In de Duitse media is commotie ontstaan over 'genetisch gemanipuleerde biologische witlof'. Het gaat om biologische witlof die geteeld is van een zogenaamde CMS-ras. Het gebruik van CMS rassen is toegestaan binnen de Europese wetgeving voor biologische voeding en landbouw. Bionext zet de feiten op een rij. Wat is CMS? CMS staat voor Cytoplasmatische Mannelijke Steriliteit. Dit is een eigenschap die van nature in sommige gewassen voorkomt, bijvoorbeeld in radijs. Bij zo'n gewas is zelfbevruchting niet mogelijk en daardoor kunnen veredelaars makkelijker uniforme rassen produceren. De eigenschap kan ook door middel van protoplastfusie worden ingebouwd in nieuwe gewassen. Bij deze techniek fuseren de protoplasten (cellen zonder celwand) van de ene ouder met cellen zonder kern (die cytoplasmatisch mannelijk steriel zijn) van de andere ouder. Dit gebeurt door middel van elektrische of chemische stimuli. Hierdoor ontstaat een nieuwe CMS-lijn die gebruikt kan worden voor ontwikkeling van CMShybriden. In koolgewassen zoals broccoli, bloemkool en koolrabi is CMS in de jaren tachtig geïntroduceerd door protoplastfusie. In witlof is dit in de jaren negentig gebeurd. Sindsdien wordt uitgangsmateriaal hiervan gebruikt in traditionele kruisingsprogramma’s voor het ontwikkelen van nieuwe rassen. Waarvoor wordt het gebruikt? Zaadbedrijven gebruiken CMS lijnen om de uniformiteit van rassen te verbeteren en afwijkende planten te voorkomen. De techniek wordt ook gebruikt om verdere veredeling met deze rassen, door concurrerende zaadbedrijven, tegen te gaan. Protoplastfusie wordt het meest gebruikt in witlof en koolgewassen. Is het een GGO? Volgens de definitie in de Europese GGO Richtlijn (2001/18) is protoplastfusie een genetische modificatie (GM) techniek. Tegelijkertijd is deze techniek, net als mutagenese, vrijgesteld van de GGO Richtlijn. Dat betekent dat rassen die gemaakt zijn met deze techniek niet geëtiketteerd hoeven te worden en dat ze ook niet worden onderworpen aan een milieu risico analyse. Aangezien in de wetgeving voor de biologische landbouw (Verordening 834/2007) direct verwezen wordt naar de GGO Richtlijn, is protoplastfusie ook toegestaan in de biologische landbouw. De techniek is verboden volgens de private (bovenwettelijke) richtlijnen van de biologisch-dynamische landbouw (Demeter keurmerk). Ook Bioland en Naturland in Duitsland en Carrefour in Frankrijk hebben het gebruik van rassen die gemaakt zijn met protoplastfusie verboden. De wereldkoepelorganisatie van de biologische landbouw IFOAM noemt protoplastfusie “niet passend binnen de biologische landbouw” en pleit voor het uitbannen van deze techniek. Wat is het alternatief? Een klassieke manier om zelfbevruchting te voorkomen en zo meer uniforme rassen te krijgen is door gebruik te maken van zelfincompatibiliteit (SI). SI is natuurlijke een eigenschap die ervoor zorgt dat een plant zijn eigen stuifmeel niet accepteert. Deze eigenschap is echter niet honderd procent waterdicht en bovendien bewerkelijker dan het gebruik van CMS. Dit verklaart waarom veel zaadbedrijven zijn overgestapt op het gebruik van CMS-lijnen. Zaadbedrijven die actief zijn in de biologische sector houden bewust rekening met de bezwaren tegen protoplastfusie en brengen alleen biologisch zaad op de markt van SI rassen of rassen met natuurlijke CMS. Echter voor de genoemde gewassen zijn nog maar weinig geschikte SI rassen op de markt en er wordt door zaadbedrijven ook bijna niet meer geïnvesteerd in de ontwikkeling van nieuwe SI rassen. Bij witlof gebeurt dit zelfs helemaal niet meer. Biologische telers geven aan dat er voor sommige gewassen onvoldoende geschikte SI rassen op de markt zijn om een volledig seizoen (jaarrond) te telen. Ook voldoen veel SI rassen niet aan de uniformiteiteisen van afnemers. Wat moet er gebeuren? Om er voor te zorgen dat biologische telers voldoende keuze hebben en houden in geschikte kool en witlof rassen die niet gemaakt zijn met protoplastfusie moet er geïnvesteerd worden in de veredeling van nieuwe biologische rassen.