Facelift - Welkom bij MKA

advertisement
Wij verzoeken u bij uw eerste bezoek aan de MKA-chirurg het volgende mee
te nemen:
- Geldig identiteitsbewijs
- Inschrijving zorgverzekeraar
- Verwijsbrief tandarts, huisarts of verwijzend specialist
- Gegevens van uw huisarts en tandarts
- Actuele medicatie lijst
Aangezichtschirurgie
Aangezichtschirurgie richt zich op het herstel van het aangezicht in geval van
een aangeboren afwijking, een ongeval, een behandeling van een tumor in het
hoofd- halsgebied, een uitgebreide infectie of als gevolg van veroudering en
verandering van de huid. Bovendien kan een MKA-chirurg een cosmetische
verbetering van het gezicht realiseren.
- Correctie van afstaande oren (flaporen)
Een flapoor of aanstaand oor is een aangeboren misvorming van het kraakbeen
van het oor. Vanaf ongeveer zeven jaar kan een flapoorcorrectie plaats vinden
waarbij de vorm en/of de stand van het oor kan worden gecorrigeerd.
De behandeling
Bij kinderen zal de ingreep meestal in narcose plaats vinden en bij volwassenen
kan de ingreep ook onder plaatselijke verdoving. Over het algemeen wordt het
sneetje achter het oor gemaakt, zodat het litteken niet zichtbaar zal zijn.
Na de behandeling
Na de operatie wordt er een verband aangebracht dat ongeveer één week moet
blijven zitten. Vervolgens is het nodig om enkele weken pleisters of een
hoofd/zweetband te dragen om het oor in de juiste stand te laten genezen.
- Facelift
Een facelift is het strak trekken van plooien en rimpels van het gezicht. Een
ouder wordende huid verliest de elasticiteit en kan bovendien droger, dunner en
gerimpelder worden. Factoren als intensieve en langdurige blootstelling aan
zonlicht, roken en stress kunnen het verouderingsproces van de huid versnellen.
Met een facelift kan de kaakrand verstrakt worden (minilift), de hals, de wangen
en de kaakrand (facelift en neklift) of het hele gezicht (complete facelift
inclusief het voorhoofd).
De behandeling
Bij een facelift wordt een sneetje voor het oor gemaakt, zodat de huid kan
worden losgemaakt van het onderhuidse bind- en spierweefsel. Door de huid aan
te trekken in de richting van het oor en de haargrens zal de huid er veel strakker
uit gaan zien. Na het strak trekken van de huid wordt de overtollige huid
weggesneden en de huid gehecht. Voor behandeling van de wangen,
mondhoeken en neus/lipplooi kan er een sneetje tot de haarlijn worden
gemaakt. Een facelift vindt doorgaans plaats onder algehele narcose. Meestal
gebeurt het in dagbehandeling, maar in sommige gevallen kan opname in het
ziekenhuis voor één tot twee dagen nodig zijn. De ingreep duurt ongeveer twee
tot vier uur.
Na de behandeling
Na de operatie wordt een verband om het gezicht aangebracht en in sommige
gevallen ook gedurende één tot twee dagen een drain (slangetje) om het
wondvocht op te vangen. Door de ingreep zal het gezicht gezwollen zijn en
verkleurd als gevolg van een bloeduitstorting. Na drie tot vier weken is het
eerste resultaat van de facelift zichtbaar. Het eindresultaat echter pas na drie
tot zes maanden.
Zie ook: patiënteninformatie ‘Facelift’
- Huidcorrectie
De meeste huidafwijkingen of vlekken in het gezicht zijn onschuldig en worden
verwijderd om esthetische redenen. Als er twijfel bestaat over de aard van de
afwijking zal een stukje weefsel worden afgenomen voor verder microscopisch
onderzoek (een biopt).
De behandeling
De correctie van een huidafwijking gebeurt doorgaans onder lokale verdoving.
Nadat het afgesproken stuk huid is weggesneden, wordt de wond gehecht om de
huidranden naar elkaar toe te brengen voor een adequate genezing.
Na de behandeling
De hechtingen worden afhankelijk van de locatie en de grootte van de
verwijderde plek na vijf tot zeven dagen verwijderd. Een eventueel ontstane
bloeduitstorting of zwelling verdwijnt na enkele dagen.
Zie ook: patiënteninformatie ‘Littekencorrectie’
- Injectables (Botox®/fillers)
Met injectables van botuline toxine (Botox®) en hyaluronzuur kan het gezicht
een jeugdige uitstraling terugkrijgen door het verlies van volume aan te vullen
en door spierspanning gerelateerde rimpels te ontspannen.
Botox®
Botox® is een eiwit dat als geneesmiddel twee effecten heeft: ten eerste
blokkeert het de prikkeloverdracht van zenuwen naar spieren waardoor de
beweging van spieren wordt verminderd of stopt. Ook kan het de zenuwen die de
zweetklieren aansturen blokkeren. Dit voorkomt dat de klieren zweet
produceren. In de cosmetische geneeskunde wordt Botox® gebruikt voor de
bestrijding van rimpels.
Veel rimpels in het gelaat ontstaan door het samentrekken van oppervlakkige
spiertjes vlak onder de huid (de mimische spieren). De rimpels blijven zichtbaar
in de huid, ook wanneer de spieren niet aangespannen zijn. Ze zijn het meest
uitgesproken in de fronsregio, op het voorhoofd en aan weerszijden van de ogen
(de kraaienpootjes). De Botox® behandeling helpt om rimpels te verzachten en
te voorkomen.
De behandeling
Een behandeling met Botox® wordt als een ontspannen gevoel ervaren in de
regio’s waar het wordt ingespoten. De behandeling duurt ongeveer 20 minuten.
Bij het inspuiten van Botox® is een verdoving niet nodig, de injectienaalden die
gebruikt worden zijn heel dun en de patiënt voelt alleen een klein prikje.
Na de behandeling
Het effect is enkele dagen na de behandeling al zichtbaar en is na 10 dagen
optimaal. Afhankelijk van de sterkte van de spieren en de behandelde zone blijft
het resultaat 3 tot 6 maanden zichtbaar. De duur van het effect wordt langer
naarmate een bepaalde spiergroep vaker wordt behandeld. Om een optimaal
resultaat te behouden op lange termijn is het belangrijk dat de spieren opnieuw
behandeld worden voordat ze hun volledige sterkte hebben terug gekregen en
weer zorgen voor rimpels.
De huid kan direct na de behandeling rood of gezwollen zijn, maar dit trekt
binnen enkele uren weer weg. De patiënt kan na de behandeling direct naar
huis. Het kan helpen om de eerste 2 uur na de inspuiting de spieren in het
behandelde gebied zoveel mogelijk te gebruiken. Dit kan door de wenkbrauwen
te fronzen, op te trekken of uw lachspieren te gebruiken. Vermijd wrijven op of
het masseren van de behandelde zones gedurende 24 uur na uw behandeling (let
op met het verwijderen van make-up!). De eerste 2 uren na de behandeling kunt
u beter niet gaan liggen en geen inspannend werk doen. U mag gerust een douche
nemen en uw andere dagelijkse activiteiten uitvoeren. Gedurende 24 uur na de
behandeling mag u niet zonnebaden, onder de zonnebank of in de sauna gaan.
Risico’s en complicaties
Er kan een klein bultje zichtbaar zijn na de behandeling, dit verdwijnt binnen
enkele uren na de behandeling. Soms wordt er bij het prikken een bloedvaatje
geraakt waardoor een kleine bloeduitstorting kan ontstaan. Soms vermelden
patiënten een lichte hoofdpijn de eerste dagen na de behandeling, ook deze
verdwijnt spontaan. Er zijn bij het gebruik van Botox® in het algemeen geen
complicaties. Er worden lage doseringen gebruikt waardoor allergische reacties
achterwege blijven. Zwangere vrouwen en mensen met een spier of zenuw
aandoening mogen niet worden behandeld.
Een zeer klein gedeelte van de bevolking (1 tot 2 %) heeft antistoffen tegen
Botox®, bij deze mensen heeft de behandeling geen of onvoldoende effect.
Hyaluronzuur
Juvéderm® en Restylane® zijn stoffen waarin hyaluronzuur is verwerkt.
Hyaluronzuur komt van nature voor in de jonge huid en zorgt ervoor dat de huid
water kan vasthouden. Dit geeft de huid een jeugdig en gezond uiterlijk. Het
hyaluronzuur is synthetisch gemaakt. Het is veilig om te gebruiken, omdat het
bijna identiek is aan het hyaluronzuur dat van nature in de huid voorkomt. Het
kan worden gebruikt om rimpels te verzachten of om de gezichtscontouren of de
lippen te benadrukken.
De behandeling
Hyaluronzuur wordt in kleine hoeveelheden met een zeer fijne naald in de huid
geïnjecteerd. In sommige gevallen wordt de gel net onder de huid geïnjecteerd.
Hyaluronzuur is zeer precies te doseren en kan gericht volumeherstel of
verandering geven. Verdoving is (behalve bij het inspuiten van de lippen) meestal
niet nodig. Aan Juvéderm® en Restylane® is een verdovingsstof toegevoegd,
tijdens de behandeling zorgt dit er voor dat het gebied wat behandeld wordt in
lichte mate verdoofd raakt.
Na de behandeling
De huid kan direct na de behandeling rood of gezwollen zijn, maar dit trekt na
enkele uren weer weg. Na de behandeling heeft de patiënt doorgaans geen pijn
en kunnen de normale dagelijkse bezigheden worden hervat. Vermijd wrijven op
of het masseren van de behandelde zones de eerste 24 uur na de behandeling.
Gedurende 24 uur na de behandeling mag de patiënt niet zonnebaden, onder de
zonnebank of in de sauna gaan.
Het effect is direct na de behandeling al duidelijk zichtbaar. Door de verdoving
en/of zwelling kan de eerste dagen na de behandeling het eindresultaat nog niet
goed worden beoordeeld. Pas na zes weken is het maximale resultaat bereikt. In
deze eerste 6 weken trekt nog vocht aan uit de omgeving waardoor het effect tot
10% toeneemt. Omdat hyaluronzuur een lichaamseigen stof is, wordt het
langzaam door het lichaam afgebroken. Dit betekent dat na 6 tot 12 maanden het
effect nagenoeg geheel verdwenen is. In gebieden met veel spieractiviteit, zoals
de lippen, zal het effect 6 tot 8 maanden zichtbaar zijn. In gebieden met minder
spieractiviteit, zoals de jukbeenregio, kan het wel 12 maanden aanhouden. Voor
een optimaal resultaat moet soms na enkele weken nog een klein beetje
hyaluronzuur worden bij gespoten.
Risico’s en complicaties
Soms wordt er bij het prikken een bloedvaatje geraakt waardoor een kleine
bloeduitstorting kan ontstaan. Er zijn bij het gebruik van Hyaluronzuur over het
algemeen geen complicaties. Het is geen permanente filler. Bij elke inspuiting
bestaat het risico op infectie, deze is echter kleiner dan 0.1 %. Het inspuiten van
hyaluronzuur op een plaats waar in het verleden een andere (permanente) filler
is ingespoten, kan een ontstekingsreactie uitlokken. Om deze reden injecteren
wij alleen op plaatsen waar niet eerder een andere filler is geïnjecteerd, met
uitzondering van een ander hyaluronzuur.
- Jukbeenvergroting
Soms is het wenselijk om de projectie (uitsteken) van het jukbeen te vergroten.
Hoge jukbeenderen worden als mooi ervaren en ze stralen jeugdigheid uit. Een
vergroting van het jukbeen kan als onderdeel van een kaakstandcorrectie
worden uitgevoerd of bijvoorbeeld na een ongeval waarbij er een asymmetrie is
ontstaan.
De behandeling
De operatie vindt plaats via de mond en laat dus geen zichtbare littekens achter.
Er kan gekozen worden voor een implantaat en in sommige gevallen voor een
verbreding door middel van het aanbrengen van een zaagsnede in het jukbeen.
- Kincorrectie
Bij onderontwikkeling of asymmetrie van de kin kan door middel van het
verplaatsen van de kin of een correctie van het kinbot een vergroting van de kin
worden verkregen (Afbeelding 1). Dergelijke ingrepen vinden plaats in algehele
narcose, waarbij het litteken aan de binnenzijde van de onderlip is gelegen.
Soms wordt een verplaatsing van de kin gecombineerd met een neuscorrectie of
liposuctie van de hals.
Afbeelding 1 Kincorrectie
- Lipcorrectie
Indien er sprake is van een dunne boven en/of onderlip is het mogelijk om door
middel van zogenaamde fillers (injectables) een volumevergroting te verkrijgen.
De fillers die worden ingespoten zijn op basis van hyaluronzuur, een stof die van
nature in de huid voorkomt. Naarmate men ouder wordt, neemt de productie
van het lichaamseigen hyaluronzuur af. Het inspuiten van een filler op basis van
hyaluronzuur vult dit verlies aan en zorgt voor een toename van het volume van
de lip. Gemiddeld genomen is het effect van een dergelijke filler 6 tot 9
maanden zichtbaar. Indien u een permanent resultaat wenst, bestaat de
mogelijkheid om een siliconen implantaat in te brengen. Verder is het mogelijk
om een lange bovenlip in te korten en een dikke lip dunner te maken.
De behandeling
De behandeling met hyaluronzuur duurt ongeveer 20 minuten (zonodig kan de lip
worden verdoofd). Doormiddel van injecties in de lip op zorgvuldig gekozen
plaatsen, zal de lip met hyaluronzuur gevuld worden. Bij het plaatsen van een
siliconen implantaat, dat zeer goed met plaatselijke verdoving is uit te voeren,
wordt een tunnel gemaakt in de lip waarna het implantaat kan worden
ingebracht.
Het verkorten van de bovenlip of dunner maken van een dikke lip kan over het
algemeen onder plaatselijke verdoving worden gedaan, waarbij de wond veelal
aan de binnenzijde van de lip is gelegen of op een nauwelijks zichtbare plek.
Na de behandeling
Gemiddeld genomen is het effect van een dergelijke filler 6 tot 9 maanden
zichtbaar. Indien u dat wenst kan de behandeling worden herhaald.
- Littekencorrectie
Littekens kunnen ontstaan bij beschadiging van de huid als gevolg van een
operatie, een ongeval of een brandwond. Littekens kunnen na verloop van tijd
dik worden (hypertrofisch) of er kan overmatige littekenvorming ontstaan. Een
littekencorrectie kan het litteken minder opvallend maken, maar nooit volledig
laten verdwijnen.
De behandeling
Bij een littekencorrectie wordt getracht de vorm te verbeteren. De meeste
littekencorrecties vinden plaats onder lokale verdoving.
Na de behandeling
Na de littekencorrectie zal moet u er rekening mee houden dat de littekens
langere tijd dik, rood, jeukend en zelfs pijnlijk kunnen zijn. Een vers litteken is
pas na ongeveer één jaar rustig.
Zie ook: patiënteninformatie ‘Littekencorrectie’
- Mondhoeklift
Veel mensen hebben last van hun mondhoeken, vooral tijdens koude en droge
perioden. De mondhoeken raken licht ontstoken en worden dan droog, rood en
gevoelig. Dit noemt men cheilitis angularis. Cheilitis angularis kan door
meerdere oorzaken ontstaan. Vaak is het een gevolg van een schimmelinfectie
(candida), maar ook een bacteriële infectie, verminderde beethoogte, kwijlen
en buiten of likken van de lippen kunnen oorzaken zijn.
De behandeling
Een aangetoonde schimmelinfectie kan behandeld worden met een
anti-schimmelzalf. Daarnaast wordt er gelet op beethoogte, vooral bij mensen
die een prothese dragen. Een verminderde beethoogte veroorzaakt een plooi in
de mondhoek, waar speeksel zich verzamelt en zo irritatie geeft. Verbetering
van de beethoogte lost dit probleem op.
In sommige gevallen is dit niet voldoende en kan een mondhoeklift uitkomst
bieden. Bij de mondhoeklift wordt er een stukje huid ter plaatse van de
mondhoek verwijderd en wordt het lippenrood gelift. De plooi wordt daardoor
minder diep. De ingreep kan onder plaatselijke verdoving op de polikliniek plaats
vinden.
Indien de patiënt ook wat vollere lippen wil, kan er ook nog overwogen worden
om de mondhoeklift te combineren met een bovenliplift. Er wordt dan een
stukje huid onder de neus verwijderd om de bovenlip wat op te trekken. De door
het ouder worden verlengde bovenlip wordt daardoor korter en het lippenrood
draait weer naar buiten. De patiënt heeft zo een jonger uiterlijk en minder
klachten.
Na de behandeling
Het litteken is na de ingreep wat rood. Na enkele weken/maanden verdwijnt de
roodheid en is er slechts een klein litteken zichtbaar.
Zie ook: patiënteninformatie ‘Actinische cheilitis’
- Neuscorrectie
Een neuscorrectie is een operatie ter correctie van de vorm van de neus. Een
neuscorrectie kan worden uitgevoerd om de neus te verkleinen, de vorm van de
neuspunt te verbeteren, een bochel van de neusrug te verwijderen en/of een
scheefstaande neus recht te zetten. Verder is het mogelijk om functionele
klachten te verminderen zoals frequente neusverstopping.
De behandeling
Bij een neuscorrectie worden meestal geen uitwendige huidsneden gemaakt. De
operatie vindt plaats onder algehele narcose.
Na de behandeling
Soms is een overnachting na de operatie wenselijk. In een aantal gevallen kan
een tweede operatie noodzakelijk zijn voor aanvullende correcties.
Zie ook: patiënteninformatie ‘Neuscorrectie’
- Ooglid-, wenkbrauw- of voorhoofdcorrectie
Een ooglidcorrectie is een ingreep waarbij een teveel aan huid-, spier- en soms
vetweefsel van het boven- en/of onderooglid weggenomen wordt. Klachten over
de bovenoogleden betreffen over het algemeen het hangen van de oogleden
waardoor de huid op de wimpers rust. Bij de onderoogleden is er meestal sprake
van zogenaamde wallen. Deze ontstaan doorgaans door een teveel aan
vetweefsel en huid. In beide gevallen krijgt het gezicht een vermoeide
uitdrukking.
De behandeling
Bij een correctie van het bovenooglid wordt een stukje huid, spier en soms wat
vet weggehaald in de plooi boven het oog. De huid wordt opnieuw gespannen en
de hechtingen worden aangebracht in de plooi van het bovenooglid, zodat een
litteken niet of nauwelijks zichtbaar is. Bij correctie van het onderooglid worden
huid, spier en soms enig vet van het onderooglid verwijderd. De meeste
correcties vinden plaats onder lokale verdoving.
Na de behandeling
Een litteken is na de ingreep niet of nauwelijks zichtbaar. Na 5 tot 7 dagen
worden de hechtingen verwijderd. Als gevolg van een bloeduitstorting kan het
gebied rondom het oog verkleuren. Dit trekt na ongeveer 10 dagen weg. Soms is
het niet mogelijk om met alleen een correctie van het bovenooglid een gewenst
effect te bereiken. Het kan dan nodig zijn om ook een correctie van de
wenkbrauw of het voorhoofd uit te voeren.
Zie ook: patiënteninformatie ‘Ooglidcorrectie op de polikliniek’
Aangezichtspijn
Aangezichtspijn is een pijn die vaak afkomstig is van stoornissen van de
hersenzenuwen en/of bloedvaten. Ook verschillende soorten van hoofdpijn
vallen onder aangezichtspijnen. De aangezichtspijn is vaak bijzonder belastend
voor de patiënt en een afdoende behandeling volstaat vaak niet. Hoofdpijn kent
verschillende vormen zoals spanningshoofdpijn (de strakke band om het hoofd),
migraine (vaak gepaard met misselijkheid, braken en gezichtsstoornissen),
clusterhoofdpijn (aanvalsgewijs heftige hoofdpijn vooral rond de ogen en bij de
slapen) en hoofdpijn tengevolge van een ontsteking aan de slagaderen van de
slapen (arteriële hoofdpijn). Aangezichtspijnen uitgaande van de zenuwen gaan
vooral uit van de vijfde hersenzenuw (trigeminusneuralgie), maar kunnen ook
optreden in de tong en slokdarm. Aangezichtspijn na een virus (herpes zoster)
infectie komt eveneens regelmatig voor. Ook tongbranden (losso- of
stomatodynie) behoort tot de categorie aangezichtspijnen. Tenslotte gaan vele
psychiatrische beelden gepaard met het ervaren van pijnklachten in het gezicht.
De behandeling
De bestrijding van de pijn gebeurt doorgaans met behulp van medicijnen.
Daarnaast kunnen zogenaamde pijnblokkades door injecties worden toegepast.
De behandelingen vinden vaak in teamverband plaats. De eigen huisarts,
MKA-chirurgen, neurologen en anesthesiologen (pijnteam) hebben allen een rol
bij de diagnose en behandeling. Ontstekingen moeten worden behandeld. Goed
overleg tussen de MKA-chirurg en de andere artsen is van doorslaggevend belang.
Abces
Een abces is een nieuw ontstane holte met pus in het lichaam. Een abces kan
overal in het hoofd-halsgebied voorkomen, bijvoorbeeld in de mond of in de
hals.
Oorzaak
Een abces ontstaat als gevolg van een infectie in het weefsel door een bacterie,
parasiet of een vreemd lichaam. Dit zorgt voor een ontstekingsreactie van het
lichaam waarbij verschillende cellen voor de afweer zorgen. Er ontstaat een
holte waar deze cellen en afvalstoffen zich ophopen. Enkele voorbeelden in het
hoofd-halsgebied zijn:
- Een gat in een tand of kies
- Ontsteking van het tandvlees
- Na een operatie
- Ontsteking van een lymfeklier
Klachten/symptomen
Een abces kan de volgende klachten veroorzaken:
- Zwelling, roodheid, pijn en warmte ter plaatse
- Koorts
- Misselijkheid
- Zweten
- Ziek voelen
- Afhankelijk van de locatie kan het ook de mondopening, het slikken of
ademhalen bemoeilijken
Behandeling
Een abces in het hoofd-halsgebied kan zich in sommige gevallen snel uitbreiden
naar de hals en de ademhaling bemoeilijken. Het is daarom van belang om
patiënten met een abces snel te zien en zonodig te behandelen.
Bij een abces in de mondholte zal op de polikliniek, na plaatselijke verdoving,
een kleine snee (incisie) in het abces gemaakt worden om het pus te laten
ontlasten. Vervolgens zal de holte gespoeld worden om zoveel mogelijk pus te
verwijderen. Om te voorkomen dat de wond dicht zal groeien, wordt een drain
aangebracht. Hierdoor kan in de dagen na de behandeling het laatste pus ook uit
de holte. Meestal wordt de drain na 1-3 dagen verwijderd.
Als het abces zich in de hals bevindt, dan is vaak een operatie onder algehele
narcose nodig. De behandeling is verder hetzelfde als bij een abces in de
mondholte.
Na de behandeling
Algemene informatie na een behandeling bij de MKA-chirurg:
- Zwelling: door de behandeling kan uw wang drie tot vijf dagen behoorlijk
gezwollen zijn. De zwelling is meestal maximaal op de 2de of 3de dag en daarna
wordt het langzaam minder. Door de zwelling kan de mondopening beperkt zijn.
Soms is er ook een bloeduitstorting, waarbij de wang kan verkleuren. Dit trekt
vanzelf weg. Vermijd zon/warmte, hierdoor kan de zwelling toenemen. Door de
eerste uren na de behandeling de wang te koelen, kan de zwelling verminderd
worden.
- Pijn: een eventuele plaatselijke verdoving is meestal na twee tot vier uur
uitgewerkt. Vaak krijgt u een recept voor pijnstillers mee. Indien dit niet het
geval is, neem dan paracetamol volgens voorschrift op de verpakking, maximaal
3x per dag 1000mg.
- Koorts: een algemeen gevoel van ziek zijn en koorts is de eerste dagen
normaal. Krijgt u hoge koorts boven de 39 graden of houdt de koorts langer dan 5
dagen aan, neem dan contact op met de polikliniek MKA-chirurgie.
- Voeding: de eerste zes uur na de ingreep mag u geen zeer warme of koude
dranken gebruiken. De wond kunt u ontzien door de eerste dagen na de ingreep
geen hard voedsel te gebruiken.
- Verzorging/hygiëne: een goede mondhygiëne is zeer belangrijk voor een goed
herstelproces. De wond geneest het beste wanneer het bloed goed kan stollen.
Daarom mag u de eerste dag de mond niet spoelen. Vanaf de tweede dag kunt u
meestal weer normaal poetsen met een zachte tandenborstel, echter heel
voorzichtig in de buurt van de wond. Is het poetsen lastig omdat u uw mond niet
goed kunt openen, dan kunt u ook spoelen met een glas lauwwarm water met
daarin opgelost een halve theelepel keukenzout. Het kan zijn dat u een recept
voor een spoelmiddel hebt gekregen. Volgt u dan de gebruiksaanwijzingen van
de apotheek.
- Roken: roken (en het gebruik van alcohol) worden de eerste vier dagen sterk
afgeraden. Roken is slecht voor de wondgenezing.
Afsluiten gat bovenkaak (antrumperforatie)
Een antrumperforatie (open antrum) is een open verbinding tussen de mondholte
en kaakholte. De kaakholte wordt ook wel de sinus maxillaris of neusbijholte
genoemd. Een antrumperforatie is meestal het gevolg van het trekken van een
kies in de bovenkaak. Er ontstaat een gat, omdat de wortel van de kies uitsteekt
in de kaakholte.
Klachten/symptomen
Na het trekken van een kies in de bovenkaak vraagt de MKA-chirurg meestal om
voorzichtig op de neus te blazen, terwijl de neus wordt dicht geknepen. Als er
een antrumperforatie is, dan is er een sissend geluid hoorbaar. In sommige
gevallen komt de antrumperforatie pas later aan het licht, bijvoorbeeld als de
wond niet goed wil genezen en ontstoken raakt. In dat geval dient u zelf de
MKA-chirurg te raadplegen.
Behandeling
Bij het ontdekken van een antrumperforatie na het trekken van een kies in de
bovenkaak, wordt de open verbinding direct gesloten door het tandvlees te
bedekken en dicht te hechten. Als de perforatie pas later aan het licht komt
door een ontsteking, dan zal eerst met behulp van spoelen en soms aanvullende
antibiotica de ontsteking tot rust gebracht worden. Als de wond rustig is, dan
kan de perforatie alsnog gehecht worden.
Na de behandeling
De verbinding tussen de mondholte en de neusholte is gesloten. U mag daarom
twee weken geen druk op de neus zetten (‘blaas/snuitverbod’), omdat anders de
verbinding weer open kan gaan. U mag dus niet snuiten, persen of bijvoorbeeld
een blaasinstrument bespelen.
Algemene informatie na een behandeling bij de MKA-chirurg:
- Zwelling: door de behandeling kan uw wang drie tot vijf dagen behoorlijk
gezwollen zijn. De zwelling is meestal maximaal op de 2de of 3de dag en daarna
wordt het langzaam minder. Door de zwelling kan de mondopening beperkt zijn.
Soms is er ook een bloeduitstorting, waarbij de wang kan verkleuren. Dit trekt
vanzelf weg. Vermijd zon/warmte, hierdoor kan de zwelling toenemen. Door de
eerste uren na de behandeling de wang te koelen, kan de zwelling verminderd
worden.
- Pijn: een eventuele plaatselijke verdoving is meestal na twee tot vier uur
uitgewerkt. Vaak krijgt u een recept voor pijnstillers mee. Indien dit niet het
geval is, neem dan paracetamol volgens voorschrift op de verpakking, maximaal
3x per dag 1000mg.
- Koorts: een algemeen gevoel van ziek zijn en koorts is de eerste dagen
normaal. Krijgt u hoge koorts boven de 39 graden of houdt de koorts langer dan 5
dagen aan, neem dan contact op met de polikliniek MKA-chirurgie.
- Voeding: de eerste zes uur na de ingreep mag u geen zeer warme of koude
dranken gebruiken. De wond kunt u ontzien door de eerste dagen na de ingreep
geen hard voedsel te gebruiken.
- Verzorging/hygiëne: een goede mondhygiëne is zeer belangrijk voor een goed
herstelproces. De wond geneest het beste wanneer het bloed goed kan stollen.
Daarom mag u de eerste dag de mond niet spoelen. Vanaf de tweede dag kunt u
meestal weer normaal poetsen met een zachte tandenborstel, echter heel
voorzichtig in de buurt van de wond. Is het poetsen lastig omdat u uw mond niet
goed kunt openen, dan kunt u ook spoelen met een glas lauwwarm water met
daarin opgelost een halve theelepel keukenzout. Het kan zijn dat u een recept
voor een spoelmiddel hebt gekregen. Volgt u dan de gebruiksaanwijzingen van
de apotheek.
- Roken: roken (en het gebruik van alcohol) worden de eerste vier dagen sterk
afgeraden. Roken is slecht voor de wondgenezing.
Zie ook: patiënteninformatie ‘Opening naar de kaakholte (antrumperforatie)’
Botankers
Een botanker is een titanium plaatje met een haakje dat met twee of drie
schroeven wordt bevestigd aan de boven- of onderkaak (Afbeelding 1). Botankers
worden gebruikt als ondersteuning bij de orthodontische behandeling. Het
haakje reikt uit het tandvlees en hieraan kan een elastiek, draad of veer naar de
beugel worden getrokken om kracht uit te oefenen op de tanden of kiezen. De
botankers zijn vanaf de buitenkant niet zichtbaar.
De behandeling
Het plaatsen van botankers vindt meestal onder plaatselijke verdoving plaats. In
sommige gevallen kan het ook in algehele narcose. Zodra de verdoving is
ingewerkt zet de MKA-chirurg een kleine snee in het tandvlees en schuift het
plaatje tussen het tandvlees en het bot. Vervolgens wordt het plaatje
vastgemaakt met schroeven en het tandvlees weer dichtgehecht. Alleen het
haakje komt door het tandvlees naar buiten. De behandeling duurt ongeveer 30
minuten. Tijdens de ingreep kunnen één of meerdere botankers geplaatst
worden.
Na de behandeling
Ongeveer één week na het plaatsen kan de orthodontist de botankers gaan
gebruiken.
Algemene informatie na een behandeling bij de MKA-chirurg:
- Zwelling: door de behandeling kan uw wang drie tot vijf dagen behoorlijk
gezwollen zijn. De zwelling is meestal maximaal op de 2de of 3de dag en daarna
wordt het langzaam minder. Door de zwelling kan de mondopening beperkt zijn.
Soms is er ook een bloeduitstorting, waarbij de wang kan verkleuren. Dit trekt
vanzelf weg. Vermijd zon/warmte, hierdoor kan de zwelling toenemen. Door de
eerste uren na de behandeling de wang te koelen, kan de zwelling verminderd
worden.
- Pijn: een eventuele plaatselijke verdoving is meestal na twee tot vier uur
uitgewerkt. Vaak krijgt u een recept voor pijnstillers mee. Indien dit niet het
geval is, neem dan paracetamol volgens voorschrift op de verpakking, maximaal
3x per dag 1000mg.
- Koorts: een algemeen gevoel van ziek zijn en koorts is de eerste dagen
normaal. Krijgt u hoge koorts boven de 39 graden of houdt de koorts langer dan 5
dagen aan, neem dan contact op met de polikliniek MKA-chirurgie.
- Voeding: de eerste zes uur na de ingreep mag u geen zeer warme of koude
dranken gebruiken. De wond kunt u ontzien door de eerste dagen na de ingreep
geen hard voedsel te gebruiken.
- Verzorging/hygiëne: een goede mondhygiëne is zeer belangrijk voor een goed
herstelproces. De wond geneest het beste wanneer het bloed goed kan stollen.
Daarom mag u de eerste dag de mond niet spoelen. Vanaf de tweede dag kunt u
meestal weer normaal poetsen met een zachte tandenborstel, echter heel
voorzichtig in de buurt van de wond. Is het poetsen lastig omdat u uw mond niet
goed kunt openen, dan kunt u ook spoelen met een glas lauwwarm water met
daarin opgelost een halve theelepel keukenzout. Het kan zijn dat u een recept
voor een spoelmiddel hebt gekregen. Volgt u dan de gebruiksaanwijzingen van
de apotheek.
- Roken: roken (en het gebruik van alcohol) worden de eerste vier dagen sterk
afgeraden. Roken is slecht voor de wondgenezing.
Afbeelding 1 Plaatsen van botankers
Chirurgische kaakstandcorrectie
- Correctie boven- en/of onderkaak
Een goede kaakstand is belangrijk voor de functie van de kaken en het gebit. Als
de tanden en kiezen niet goed op elkaar passen, kunnen er problemen ontstaan
bij het afbijten en kauwen. De chirurgische kaakstandcorrectie is een operatie
die een afwijkende stand van de kaak corrigeert. Dit gaat bijna altijd gepaard
met een orthodontische (beugel) voor- en/of nabehandeling. Zo komt er een
nieuw evenwicht tussen de kauwspieren, de tanden en kiezen, de luchtwegen en
het profiel van het gezicht. De orthodontist is over het algemeen de regisseur
van een dergelijk behandeltraject, dat soms wel 2 jaar kan duren. De
behandeling vindt plaats in teamverband: MKA-chirurg, orthodontist, de (eigen)
tandarts en soms een psycholoog.
Wanneer is een chirurgische kaakcorrectie nodig?
Soms lukt het met een beugelbehandeling niet om een onregelmatige stand van
tanden en/of kiezen volledig te corrigeren. Dit kan komen door een afwijkende
stand van boven- en/of onderkaak. Een operatie kan dan nodig zijn. Ook kan
afbijten, kauwen, lipsluiting, spraak en slikken door een operatie verbeteren.
Het is mogelijk dat een chirurgische kaakstandcorrectie om cosmetische redenen
wordt uitgevoerd. Meestal worden deze kaakstandcorrecties alleen gedaan bij
mensen die volgroeid zijn (vanaf 17 à 18 jaar).
Vóór de behandeling
Eerst zal er bijna altijd een orthodontische behandeling plaatsvinden. De vaste
(slotjes)beugel die daarbij wordt gebruikt, moet meestal na de operatie nog
enige tijd worden gedragen. Bij de behandeling zijn een tandarts, een
orthodontist en een MKA-chirurg betrokken. Het hele orthodontisch-chirurgische
traject duurt ongeveer 2 tot 2,5 jaar. In de aanloop naar een operatie worden
moderne, 3D en simulatie, technieken gebruikt voor de planning.
De behandeling
De operatie vindt plaats in narcose en duurt, afhankelijk van de afwijking, één
tot enkele uren. De MKA-chirurg legt het verloop van de operatie nog eens uit en
de anesthesioloog bespreekt de gang van zaken rond de narcose. Het soort
operatie dat uitgevoerd moet worden, hangt af van de stand van de kaak. In alle
gevallen moet een snee in het bot worden gemaakt, zodat de kaak of een deel
ervan kan worden verschoven. Het kan gaan om een verlenging/verkorting van
de onderkaak (Afbeelding 1), bovenkaak (Afbeelding 2) of gecombineerd. De
operatie gebeurt meestal volledig in de mond, zodat geen littekens buiten de
mond ontstaan. Wanneer het toch nodig is een snede in de huid te maken zal dit
zo onopvallend mogelijk in de huidplooien worden gedaan. Meestal zal dit van
tevoren besproken worden.
Na de behandeling
Na de operatie blijft de patiënt nog één tot twee dagen in het ziekenhuis. De
kaken zijn na de operatie doorgaans vrij beweegbaar (tegenwoordig worden
kaken zelden nog aan elkaar gefixeerd). De napijn is kortdurend en goed te
bestrijden. Wat betreft eten zal eerst gestart worden met dik vloeibaar voedsel,
gevolgd door zacht voedsel en na ongeveer 4-6 weken kan voorzichtig vast
voedsel geprobeerd worden. De zwelling is meestal tot een week na de operatie
hinderlijk aanwezig. Botgenezing duurt ongeveer 6 weken. De orthodontist kan
na 6 weken (soms al eerder) de beugelbehandeling voortzetten. Het is per
patiënt verschillend hoe lang dit nog nodig is. Omdat kaakstandcorrecties soms
ingrijpende gelaatsveranderingen bewerkstelligen, kan de patiënt zich onzeker
gaan voelen of voor teleurstellingen komen te staan. Daarom kan het (liefst
vooraf) inschakelen van een psycholoog gewenst zijn.
Algemene informatie na een behandeling bij de MKA-chirurg:
- Zwelling: door de behandeling kan uw wang drie tot vijf dagen behoorlijk
gezwollen zijn. De zwelling is meestal maximaal op de 2de of 3de dag en daarna
wordt het langzaam minder. Door de zwelling kan de mondopening beperkt zijn.
Soms is er ook een bloeduitstorting, waarbij de wang kan verkleuren. Dit trekt
vanzelf weg. Vermijd zon/warmte, hierdoor kan de zwelling toenemen. Door de
eerste uren na de behandeling de wang te koelen, kan de zwelling verminderd
worden.
- Pijn: een eventuele plaatselijke verdoving is meestal na twee tot vier uur
uitgewerkt. Vaak krijgt u een recept voor pijnstillers mee. Indien dit niet het
geval is, neem dan paracetamol volgens voorschrift op de verpakking, maximaal
3x per dag 1000mg.
- Koorts: een algemeen gevoel van ziek zijn en koorts is de eerste dagen
normaal. Krijgt u hoge koorts boven de 39 graden of houdt de koorts langer dan 5
dagen aan, neem dan contact op met de polikliniek MKA-chirurgie.
- Voeding: de eerste zes uur na de ingreep mag u geen zeer warme of koude
dranken gebruiken. De wond kunt u ontzien door de eerste dagen na de ingreep
geen hard voedsel te gebruiken.
- Verzorging/hygiëne: een goede mondhygiëne is zeer belangrijk voor een goed
herstelproces. De wond geneest het beste wanneer het bloed goed kan stollen.
Daarom mag u de eerste dag de mond niet spoelen. Vanaf de tweede dag kunt u
meestal weer normaal poetsen met een zachte tandenborstel, echter heel
voorzichtig in de buurt van de wond. Is het poetsen lastig omdat u uw mond niet
goed kunt openen, dan kunt u ook spoelen met een glas lauwwarm water met
daarin opgelost een halve theelepel keukenzout. Het kan zijn dat u een recept
voor een spoelmiddel hebt gekregen. Volgt u dan de gebruiksaanwijzingen van
de apotheek.
- Roken: roken (en het gebruik van alcohol) worden de eerste vier dagen sterk
afgeraden. Roken is slecht voor de wondgenezing.
Zie ook: patiënteninformatie ‘Kaakstandcorrectie’
Zie ook: patiënteninformatie ‘Voeding na een kaakoperatie’
Afbeelding 1 Verlenging van de onderkaak
Afbeelding 2 Verlenging van de bovenkaak
- Jukbeenvergroting
Soms is het wenselijk om de projectie (uitsteken) van het jukbeen te vergroten.
Hoge jukbeenderen worden als mooi ervaren en ze stralen jeugdigheid uit. Een
vergroting van het jukbeen kan als onderdeel van een kaakstandcorrectie
worden uitgevoerd of bijvoorbeeld na een ongeval waarbij er een asymmetrie is
ontstaan.
De behandeling
De operatie vindt plaats via de mond en laat dus geen zichtbare littekens achter.
Er kan gekozen worden voor een implantaat en in sommige gevallen voor een
verbreding door middel van het aanbrengen van een zaagsnede in het jukbeen.
- Kincorrectie
Bij onderontwikkeling of asymmetrie van de kin kan door middel van het
verplaatsen van de kin of een correctie van het kinbot een vergroting van de kin
worden verkregen (Afbeelding 1). Dergelijke ingrepen vinden plaats in algehele
narcose, waarbij het litteken aan de binnenzijde van de onderlip is gelegen.
Soms wordt een verplaatsing van de kin gecombineerd met een neuscorrectie of
liposuctie van de hals.
Afbeelding 1 Kincorrectie
- Corticotomie (SARME)
Het kan voorkomen dat de bovenkaak te smal is in vergelijking met de
onderkaak. Bij kinderen is het meestal mogelijk om dit te verbreden met behulp
van orthodontische apparatuur. Bij oudere patiënten zijn de kaken al verder
verbeend en hierdoor is verbreding door orthodontie vaak niet meer mogelijk.
Bij deze patiënten is het mogelijk om tijdelijke apparatuur aan te brengen ter
verbreding en de bovenkaak op een aantal plaatsen te verzwakken door middel
van botsneden. Deze ingreep wordt ook wel SARME (Surgically Assisted Rapid
Maxillary Expansion) of corticotomie genoemd.
Vóór de behandeling
Er zijn twee soorten apparatuur om de bovenkaak te verbreden: Hyrax
(Afbeelding 1) en transpalatinale distractor (TPD) (Afbeelding 2). Bij verbreding
met behulp van een Hyrax zal voor de operatie door de orthodontist de
apparatuur geplaatst worden. Bij een TPD zal de apparatuur tijdens de operatie
geplaatst worden. De techniek die gebruikt wordt is afhankelijk van de situatie
en voorkeur van de orthodontist.
De behandeling
Tijdens de operatie worden aan elke kant van de bovenkaak en in het midden
botsneden gemaakt (Afbeelding 1/2). Bij gebruik van een TPD zal tijdens de
operatie ook de apparatuur bevestigd worden in de mond. De operatie zal plaats
vinden in algehele narcose.
Na de behandeling
Ongeveer één week na de operatie heeft u een controle afspraak bij de
MKA-chirurg. Tijdens de controle zal uitgelegd worden hoe de apparatuur werkt,
zodat u zelf twee maal per dag de apparatuur uit kunt draaien. De verbreding
wordt meestal verder door de orthodontist begeleid. De apparatuur blijft een
aantal maanden in de mond aanwezig om de kaak langzaam te verbreden.
Tijdens de verbreding zal er tijdelijk ruimte tussen de voortanden ontstaan. Dit
wordt later door de orthodontist behandeld. Zodra de verbreding voltooid is, zal
de apparatuur uitgenomen worden. Bij gebruik van een Hyrax zal de orthodontist
dit doen en bij een TPD de MKA-chirurg onder plaatselijke verdoving.
Algemene informatie na een behandeling bij de MKA-chirurg:
- Zwelling: door de behandeling kan uw wang drie tot vijf dagen behoorlijk
gezwollen zijn. De zwelling is meestal maximaal op de 2de of 3de dag en daarna
wordt het langzaam minder. Door de zwelling kan de mondopening beperkt zijn.
Soms is er ook een bloeduitstorting, waarbij de wang kan verkleuren. Dit trekt
vanzelf weg. Vermijd zon/warmte, hierdoor kan de zwelling toenemen. Door de
eerste uren na de behandeling de wang te koelen, kan de zwelling verminderd
worden.
- Pijn: een eventuele plaatselijke verdoving is meestal na twee tot vier uur
uitgewerkt. Vaak krijgt u een recept voor pijnstillers mee. Indien dit niet het
geval is, neem dan paracetamol volgens voorschrift op de verpakking, maximaal
3x per dag 1000mg.
- Koorts: een algemeen gevoel van ziek zijn en koorts is de eerste dagen
normaal. Krijgt u hoge koorts boven de 39 graden of houdt de koorts langer dan 5
dagen aan, neem dan contact op met de polikliniek MKA-chirurgie.
- Voeding: de eerste zes uur na de ingreep mag u geen zeer warme of koude
dranken gebruiken. De wond kunt u ontzien door de eerste dagen na de ingreep
geen hard voedsel te gebruiken.
- Verzorging/hygiëne: een goede mondhygiëne is zeer belangrijk voor een goed
herstelproces. De wond geneest het beste wanneer het bloed goed kan stollen.
Daarom mag u de eerste dag de mond niet spoelen. Vanaf de tweede dag kunt u
meestal weer normaal poetsen met een zachte tandenborstel, echter heel
voorzichtig in de buurt van de wond. Is het poetsen lastig omdat u uw mond niet
goed kunt openen, dan kunt u ook spoelen met een glas lauwwarm water met
daarin opgelost een halve theelepel keukenzout. Het kan zijn dat u een recept
voor een spoelmiddel hebt gekregen. Volgt u dan de gebruiksaanwijzingen van
de apotheek.
- Roken: roken (en het gebruik van alcohol) worden de eerste vier dagen sterk
afgeraden. Roken is slecht voor de wondgenezing.
Afbeelding 1 Verbreding van de bovenkaak met een Hyrax
Afbeelding 2 Verbreding van de bovenkaak met een TPD
Implantaten/protheseproblemen
Een implantaat is een kunstwortel waarop een kunstgebit of een enkele
kunsttand of kies kan worden vastgezet. Een implantaat bestaat uit een
titaniumschroef die in het kaakbot wordt geschroefd (Afbeelding 1). Na enkele
weken gaat het implantaat een vaste verbinding aan met het bot.
Wanneer iemand lange tijd een kunstgebit heeft gedragen kan het botweefsel
van de onder of bovenkaak slinken, waardoor het kunstgebit niet meer goed
vastzit. Het vastzetten van het kunstgebit door middel van implantaten kan
verdere slinking van het botweefsel voorkomen. Voor het (opnieuw) vastzetten
van een kunstgebit in de onderkaak volstaat meestal een tweetal implantaten. In
de bovenkaak is de behandeling wat gecompliceerder en zijn vaak meerdere
implantaten nodig. Na twee tot drie maanden kan de prothese via een systeem
worden vast geklikt aan de kaak. Vervanging van enkele tanden of kiezen bieden
met de implantatietechniek een goede oplossing, zowel cosmetisch als
functioneel (afbijten en kauwen).
Afbeelding 1 Boven: Sinusbodem elevatie Onder: Plaatsen van een implantaat in de bovenkaak
Vóór de behandeling
Voorafgaand aan de behandeling wordt bekeken of de mondholte en/of de kaak
geschikt is voor implantatie. Een CBCT-scan wordt gemaakt om de botdikte te
meten. Als het bot dik genoeg is wordt er een afspraak gemaakt voor het
plaatsen van de implantaten. Is dit niet het geval, dan is mogelijk een
botopbouw (zie verder) noodzakelijk.
De behandeling
Zodra de condities van de mondholte en kaak goed zijn, kan het implantaat
geplaatst worden. Met een boortje wordt een gaatje gemaakt in het kaakbot en
het implantaat wordt als een schroef ingebracht. Het wondje in het tandvlees
wordt gehecht. De behandeling duurt ongeveer een half uur en vindt plaats
onder lokale verdoving.
Na de behandeling
Omdat het weefsel rondom het implantaat goed schoon moet worden gehouden
is de nazorg erg belangrijk. Het implantaat mag de eerste zes tot acht weken
niet worden belast. Na het plaatsen van het implantaat moet het gemiddeld 6-12
weken ingroeien in het bot. U mag dan niet op het implantaat bijten en krijgt
een tijdelijke voorziening. Na de ingroei periode wordt de kroon, brug of het
kunstgebit (Afbeelding 2) geplaatst. In totaal duurt de behandeling ongeveer 6
maanden.
Algemene informatie na een behandeling bij de MKA-chirurg:
- Zwelling: door de behandeling kan uw wang drie tot vijf dagen behoorlijk
gezwollen zijn. De zwelling is meestal maximaal op de 2de of 3de dag en daarna
wordt het langzaam minder. Door de zwelling kan de mondopening beperkt zijn.
Soms is er ook een bloeduitstorting, waarbij de wang kan verkleuren. Dit trekt
vanzelf weg. Vermijd zon/warmte, hierdoor kan de zwelling toenemen. Door de
eerste uren na de behandeling de wang te koelen, kan de zwelling verminderd
worden.
- Pijn: een eventuele plaatselijke verdoving is meestal na twee tot vier uur
uitgewerkt. Vaak krijgt u een recept voor pijnstillers mee. Indien dit niet het
geval is, neem dan paracetamol volgens voorschrift op de verpakking, maximaal
3x per dag 1000mg.
- Koorts: een algemeen gevoel van ziek zijn en koorts is de eerste dagen
normaal. Krijgt u hoge koorts boven de 39 graden of houdt de koorts langer dan 5
dagen aan, neem dan contact op met de polikliniek MKA-chirurgie.
- Voeding: de eerste zes uur na de ingreep mag u geen zeer warme of koude
dranken gebruiken. De wond kunt u ontzien door de eerste dagen na de ingreep
geen hard voedsel te gebruiken.
- Verzorging/hygiëne: een goede mondhygiëne is zeer belangrijk voor een goed
herstelproces. De wond geneest het beste wanneer het bloed goed kan stollen.
Daarom mag u de eerste dag de mond niet spoelen. Vanaf de tweede dag kunt u
meestal weer normaal poetsen met een zachte tandenborstel, echter heel
voorzichtig in de buurt van de wond. Is het poetsen lastig omdat u uw mond niet
goed kunt openen, dan kunt u ook spoelen met een glas lauwwarm water met
daarin opgelost een halve theelepel keukenzout. Het kan zijn dat u een recept
voor een spoelmiddel hebt gekregen. Volgt u dan de gebruiksaanwijzingen van
de apotheek.
- Roken: roken (en het gebruik van alcohol) worden de eerste vier dagen sterk
afgeraden. Roken is slecht voor de wondgenezing.
Kosten
De kosten van een implantaat en het plaatsen van een implantaat vallen meestal
niet onder de basisverzekering. Dit betekent dat u de behandeling in veel
gevallen zelf dient te betalen. Alleen implantaten bij een ernstig geslonken en
volledig tandeloze kaak worden vergoed. Indien u een aanvullende verzekering
heeft, is het mogelijk dat (een deel van) de behandeling voor vergoeding in
aanmerking komt. Dit is per verzekeraar en pakket verschillend.
Onderstaand de landelijke tarieven voor het plaatsen van implantaten
(NZA-tarief 2015). Op basis van de tarieven is het mogelijk om een schatting van
de kosten te maken.
Kosten 1e implantaat:
238060
Plaatsen van het eerste implantaat
(excl. de implantaat kosten)
€ 399,83
238062
Kosten implantaat (incl. afdekschroef)
Totaal ( voor 1 implantaat)
€ 316,29
______
_
€ 683,65
Vrijleggen implantaat: (van toepassing op een zgn. 2-fasen implantaat)
238063
Vrijleggen implantaat
€ 122,16
De MKA-chirurg zal voorafgaand aan de behandeling een kostenbegroting
opstellen. Het uiteindelijke bedrag is afhankelijk van het totaal te plaatsen
implantaten.
N.B.: Alle bedragen zijn exclusief de kroon / brugwerk, deze kosten worden
apart door uw tandarts in rekening gebracht. De definitieve begroting voor de
implantologie zal door het ziekenhuis worden verzonden.
Zie ook: www.nvoi.nl
Zie ook: patiënteninformatie ‘Implantaat’
Zie ook: patiënteninformatie ‘Voorbereiding poliklinische kaakoperatie’
Afbeelding 2 Boven: Plaatsen implantaat Onder: Plaatsen kunstgebit op implantaten
- Protheseproblemen
Het dragen van een gebitsprothese kan worden bemoeilijkt door afwijkingen aan
de boven- of onderkaak. Botuitstulpingen, richels en indeukingen van de
kaakrand (de zogenaamde ‘kaakwal') moeten voor het plaatsen van de prothese
worden behandeld, bijvoorbeeld door de kaak glad te maken. Irritatie van
slijmvliezen van de mond kan bij patiënten veel last veroorzaken. Daarnaast
komen een aantal aandoeningen van de slijmvliezen vooral bij dragers van een
kunstgebit voor. Bijvoorbeeld zweertjes (vaak door een te hoge rand van het
kunstgebit), zogenaamde irritatie hyperplasie (een weefselgroei rond de randen
van de prothese) of kleine uitstulpingen van het slijmvlies (irritatiefibromen). De
behandeling van deze aandoeningen liggen vooral op het gebied van aanpassing
van protheses en soms behandeling met medicijnen. Chirurgische aanpak van
bijvoorbeeld irritatiefibromen behoort tot de mogelijkheden.
- Botopbouw
In de MKA-chirurgie zijn criteria opgesteld voor de dikte van het kaakbot om de
geschiktheid te beoordelen voor implantaties of gebitsprothesen. Bij een te
grote slinking van botweefsel of een ontstane deuk in het bot kan het nodig zijn
om als voorbereiding op de implantatie een bottransplantatie uit te voeren. Bij
de vervanging van één of enkele tanden of kiezen die duidelijk zichtbaar zijn,
bijvoorbeeld tijdens het lachen, is het heel belangrijk dat de kaakwal een goede
vorm heeft bij het plaatsen van een implantaat. In dat geval wordt ook nogal
eens tot een voorafgaande botopbouw besloten. Bij kleinere hoeveelheden
benodigd botweefsel kan worden volstaan met transplantatie vanuit naburig bot
uit de kaakrand of de kin (Afbeelding 3) De ingreep is betrekkelijk klein, gebeurd
onder lokale verdoving en uiterlijke littekens zijn onzichtbaar. De ingreep kan
wel meerdere dagen klachten tot gevolg hebben zoals pijn en zwelling. Bij
grotere transplantaties wordt botweefsel uit de bekkenkam of uit het
scheenbeen verkregen. In de bovenkaak wordt dan vaak een sinusbodem elevatie
gedaan (Afbeelding 1). Deze ingrepen gebeuren altijd onder algehele narcose.
Afbeelding 3 Botopbouw onderkaak met botweefsel uit de kaakrand
Kaakgewrichtsafwijkingen
Het kaakgewricht bestaat uit een gewrichtskop en een gewrichtskom bekleed
met een laagje kraakbeen (Afbeelding 1). Het kaakgewricht bevat een
gewrichtsschijfje (discus) te vergelijken met een meniscus in de knie. Deze
discus glijdt als een stootkussen mee met het kaakkopje in de gewrichtskom en
voorkomt slijtage van de gewrichtsoppervlakken (Afbeelding 2).
Het kan vóórkomen dat de discus niet altijd op zijn plaats (boven op het
kaakkopje) blijft zitten. Soms schiet de discus voor het kaakkopje. Het
kaakgewricht laat dan bij het openen en sluiten van de mond een knappend of
schurend geluid horen (Afbeelding 3). Ongeveer 40% van de bevolking heeft een
dergelijke knap en voor deze aandoening is zelden een behandeling nodig (tenzij
er ook pijnklachten en/of ernstige bewegingsbeperkingen zijn).
Het gewricht is omgeven door kauwspieren. Deze spieren maken mondopening
en –sluiting mogelijk en maken dat men kan kauwen, slikken, spreken etc. Veel
voorkomende kaakgewrichtsklachten zijn pijn in de kauwspieren of in het
kaakgewricht met soms een uitstraling naar de slaap, nek en schouders en een
moe en stijf gevoel in de kauwspieren, vooral ’s ochtends bij het opstaan. Een
andere klacht kan zijn een beperkte mondopening of het gevoel van ‘op slot
zitten’ van de onderkaak (Afbeelding 4).
De meeste oorzaken van kaakgewrichtsklachten zijn verkeerde gewoontes, zoals
veelvuldig klemmen of knarsen met als gevolg overbelasting van het
spier/gewrichtssysteem. Het is gebleken dat veel mensen met
kaakgewrichtsklachten vaak onbewust de gewoonte hebben om langdurig hun
tanden en kiezen op elkaar te klemmen of onbewust de tanden van de onderkaak
met grote kracht langs de tanden van de bovenkaak te bewegen (knarsen).
Klemmen en knarsen gebeurt vooral ’s nachts. Deze gewoontes kunnen de
kauwspieren vermoeien en aanleiding geven tot pijn in de spieren en het
gewricht. Soms blijken deze gewoontes in relatie te staan met spanningen
waaronder de patiënt te lijden heeft.
Een ernstige verwonding aan de onderkaak kan ook kaakgewrichtsklachten
veroorzaken. Zo kan een klap een zwelling veroorzaken in het gewricht of de
discus beschadigen. Soepele bewegingen van de onderkaak zijn dan niet meer
mogelijk en het gewricht zal pijn gaan doen. Deze klachten kunnen ook ontstaan
bij langzame slijtage van het kaakgewricht (Afbeelding 5).
De behandeling
Het is lastig om een goede behandeling te bepalen voor
kaakgewrichtsafwijkingen. Het kaakgewricht in zijn optimale vorm terugbrengen
is niet of nauwelijks mogelijk. Wel kan de situatie flink worden verbeterd door
een meervoudige aanpak van de tandarts, een tandarts-gnatholoog, de
MKA-chirurg en fysiotherapeut. Behandelingen van kaakgewrichtsafwijkingen
zijn vooral gericht op een vermindering van de belasting van het gewricht. In de
beginfase kan de therapie bestaan uit een goede uitleg van het probleem,
pijnbehandeling, oefentherapie of het aanbrengen van een splint (een plaatje
van kunsthars dat op tanden of kiezen wordt geplaatst om het gewricht bij het
kauwen te ontlasten). Een vervolgbehandeling bestaat uit fysiotherapie,
bewegingstherapie, massage of thermotherapie. De MKA-chirurg kan in zeldzame
gevallen voor een operatieve behandeling kiezen, bijvoorbeeld een spoeling van
het kaakgewricht.
Zie ook: patiënteninformatie ‘Kaakgewrichtsklachten’
Afbeelding 1 Het kaakgewricht
Afbeelding 2 Beweging kaakgewricht
Afbeelding 3 Anterieure dislocatie
Afbeelding 4 ‘Op slot zitten’ onderkaak
Afbeelding 5 Slijtage kaakgewricht
Lip-, kaak- en gehemeltespleet (schisis)
Stoornissen in de groei en ontwikkeling kunnen worden verdeeld in de lipspleet,
de gecombineerde lip-kaakspleet, de gecombineerde lip-kaak-gehemeltespleet
en de geïsoleerde gehemeltespleet. De spleet (of schisis) kan enkelzijdig (rechts
of links), maar ook dubbelzijdig voorkomen. Schisis ontstaat zo rond de derde tot
de twaalfde week van de zwangerschap. Schisis patiënten hebben vaak
eetproblemen, middenoorproblemen (de functie van de buis van Eustachius is
verminderd), slikstoornissen, achterstand in de spraak- en taalontwikkeling,
stoornissen in de gebitsontwikkeling en ook psychosociale problemen gezien de
uiterlijke kenmerken van de stoornis.
Bij de behandeling van schisis patiënten wordt doorgaans een "schisis team"
samengesteld. Binnen dit team komt een aantal specialismen samen. In
Nederland is een aantal schisis teams werkzaam, die verenigd zijn in de
Nederlandse Vereniging voor Schisis- en Craniofaciale Afwijkingen (de NVSCA).
De schisis teams werken volgens vaste protocollen. Meer informatie over dit
onderwerp is te vinden op www.schisis-cranio.nl. De maatschap MKA-chirurgie
Kennemerland werkt nauw samen met de schisis-teams van het AMC en VUmc in
Amsterdam.
Zie ook: patiënteninformatie ‘Schisis’
Mondbranden
Bij mondbranden ervaart de patiënt een branderig gevoel in de mond. Dit kan in
de hele mond, maar ook alleen op de tong ontstaan. Het kan bij iedereen
voorkomen, maar het wordt vaker bij vrouwen en tussen de leeftijd van veertig
en zeventig jaar. Soms ervaren mensen met mondbranden ook een droge mond
en veranderde smaak. Doorgaans nemen de klachten in de loop van de dag toe.
Er wordt van mondbranden gesproken als bij uitvoerig mondonderzoek geen
slijmvliesafwijking geconstateerd wordt die de klacht zou kunnen verklaren.
Mondbranden is onschuldig, maar kan wel erg vervelend zijn.
De behandeling
Ondanks uitgebreid (internationaal) onderzoek is de oorzaak nog onbekend. Om
deze reden is er dan ook geen goede behandeling mogelijk. Het beloop van de
klachten is niet te voorspellen. Bij de meeste mensen verdwijnen de klachten
vanzelf, dit kan echter maanden tot jaren duren. Bij sommige patiënten geeft
het kauwen van kauwgom verlichting.
Zie ook: patiënteninformatie ‘Mondbranden’
Ongevallen (trauma)
Kaakbreuken, tandbeschadiging en andere letsels van het gezicht komen vooral
voor na verkeersongevallen, als gevolg van geweldsdelicten of door sport- en
bedrijfsongevallen. Bij de behandeling is herstel van de gezichtcontour en goed
dicht kunnen bijten vooral van belang. Door de moderne technieken zijn bijna
alle aangezichtsfracturen goed te herstellen.
- Tandletsel (tandkas, tandwal, kaakwal)
Bij tand- en tandwortelletsel is het niet alleen belangrijk om naar letsel van de
betrokken tanden en/of kiezen te kijken. Zo moet ook worden gelet op de
gebitssluiting (‘de beet’), de mondbewegingen en verwondingen van lippen
en/of slijmvliezen. Tandletsel kan bestaan uit uitsluitend een kroonfractuur, uit
een kroon-wortelfractuur of uit alleen een wortelfractuur (Afbeelding 1).
Daarnaast kan een tand of kies los gaan zitten of zelfs uit de kaak zijn geslagen.
Hierbij is dan ook de tandkas betrokken.
A
B
C
D
E
F
G
Afbeelding 1 Verschillende vormen van tandletsel
De behandeling
De behandeling van tandletsel is afhankelijk van de leeftijd (bijvoorbeeld in het
geval van een melkgebit) en afhankelijk van de mate van beschadiging van
tanden en staat van het gebit. Meestal kan de behandeling door de tandarts
worden uitgevoerd. In ernstiger gevallen kan gebruik worden gemaakt van een
spalk die enkele weken moet blijven zitten. Uitgeslagen tanden kunnen worden
teruggeplaatst en vastgezet met behulp van een (flexibele) spalk. Iedere patiënt
moet na behandeling van een tandletsel regelmatig worden gecontroleerd. Soms
is het nodig dat een tandarts op latere termijn een wortelkanaalbehandeling
(endodontische behandeling) in een aangedane tand en/of kies uit te voeren. Als
het gaat om uitgebreide letsels zoals breuken van de aangezichtsbeenderen of
huidverwondingen wordt meestal op de afdeling spoedeisende hulp van het
ziekenhuis de hulp van de MKA-chirurg ingeroepen.
Zie ook: patiënteninformatie ‘Tandletsel’
- Weke delen letsel
Aangezien de lippen een soort beschermingsschild vormen voor de tanden zullen
zij vaak betrokken zijn bij een tandletsel (‘tand door de lip’). De mondholte
moet goed geïnspecteerd worden op beschadiging van slijmvliezen van wang en
tandvlees. Daarbij wordt goed gelet op eventuele losse onderdelen van
gefractureerde elementen. Vaak is het aanbevolen om bij grotere verwondingen
direct over te gaan tot hechting van het slijmvlies aan de binnenzijde van de
mondholte of lippen om vervelende littekens te voorkomen.
- Aangezichtsfractuur
Botbreuken (fracturen) in het aangezicht kunnen optreden in de kaken
(Afbeelding 1), de jukbeenderen, de oogkassen, de neus (Afbeelding 2) en het
voorhoofd. Al deze fracturen leiden meestal tot pijn en zwelling. Bovendien
kunnen aangezichtsbreuken leiden tot een verminderde mondopening,
verminderd gevoel van een gevoelszenuw, verminderde of slechte kauwfunctie
ten gevolge van een standsverandering van de kaken en/of tanden en kiezen en
zichtstoornissen zoals dubbelbeelden of het achterblijven van de bewegingen
van het oog. Esthetische (“schoonheid”) veranderingen ten gevolge van een
aangezichtsfractuur kunnen littekens en scheefstand van de kaak, jukbeen, neus
of voorhoofd zijn.
Vóór de behandeling
Als er verdenking is op een aangezichtsbreuk, is het raadzaam om aanvullend
onderzoek uit te voeren, zoals röntgenfoto’s of een CT-scan. Op basis van
beeldvorming kan de ernst van de breuk ingeschat worden en of het nodig is om
een operatie uit te voeren.
De behandeling
Elke fractuur in het aangezicht heeft een specifieke behandeling waarbij in
sommige gevallen een operatie noodzakelijk is. De behandeling is vooral gericht
op een goede sluiting van de kaken en een zo goed mogelijk anatomisch herstel
van de stand van de beenderen/botten. Hierbij kan er gebruik gemaakt worden
van plaatjes en schroeven van titanium. Behandeling van aangezichtsfracturen
vindt doorgaans plaats in algehele narcose.
Na de behandeling
Algemene informatie na een behandeling bij de MKA-chirurg:
- Zwelling: door de behandeling kan uw wang drie tot vijf dagen behoorlijk
gezwollen zijn. De zwelling is meestal maximaal op de 2de of 3de dag en daarna
wordt het langzaam minder. Door de zwelling kan de mondopening beperkt zijn.
Soms is er ook een bloeduitstorting, waarbij de wang kan verkleuren. Dit trekt
vanzelf weg. Vermijd zon/warmte, hierdoor kan de zwelling toenemen. Door de
eerste uren na de behandeling de wang te koelen, kan de zwelling verminderd
worden.
- Pijn: een eventuele plaatselijke verdoving is meestal na twee tot vier uur
uitgewerkt. Vaak krijgt u een recept voor pijnstillers mee. Indien dit niet het
geval is, neem dan paracetamol volgens voorschrift op de verpakking, maximaal
3x per dag 1000mg.
- Koorts: een algemeen gevoel van ziek zijn en koorts is de eerste dagen
normaal. Krijgt u hoge koorts boven de 39 graden of houdt de koorts langer dan 5
dagen aan, neem dan contact op met de polikliniek MKA-chirurgie.
- Voeding: de eerste zes uur na de ingreep mag u geen zeer warme of koude
dranken gebruiken. De wond kunt u ontzien door de eerste dagen na de ingreep
geen hard voedsel te gebruiken.
- Verzorging/hygiëne: een goede mondhygiëne is zeer belangrijk voor een goed
herstelproces. De wond geneest het beste wanneer het bloed goed kan stollen.
Daarom mag u de eerste dag de mond niet spoelen. Vanaf de tweede dag kunt u
meestal weer normaal poetsen met een zachte tandenborstel, echter heel
voorzichtig in de buurt van de wond. Is het poetsen lastig omdat u uw mond niet
goed kunt openen, dan kunt u ook spoelen met een glas lauwwarm water met
daarin opgelost een halve theelepel keukenzout. Het kan zijn dat u een recept
voor een spoelmiddel hebt gekregen. Volgt u dan de gebruiksaanwijzingen van
de apotheek.
- Roken: roken (en het gebruik van alcohol) worden de eerste vier dagen sterk
afgeraden. Roken is slecht voor de wondgenezing.
Afbeelding 1 Breuken van de onderkaak
Afbeelding 2 Breuken in het middengezicht
OSAS/slaapapneu
OSAS is een afkorting voor het obstructief slaapapneu syndroom. OSAS wordt
gekenmerkt door intensief snurken en het herhaaldelijk optreden van
obstructies van de bovenste luchtweg tijdens de slaap. Er wordt van een apneu
gesproken wanneer de luchtstroom door volledige obstructie van de bovenste
luchtweg minstens tien seconden geheel wegvalt. OSAS gaat gepaard met
slaperigheid overdag, omdat er 's nachts niet voldoende diepe slaap is. Door het
voortdurend wakker worden, wordt de continuïteit van de slaap verstoord.
Slaapapneu wordt beschouwd als een risicofactor voor hart- en vaatziekten. De
onderbrekingen in de ademhaling veroorzaken namelijk een zuurstoftekort in
hart, hersenen en andere organen. Dit kan leiden tot hartritmestoornissen,
bloeddrukverhoging en zelfs tot een hartinfarct of beroerte (CVA), vooral bij
mensen met aderverkalking.
De behandeling
De behandeling van OSAS is gericht op het verlichten van de klachten en is
meestal multidisciplinair van aanpak. De neuroloog, longarts, KNO-arts,
MKA-chirurg en tandarts kunnen deel uitmaken van het behandelteam.
Niet-chirurgische behandeling van OSAS kan zijn het opvolgen van adviezen op
het gebied van het voorkomen/verminderen van overgewicht, stoppen met
roken, matig alcoholgebruik, geen gebruik van kalmeer- of slaappillen en een
goede slaaphygiëne. Een andere veel toegepaste behandeling is het gebruik van
een neusmasker (CPAP). Dit masker zorgt ervoor dat er gedurende de nacht
voortdurend lucht in de neus en de keel wordt geblazen. De inbreng van de
MKA-chirurg in geval van een niet-chirurgische behandeling is het gebruik van
een speciale beugel (een MRA ofwel mandibulair repositie apparaat) dat over de
tanden wordt geschoven om de onderkaak naar voren te houden tijdens de slaap.
Omdat de tong met de spieren vastzit aan de onderkaak wordt de tong zo ook
naar voren gebracht en ontstaat er meer ruimte en mogelijkheid tot
luchtpassage in de keelholte. Op deze wijze kans soms ook hinderlijk snurken
behandeld worden.
In sommige gevallen wordt gekozen voor een chirurgische behandeling.
Bijvoorbeeld door het verwijderen van neuspoliepen of vergrote keel- en
neusamandelen. Dit doet de KNO-arts als daar aanleiding voor is. Daarnaast is
het mogelijk om door middel van een kaakstandcorrectie een verruiming te
krijgen van de bovenste luchtweg. Meestal worden de chirurgische
behandelingen bij OSAS vooral aan die patiënten aangeboden die een
neusmasker of een MRA niet verdragen of wanneer genoemde attributen niet tot
verlichting van de klachten leiden. De boven- en onderkaak kunnen met een
operatie gezamenlijk naar voren worden verplaatst waardoor er achter de kaken
in de keelholte meer ruimte en luchtpassage mogelijkheid ontstaat. De operatie
moet worden gecombineerd met een orthodontische behandeling (slotjesbeugel)
en de totale behandeling kost daardoor wel 1 tot 2 jaar (zie ook
kaakstandcorrectie).
Zie ook: patiënteninformatie ‘Snurken en slaapapneu’
Slijmvliesafwijkingen
Een groot aantal slijmvliesafwijkingen kunnen in de mond voorkomen. Het kan
een op zichzelf staande afwijking zijn, maar ook een uiting van een ziekte die op
meerdere plaatsen in het lichaam voorkomt. De afwijkingen hebben een grote
verscheidenheid in kleur, vorm, aspect en grootte. Op basis van goed lichamelijk
onderzoek en eventueel aanvullend onderzoek kan vaak de diagnose gesteld
worden.
- Aften
Aften zijn hinderlijke, pijnlijke blaasjes of zweertjes in de mond. Het zijn grijs
witte of gele plekjes met een rode rand en kunnen in de gehele mondholte
voorkomen (Afbeelding 1). Aften kunnen enorm veel hinder en pijn veroorzaken,
vooral bij het praten en eten. Ongeveer twintig procent van de bevolking heeft
af en toe last van aften. Aften kunnen ontstaan bij verminderde weerstand of bij
stress.
De behandeling
Aften verdwijnen over het algemeen binnen 14 dagen vanzelf. Er bestaan geen
geneesmiddelen die dit kunnen bespoedigen. Sommige mensen hebben baat bij
een ontsmettende mondspoeling met chloorhexidine of een corticosteroïden zalf
in de prodromale fase. Dit is echter niet bewezen en het gebruik ervan is
pijnlijk.
Afbeelding 1 Afte op het wangslijmvlies
Zie ook: patiënteninformatie ‘Aften’
- Leukoplakie
Leukoplakie is een “scherp” begrensde, niet afschraapbare witte afwijking die
voor kan komen op elk slijmvlies, waaronder het mondslijmvlies. Het komt
vooral voor bij mensen ouder dan 40 jaar en bij rokers. De oorzaak is langdurige
irritatie van het slijmvlies, bijvoorbeeld door een scherpe rand van een kies. De
witte plekken kunnen hard of zacht, wel of niet verdikt en glad of hobbelig zijn.
Het gaat soms gepaard met een branderig gevoel, maar doen doorgaans geen
pijn. In een klein percentage van de gevallen kan leukoplakie kwaadaardig
worden en overgaan in mondkanker.
Vóór de behandeling
Om de diagnose te kunnen stellen wordt soms een klein stukje weefsel uit de
witte afwijking genomen. Vervolgens wordt onder een microscoop gekeken naar
het karakter van het weefsel of er sprake is van eventuele kwaadaardige
veranderingen of een voorstadium ervan.
De behandeling
Ten eerste dient de mogelijke oorzaak weg genomen te worden. Dit kan stoppen
met roken zijn of eventuele scherpe randen in het gebit bij te werken. Vaak
verdwijnen de plekken dan in de loop van de tijd vanzelf. Indien het witte beslag
niet verdwijnt of als er een vermoeden is dat het kwaadaardig is, kan het
operatief worden verwijderd. De afwijking kan dan weggesneden of doormiddel
van cryo-/laserbehandeling verdampt worden.
Na de behandeling
Wanneer bij u leukoplakie is geconstateerd of een behandeling heeft plaats
gevonden, dan is regelmatige controle noodzakelijk. Een enkele keer kan de
leukoplakie na behandeling terug komen. In sommige gevallen kunnen de
controles aan de tandarts worden overgelaten.
Zie ook: patiënteninformatie ‘Leukoplakie’
- Lichen planus
Lichen planus, kortweg "lichen" genoemd, is een afwijking die zowel op de huid
als op de slijmvliezen kan voorkomen. Het wordt meestal gekenmerkt door fijne,
licht verheven witgrijze lijntjes. Het komt voornamelijk voor op het slijmvlies
van de wang, komt meestal voor op middelbare leeftijd en veroorzaakt
doorgaans geen klachten. Soms kan het wat ruw en branderig voelen. Lichen is
niet besmettelijk.
Vóór de behandeling
De diagnose kan gesteld worden op basis van de presentatie en het aspect van de
aandoening. In sommige gevallen wordt er een biopt (hapje) van het weefsel
genomen om het onder een microscoop te kunnen bekijken.
De behandeling
De oorzaak van Lichen planus is onbekend en er is geen effectieve behandeling
beschikbaar. Om de klachten te verlichten wordt soms een zalf of spoelmiddel
voorgeschreven. De zalf kan enkele malen per dag (minimaal 6x) op de
afwijkende plek in de mond gesmeerd worden.
Zie ook: patiënteninformatie ‘Lichen planus’
- Schimmelinfectie
Bij ongeveer veertig procent van de bevolking komt schimmel in de mond voor.
Normaal veroorzaakt de schimmel geen klachten. Als de schimmel groeit en
slijmvliesafwijkingen geeft, wordt gesproken over candidiasis. Candidiasis is een
gistachtige schimmelinfectie die overal in het lichaam kan ontstaan. Bij een
schimmelinfectie in de mond wordt soms ook wel over spruw gesproken. Het
veroorzaakt rode of witte plekken in de mond en de witte laag is afschraapbaar.
Langdurige irritatie van het slijmvlies, slechte mondhygiëne, droge mond,
afweerstoornissen, het gebruik van bepaalde geneesmiddelen en bestraling zijn
mogelijke oorzaken.
De behandeling
Ten eerste dient gekeken te worden of de oorzaak van de aandoening gevonden
kan worden. Indien deze niet gevonden of uitgeschakeld kan worden, kan een
anti-schimmelmiddel voorgeschreven worden. Dit kan zowel lokaal (als drank),
als in de vorm van een pil toegediend worden, afhankelijk van de ernst en de
oorzaak. Tevens is een goede mondhygiëne van groot belang voor de genezing.
Zie ook: patiënteninformatie ‘Candidiasis’
Speekselklieraandoeningen
In de mond zijn beiderzijds drie grote en talloze kleine speekselklieren
(Afbeelding 1). De grootste is de oorspeekselklier (glandula parotis) en is gelegen
vóór en onder het oor. Het speeksel wordt aan de binnenzijde van de wang
afgegeven ter hoogte van de achterste kiezen in de bovenkaak.
Onder de kaakhoek is de onderkaakspeekselklier gelegen (glandula
submandibularis). Het speeksel geproduceerd door deze klier wordt afgegeven
via een afvoergang die eindigt naast het tongriempje in de voorste mondbodem.
De kleinste van de drie grote speekselklieren is de speekselklier die onder de
tong ligt (glandula sublingualis). Deze klier heeft meerdere afvoergangetjes die
verspreid liggen in de voorste mondbodem.
De talloze kleine speekselkliertjes (glandulae salivariae minores) bevinden zich
op het gehemelte, de binnenzijde van de boven- en onderlip en de tong. Deze
kliertjes voeren het geproduceerde speeksel direct af naar het
slijmvliesoppervlak.
Normale functie
De speekselklieren zorgen voor de productie van speeksel. Speeksel zorgt onder
andere voor:
- Bevochtiging en smering van de slijmvliezen. Hierdoor is spreken, eten en
slikken mogelijk.
- Reiniging van de mondholte waardoor achtergebleven voedselresten snel
worden afgebroken of afgevoerd.
- Bescherming van de slijmvliezen tegen het ontstaan van ontstekingen.
- Bescherming van de tanden en kiezen tegen het ontstaan van gaatjes (cariës)
en tandvleesaandoeningen.
Z.O.Z.
Afbeelding 1 Grote speekselklieren
Zie ook: patiënteninformatie ‘Speekselklier functie’
- Cyste/mucokèle
Een slijmcyste is een speekselophoping onder het slijmvlies. Het wordt
veroorzaakt door beschadiging van de afvoergang van de speekselklier. Een
mucokèle ontstaat door afsluiting van het uitvoergangetje van de speekselklier.
Het speeksel ´kan niet meer weg´ en hoopt zich op onder het slijmvlies.
Mogelijke oorzaken zijn beschadiging (wond, lipbijten) of afsluiting (slijmpropje,
speekselsteentje) van het afvoergangetje.
De behandeling
De behandeling van een cyste/ mucokèle is het verwijderen van de slijmcyste
inclusief het kleine speekselkliertje. Dit kan onder plaatselijke verdoving
gebeuren.
Na de behandeling
Algemene informatie na een behandeling bij de MKA-chirurg:
- Zwelling: door de behandeling kan uw wang drie tot vijf dagen behoorlijk
gezwollen zijn. De zwelling is meestal maximaal op de 2de of 3de dag en daarna
wordt het langzaam minder. Door de zwelling kan de mondopening beperkt zijn.
Vermijd zon/warmte, hierdoor kan de zwelling toenemen. Door de eerste uren
na de behandeling de wang te koelen, kan de zwelling verminderd worden.
- Pijn: een eventuele plaatselijke verdoving is meestal na twee tot vier uur
uitgewerkt. Vaak krijgt u een recept voor pijnstillers mee. Indien dit niet het
geval is, neem dan paracetamol volgens voorschrift op de verpakking, maximaal
3x per dag 1000mg.
- Koorts: een algemeen gevoel van ziek zijn en koorts is de eerste dagen
normaal. Krijgt u hoge koorts boven de 39 graden of houdt de koorts langer dan 5
dagen aan, neem dan contact op met de polikliniek MKA-chirurgie.
- Voeding: de eerste zes uur na de ingreep mag u geen zeer warme of koude
dranken gebruiken. De wond kunt u ontzien door de eerste dagen na de ingreep
geen hard voedsel te gebruiken.
- Verzorging/hygiëne: een goede mondhygiëne is zeer belangrijk voor een goed
herstelproces. De wond geneest het beste wanneer het bloed goed kan stollen.
Daarom mag u de eerste dag de mond niet spoelen. Vanaf de tweede dag kunt u
meestal weer normaal poetsen met een zachte tandenborstel, echter heel
voorzichtig in de buurt van de wond.
- Roken: roken (en het gebruik van alcohol) worden de eerste vier dagen sterk
afgeraden. Roken is slecht voor de wondgenezing.
Zie ook: patiënteninformatie ‘Speekselklier aandoeningen’
- Gezwel van de speekselklier
Een gezwel van de speekselklier, ook wel speekselkliertumor genoemd, komt
niet vaak voor. In Nederland krijgen jaarlijks ongeveer 5 per 100.000 mensen de
diagnose van een gezwel van de speekselklieren. Speekselkliertumoren kunnen
op elke leeftijd voorkomen en komen niet in alle speekselklieren even vaak voor.
Een speekselkliergezwel kan goedaardig of kwaadaardig zijn. In de
oorspeekselklier zijn in ongeveer 25% van de gevallen gezwellen kwaadaardig
(maligne), in de onderkaakspeekselklier is dit ongeveer 35%, in de
ondertongspeekselklier ongeveer 95% en in de kleine speekselklieren ongeveer
50%. Kwaadaardige speekselkliertumoren kunnen op iedere leeftijd voorkomen,
maar vooral tussen het zestigste en vijfenzeventigste levensjaar.
De klachten/symptomen
In de grote speekselklieren uit een gezwel zich als een pijnloze, geleidelijk in
omvang toenemende, gladde zwelling die enkele maanden tot soms jaren kan
bestaan. Een niet goed werkende speekselklier is zelden of nooit een klacht van
een speekselkliertumor. Door de trage groei valt de afwijking de patiënt zelf
niet of nauwelijks op. Het is niet ongebruikelijk dat de patiënt door mensen uit
de omgeving op de afwijking wordt gewezen. Een gezwel van de
onderkaakspeekselklier heeft meestal als enige klacht een pijnloze zwelling
onder de kaakrand. Snelle groei en pijn wijzen meestal op kwaadaardigheid.
Vóór de behandeling
Bij het lichamelijk onderzoek is door de MKA-chirurg het gezwel goed vast te
stellen. Meestal is nader onderzoek noodzakelijk om de precieze grootte, de
relatie met de omgeving en aard van de zwelling vast te kunnen stellen. Soms
wordt echografisch onderzoek verricht. Dit is een eenvoudig en pijnloos
onderzoek met geluidsgolven, waarbij kan worden gezien hoe het gezwel ten
opzichte van de speekselklier ligt. Vaak wordt CT- of MRI-scan verricht waarbij
een serie afbeeldingen wordt gemaakt. Met behulp hiervan kan het gezwel en de
ligging worden beoordeeld.
Door middel van een punctie kan meestal worden uitgemaakt om wat voor
gezwel het gaat. Met een dunne naald wordt uit de zwelling een heel klein
monstertje genomen, dat onder de microscoop wordt bekeken. Door dit
onderzoek is het in de meeste gevallen mogelijk een uitspraak te doen over de
aard van het gezwel.
De behandeling
Een gezwel wordt chirurgisch verwijderd. De manier van verwijderen is
afhankelijk van de grootte en locatie van het gezwel. Bij verdenking op een
kwaadaardig gezwel zal de behandeling plaatsvinden in een speciaal voor
kwaadaardigheden ingericht (oncologisch) centrum in de regio.
Informatieve websites op dit gebied:
Afdeling hoofd-hals oncologie en chirurgie van het Antoni van Leeuwenhoek
(AvL) ziekenhuis
De Nederlandse werkgroep hoofd-hals tumoren
Richtlijnen voor de behandeling van kanker, ook in het hoofd-hals gebied
Zie ook: patiënteninformatie ‘Speekselklier tumoren’
- Ontstekingen
Ontsteking van de speekselklier kan worden veroorzaakt door bacteriën, virussen
of schimmels. Daarnaast kunnen ze het gevolg zijn van een ziekte (bijvoorbeeld
de ziekte van Sjögren), van een verstopping van de uitgang en door bestraling bij
tumoren in het hoofd-hals gebied.
De behandeling
De behandeling van bacteriële infecties bestaat uit een dieet of een
kliermassage en soms uit het toedienen van antibiotica.
- (De ziekte van) Sjögren
De ziekte van Sjögren is een auto-immuun ziekte. Een auto-immuun ziekte wil
zeggen dat het afweersysteem door een stoornis de eigen lichaamscellen
aanvalt. De symptomen van de ziekte van Sjögren zijn onder andere een
extreem droge mond, droge ogen en droogheid van de overige slijmvliezen.
De behandeling
Een gerichte behandeling is er niet. Wel is een goede mondhygiëne belangrijk,
omdat de kans op tandbederf (cariës) vergroot is. Soms kan een behandeling met
behulp van medicijnen, zoals corticosteroïden, verlichting geven. De
behandeling richt zich meestal op de bestrijding van de klachten van een droge
mond en droge ogen, bijvoorbeeld door het gebruik van kunstspeeksel of
speekselstimulerende middelen. Soms wordt de hulp ingeroepen van de
MKA-chirurg om een biopt (het afnemen van een stukje huidweefsel voor
microscopisch onderzoek) van een speekselklier te nemen voor
weefselonderzoek.
Zie ook: patiënteninformatie ‘Hypersalivatie en de ziekte van Sjögren’
- Speekselsteen
Een speekselsteen is een afzetting van kalkzouten uit het speeksel (Afbeelding
2). De oorzaak voor het ontstaan is nog onbekend. Wel hebben mannen vaker
last dan vrouwen. Er is geen relatie met het ontstaan van gal- en/of
niersteenvorming. Een speekselsteen kan als toevalsbevinding worden gezien.
Soms veroorzaakt een speekselsteen een pijnlijke zwelling van de speekselklier,
vooral vóór en tijdens maaltijden (‘maaltijdsyndroom’). Daarnaast kan de
bewuste speekselklier in tweede instantie gaan infecteren. Speekselstenen kan
men soms voelen in de mondbodem. Ook schemeren ze soms gelig door onder
het slijmvlies.
De behandeling
De behandeling kan bestaan uit de verwijdering van de steen, maar soms blijkt
het ook nodig om de gehele speekselklier te verwijderen, omdat deze chronisch
ontstoken blijkt.
Afbeelding 2 Speekselsteen in de tongspeekselklier
- Ranula
Een slijmcyste van de speekselklier van de ondertong wordt waarschijnlijk
veroorzaakt door beschadiging van het slijmvlies van de mondbodem. Hierdoor
wordt de afvloed van één van de uitvoergangen belemmerd en komt het speeksel
onder het mondbodemslijmvlies terecht. Ook kunnen de afvoergangetjes worden
geblokkeerd door een taaie slijmprop of door een speekselsteentje. Soms zakt
de ranula door de mondbodemspier en bevindt zich dan niet meer in de
mondbodem maar in de hals. Een dergelijke afwijking noemen we ‘plunging’
ranula. Er ontstaat dan een zwelling onder de kin of de onderkaak.
De behandeling
Er zijn twee behandelingsmogelijkheden van een ranula. De eerste is het openen
(marsupialisatie) van de cyste waarbij het ‘dak’ van de cyste wordt verwijderd
en de randen van de cyste in de mondbodem worden gehecht. Soms kan
aanvullend worden gekozen om een tijdelijk gaasje in de holte van de cyste
achter te laten. Het doel hiervan is om doorgang van speeksel richting de mond
te creëren. Deze behandeling kan onder lokale verdoving plaatsvinden. De kans
op het opnieuw ontstaan van een ranula is echter groot (ongeveer 50%).
Een definitieve, maar ingrijpender oplossing, is verwijdering van de
ondertongspeekselklier. Dit is een behandeling die onder algehele narcose
plaatsvindt. Omdat een ‘plunging’ ranula zich in de hals bevindt, is het
verwijderen van het dak van de cyste niet mogelijk. Behandeling bestaat uit
verwijdering van de ondertongspeekselklier onder algehele narcose.
Zie ook: patiënteninformatie ‘Speekselklier aandoeningen’
Tandtransplantatie
Bij de transplantatie van een tand wordt een eigen tand of kies voorzichtig uit de
mond verwijderd en vervolgens op een andere plaats in de kaak ingebracht. Dit
noemt men ook wel autotransplantatie. Als op een bepaalde plek in het gebit
een tand of kies niet is aangelegd of verloren is gegaan door bijvoorbeeld een
ongeluk, dan kan vanuit een plek waar een kies minder noodzakelijk is een
transplantatie plaats vinden.
Vóór de behandeling
Op een röntgenfoto wordt gekeken welke tand of kies geschikt is en of het
mogelijk is om deze te transplanteren. De te transplanteren elementen mogen
niet volgroeid zijn. Het is dus niet mogelijk om de behandeling bij volwassenen
te doen.
De behandeling
Het transplanteren kan plaats vinden onder plaatselijke verdoving of in algehele
narcose. Op de plek waar het transplantaat komt, wordt voldoende ruimte
gemaakt. De kies of tand wordt vervolgens voorzichtig verwijderd en op de juiste
plaats geplaatst. Een aantal hechtingen houden de tand op zijn plek en het
tandvlees wordt gesloten.
Na de behandeling
De eerste week heeft de tand nodig om vast te hechten aan het bot. Het is dan
niet toegestaan om te kauwen. Verder is er meestal orthodontische
nabehandeling nodig na autotransplantatie. Het is van belang om dit samen met
de orthodontist af te stemmen.
Algemene informatie na een behandeling bij de MKA-chirurg:
- Zwelling: door de behandeling kan uw wang drie tot vijf dagen behoorlijk
gezwollen zijn. De zwelling is meestal maximaal op de 2de of 3de dag en daarna
wordt het langzaam minder. Door de zwelling kan de mondopening beperkt zijn.
Soms is er ook een bloeduitstorting, waarbij de wang kan verkleuren. Dit trekt
vanzelf weg. Vermijd zon/warmte, hierdoor kan de zwelling toenemen. Door de
eerste uren na de behandeling de wang te koelen, kan de zwelling verminderd
worden.
- Pijn: een eventuele plaatselijke verdoving is meestal na twee tot vier uur
uitgewerkt. Vaak krijgt u een recept voor pijnstillers mee. Indien dit niet het
geval is, neem dan paracetamol volgens voorschrift op de verpakking, maximaal
3x per dag 1000mg.
- Koorts: een algemeen gevoel van ziek zijn en koorts is de eerste dagen
normaal. Krijgt u hoge koorts boven de 39 graden of houdt de koorts langer dan 5
dagen aan, neem dan contact op met de polikliniek MKA-chirurgie.
- Voeding: de eerste zes uur na de ingreep mag u geen zeer warme dranken
gebruiken. De wond kunt u ontzien door de eerste dagen na de ingreep geen hard
voedsel te gebruiken.
- Verzorging/hygiëne: een goede mondhygiëne is zeer belangrijk voor een goed
herstelproces. De wond geneest het beste wanneer het bloed goed kan stollen.
Daarom mag u de eerste dag de mond niet spoelen. Vanaf de tweede dag kunt u
meestal weer normaal poetsen met een zachte tandenborstel, echter heel
voorzichtig in de buurt van de wond. Is het poetsen lastig omdat u uw mond niet
goed kunt openen, dan kunt u ook spoelen met een glas lauwwarm water met
daarin opgelost een halve theelepel keukenzout. Het kan zijn dat u een recept
voor een spoelmiddel hebt gekregen. Volgt u dan de gebruiksaanwijzingen van
de apotheek.
Tumoren in het hoofd-halsgebied
Goed- en kwaadaardige gezwellen zijn zeldzaam, maar komen ook voor in het
gebied van de mond- keelholte, de speekselklieren en de hals. Deze
aandoeningen worden nader vastgesteld door middel van het nemen van een
biopt (het afnemen van een stukje huidweefsel voor microscopisch onderzoek)
en door het maken van een scan, zoals een CT, MRI of echografie. Als blijkt dat
het gaat om een kwaadaardig gezwel wordt de behandeling uitgevoerd in
samenwerking met het Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis (AvL, Nederlands
Kanker Instituut) in Amsterdam.
Informatieve websites op dit gebied:
Afdeling hoofd-hals oncologie en chirurgie van het Antoni van Leeuwenhoek
(AvL) ziekenhuis
De Nederlandse werkgroep hoofd-hals tumoren
Richtlijnen voor de behandeling van kanker, ook in het hoofd-hals gebied
Zie ook: patiënteninformatie ‘Kanker in het hoofd-halsgebied’
Verwijderen van verstandskiezen en/of andere gebitselementen
Verstandskiezen komen meestal na de pubertijd door, de periode dat ook "het
verstand" zou moeten komen. Hieraan ontlenen verstandskiezen hun naam. In
het Engels heet een verstandskies "wisdom tooth" en in het Duits
"weißheitszahn". De medische naam voor een verstandskies is "de derde molaar"
of "de M3". De verstandskies is de derde grote kies achter in de mond.
Bij veel mensen breken de verstandskiezen goed door, maar vaak is er
ruimtegebrek (Afbeelding 1). Hierdoor kan de doorbraak worden gehinderd en
het weefsel rondom de verstandskies ontstoken raken. Soms zijn er geen
klachten, maar ziet de eigen tandarts dat er mogelijk problemen gaan komen of
zelfs dat er schade aan de buurkiezen kan optreden. In dat geval zal de tandarts
besluiten tot een doorverwijzing naar de MKA-chirurg om de verstandskiezen te
laten verwijderen. De MKA-chirurg kan de verstandskiezen door middel van een
kleine ingreep onder lokale verdoving verwijderen.
De behandeling
Het verwijderen van verstandskiezen gebeurt onder lokale verdoving. Omdat de
MKA-chirurg soms wat overliggend bot moet wegslijpen kan het herstel enkele
dagen duren. De wond wordt gesloten met oplosbare hechtingen.
Na de behandeling
Na de operatie kan de wang opzwellen, blauw worden en er kan een nabloeding
ontstaan. Slikken, eten of drinken kan de eerste dagen na de operatie lastig zijn.
Ook kan een tijdelijke verdoving van de lip, kin of tong plaatsvinden door
kneuzing van een zenuw, dis is heel zeldzaam. De ergste klachten zullen na drie
dagen verdwenen zijn. Het verwijderen van verstandskiezen is een
routinebehandeling. Complicaties komen zelden voor. Het verwijderen van alle
andere gebitselementen zal net als hierboven omschreven staat gaan.
Algemene informatie na een behandeling bij de MKA-chirurg:
- Zwelling: door de behandeling kan uw wang drie tot vijf dagen behoorlijk
gezwollen zijn. De zwelling is meestal maximaal op de 2de of 3de dag en daarna
wordt het langzaam minder. Door de zwelling kan de mondopening beperkt zijn.
Soms is er ook een bloeduitstorting, waarbij de wang kan verkleuren. Dit trekt
vanzelf weg. Vermijd zon/warmte, hierdoor kan de zwelling toenemen. Door de
eerste uren na de behandeling de wang te koelen, kan de zwelling verminderd
worden.
- Pijn: een eventuele plaatselijke verdoving is meestal na twee tot vier uur
uitgewerkt. Vaak krijgt u een recept voor pijnstillers mee. Indien dit niet het
geval is, neem dan paracetamol volgens voorschrift op de verpakking, maximaal
3x per dag 1000mg.
- Koorts: een algemeen gevoel van ziek zijn en koorts is de eerste dagen
normaal. Krijgt u hoge koorts boven de 39 graden of houdt de koorts langer dan 5
dagen aan, neem dan contact op met de polikliniek MKA-chirurgie.
- Voeding: de eerste zes uur na de ingreep mag u geen zeer warme of koude
dranken gebruiken. De wond kunt u ontzien door de eerste dagen na de ingreep
geen hard voedsel te gebruiken.
- Verzorging/hygiëne: een goede mondhygiëne is zeer belangrijk voor een goed
herstelproces. De wond geneest het beste wanneer het bloed goed kan stollen.
Daarom mag u de eerste dag de mond niet spoelen. Vanaf de tweede dag kunt u
meestal weer normaal poetsen met een zachte tandenborstel, echter heel
voorzichtig in de buurt van de wond. Is het poetsen lastig omdat u uw mond niet
goed kunt openen, dan kunt u ook spoelen met een glas lauwwarm water met
daarin opgelost een halve theelepel keukenzout. Het kan zijn dat u een recept
voor een spoelmiddel hebt gekregen. Volgt u dan de gebruiksaanwijzingen van
de apotheek.
- Roken: roken (en het gebruik van alcohol) worden de eerste vier dagen sterk
afgeraden. Roken is slecht voor de wondgenezing.
Zie ook: patiënteninformatie ‘Verstandskiezen’
Zie ook: patiënteninformatie ‘Voorbereiding poliklinische kaakoperatie’
Zie ook: patiënteninformatie ‘Nazorg’
Afbeelding 1 Ruimtegebrek en scheve ligging van de verstandskies
Vrijleggen tanden of kiezen
Soms breekt een tand of kies niet door. Dat kan als dit gebitselement niet is
aangelegd of gehinderd wordt in de doorbaak, bijvoorbeeld als gevolg van te
weinig ruimte of een scheve ligging. De tand of kies blijft dan in de kaak
ingesloten en heeft blijkbaar hulp nodig om er uit te komen. De orthodontist en
de MKA-chirurg kunnen met behulp van een behandelplan besluiten om de tand
of kies vrij te leggen (Afbeelding 1). Er wordt dan een slotje (bracket) met een
kettinkje op de tand geplakt, waarmee de orthodontist aan het betreffende
element kan trekken met een beugel.
Vóór de behandeling
Voor de behandeling bij de MKA-chirurg is het vaak zo dat er al een beugel door
de orthodontist is geplaatst om de stand van de tanden en kiezen voor te
behandelen. Aan de hand van 3D-scan wordt beoordeeld of het mogelijk is om
een tand of kies vrij te leggen.
De behandeling
De behandeling vindt meestal plaats op de polikliniek onder plaatselijke
verdoving. Als de tand direct onder het tandvlees ligt, hoeft alleen het tandvlees
opzij geschoven te worden. Als de tand ook nog in het bot van de kaak zit, dan
kan het nodig zijn om wat bot met een boor weg te halen. Zodra de tand of kies
vrij ligt, wordt er een slotje op geplakt met eventueel een kettinkje eraan. Op
indicatie kan de behandeling ook onder algehele narcose plaats vinden.
Na de behandeling
Na de behandeling bij de MKA-chirurg neemt de orthodontist de verdere
behandeling van het gebit weer over.
Algemene informatie na een behandeling bij de MKA-chirurg:
- Zwelling: door de behandeling kan uw wang drie tot vijf dagen behoorlijk
gezwollen zijn. De zwelling is meestal maximaal op de 2de of 3de dag en daarna
wordt het langzaam minder. Door de zwelling kan de mondopening beperkt zijn.
Soms is er ook een bloeduitstorting, waarbij de wang kan verkleuren. Dit trekt
vanzelf weg. Vermijd zon/warmte, hierdoor kan de zwelling toenemen. Door de
eerste uren na de behandeling de wang te koelen, kan de zwelling verminderd
worden.
- Pijn: een eventuele plaatselijke verdoving is meestal na twee tot vier uur
uitgewerkt. Vaak krijgt u een recept voor pijnstillers mee. Indien dit niet het
geval is, neem dan paracetamol volgens voorschrift op de verpakking, maximaal
3x per dag 1000mg.
- Koorts: een algemeen gevoel van ziek zijn en koorts is de eerste dagen
normaal. Krijgt u hoge koorts boven de 39 graden of houdt de koorts langer dan 5
dagen aan, neem dan contact op met de polikliniek MKA-chirurgie.
- Voeding: de eerste zes uur na de ingreep mag u geen zeer warme dranken
gebruiken. De wond kunt u ontzien door de eerste dagen na de ingreep geen hard
voedsel te gebruiken.
- Verzorging/hygiëne: een goede mondhygiëne is zeer belangrijk voor een goed
herstelproces. De wond geneest het beste wanneer het bloed goed kan stollen.
Daarom mag u de eerste dag de mond niet spoelen. Vanaf de tweede dag kunt u
meestal weer normaal poetsen met een zachte tandenborstel, echter heel
voorzichtig in de buurt van de wond. Is het poetsen lastig omdat u uw mond niet
goed kunt openen, dan kunt u ook spoelen met een glas lauwwarm water met
daarin opgelost een halve theelepel keukenzout. Het kan zijn dat u een recept
voor een spoelmiddel hebt gekregen. Volgt u dan de gebruiksaanwijzingen van
de apotheek.
Afbeelding 1 Vrijleggen van een tand met plaatsen kettinkje
Wortelpunt behandeling (apexresectie)
Een wortelpunt is het uiteinde van de wortel. Als een zenuw in een tand of kies
afsterft, kiest de tandarts voor een wortelkanaalbehandeling
(zenuwbehandeling). De afgestorven zenuw wordt verwijderd en het
wortelkanaal wordt schoongemaakt en opgevuld. Als het wortelkanaal niet
helemaal tot in de punt kan worden schoongemaakt, bijvoorbeeld door een
kromming van de wortel, kan er bij de wortelpunt een ontsteking optreden.
De ontsteking van een wortelpunt is op een röntgenfoto zichtbaar door een
zwart gebied bij de wortelpunt. Het kaakbot is dan vervangen door ontstoken
weefsel. De ontsteking kan naar buiten doorbreken. Er is dan een puistje
zichtbaar in de buurt van de wortelpunt. Het vrijkomen van pus kan een vieze
smaak in de mond geven. Een antibioticumkuur kan tijdelijk verlichting geven,
maar een ontsteking van de wortelpunt gaat nooit vanzelf over. Vroeg of laat
ontstaan er pijnklachten. Een MKA-chirurg kan met behulp van een boortje de
ontsteking weghalen. De medische term voor deze operatie heet "apexresectie".
De behandeling
Onder lokale verdoving wordt een snee in het tandvlees gemaakt en wordt de
wortelpunt ingekort (Afbeelding 1). De MKA-chirurg sluit de wortelpunt zonodig
af met vulmateriaal en de wond wordt gehecht met oplosbare hechtingen. Soms
treedt een zwelling op van de wang of de lip, maar deze verdwijnt meestal na
een dag of twee. Het tandvlees is na ongeveer twee weken genezen. Op de plek
waar de ontsteking zat, groeit bij een goede genezing nieuw bot. Na een half
jaar maakt de tandarts in sommige gevallen een controlefoto om te bekijken of
de behandeling goed geslaagd is.
Na de behandeling
Algemene informatie na een behandeling bij de MKA-chirurg:
- Zwelling: door de behandeling kan uw wang drie tot vijf dagen behoorlijk
gezwollen zijn. De zwelling is meestal maximaal op de 2de of 3de dag en daarna
wordt het langzaam minder. Door de zwelling kan de mondopening beperkt zijn.
Soms is er ook een bloeduitstorting, waarbij de wang kan verkleuren. Dit trekt
vanzelf weg. Vermijd zon/warmte, hierdoor kan de zwelling toenemen. Door de
eerste uren na de behandeling de wang te koelen, kan de zwelling verminderd
worden.
- Pijn: een eventuele plaatselijke verdoving is meestal na twee tot vier uur
uitgewerkt. Vaak krijgt u een recept voor pijnstillers mee. Indien dit niet het
geval is, neem dan paracetamol volgens voorschrift op de verpakking, maximaal
3x per dag 1000mg.
- Koorts: een algemeen gevoel van ziek zijn en koorts is de eerste dagen
normaal. Krijgt u hoge koorts boven de 39 graden of houdt de koorts langer dan 5
dagen aan, neem dan contact op met de polikliniek MKA-chirurgie.
- Voeding: de eerste zes uur na de ingreep mag u geen zeer warme of koude
dranken gebruiken. De wond kunt u ontzien door de eerste dagen na de ingreep
geen hard voedsel te gebruiken.
- Verzorging/hygiëne: een goede mondhygiëne is zeer belangrijk voor een goed
herstelproces. De wond geneest het beste wanneer het bloed goed kan stollen.
Daarom mag u de eerste dag de mond niet spoelen. Vanaf de tweede dag kunt u
meestal weer normaal poetsen met een zachte tandenborstel, echter heel
voorzichtig in de buurt van de wond. Is het poetsen lastig omdat u uw mond niet
goed kunt openen, dan kunt u ook spoelen met een glas lauwwarm water met
daarin opgelost een halve theelepel keukenzout. Het kan zijn dat u een recept
voor een spoelmiddel hebt gekregen. Volgt u dan de gebruiksaanwijzingen van
de apotheek.
- Roken: roken (en het gebruik van alcohol) worden de eerste vier dagen sterk
afgeraden. Roken is slecht voor de wondgenezing.
Zie ook: patiënteninformatie ‘Wortelpuntbehandeling’
Zie ook: patiënteninformatie ‘Voorbereiding poliklinische kaakoperatie’
Zie ook: patiënteninformatie ‘Nazorg’
Afbeelding 1 Wortelpunt behandeling (apexresectie)
Download