Xerosis De kwetsbare droge huid van de diabetespatiënt Veranderingen in de stofwisseling door Diabetes Mellitus hebben grote impact op de structuur en functie van de huid waardoor deze kan uitdrogen en er een vergroot risico ontstaat op het krijgen van ernstige complicaties zoals infecties en/of ulceraties. Wat kan de (diabetes)podotherapeut doen om de kwetsbare droge huid van de diabetespatiënt te behandelen? In dit artikel wordt ingegaan op de oorzaken van deze huidverandering en de rol van hydraterende crèmes, naar aanleiding van een literatuurstudie. Wetenschappelijke literatuur is gezocht via de online bibliotheek van Fontys Paramedische Hogeschool in Eindhoven. Zoektermen: Diabetic Foot, Skin Alterations, Dry Skin, Authonomic Neuropathy, Microangiopathy, Sympathic Dysfunction, Advanced Glycation Endproducts, Sebum, Moisturizer, Dermocosmetics. Alleen Engelstalige artikelen en artikelen niet ouder dan 15 jaar werden geïncludeerd. Er bestaan vele onderzoeken naar de complicaties van diabetes, echter gedegen onderzoeks documentatie over de specifieke huidaandoeningen bij diabetes is schaars. Huidaandoeningen bij diabetespatiënten kunnen pijn en ongemak veroorzaken en aanleiding geven tot ulceraties en/of infecties en hebben daardoor een grote impact op de kwaliteit van leven. Goede zorg voor de huid draagt bij tot een gevoel van welbevinden en de preventie van ernstige complicaties.(1) Binnen de zorg voor de diabetische voet bestaan talloze richtlijnen en adviezen voor de behandeling van de reeds beschadigde huid. Wat te doen om de huid van de voet van de diabetespatiënt zo goed en zo lang mogelijk intact te houden is minder actueel. De (diabetes) podotherapeut kan een belangrijke bijdrage leveren aan het behouden en optimaliseren van de huidfuncties door adequate zorg en het geven van goede adviezen aan de patiënt en zijn zorgverleners. Microcirculatie Verandering in de structuur en functie van de huid bij diabetespatiënten vindt zijn oorzaak in verandering in het micro-vasculaire netwerk en perifere neuropathie door chronische hyperglykemie. Belangrijkste doel in de behandeling van diabetes is dan ook het streven naar een optimale glucoseregulatie. De veranderingen in de capillaire microcirculatie van de huid bij diabetespatiënten verschilt niet met die van de retina, de zenuwen en de nieren en zijn significant vaker aanwezig bij slecht gereguleerde diabeten.(2) Duidelijk is dat er een verdikking ontstaat van de endotheelcellen van de capillairen. Deze endotheelcellen vormen de zeer doorlaatbare celwand van de capillairen. Endotheelcellen bij diabetespatiënten blijken 3x dikker dan bij niet diabeten. (3) Als gevolg van die verdikking ontstaat een significante volumevermindering van het bloedvat en een verminderde mogelijkheid voor vasodilatatie. De functie van het endotheel, namelijk een snelle uitwisseling van voedingsstoffen en zuurstof, raakt hierdoor verstoord. Door de verdikking van het endotheel verliezen de capillairen ook hun elasticiteit wat behalve een beperking van vasodilatatie ook een vermindering geeft van normale respons van bloedtoevoer bij schade aan weefsel. Men beschrijft dit proces als een functionele ischemie.(4) Door de micro-vasculaire dysfunctie ontstaat een chronisch tekort aan zuurstof en voedingsstoffen waardoor de huid atrofieert en de beharing verdwijnt.(9) AGE’s Verdikking van het endotheel van de capillairen wordt mogelijk veroorzaakt door stapeling van Advanced Glycation Endproducts, AGE’s. AGE’s zijn de eindproducten van glycosering , een onvolledige afbraak van eiwitten. Glycosering wordt versneld door hyperglykemie. Bij het ouder worden is dit een normaal proces maar bij diabetespatiënten komen AGE’s in veel hogere concentraties voor. (7) AGE’s vormen kruisverbindingen met collageen en dan met name het type 1 en type 4 collageen. Type 1 collageen bevindt zich in onder andere huid, bloedvaten, ligamenten en fascie. Type 4 collageen bevindt zich in de basale membraan. Het meest voorkomende collageen in de huid is type 1 collageen. Collageen is een van de sterkste eiwitverbindingen en in de huid heeft het collageen voornamelijk een mechanische weefsel ondersteunende functie. Aantasting van deze functie door glycosering zorgt voor toegenomen stijfheid en verminderde flexibiliteit van de huid, waardoor deze gevoeliger wordt voor mechanische stress.(8) Neuropathie Behalve veranderingen in de micro-vascularisatie van de huid van de diabetespatiënt speelt ook de aanwezigheid van perifere neuropathie een grote rol. In studies worden aantoonbare linken gelegd tussen de ischemie van de huid en arterio-veneuze shunting. De AV shunts worden geïnnerveerd door sympathische zenuwen en bij aanwezigheid van autonome neuropathie en degeneratie van zenuwweefsel leidt dit tot het openen van deze shunts. Hierdoor ontstaat een storing tussen de capillairen en de dieper gelegen arteriolen; het bloed vloeit als het ware weg waardoor de voedingsstoffen en zuurstof de dermis onvoldoende bereiken.(2) Een ander gevolg van autonome neuropathie is de sudomotor dysfunctie, oftewel afwijkingen in de zweetsecretie. Sympathische denervatie leidt tot verminderde sudomotor respons, atrofie van de zweetklieren en anhidroses.(5) Anhidroses resulteert in xerosis oftewel droge huid. Xerosis Xerosis is een vaak geziene aandoening bij diabetespatiënten, percentages van >75% worden aangegeven.(6) Indien onbehandeld kan xerosis leiden tot kloofvorming, schilfering en afbraak van de huid wat de barrièrefunctie teniet doet en de kans op complicaties zoals infectie, ulcera en callus formatie vergroot. Xerosis is een direct gevolg van diabetische complicaties zoals micro-angiopathie en autonome neuropathie. De huid wordt vet en vochtig gehouden door talg- en zweetklieren. Als gevolg van van sudomotor dysfunctie atrofiëren deze klieren waardoor ze hun functie verliezen. De verstoring in de microcirculatie veroorzaakt onvoldoende bloedtoevoer naar de weefsels van de huid, waardoor de huid dunner en kwetsbaarder wordt. Door de stapeling van AGE’s verliest de huid zijn elasticiteit en er kunnen gemakkelijker scheuren en kloven ontstaan. De combinatie van deze factoren maakt dat de huid minder weerstand heeft tegen micro-organismen en het gevaar voor infectie en ulceratie groter wordt. De voetzool en met name de hielen zijn het meest aangedaan door xerosis. Vaak gaat xerosis samen met een brandend gevoel en/of jeuk.(10) Hydraterende crèmes Simpele maatregelen zoals het behandelen van de droge en schilferige huid, door het aanbrengen van een hydraterende crème, kunnen effectief zijn ter voorkoming van ulcera. Het doel is de vochtigheidsgraad op celniveau te verbeteren en de soepelheid en elasticiteit te herstellen. Er is voldoende literatuur beschikbaar die de werking van hydraterende crèmes beschrijft. Met name crèmes die als bestanddeel ureum bevatten lijken goed te werken. (11-12-13) Ureum heeft sterk hygroscopische en keratolytische eigenschappen, wat betekent dat het in staat is vocht op te nemen uit de lucht en ontschilferend werkt door verweking van de hoornhuid. Een concentratie van 10% lijkt effectief. Een ander werkzaam gebleken ingrediënt is lactic acid, oftewel melkzuur. Dit melkzuur werkt als een soort scrub wat droge huidcellen verwijdert en de groei van nieuwe huidcellen bevordert. Tevens zorgt lactic acid voor behoud van vocht in het stratum corneum en verhoogt de rekbaarheid en elasticiteit van de eiwitten in het stratum corneum. Behalve crème kan ook gebruik gemaakt worden van foam als basis bestanddeel. Voordeel van foam is de onmiddellijke absorptie en het niet achterlaten van een vettige filmlaag. Vooralsnog lijken preparaten met crème als basis echter nog steeds de voorkeur te hebben. Discussie Het is een algemene aanname dat huidveranderingen bij diabeten veroorzaakt worden door storing in de microcirculatie en de aanwezigheid van neuropathie. Voldoende evidence is echter nog niet aanwezig. Er is nog geen consensus over de precieze pathogenese behalve dat duidelijk is dat met name de combinatie van neuropathie en micro vasculaire stoornis de voornaamste factor is in het ontstaan van huidafwijkingen. Bevindingen van onderzoeken zijn allen hypotheses en meer specifiek onderzoek zal zeer zeker nodig zijn. Conclusie De (diabetes)podotherapeut kan een grote bijdrage leveren aan het voorkomen van ulceraties. Een actieve hydratatie van de huid van de voeten van diabeten is een belangrijke preventieve maatregel om de voet zo goed en zo lang mogelijk gezond te houden. De (diabetes)podotherapeut kan hierin een informerende en instruerende rol hebben. De (diabetes)podotherapeut dient tijdens de consulten verscherpte aandacht te hebben voor de huid, ook als er geen defect is, en preventief te handelen. Verzachtende en hydraterende producten zijn effectief gebleken bij de behandeling van xerosis en bij het herstellen van de epidermale barrièrefunctie. Tevens hebben deze producten een gunstig effect op de vermindering van callus. Alcohol bevattende producten dienen vermeden te worden daar alcohol de huid verder uitdroogt. Producten met petroleum (oa Vaseline en Uier crème) sluiten het huidoppervlak af en hebben geen hydraterend effect. Verder moeten producten vermeden worden die acetyl salicyl bevatten vanwege de bijtende werking. Ureum lijkt het best werkzame middel bij xerosis. Daarnaast lijkt lanoline als bestanddeel het meest verwant aan ons lichaamseigen huidvet. Fabrikanten voegen verder nog een heel scala aan bestanddelen toe aan hun producten. Voldoende evidence ontbreekt echter om uitspraak te kunnen doen over het best bruikbare product. Referenties 1) Bristow (2008) Non-ulcerative skin pathologies of the diabetic Foot. Diab Metab Res Rev S84-S89 2) Hile and Veves (2003) Diabetic Neuropathy and Microcirculation. Current Diabetes reports 3:446-451 3) Yusof et al (2008) Morphometric analysis of skin microvasculature in the diabetic foot. Singapore Med. J. 49(2)100-104 4) Dinh and Veves (2005) Microcirculation of the diabetic foot. Current Pharmacutical Design 11: 2301-2309 5) Hoedtke et al (2001) Redistribution of Sudomotor Responsus Is an Early Sign of Sympathic Dysfunction in Type1 Diabetes. Diabetes Vol. 50 February 2001 6) Pavicic and Korting (2006) Xerosis and callus formation as a key to the diabetic foot syndrome: Dermatologic vieuw of the problem and its management. JDDG 4:935-941 7) Singh et al (2001) Advanced glycation end-products: a review. Diabetologi 44: 129146 8) Gkogkolou and Bohm (2012) Advanced glycation end products; Key players in skin aging? Dermato-endocrinology 4.3: 259-270 9) Pierard et al (2013) The skin landscape in diabetes mellitus, Focus on dermocosmetic management. Clinical, Cosmetic end Investigational Dermatlogy 6: 127-135 10)Mo Aye and Masson (2002) Dermatological Care of the Diabetic Foot. Am. J. Clin. Dermatol. 3(7):463-474 11)Borelli et al (2010) Cream or foam in pedal skin care:towards the ideal vehicle for urea against dry skin.Inter. journal of Cosmetic Science Vol.33 issu 1: 37-43 12)Pham et al (2001) A prospective, Randomized, Controlled Double-Blind Study of a Moisturizer for Xerosis of the Feet in Patients with Diabetes. Osteomy Wound Management 48(5) 30-36 13)Frederici et al(2012) An urea, arginine and carnosine based cream (Ureadin Rx Db ISDIN) shows greater efficy in the treatment of severe xerosis of the feet in Type 2 diabetic patients in comparison with glycerol-based emollient cream. A randomized, assesso-blinded, controlled trial. BMC Dermatology 12:16