Factsheet klimaatverandering Oktober 2015 Factsheet klimaatverandering Oktober 2015 1. Klimaatverandering - wereldwijd De aarde is sinds het eind van de negentiende eeuw opgewarmd met gemiddeld 0,9 graden (PBL, KNMI). Oorzaken van klimaatverandering - Het is hoogst waarschijnlijk (> 95% probability, IPCC, KNMI) dat een groot deel van de opwarming sinds het midden van de twintigste eeuw is veroorzaakt door emissie van broeikasgassen door de mens. - CO2 is het belangrijkste door de mens uitgestoten broeikasgas. CO2 komt in de atmosfeer door de verbranding van fossiele brandstoffen, en als gevolg van ontbossing. - Andere belangrijke broeikasgassen zijn methaan, lachgas en waterdamp. Methaan en lachgas zijn vooral afkomstig uit de landbouw. Aangezien een warmere atmosfeer meer waterdamp vasthoudt, versterkt waterdamp de opwarming die ontstaat door andere broeikasgassen. - Het klimaat verandert ook door natuurlijke oorzaken, zoals (veranderingen in) oceaanstromingen, vulkanen en de zon. - Tot halverwege de twintigste eeuw waren natuurlijke factoren bepalender voor het klimaat dan de invloed van de mens. Sinds ca. 1950 is de invloed van de mens hoogst waarschijnlijk groter dan die van natuurlijke factoren, al spelen die laatste uiteraard nog wel een rol. Emissies van broeikasgassen - De mondiale emissie van broeikasgassen nemen al decennialang toe. In 2010 was de totale emissie 49 Gton (49 biljoen kilo) CO2-equivalenten (IPCC). Mondiale gevolgen van opwarming - Opwarming heeft geleid tot zeespiegelstijging, smeltende ijskappen op Antarctica en Groenland, en sterke vermindering van de hoeveelheid zeeijs rond de Noordpool; CO2opname door oceanen heeft geleid tot verzuring. - In de 21 eeuw zal de gemiddelde temperatuur op aarde verder toenemen. Met hoeveel precies hangt af van de hoeveelheid broeikasgassen die er nog wordt uitgestoten, maar zonder emissiebeperkend beleid zal het waarschijnlijk ergens tussen de 2,6 en 4,8 graden zijn aan het eind van de 21e eeuw. - Ook als de uitstoot van broeikasgassen zeer sterk wordt verminderd, is verdere stijging van de temperatuur deze eeuw niet meer te voorkomen. In dat geval zal deze altijd nog ergens tussen de 0,3 en 1,7 graden zijn. - Toename van de temperatuur deze eeuw zal naar verwachting leiden tot verdere stijging van de zeespiegel (met als gevolg meer overstromingen), verdere opwarming van oceanen, afname van de biodiversiteit, gemiddeld meer neerslag (maar in sommige gebieden juist meer droogte en watertekorten) en meer extreem weer. Ook zullen oceanen verder verzuren door CO2-opname. - Er zijn ook ‘positieve’ effecten te verwachten: in sommige gebieden zal bijvoorbeeld de productiviteit van de landbouw toenemen. 1/6 Factsheet klimaatverandering Oktober 2015 2. Klimaatverandering in Nederland In Nederland is de gemiddelde temperatuur sinds het einde van de negentiende eeuw met 1,7 graden gestegen, bijna twee keer zo veel dus als het mondiale gemiddelde (PBL, KNMI). Gevolgen van opwarming in Nederland die nu al zichtbaar zijn - De zeespiegel voor de Nederlandse kust is de afgelopen eeuw met 20 cm gestegen. - Het Nederlandse klimaat is veranderd: o Nederlandse winters zijn zachter geworden. Het aantal vorstdagen per jaar in Nederland is de afgelopen honderd jaar met ongeveer 20 dagen afgenomen. De jaarlijkse kans op een Elfstedentocht is nu 10 %. Dit betekent dat een Elfstedentocht op dit moment gemiddeld eens in de tien jaar georganiseerd kan worden. In 1950 was dit nog gemiddeld eens in de vier jaar (kans van 25 %). o Het is in Nederland meer gaan regenen in alle seizoenen behalve de zomer. Tussen 1910 en 2013 is de jaarlijkse neerslag in Nederland met 26 % toegenomen. - De opwarming heeft allerlei gevolgen voor de natuur in Nederland: planten bloeien eerder, vogels broeden eerder en er hebben zich verschillende ‘warmteminnende’ soorten in Nederland gevestigd. Bekende voorbeelden zijn de eikenprocessierups, de kleine heremietkreeft, bepaalde tekensoorten en de “hooikoortsplant” Ambrosia. Verwachte gevolgen voor Nederland in de toekomst Zelfs als de uitstoot van broeikasgassen nu drastisch zou worden verminderd, zal de temperatuur in Nederland, net als in de rest van de wereld, voorlopig nog blijven stijgen. Dit heeft ook voor Nederland allerlei gevolgen. Hoe meer de aarde verder opwarmt, hoe sterker de gevolgen zullen zijn. - - Er komen nog meer zachte winters en minder vorst- en ijsdagen. De kans op een Elfstedentocht zal verder afnemen. Er komen meer hete zomers en meer zomerse en tropische dagen. In het voorjaar, najaar en winter zal er meer neerslag zijn. Naar schatting zal er in 2050 2,5 tot 5 % meer neerslag vallen dan aan het eind van de 20e eeuw, en in 2085 5 tot 7 %. Er komt meer extreem weer (zoals hittegolven en extreem zware buien). De zeespiegel voor de Nederlandse kust stijgt verder, en die stijging gaat steeds sneller. De zeespiegel voor de Noordzeekust zal in 2085, afhankelijk hoe hard de opwarming van de aarde gaat, 25 tot 80 cm hoger zijn dan aan het eind van de 20e eeuw. Er komen vooral in laaggelegen gebieden in Nederland meer problemen met waterafvoer door grote rivieren, met een grotere kans op overstromingen. De natuur in Nederland zal verder veranderen als gevolg van het verschuiven van klimaatzones waarin bepaalde soorten wel of juist niet voorkomen. De gevolgen van klimaatverandering zullen voor Nederland echter, in tegenstelling tot veel andere regio’s in de wereld, in principe beheersbaar zijn. Emissies van broeikasgassen in Nederland - De totale Nederlandse emissie van broeikasgassen was in 2014 187 Mton (= 187 miljard kilo) CO2-equivalenten. In Nederland daalt de totale uitstoot van broeikassen sinds eind jaren negentig, in tegenstelling tot het mondiale totaal dat nog altijd toeneemt. - 10 % van de Nederlandse emissies worden veroorzaakt door gasgebruik in woningen. Industrie en elektriciteitscentrales zijn verantwoordelijk voor ongeveer de helft van de Nederlandse emissies. Het verkeer draagt 16 % bij en de landbouw 13 %. 2/6 Factsheet klimaatverandering Oktober 2015 3. Klimaatbeleid en doelstellingen Internationaal klimaatbeleid Sinds begin jaren negentig is er sprake van een internationaal klimaatbeleid. Het eerste Klimaatverdrag werd opgesteld in 1992 in Rio de Janeiro, in 1997 gevolgd door het Kyoto Protocol. Daarin stonden bindende afspraken over het beperken van broeikasgasemissies. Het ‘Kyoto-doel’ kan worden gezien als een eerste bescheiden stap, aangezien er wereldwijd verder gaande emissiereducties nodig zijn om het klimaatprobleem goed aan te pakken. De afspraken in het Kyoto Protocol golden tot en met 2012. Het Kyoto protocol is wel, met nieuwe afspraken, verlengd tot 2020, maar daar doen veel minder landen aan mee dan aan het originele Kyoto Protocol. Daarom wordt van 30 november tot 12 december van dit jaar in Parijs geprobeerd een nieuw klimaatverdrag op te stellen met afspraken voor emissiereductie. Wat zijn de belangrijkste doelstellingen? - Op dit moment is de doelstelling van de EU: 20% lagere emissies in 2020 dan in 1990. - Voor grote industrie en energiecentrales in de EU geldt: 21 % minder emissies in 2020 dan in 2005. Deze bedrijven (ca. 11.000 in totaal in de EU) vallen onder het Emission Trading System (ETS); zij mogen alleen broeikasgassen uitstoten als zij daarvoor emissierechten hebben. Bij een tekort of overschot aan emissierechten mogen ze die rechten verhandelen. Ook Nederlandse grote bedrijven en energiecentrales vallen onder ETS. - Voor ‘niet-ETS-sectoren’ (hiertoe behoren onder andere (overige) bedrijven, transport en huishoudens) heeft Nederland als doelstelling: 16 % minder emissies in 2020 dan in 2005. - Voor 2030 streeft de EU naar 40 % minder emissies dan in 1990. Dat zal de inzet van de EU zijn op de klimaattop in Parijs. Hoe zit dat nu met die ‘klimaatzaak’? De opwarming zou tot maximaal twee graden beperkt zou moeten worden, om de wereldwijde gevolgen van klimaatverandering beheersbaar te houden. Internationaal wordt dit inmiddels breed erkend als een belangrijke doelstelling van het klimaatbeleid. Om dit te bereiken, zou de concentratie broeikasgassen gestabiliseerd moeten worden op maximaal 450 ppm CO2-equivalenten. Dat betekent dat in 2020 de emissies al minstens 25 tot 40% lager zouden moeten zijn dan in 1990. Dat is een grotere beperking van de emissies dan de huidige Nederlandse (of EU) doelstelling. Urgenda heeft de Nederlandse overheid voor de rechter gedaagd om strengere reductiedoelen af te dwingen. De rechter heeft Urgenda gelijk gegeven, en geoordeeld dat de Nederlandse overheid, gezien de huidige wetenschappelijke inzichten, meer moet doen om opwarming te beperken en de burger te beschermen. 4. Nederlandse huishoudens CO2-uitstoot gemiddeld Nederlands huishouden. De totale CO2-uitstoot van een gemiddeld Nederlands huishouden (2,2 personen) per jaar bedraagt zo’n 23 ton. Deze uitstoot vindt deels buiten Nederland plaats, omdat veel producten (bijvoorbeeld voeding, kleding, apparaten) buiten Nederland geproduceerd worden. 23 ton CO2 is vergelijkbaar met 2,5 keer met de auto de wereld rondrijden. Het planten van 1150 bomen, ofwel 4,5 hectare bos in Europa kan 23 ton CO2 compenseren. 3/6 Factsheet klimaatverandering Oktober 2015 In onderstaande infographic zie je een uitsplitsing per categorie. In onderstaande tabel is per categorie een nadere uitsplitsing gemaakt: CO2 uitstoot gemiddeld huishouden (2,2 personen) ton CO2 pj Onderverdeling energie in huis 4,1 Gas elektra vervoer totaal 5,6 autoverkeer vliegverkeer openbaar vervoer voeding 5,6 dierlijke producten plantaardige producten overig, w.o. horeca kleding + persoonlijke verzorging 1,8 huis en inrichting 3,3 vrije tijd en studie 2,4 23 ton (afgerond) 4/6 ton CO2 pj 3,01 1,12 4,01 1,37 0,23 1,93 2,29 1,33 Factsheet klimaatverandering Oktober 2015 Directe en indirecte CO2-uitstoot Van de 23 ton zijn 8 ton directe emissies. Dat zijn de emissies door energiegebruik in huis (gas, elektra) en de directe emissies van vervoer (nl. 70 % van de totale emissies door vervoer). 15 ton van de 23 zijn dus indirect. Dit zijn de emissies van voeding, kleding, woning/inrichting, indirecte vervoersemissies (nl. 30 % van de totale vervoersemissies) en vrije tijd en studie. Directe emissies zijn emissies door gebruik van gas, elektriciteit of vervoerbrandstoffen. Directe emissies ontstaan dus bijvoorbeeld bij het verwarmen van het huis, het gebruiken van warm water, het gebruik van elektrische apparaten of autorijden. (Sommige andere organisaties, zoals het CBS en PBL, delen emissies door stroomgebruik in bij de indirecte emissies, omdat ze ontstaan in de elektriciteitscentrale en niet in het huishouden zelf. Milieu Centraal deelt deze in bij de directe emissies, omdat het stroomgebruik wel in huis plaatsvindt.) Indirecte emissies zijn emissies die vrijkomen bij het produceren, vervoeren, verpakken en bewaren van producten voor ze bij de consument in huis komen. Denk bijvoorbeeld aan de energie die nodig is om de auto te maken, voordat deze gebruikt kan worden door de eigenaar. 34 Klimaatklappers om CO2-uitstoot te verminderen Woonwerkverkeer (voorbeeld Zwolle - Utrecht) met trein i.p.v. auto Woning verbeteren van Energielabel G naar A Geen vliegreis voor twee personen naar Thailand Vermijden woon-werkverkeer (100 km) met één auto 15 zonnepanelen op het dak leggen Spouwmuur isoleren Schuin dak isoleren Auto vervangen door elektrische auto Glas vervangen door HR++-glas Vloerisolatie Kleinere auto rijden en in vakanties grotere huren Kamperen in eigen land i.p.v. vakantie met de auto in Zuid-Europa Gebruik van energieverbruiksmanager Zuinig stoken Met de auto naar Zuid-Europa i.pv. vliegen naar Zuid-Europa Voedselverspilling met de helft terugbrengen (2 pers) Hoog rendement cv-ketel Met twee personen twee dagen per week geen vlees eten Korte autoritten vervangen door de fiets Zuinig rijden Caravan huren in Zuid-Europa i.p.v. met de caravan naar Zuid-Europa Geen ingevlogen producten en kasproducten (2 pers) Zonneboiler Een energievreter de de deur uit doen (zoals oude tweede koelkast, tropisch aquarium of terrasverwarmer) 5/6 CO2-besparing (kg CO2-eq. per jaar per huishouden) 7500 7000 5400 4600 1800 1600 1400 1500 800 600 500 450 400 360 360 350 330 320 310 290 260 200 200 190 Factsheet klimaatverandering Oktober 2015 Bespaardouchekop i.p.v. standaard douchekop Vaker thuiswerken (één dag per week) Geen standby-gebruik apparaten Wasdroger de deur uit: was aan de waslijn drogen Vervangen van de nog resterende gloeilampen door led- of spaarlampen Oude koelkast vervangen Eén minuut korter douchen De helft van de tijd TV kijken op tablet i.p.v. op de televisie Drie uur per dag tablet gebruiken i.p.v. de desktop + monitor Wassen op lage temperatuur 120 110 110 90 90 80 60 35 30 25 Klimaatklapper campagne Met de VN Klimaattop in het vooruitzicht zet voorlichtingsorganisatie Milieu Centraal deze feiten en cijfers op een rij. Wat blijkt: iedereen kan bijdragen aan het omlaag brengen van CO2-uitstoot. Klimaatverandering; veel mensen maken zich er zorgen over. Tegelijkertijd is het zo’n groot en abstract probleem dat je al snel kunt denken: maar wat kan ik daar nu aan doen? Met de klimaatklapper campagne die op maandag 5 oktober van start gaat laat Milieu Centraal zien dat je meer kunt doen tegen klimaatverandering dan mensen misschien denken. Een groot deel van de bovenstaande klimaatklappers is verwerkt in interactieve infographics die op een speelse manier inzichtelijk maken wat de grootste impact heeft. De maatregelen zijn verdeeld over vier thema’s: je huis, makkelijke tips, voeding en vervoer. Met de klimaatcampagne roept Milieu Centraal iedereen op om het verschil te maken en de klimaatklappers te kiezen die jouw aanspreken. Hoeveel CO2 kun jij besparen? Ga naar de klimaattool via: www.klimaatklappers.nl. © Oktober 2015 Milieu Centraal. Milieu Centraal staat voor betrouwbare milieu-informatie. De informatie is tot stand gekomen door diverse partners te raadplegen en door toetsing van externe deskundigen. De informatie voor dit factsheet is gebaseerd op informatie van onder meer het IPCC, KNMI, PBL en CBS. 6/6