1 De vrouw als oudste/voorganger/spreker

advertisement
De vrouw als oudste/voorganger/spreker/Bijbelleraar(?)
Kring Rotterdam Noord; 16 en 30 september 2014
‘The NT church is not about whether women should be “over” men or men “over” women. It is about
eliminating the “over” entirely.’ (David Fitch)
1. Inleiding
Binnen de kerk wordt nogal verschillend gedacht over de positie van de vrouw. In katholieke kringen
mag de vrouw meehelpen met het regelen van allerhande praktische zaken, maar ze mag zich niet
met geestelijke zaken bemoeien. Preken, de biecht afnemen en zelfs het avondmaal bedienen is
mannenwerk. In vrijzinnige en PKN-kringen is dat heel anders. De vrouw is daar gelijkwaardig aan de
man. Alles wat de man mag, mag de vrouw ook. In de Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt is op dit
moment een discussie gaande over de vraag of ook vrouwen dominee moeten kunnen worden.
a) En hoe zit dat in onze kringen? Zou een vrouw op zondagochtend mogen spreken in De Schutse?
En zou Nico kunnen worden opgevolgd door een vrouw?
b) Hoe denken jullie over de kwestie? Kan een vrouw oudste, voorganger, spreker of Bijbelleraar zijn?
Het lijkt me goed eens met elkaar over de kwestie te spreken. Wat ik in elk geval niet wil, is de
kwestie terugbrengen tot één Bijbelvers. Voorstanders denken de discussie wat mij betreft te
gemakkelijk te kunnen beslechten met Galaten 3:28 – ‘Er zijn geen Joden of Grieken meer, slaven of
vrijen, mannen of vrouwen – u bent allen één in Christus Jezus’ – en tegenstanders met 1 Timotheüs
2:12 – ‘(…) ik sta niet toe, dat een vrouw onderricht geeft of gezag over de man heeft; zij moet zich
rustig houden’ (NBG) –, maar er is zoveel meer over te zeggen. Begin dit jaar verscheen een interview
met Almatine Leene in de Visie, waarin zij het volgende zegt:
‘Ik ben ervan overtuigd dat het beter zou zijn als mannen en vrouwen samen in de ambten zouden
dienen en zo het beeld van God weerspiegelen, omdat Hij ons heeft bedoeld om op alle gebieden
samen te werken. Maar het is een complex debat, met zoveel kanten – dat wordt niet genoeg beseft.
Er wordt te veel op emoties afgegaan en primair gereageerd. Er spelen allerlei aspecten mee rond dit
vraagstuk: geschiedenis, cultuur, psychologie, biologie, bijbelinterpretatie, de vraag Wie God is,
enzovoort. Al die perspectieven zijn belangrijk; er is altijd nóg een kant. Of het nu voor- of
tegenstanders zijn, mensen baseren hun standpunt vaak op te beperkte argumenten. Het is veel
complexer dan we doorgaans denken.’ (Visie 2014-4, p. 13)
Hoewel ik niet zo thuis ben in de materie als Leene – die promoveerde op de positie van (mannen en)
vrouwen in de kerk – wil ik vanavond graag de argumenten bespreken die het meest worden
gebruikt. Hieronder komen de argumenten die door de tegenstanders – of, wat minder negatief
geformuleerd, de christenen met een traditionele opvatting – worden gebruikt één voor één aan de
orde en bekijk ik of ze hout snijden. Wat, om maar vast kleur te bekennen, volgens mij niet het geval
is. Precies, ik sta aan de kant van de voorstanders. Wat mij betreft mag de vrouw in de kerk alles wat
de man ook mag.
2. De Scheppingsorde!
c) Het belangrijkste, meest fundamentele argument dat de meer traditionele christenen hebben,
houdt verband met de Scheppingsorde. Wie zou dit argument kunnen verwoorden?
Met dit argument wordt vaak verwezen naar deze woorden van Paulus:
1
‘De vrouw is (…) de luister van de man. (De man is immers niet uit de vrouw voortgekomen, maar de
vrouw uit de man; en de man is niet omwille van de vrouw geschapen, maar de vrouw omwille van
de man.)’ (1 Kor. 11:7b-9)
Paulus verwijst hier naar het Scheppingsverhaal:
‘God, de HEER, dacht: Het is niet goed dat de mens alleen is, ik zal een helper voor hem maken die bij
hem past. Toen vormde hij uit aarde alle in het wild levende dieren en alle vogels, en hij bracht die bij
de mens om te zien welke namen de mens ze zou geven: zoals hij elk levend wezen zou noemen, zo
zou het heten. De mens gaf namen aan al het vee, aan alle vogels en alle wilde dieren, maar hij vond
geen helper die bij hem paste. Toen liet God, de HEER, de mens in een diepe slaap vallen, en terwijl
de mens sliep nam hij een van zijn ribben weg; hij vulde die plaats weer met vlees. Uit de rib die hij
bij de mens had weggenomen, bouwde God, de HEER, een vrouw en hij bracht haar bij de mens.
Toen riep de mens uit: ‘Eindelijk een gelijk aan mij, mijn eigen gebeente, mijn eigen vlees, een die zal
heten: vrouw, een uit een man gebouwd.’ (Gen. 2:18-23)
d) De vrouw is dus geschapen ‘omwille’ van de man. Wat wil dat ons zeggen?
Het spijt me heel erg, maar ik zou het echt niet weten. Paulus verwijst naar de Scheppingsorde in een
betoog over hoofdbedekking – wat een boeiend onderwerp is voor een andere studie – en hij zegt
dat de vrouw de ‘luister’ van de man is. Fantastisch. Paulus vervolgt:
‘(…) in hun verbondenheid met de Heer is de vrouw niets zonder de man, en ook de man niets
zonder de vrouw. Want zoals de vrouw uit de man is voortgekomen, zo bestaat de man door de
vrouw – en alles is ontstaan uit God.’ (1 Kor. 11:11-12)
Volgens mij zegt Paulus hier niets meer (maar ook niets minder) dan dat de man de vrouw nodig
heeft – voordat de vrouw geschapen was, was de man eenzaam – en de vrouw de man nodig heeft.
Oftewel: de vrouw vult de man aan en andersom. Ik zie hier werkelijk geen argument in om de vrouw
in de kerk een andere rol toe te bedelen dan de man.
e) Nu we toch bezig zijn over de man-vrouwverhouding in het licht van de Scheppingsorde: heeft de
vrouw in de huwelijksrelatie wel een andere rol dan de man?
Er líjkt wel een zeker verschil te zijn. De man is het hoofd van de vrouw, zoals Christus het hoofd is
van de man, schrijft Paulus in twee brieven (1 Kor. 11:2 e.v.; Ef. 5:21 e.v.). Het lijkt mij evenwel niet
dat de vrouw een soort huisslaaf is van de man, zoals in traditionele kringen wel wordt geleerd. Deze
lering heeft haar wortels in Genesis 2:20:
‘Ik zal een hulp voor hem maken als iemand tegenover hem.’ (HSV)
Ah, de vrouw is geschapen als een húlp! Ja, maar niet als een achterlijk knechtje – waar blijven mijn
pantoffels? – maar als een aanvulling. Als gezegd: de man heeft de vrouw nodig. God wordt ook op
meerdere plaatsen in de Schrift ‘hulp’ genoemd (bijv. Ex. 18:4; Deut. 33:7, 26). Ik denk niet dat er
iemand is die wil beweren dat God ons achterlijke knechtje is. De vrouw moet het gezag van de man
erkennen, zoals vaak wordt benadrukt, maar elke tekst waarin deze boodschap wordt gebracht
(Ef. 5:22, 24, 33; Kol. 3:18; 1 Petr. 3:1), wordt voorafgegaan door de boodschap dat de man het gezag
van de vrouw moet erkennen (Ef. 5:21) – zoals Tylor Standley tweette: ‘Any time someone quotes
Eph 5:22 and skips verse 21... RUN AWAY.’ – of gevolgd door de boodschap dat de man liefdevol
moet omgaan met de vrouw (Kol. 3:19; 1 Petr. 3:7). Maar we dwalen af – de verhouding tussen man
en vrouw in het huwelijk is misschien een interessant onderwerp voor een andere studie. Als het
2
gaat over leiding geven, lijkt God geen hiërarchie, maar juist gelijkwaardigheid, namelijk: gedeeld
leiderschap van man en vrouw, in de Schepping te hebben gelegd:
‘En God zei: ‘Nu gaan Wij de mens maken, als beeld van Ons, op Ons gelijkend; hij (de mens, WD) zal
heersen over de vissen van de zee, over de vogels van de lucht, over de tamme dieren, over alle
wilde beesten en over al het gedierte dat over de grond kruipt.’ En God schiep de mens als zijn beeld;
als het beeld van God schiep Hij hem; mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen. God zegende hen, en
God sprak tot hen: ‘Wees vruchtbaar en word talrijk; bevolk de aarde en onderwerp haar; heers over
de vissen van de zee, over de vogels van de lucht, en over al het gedierte dat over de grond kruipt.’
(Gen. 1:26-28; WV)
Zowel de man als de vrouw is geschapen naar Gods beeld. Zij laten dus sámen God zien. De man lijkt
niet méér op God dan de vrouw. (En het is, omgekeerd, natuurlijk ook niet zo dat de vrouw beter is
gelukt dan de man, zoals vrouwen met de oneliner ‘God may have created man before woman, but
there is always a rough draft before the masterpiece’ willen zeggen, met een knipoog natuurlijk.)
Omdat de man en de vrouw samen Gods eigenschappen, Gods kenmerken bezitten,
vertegenwoordigen ze samen Zijn gezag op aarde en oefenen ze dat gezag gezamenlijk uit.
3. De zondeval is de schuld van… de vrouw!
Door naar het volgende argument. Het is vervelend, maar waar: de vrouw heeft volgens het
Bijbelboek Genesis ‘de zondeval’ veroorzaakt.
‘De vrouw keek naar de boom. Zijn vruchten zagen er heerlijk uit, ze waren een lust voor het oog, en
ze vond het aanlokkelijk dat de boom haar wijsheid zou schenken. Ze plukte een paar vruchten en at
ervan. Ze gaf ook wat aan haar man, die bij haar was, en ook hij at ervan.’ (Gen. 3:6)
Persoonlijk vind ik dit altijd een wat flauw argument, zoals ik het ook flauw vind om de Duitsers de
Tweede Wereldoorlog kwalijk te nemen. De vrouwen (en Duitsers) die nu leven hebben niks te
maken met wat er in een grijs (of: bruin) verleden is gebeurd. Toch gebruikt ook Paulus dit argument,
zo lijkt het althans. Hij schrijft: ‘(…) Adam werd als eerste geschapen, pas daarna Eva. En niet Adam
werd misleid, maar de vrouw; zij overtrad Gods gebod.’ (1 Tim. 2:13-14) Dit ‘argument’ zou ook een
heel andere strekking kunnen hebben dan sommige broeders willen doen laten geloven. We kijken
zo samen naar de context, bij de bespreking van het punt ‘de vrouw mag geen Bijbelonderwijs
geven’.
Wat van ‘de zondeval’ verder ook zij: ik geloof niet dat de vrouw verkeerd geprogrammeerd is, zodat
zij ‘gevoeliger voor zonde’ zou zijn, of iets dergelijks. We hebben net gezien dat de vrouw, net als de
man, is geschapen naar Gods beeld. Of zou Gods vrouwelijke kant misschien Zijn zwakke kant zijn?
Hou op. Verder: God zou Eva als straf onder de heerschappij van de man hebben gebracht.
f) Waar staat dat in de Bijbel?
Nergens. In Genesis 3:16 staat wel dat God tegen Eva heeft gezegd dat Adam over haar zou heersen,
maar er staat nergens dat dit een straf is. Persoonlijk denk ik dat het incident in de Hof van Eden de
verhouding tussen Adam en Eva goed verziekt heeft. Dat is evenwel geen straf van God, maar een
consequentie van ‘de zondeval’ (vgl. Rom. 6:16, 23). Mocht je dat anders zien, wat natuurlijk prima
is, dan heb ik nog een ander probleem: Jezus heeft de heerschappij van de zondemacht beëindigd.
Wat mis is gegaan in de Hof van Eden, heeft Jezus rechtgezet. Ik geloof dat Jezus ook de verhouding
tussen man en vrouw weer gelijk heeft getrokken. Eerst lezen we met elkaar over het
verlossingswerk van Jezus:
3
‘Door één mens is de zonde in de wereld gekomen en door de zonde de dood, en zo is de dood voor
ieder mens gekomen, want ieder mens heeft gezondigd. (…) Door de overtreding van één mens
moesten alle mensen sterven, maar de genade die God aan alle mensen schenkt door die ene mens,
Jezus Christus, is veel overvloediger. Dit geschenk gaat het gevolg van de zonde van één mens verre
te boven, want die ene overtreding heeft tot veroordeling geleid, maar de genade die na talloze
overtredingen geschonken werd, heeft tot vrijspraak geleid. Als de dood heeft geheerst door de
overtreding van één mens, is het des te zekerder dat allen die de genade en de vrijspraak in zo’n
overvloed hebben ontvangen, zullen heersen in het eeuwige leven, dankzij die ene mens, Jezus
Christus. Kortom, zoals de overtreding van één enkel mens ertoe heeft geleid dat allen werden
veroordeeld, zo zal de rechtvaardigheid van één enkel mens ertoe leiden dat allen worden
vrijgesproken en daardoor zullen leven. Zoals door de ongehoorzaamheid van één mens alle mensen
zondaars werden, zo zullen door de gehoorzaamheid van één mens alle mensen rechtvaardigen
worden.’ (Rom. 5:12, 15b-19)
Er is vrijspraak en herstel voor alle mensen, mannen en vrouwen.
‘Zoals allen sterven in Adam, zullen ook allen in Christus herleven.’ (1 Kor. 15:33; WV)
‘Door zijn grote liefde voor ons heeft God, die rijk is aan barmhartigheid, ons die dood waren door
onze overtredingen, met Christus ten leven gewekt. Aan zijn genade dankt u uw redding. Hij heeft
ons samen met Hem laten opstaan en laten zetelen in de hemelse regionen, in Christus Jezus, om in
de toekomstige eeuwen de overgrote rijkdom van zijn genade te tonen, door zijn goedheid jegens
ons in Christus Jezus. Inderdaad, aan die genade dankt u uw redding door het geloof; en dat dankt u
niet aan uzelf. Gods gave is het; u dankt het niet aan uw prestaties, opdat niemand trots zou zijn.’ (Ef.
2:4-9; WV)
Wij waren allemaal, mannen én vrouwen, hulpeloos zonder God, maar we zijn allemaal, mannen én
vrouwen, hersteld.
4. De vrouw moet zwijgen!
g) Alles goed en wel, maar er staat toch heel duidelijk in de Schrift dat de vrouw moet zwijgen in de
kerk?
‘Vrouwen moeten gedurende uw samenkomsten zwijgen. Ze mogen niet spreken, maar moeten
ondergeschikt blijven, zoals ook in de wet staat. Als ze iets willen leren, moeten ze het thuis aan hun
man vragen, want het is een schande voor een vrouw als ze tijdens een samenkomst spreekt.
Heeft het woord van God zich soms verspreid vanuit uw gemeente? Of heeft het enkel u bereikt?
Wie van u denkt te kunnen profeteren of in het bezit van de Geest te zijn, dient te erkennen dat wat
ik u schrijf een bevel van de Heer is.’ (1 Kor. 14:34-37)
h) Roep maar: wat zegt Paulus hier?
Het traditionele kamp legt deze tekst zo uit, dat een vrouw in de kerk haar mond moet houden.
Grappig genoeg heeft Paulus eerder in dezelfde brief aanwijzingen gegeven over de wijze waarop
mannen én vrouwen in de samenkomst moeten profeteren: mannen met onbedekt hoofd, vrouwen
met bedekt hoofd (1 Kor. 11:4-5). Mannen én vrouwen profeteren, zoals voorzegd door Joël (Hand.
2:17-18). Moeten vrouwen misschien zwijgend profeteren? (Dat is een retorische vraag.)
Het ligt voor de hand dat het zwijggebod niet absoluut is. Die stellingname is ook in
overeenstemming met wat Paulus in 1 Korintiërs 14:26 schrijft:
4
‘Broeders en zusters, wat betekent dit voor uw samenkomsten? Wanneer u samenkomt draagt
iedereen wel iets bij: een lied, een onderwijzing, een openbaring, een uiting in klanktaal of de uitleg
daarvan. Laat alles tot opbouw van de gemeente zijn.’ (Vgl. bijv. 1 Kor. 14:3)
Iedereen draagt iets bij aan de samenkomst, Joden en Grieken, slaven en vrijen, mannen en vrouwen
(vgl. Gal. 3:28; Kol. 3:11). Etniciteit, maatschappelijke status, geslacht: het kan zijn dat er búiten de
kerk waarde aan wordt gehecht, bínnen de kerk niet.
i) Zou er ook een andere uitleg aan 1 Korintiërs 14:34 gegeven kunnen worden?
In het oude Griekenland werd aan vrouwen geen onderwijs gegeven (dit was overigens ook bij de
Joden het geval). Zou het kunnen zijn dat de vrouwen zodoende een achterstand hadden en, omdat
zij in de gemeente als gelijkwaardig werden behandeld, de kans te baat namen om steeds als zij iets
interessants hoorden vragen stelden? Kan het zijn dat Paulus in een poging de orde in de gemeente
te herstellen – zie 1 Kortintiërs 14:40 – aan de vrouwen meegeeft dat ze, als ze iets willen leren, het
thuis maar aan hun man moeten vragen (1 Kor. 14:35)? Deze uitleg lijkt mij logischer dan de uitleg
die de traditionele christenen aan 1 Korintiërs 14:34 geven.
5. De vrouw mag geen Bijbelonderwijs geven!
Goed, een vrouw hoeft niet te zwijgen in de samenkomst. Maar de Bijbel zegt wel heel duidelijk dat
de vrouw geen onderwijs moet geven! Lees maar:
‘Een vrouw dient zich gehoorzaam en bescheiden te laten onderwijzen; ik sta haar dus niet toe dat ze
zelf onderwijst of gezag over mannen heeft; ze moet bescheiden zijn. Want Adam werd als eerste
geschapen, pas daarna Eva. En niet Adam werd misleid, maar de vrouw; zij overtrad Gods gebod. Ze
zal worden gered doordat ze kinderen baart, als ze tenminste volhardt in het geloof, de liefde en een
heilige, ingetogen levenswijze.’ (1 Tim. 2:11-15)
Het is grappig dat onderwijs geven in 1 Kortintiërs 14:26 in hetzelfde rijtje wordt genoemd als het
aandragen van een lied – geen probleem – het delen van een openbaring – geen probleem – en een
uiting in klanktaal of de uitleg daarvan – ook geen probleem.
j) Waarom zou onderwijzen dan wél een probleem zijn?
Paulus zegt hier dat niet Adam, maar Eva werd misleid. En dat ze zal worden gered doordat ze
kinderen ter wereld brengt.
k) Wat een gek verhaal. Kan een vrouw alleen worden gered als ze kinderen baart?
Dat zou wat zijn. David Hamilton geeft een interessante draai aan de woorden van Paulus. Volgens
hem zou het hier gaan over een specifieke vrouw, die, net als Eva, was misleid en in de gemeente
onrust veroorzaakte met haar dwaalleer (zie David Hamilton, Waarom geen vrouwen? Een bijbelse
studie over vrouwen in de zending, kerkelijk werk en leidende posities, Amersfoort: Inside Out 2011,
hfdst. 16).
l) Is er iemand die zich in deze uitleg kan vinden?
Ik niet. Ook ik ga nogal eens kort door de bocht, maar de inlegkunde van Hamilton gaat mij te ver.
Misschien heeft hij wel gelijk hoor, maar mijn punt is: we weten het niet. Uit de tekst valt het niet af
te leiden. Wat mij betreft zouden Bijbelleraars vaker eerlijk mogen toegeven dat ze iets niet weten. Ik
ben er heilig van overtuigd dat een vrouw onderwijs mag geven in de gemeente, maar met 1
5
Timotheüs 2:12 kan ik niks. Ik denk evenwel dat dit ook geldt voor de meer traditionele christenen.
Paulus volgt een bepaalde redenering die – geloof ik – door niemand gevolgd kan worden. Ja, voor
Timotheüs was het ongetwijfeld volstrekt helder wat Paulus hem wilde zeggen, maar voor óns? Nee,
dat wil er niet in. En wie niet kan vertellen wat Paulus Timotheüs heeft willen zeggen met ‘ze zal
worden gered doordat ze kinderen baart, als ze tenminste volhardt in het geloof, de liefde en een
heilige, ingetogen levenswijze’, kan niet selectief uit de redenering de zinnetjes knippen die hem of
haar – waarschijnlijk: hem – goed uitkomen. Dat is een tekst naar je hand zetten, zoals ook
uitgesproken voorstanders doen. En dat is niet chique.
6. Jezus’ discipelen waren allemaal… mannen!
Dan is er nog één argument: Jezus’ discipelen – de eerste twaalf apostelen – waren allemaal
mannen!
l) Dat moet toch iets betekenen?
Loren Cunningham heeft een leuke reactie:
‘Als dit een geldig argument is, waarom beperken we de kwalificatie dan alleen tot het geslacht?
Jezus selecteerde alleen Joden, uit één volk en één regio – Galilea. Ieder van de mannen die Hij had
uitgekozen, sprak Aramees. Zouden we daarom alleen leiders moeten aanstellen die Aramees
spreken en mannelijke Joden uit Galilea zijn?’ (Loren Cunningham, Waarom geen vrouwen? Een
bijbelse studie over vrouwen in de zending, kerkelijk werk en leidende posities, Amersfoort: Inside Out
2011, p. 67)
Maar, serieus, ik zou niet weten wat het te betekenen heeft dat Jezus’ apostelen mannen waren. In
de periode dat Jezus rondliep op aarde, konden alleen jongens in de leer bij een rabbi. Jezus was al
tamelijk vooruitstrevend door, als rabbi, Zelf Zijn leerlingen uit te kiezen. Rabbi’s kozen hun
leerlingen namelijk niet uit, maar, precies andersom, potentiële leerlingen kozen een rabbi uit door
wie zij graag onderwezen wilden worden. (Waar wij, christenen, graag willen dat iedereen binnen
dezelfde geloofsgemeenschap precies hetzelfde denkt over theologische kwesties, was en is het bij
de Joden juist heel gewoon om het met elkaar oneens te zijn en toch als broeders met elkaar om te
gaan – uiteraard binnen een bepaalde bandbreedte. In Jezus’ tijd op aarde waren er rabbi’s die
radicaal met elkaar van mening verschilden. Als je als jongen graag onderwijs wilde ontvangen, kon je
een rabbi uitkiezen die het best aansloot bij je eigen theologie. Maar dit allemaal geheel terzijde.)
In de vroege kerk was het niet ongewoon dat vrouwen een leidinggevende functie hadden of
onderwijs gaven. Zo was er de apostel Junia (Rom. 16:7). (Als Paulus zou willen dat vrouwen geen
onderwijs geven, waarom zou hij dan schrijven dat Junia als apostel veel aanzien geniet? Zou Junia
alleen tijdens vrouwenkransjes onderwijs hebben gegeven?) En er was ‘dienares’ Febe (Rom. 16:1).
Dienares Febe? Ja, het woord διάκονον (diakonon) dat hier met dienares – of een variant daarop (zie
de NBV en de Groot Nieuws) – is vertaald is het enkelvoud van διακόνους (diakonous) dat in 1
Timotheüs 3:8 met diakenen (en niet met dienaars) wordt vertaald (de WV doet dat overigens wél in
Rom. 16:1). Het Nederlandse woord diaken komt van het Griekse woord diakonos (διακονος), dat
dienaar betekent (vgl. Rom. 15:8, waar Christus een dienaar van de Joden wordt genoemd). Er is dus
niks mis met de vertaling ‘dienares’ – apostelen worden ook wel διάκονοι (diakonoi) genoemd (zie
bijv. 1 Kor. 3:5; 2 Kor. 6:4) –, als je dus maar niet denkt dat Febe het huissloofje van de gemeente in
Kenchreeën was. Verder was er ook nog Prisca of Priscilla, waarvan we niet precies weten wat haar
functie was. Wat we wel weten is dat Paulus haar zijn medearbeider in Christus Jezus noemt (Rom.
16:3) en dat ze, met haar man, Aquila, een huisgemeente leidde (1 Kor. 16:19). En we weten dat ze
Apollos het evangelie heeft uitgelegd (Hand. 18:24 e.v.). Hoewel niet duidelijk is of Prisc(ill)a apostel,
leraar of herder was, duidelijk is wel dat zij onderwijs gaf. (Ojee!) Doet het, gelet op het
6
vorenstaande, ter zake dat de eerste twaalf, door Jezus persoonlijk uitgekozen apostelen man
waren? Ik denk het eerlijk gezegd niet.
7. Uitleiding
We komen tot een afronding.
m) Heeft deze studie je gedachten over het onderwerp veranderd? Waarom wel/niet?
n) Wat vind je het sterkste argument tegen? En het sterkste argument vóór? En waarom?
Voor mij is er niet één argument het belangrijkste, het is een optelsom. God heeft volgens mij man
en vrouw gelijkwaardig geschapen en heeft hen gezamenlijk de verantwoording gegeven voor de
zorg voor de Schepping. Als gevolg van ‘de zondeval’ zijn de verhoudingen tussen man en vrouw
verstoord geraakt, maar Jezus heeft de gevallen mens weer opgericht en perspectief geboden. De
geestesgaven (1 Kor. 12:4 e.v., vgl. Rom. 12:6 e.v.) zijn er daarom voor zowel mannen als vrouwen en
Paulus roept zowel mannen als vrouwen op een bijdrage aan de samenkomst te leveren. Voor de
stelling dat het geven van onderwijs als enige uitzondering op de in de brieven van Paulus genoemde
geestesgaven heeft te gelden is geen Bijbelse onderbouwing te geven. Dat is maar goed ook, want
anders zou niet goed verklaard kunnen worden waarom Paulus zo enthousiast is over bijvoorbeeld
Junia en Prisc(ill)a.
Hoe langer ik over de kwestie nadenk, hoe vreemder ik het vind dat er in de Pinkster- en
evangeliewereld zoveel onduidelijkheid is over de vraag of vrouwen als oudste, voorganger, spreker
en/of Bijbelleraar kunnen functioneren. Maar goed, als je anders over de kwestie denkt dan mag dat
natuurlijk. Behalve als je een vrouw bent, want een vrouw moet een man gehoorzamen. Zo staat het
immers in de Schrift!
Ere wie ere toekomt (Rom. 13:7). Het overzicht van de argumenten tégen heb ik ontleend aan Willem J.
Ouweneel, Vijf olifanten in een porseleinkast. Vijf brandende onderwerpen waarover christenen verdeeld zijn,
Heerenveen: Medema 2009, hfdst. 6.
Verder ben ik dank verschuldigd aan mijn Facebookvrienden. Toen ik op Facebook aankondigde dat ik aan een
studie zou gaan werken over de rol van de vrouw in de kerk verwachtte ik niet dat dit onderwerp zoveel vingers
in beweging zou brengen. Ik ben dankbaar voor alle enthousiaste, maar ook zeker voor alle kritische
opmerkingen en voor de concrete suggesties en de leestips. Door de input is de studie zeker beter geworden.
Alle Bijbelteksten zijn, tenzij anders vermeld, overgenomen uit de Nieuwe Bijbelvertaling, © Nederlands
Bijbelgenootschap 2004/2007. Voor de teksten overgenomen uit de Willibrordvertaling (herziene editie), ©
Katholieke Bijbelstichting 1995, voor de tekst overgenomen uit de Bijbel in de Herziene Statenvertaling, ©
Stichting HSV 2010 en voor de tekst overgenomen uit de NBG-vertaling 1951, © Nederlands Bijbelgenootschap
1951.
7
Download