1 Rassen herkennen bij honden Wat moet je weten? • • • • • Er zijn veel verschillende hondenrassen. Om ze te herkennen kijk je naar een aantal kenmerken. De afmeting, met name de schofthoogte: afstand van schouder tot vloer. De lichaamsbouw, bijvoorbeeld de stop op de kop: inzinking tussen voorhoofd en neus. De kleur en het soort vacht. Wat ga je doen? • • • • • • • • Maak een schema met twee kolommen. In de eerste schrijf je alle kenmerken en in de tweede je bevindingen. Zet een hond aan een riem vast, zodat je hem rustig kunt bekijken. Kijk naar de volgende kenmerken: - de schofthoogte van het dier - de lengte van de poten in verhouding tot het lichaam - de breedte en diepte van de borst en de gespierdheid - de lengte en breedte van de schedel - de lengte en vorm van de snuit en de diepte van de stop - de lengte, de vorm en de dracht van de staart Bepaal de kleur en de aftekening van de vacht. Bepaal de lengte, de gladheid en de gelijkmatigheid van de beharing. Vergelijk je bevindingen met informatie over hondenrassen. Bepaal het ras van de hond. Waar moet je op letten? • Ga zorgvuldig om met de hond, zodat je niet gebeten wordt. Wat heb je nodig? • • Honden van verschillende rassen. Halsband met riem, maatstok, pen en papier, encyclopedie waar honden in staan of Opzoekboek Dier. THEMA 1 - SOORTEN EN RASSEN 2 Rassen herkennen bij katten Wat moet je weten? • • • Er zijn veel verschillende kattenrassen. Om ze te herkennen kijk je naar een aantal kenmerken. Namelijk afmeting, lichaamsbouw, de kleur en het soort vacht. Wat ga je doen? • • • • • • • • Maak een schema met twee kolommen. In de eerste schrijf je alle kenmerken en in de tweede je bevindingen. Ga met een kat in een kleine, rustige ruimte zitten. Kijk naar de volgende kenmerken: - de grootte en de lichaamsbouw - de lengte van de poten in verhouding tot het lichaam - de vorm en grootte van de kop - de lengte en de vorm van de neus - de lengte, de vorm en de dracht van de staart Bepaal de kleur en de aftekening van de vacht. Bepaal de lengte, de gladheid en de gelijkmatigheid van de beharing. Vergelijk je bevindingen met informatie over kattenrassen. Bepaal het ras van de kat. Waar moet je op letten? • Katten kunnen lelijk krabben en bijten. Ga zorgvuldig met ze om. Wat heb je nodig? • • Katten van verschillende rassen. Pen en papier, encyclopedie waar katten in staan of Opzoekboek Dier. THEMA 1 - SOORTEN EN RASSEN 3 Rassen herkennen bij konijnen Wat moet je weten? • • • • • • • Konijnen worden ingedeeld in vijf groepen. Je hebt de grote, midden-, kleine en dwergrassen. Grote rassen wegen meer dan 5 kg, middenrassen 3 tot 5 kg. Kleine rassen 1,5 tot 3 kg en dwergrassen minder dan 1,5 kg. Een aparte groep vormen rassen met een bijzondere haarstructuur. Dit zijn bijvoorbeeld konijnen met een lange vacht. Konijnen hebben een ondervacht die soms een andere kleur heeft. Wat ga je doen? • • • • • • • Maak een schema met twee kolommen. In de eerste schrijf je ‘vacht’ en ‘gewicht’ en in de tweede je bevindingen. Zet een konijn op een plek waar je hem rustig kunt bekijken. Bepaal de kleur en de structuur van de vacht. Zet het konijn op een weegschaal en lees het gewicht af. Vergelijk je bevindingen met informatie over konijnenrassen. Bepaal het ras van het konijn. Waar moet je op letten? • • Hanteer het konijn op de juiste wijze. Een konijn kan wel eens bijten, kijk hiervoor uit. Wat heb je nodig? • • Konijnen van verschillende rassen. Pen en papier, weegschaal, encyclopedie waar konijnen in staan of Opzoekboek Dier. THEMA 1 - SOORTEN EN RASSEN