Woordenschat groep 6 blok 2 het bont (de vacht) vacht van een dier vb:ze droeg een jas van bont de jungle groot bos dat nog niet door mensen is aangetast vb:in deze jungle kun je bijna niet overleven de longen orgaan waarmee je ademhaalt vb:roken is slecht voor je longen de maag orgaan in borstholte waar eten in terechtkomt vb:mijn maag rammelt van de honger het oerwoud groot bos dat nog niet door mensen is aangetast vb:in het oerwoud leven nog mensapen de sprinkhaan insect met lange achterpoten waarmee hij ver kan springen vb:die avond hoorden we het getjilp van de sprinkhaan de valk bepaald soort roofvogel vb:de valk viel vanuit de lucht het muisje aan het vee grote, tamme dieren, die melk, vlees of wol leveren vb:het vee op de boerderij bestond uit koeien en schapen de vos roodbruin roofdier met dikke staart vb:er leven nog steeds vossen in de duinen de wildernis gebied waarin de mens nog niet heeft ingegrepen vb:deze tijgers leven in de wildernis plaats waar alles door elkaar groei vb:het is een echte wildernis in hun tuin de hagedis klein reptiel, met lange staart en huid vol schubben vb:tegen de warme muur kleefde een hagedis de handleiding boek(je) waarin staat hoe je iets moet gebruiken vb:we lazen eerst de handleiding die bij de computer was de kopie tweede exemplaar van iets vb:hij maakt een kopie van de brief wat precies is nagemaakt vb:die vaas is een kopie van de vaas uit het museum de krokodil reptiel met een grote bek en een lange staart vb:in de kalme rivier dreef een vervaarlijke krokodil het reptiel kruipend, koudbloedig dier, dat eieren legt en op het land leeft vb:de krokodil is een reptiel de rib elk van de 24 dunne platte beenderen van de borstkas vb:hij heeft drie ribben gekneusd de schedel het ronde bovenste deel van het hoofd vb:mijn broer Piet heeft een kale schedel beenderen van het hoofd vb:ze hebben een menselijke schedel opgegraven de schildpad dier met schild om zijn rug en buik vb:de schildpad liep traag door het gras het skelet alle botten van een mens, zonder vlees eromheen vb:aan een skelet kun je zien hoe een mens gebouwd is snoeien de takken korter maken vb:in de winter snoeien we deze bomen de berk loofboom met witte schors vb:er stonden tien ranke berken langs de sloot dierlijk van dieren vb:er zit dierlijk vet in dit product zoals bij dieren vb:hij heeft een paar dierlijke gewoontes het hart orgaan in je borst dat het bloed door je lichaam pompt vb:de dokter zei dat haar hart regelmatig klopte het onkruid planten die groeien op plaatsen waar je ze niet wilt vb:we gaan vanmiddag onkruid wieden in de tuin plantaardig wat van planten afkomstig is tot de planten behorend, uit planten bestaand of daarvan afkomstig vb: `plantaardige olie` de ram mannetjesschaap vb:als de ram bij de schapen geweest is, komen er lammetjes de stam(v/e boom) deel van een boom waar takken aan vast zitten vb:we leunden tegen de stam van de boom de struik grote plant die zich vanaf de grond vertakt vb:we hebben een bessenstruik in de tuin krop bladgroente vb:hier heb je een struik andijvie in tranen uitbarsten spreekwoord,gezegdes; huilen de wortel (v/e boom) deel van een plant dat onder de grond zit vb:de wortels van de boom zijn erg dik plant waarvan je het ondergrondse deel kunt eten vb:worteltjes hebben een oranje kleur getal dat bestaat uit een getal dat met zichzelf vermenigvuldigd is