) vermits voor 25% meerprijs men een 10-voudige standtijd bekomt. In Nr 5 anderzijds is het materiaal R.30.20 de betere keuze gezien men 50% meer betaalt tov 1.4408 voor een 9-voudige standtijd. Anderzijds is theoretisch “zuiver” Nikkel de beste keuze maar met een negatieve prijs/standtijd-verhouding, wat het materiaal economisch uitsluit. << 250 200 vK [g/(m²Tg)] °C 150 100 50 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100% Toepassingsbereik van pompmaterialen (vK g/(m²Tg) : 1.4500 Agens: zuiver H2SO4 : R30 20 : Hast. B Pompmaterialen voor zuiver H2SO4. In een volgend artikel van deze reeks... zullen erosie (abrasie) en andere destructieve invloeden behandeld worden. Als slot bekijken we nadien hoe de juiste materialen en pompen (constructie - loopwieltechniek - dichtingen) te selecteren/kiezen om een optimaal functioneren van de pomp te verkrijgen en een maximale levensduur te waarborgen. << PUMPS & PROCESS MAGAZINE n° 69 - maart 2011 17