De nederlandse mezzo-sopraan Cora Burggraaf studeerde met

advertisement
De nederlandse mezzo-sopraan Cora Burggraaf studeerde met
onderscheiding af aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag.
Vervolgens studeerde ze verder in Londen, aan de Royal College of
Music en de National Opera Studio. Daarna won ze verschillende
prijzen, o.a. de 2009 VSCD Nieuwe generatie musici, de 2009/10
ECHO Rising Star Award, Elizabeth Everts Prijs 2006.
Maria Acda, Phyllis Ferwerda, Meinard Kraak, Bert Luppes, John
Copley, Margreet Honig en Sasja Hunnego hebben een grote invloed
gehad op haar ontwikkeling als zangeres.
Burggraaf’s eerste rol na afronding van haar studie was Bella in
Tippetts Midsummer Marriage bij de Royal Opera House in Londen,
daarna volgden rollen als Susanna in Le nozze di Figaro bij San
Fransisco Opera en Zerlina in Don Giovanni bij De Nederlandse
Opera.
In 2006 maakte ze de overstap van sopraan naar mezzo-sopraan.
Rollen die volgden waren: Stéphano in Gounods Roméo et Juliette,
naast Rolando Villazon en later Anna Netrebko in de Salzburger
Festspiele en Teatro alla Scala in Milaan. Ze zong verder o.a.
Cherubino, Hänsel, Dorabella; en Eva in de wereldpremiere van
Eötvös’ Die Tragödie des Teufels bij de Bayerische Staatsoper in
München.
Ze verscheen als gast op verschillende festivals als de BBC
Proms, de Operadagen Rotterdam, het Gergiev Festival en werkte
samen met dirigenten als Seiji Osawa, Yannick Nézet-Seguin, Jan
Willem de Vriend, Philippe Herreweghe, Jaap van Zweden, HK Gruber
en vele anderen.
Cora Burggraaf is een geliefd liedzangeres en zong in
concertzalen als het Concertgebouw Amsterdam, de Wigmore Hall in
Londen (dit seizoen nog met The Roaring Twenties en Calefax) en
de Frick Collection in New York.
Ze is zeer geïnteresseerd in het zoeken naar nieuwe manieren om
het lied repertoire te presenteren, houdt van het experiment en
staat bekend om haar innovatieve manier van programmeren.
Naast muziek heeft ze ook een passie voor theater en heeft ze
zich in de afgelopen jaren daarin steeds verder ontwikkeld. Ze
maakte met Mirjam Koen en Gerrit Timmers bij het OT theater de
solovoorstelling Ophelia, waarbij ze een door Bernlef voor haar
geschreven monoloog combineerde met liederen over Ophelia uit
Shakespeares Hamlet. Ze speelde in een voorstelling van Theater
Artemis in regie van Floor Huygen; en met het Rotterdams
Philharmonisch Orkest zong ze Poulencs La voix humaine, wat
lovend werd ontvangen. De productie wordt dit seizoen hernomen in
een intieme kamermuzieksetting.
Ook in The Roaring Twenties, een project met Calefax Rietkwintet
(waarvan onlangs een CD is uitgebracht) laat ze zich van haar
theatrale kant zien in o.a. liederen van Kurt Weill.
Recentelijke en komende hoogtepunten zijn haar debuut met het
Koninklijk Concertgebouworkest als Hänsel in Hänsel und Gretel;
Brahms’ liederen met altviool met Ken Hakii in het Concertgebouw;
Coplands Poems by Emily Dickinson met het Nederlands Kamerorkest;
een Nieuwjaarstoernee met het Noord Nederlands Orkest; een
toernee met Poulencs La voix humaine met Phyllis Ferwerda; een
herneming van het zeer succesvolle kinderconcert Ik sta paf in
het Concertgebouw met liedjes van Annie MG Schmidt; en The
Roaring Twenties met Calefax Rietkwintet.
Download