Wij verzoeken u bij uw eerste bezoek aan de MKA-chirurg het volgende mee te nemen: - Geldig identiteitsbewijs - Inschrijving zorgverzekeraar - Verwijsbrief tandarts, huisarts of verwijzend specialist - Gegevens van uw huisarts en tandarts - Actuele medicatie lijst Aangezichtschirurgie Aangezichtschirurgie richt zich op het herstel van het aangezicht in geval van een aangeboren afwijking, een ongeval, een behandeling van een tumor in het hoofd- halsgebied, een uitgebreide infectie of als gevolg van veroudering en verandering van de huid. Bovendien kan een MKA-chirurg een cosmetische verbetering van het gezicht realiseren. - Correctie van afstaande oren (flaporen) Een flapoor of aanstaand oor is een aangeboren misvorming van het kraakbeen van het oor. Vanaf ongeveer zeven jaar kan een flapoorcorrectie plaats vinden waarbij de vorm en/of de stand van het oor kan worden gecorrigeerd. De behandeling Bij kinderen zal de ingreep meestal in narcose plaats vinden en bij volwassenen kan de ingreep ook onder plaatselijke verdoving. Over het algemeen wordt het sneetje achter het oor gemaakt, zodat het litteken niet zichtbaar zal zijn. Na de behandeling Na de operatie wordt er een verband aangebracht dat ongeveer één week moet blijven zitten. Vervolgens is het nodig om enkele weken pleisters of een hoofd/zweetband te dragen om het oor in de juiste stand te laten genezen. - Facelift Een facelift is het strak trekken van plooien en rimpels van het gezicht. Een ouder wordende huid verliest de elasticiteit en kan bovendien droger, dunner en gerimpelder worden. Factoren als intensieve en langdurige blootstelling aan zonlicht, roken en stress kunnen het verouderingsproces van de huid versnellen. Met een facelift kan de kaakrand verstrakt worden (minilift), de hals, de wangen en de kaakrand (facelift en neklift) of het hele gezicht (complete facelift inclusief het voorhoofd). De behandeling Bij een facelift wordt een sneetje voor het oor gemaakt, zodat de huid kan worden losgemaakt van het onderhuidse bind- en spierweefsel. Door de huid aan te trekken in de richting van het oor en de haargrens zal de huid er veel strakker uit gaan zien. Na het strak trekken van de huid wordt de overtollige huid weggesneden en de huid gehecht. Voor behandeling van de wangen, mondhoeken en neus/lipplooi kan er een sneetje tot de haarlijn worden gemaakt. Een facelift vindt doorgaans plaats onder algehele narcose. Meestal gebeurt het in dagbehandeling, maar in sommige gevallen kan opname in het ziekenhuis voor één tot twee dagen nodig zijn. De ingreep duurt ongeveer twee tot vier uur. Na de behandeling Na de operatie wordt een verband om het gezicht aangebracht en in sommige gevallen ook gedurende één tot twee dagen een drain (slangetje) om het wondvocht op te vangen. Door de ingreep zal het gezicht gezwollen zijn en verkleurd als gevolg van een bloeduitstorting. Na drie tot vier weken is het eerste resultaat van de facelift zichtbaar. Het eindresultaat echter pas na drie tot zes maanden. Zie ook: patiënteninformatie ‘Facelift’ - Huidcorrectie De meeste huidafwijkingen of vlekken in het gezicht zijn onschuldig en worden verwijderd om esthetische redenen. Als er twijfel bestaat over de aard van de afwijking zal een stukje weefsel worden afgenomen voor verder microscopisch onderzoek (een biopt). De behandeling De correctie van een huidafwijking gebeurt doorgaans onder lokale verdoving. Nadat het afgesproken stuk huid is weggesneden, wordt de wond gehecht om de huidranden naar elkaar toe te brengen voor een adequate genezing. Na de behandeling De hechtingen worden afhankelijk van de locatie en de grootte van de verwijderde plek na vijf tot zeven dagen verwijderd. Een eventueel ontstane bloeduitstorting of zwelling verdwijnt na enkele dagen. Zie ook: patiënteninformatie ‘Littekencorrectie’ - Injectables (Botox®/fillers) Met injectables van botuline toxine (Botox®) en hyaluronzuur kan het gezicht een jeugdige uitstraling terugkrijgen door het verlies van volume aan te vullen en door spierspanning gerelateerde rimpels te ontspannen. Botox® Botox® is een eiwit dat als geneesmiddel twee effecten heeft: ten eerste blokkeert het de prikkeloverdracht van zenuwen naar spieren waardoor de beweging van spieren wordt verminderd of stopt. Ook kan het de zenuwen die de zweetklieren aansturen blokkeren. Dit voorkomt dat de klieren zweet produceren. In de cosmetische geneeskunde wordt Botox® gebruikt voor de bestrijding van rimpels. Veel rimpels in het gelaat ontstaan door het samentrekken van oppervlakkige spiertjes vlak onder de huid (de mimische spieren). De rimpels blijven zichtbaar in de huid, ook wanneer de spieren niet aangespannen zijn. Ze zijn het meest uitgesproken in de fronsregio, op het voorhoofd en aan weerszijden van de ogen (de kraaienpootjes). De Botox® behandeling helpt om rimpels te verzachten en te voorkomen. De behandeling Een behandeling met Botox® wordt als een ontspannen gevoel ervaren in de regio’s waar het wordt ingespoten. De behandeling duurt ongeveer 20 minuten. Bij het inspuiten van Botox® is een verdoving niet nodig, de injectienaalden die gebruikt worden zijn heel dun en de patiënt voelt alleen een klein prikje. Na de behandeling Het effect is enkele dagen na de behandeling al zichtbaar en is na 10 dagen optimaal. Afhankelijk van de sterkte van de spieren en de behandelde zone blijft het resultaat 3 tot 6 maanden zichtbaar. De duur van het effect wordt langer naarmate een bepaalde spiergroep vaker wordt behandeld. Om een optimaal resultaat te behouden op lange termijn is het belangrijk dat de spieren opnieuw behandeld worden voordat ze hun volledige sterkte hebben terug gekregen en weer zorgen voor rimpels. De huid kan direct na de behandeling rood of gezwollen zijn, maar dit trekt binnen enkele uren weer weg. De patiënt kan na de behandeling direct naar huis. Het kan helpen om de eerste 2 uur na de inspuiting de spieren in het behandelde gebied zoveel mogelijk te gebruiken. Dit kan door de wenkbrauwen te fronzen, op te trekken of uw lachspieren te gebruiken. Vermijd wrijven op of het masseren van de behandelde zones gedurende 24 uur na uw behandeling (let op met het verwijderen van make-up!). De eerste 2 uren na de behandeling kunt u beter niet gaan liggen en geen inspannend werk doen. U mag gerust een douche nemen en uw andere dagelijkse activiteiten uitvoeren. Gedurende 24 uur na de behandeling mag u niet zonnebaden, onder de zonnebank of in de sauna gaan. Risico’s en complicaties Er kan een klein bultje zichtbaar zijn na de behandeling, dit verdwijnt binnen enkele uren na de behandeling. Soms wordt er bij het prikken een bloedvaatje geraakt waardoor een kleine bloeduitstorting kan ontstaan. Soms vermelden patiënten een lichte hoofdpijn de eerste dagen na de behandeling, ook deze verdwijnt spontaan. Er zijn bij het gebruik van Botox® in het algemeen geen complicaties. Er worden lage doseringen gebruikt waardoor allergische reacties achterwege blijven. Zwangere vrouwen en mensen met een spier of zenuw aandoening mogen niet worden behandeld. Een zeer klein gedeelte van de bevolking (1 tot 2 %) heeft antistoffen tegen Botox®, bij deze mensen heeft de behandeling geen of onvoldoende effect. Hyaluronzuur Juvéderm® en Restylane® zijn stoffen waarin hyaluronzuur is verwerkt. Hyaluronzuur komt van nature voor in de jonge huid en zorgt ervoor dat de huid water kan vasthouden. Dit geeft de huid een jeugdig en gezond uiterlijk. Het hyaluronzuur is synthetisch gemaakt. Het is veilig om te gebruiken, omdat het bijna identiek is aan het hyaluronzuur dat van nature in de huid voorkomt. Het kan worden gebruikt om rimpels te verzachten of om de gezichtscontouren of de lippen te benadrukken. De behandeling Hyaluronzuur wordt in kleine hoeveelheden met een zeer fijne naald in de huid geïnjecteerd. In sommige gevallen wordt de gel net onder de huid geïnjecteerd. Hyaluronzuur is zeer precies te doseren en kan gericht volumeherstel of verandering geven. Verdoving is (behalve bij het inspuiten van de lippen) meestal niet nodig. Aan Juvéderm® en Restylane® is een verdovingsstof toegevoegd, tijdens de behandeling zorgt dit er voor dat het gebied wat behandeld wordt in lichte mate verdoofd raakt. Na de behandeling De huid kan direct na de behandeling rood of gezwollen zijn, maar dit trekt na enkele uren weer weg. Na de behandeling heeft de patiënt doorgaans geen pijn en kunnen de normale dagelijkse bezigheden worden hervat. Vermijd wrijven op of het masseren van de behandelde zones de eerste 24 uur na de behandeling. Gedurende 24 uur na de behandeling mag de patiënt niet zonnebaden, onder de zonnebank of in de sauna gaan. Het effect is direct na de behandeling al duidelijk zichtbaar. Door de verdoving en/of zwelling kan de eerste dagen na de behandeling het eindresultaat nog niet goed worden beoordeeld. Pas na zes weken is het maximale resultaat bereikt. In deze eerste 6 weken trekt nog vocht aan uit de omgeving waardoor het effect tot 10% toeneemt. Omdat hyaluronzuur een lichaamseigen stof is, wordt het langzaam door het lichaam afgebroken. Dit betekent dat na 6 tot 12 maanden het effect nagenoeg geheel verdwenen is. In gebieden met veel spieractiviteit, zoals de lippen, zal het effect 6 tot 8 maanden zichtbaar zijn. In gebieden met minder spieractiviteit, zoals de jukbeenregio, kan het wel 12 maanden aanhouden. Voor een optimaal resultaat moet soms na enkele weken nog een klein beetje hyaluronzuur worden bij gespoten. Risico’s en complicaties Soms wordt er bij het prikken een bloedvaatje geraakt waardoor een kleine bloeduitstorting kan ontstaan. Er zijn bij het gebruik van Hyaluronzuur over het algemeen geen complicaties. Het is geen permanente filler. Bij elke inspuiting bestaat het risico op infectie, deze is echter kleiner dan 0.1 %. Het inspuiten van hyaluronzuur op een plaats waar in het verleden een andere (permanente) filler is ingespoten, kan een ontstekingsreactie uitlokken. Om deze reden injecteren wij alleen op plaatsen waar niet eerder een andere filler is geïnjecteerd, met uitzondering van een ander hyaluronzuur. - Jukbeenvergroting Soms is het wenselijk om de projectie (uitsteken) van het jukbeen te vergroten. Hoge jukbeenderen worden als mooi ervaren en ze stralen jeugdigheid uit. Een vergroting van het jukbeen kan als onderdeel van een kaakstandcorrectie worden uitgevoerd of bijvoorbeeld na een ongeval waarbij er een asymmetrie is ontstaan. De behandeling De operatie vindt plaats via de mond en laat dus geen zichtbare littekens achter. Er kan gekozen worden voor een implantaat en in sommige gevallen voor een verbreding door middel van het aanbrengen van een zaagsnede in het jukbeen. - Kincorrectie Bij onderontwikkeling of asymmetrie van de kin kan door middel van het verplaatsen van de kin of een correctie van het kinbot een vergroting van de kin worden verkregen (Afbeelding 1). Dergelijke ingrepen vinden plaats in algehele narcose, waarbij het litteken aan de binnenzijde van de onderlip is gelegen. Soms wordt een verplaatsing van de kin gecombineerd met een neuscorrectie of liposuctie van de hals. Afbeelding 1 Kincorrectie - Lipcorrectie Indien er sprake is van een dunne boven en/of onderlip is het mogelijk om door middel van zogenaamde fillers (injectables) een volumevergroting te verkrijgen. De fillers die worden ingespoten zijn op basis van hyaluronzuur, een stof die van nature in de huid voorkomt. Naarmate men ouder wordt, neemt de productie van het lichaamseigen hyaluronzuur af. Het inspuiten van een filler op basis van hyaluronzuur vult dit verlies aan en zorgt voor een toename van het volume van de lip. Gemiddeld genomen is het effect van een dergelijke filler 6 tot 9 maanden zichtbaar. Indien u een permanent resultaat wenst, bestaat de mogelijkheid om een siliconen implantaat in te brengen. Verder is het mogelijk om een lange bovenlip in te korten en een dikke lip dunner te maken. De behandeling De behandeling met hyaluronzuur duurt ongeveer 20 minuten (zonodig kan de lip worden verdoofd). Doormiddel van injecties in de lip op zorgvuldig gekozen plaatsen, zal de lip met hyaluronzuur gevuld worden. Bij het plaatsen van een siliconen implantaat, dat zeer goed met plaatselijke verdoving is uit te voeren, wordt een tunnel gemaakt in de lip waarna het implantaat kan worden ingebracht. Het verkorten van de bovenlip of dunner maken van een dikke lip kan over het algemeen onder plaatselijke verdoving worden gedaan, waarbij de wond veelal aan de binnenzijde van de lip is gelegen of op een nauwelijks zichtbare plek. Na de behandeling Gemiddeld genomen is het effect van een dergelijke filler 6 tot 9 maanden zichtbaar. Indien u dat wenst kan de behandeling worden herhaald. - Littekencorrectie Littekens kunnen ontstaan bij beschadiging van de huid als gevolg van een operatie, een ongeval of een brandwond. Littekens kunnen na verloop van tijd dik worden (hypertrofisch) of er kan overmatige littekenvorming ontstaan. Een littekencorrectie kan het litteken minder opvallend maken, maar nooit volledig laten verdwijnen. De behandeling Bij een littekencorrectie wordt getracht de vorm te verbeteren. De meeste littekencorrecties vinden plaats onder lokale verdoving. Na de behandeling Na de littekencorrectie zal moet u er rekening mee houden dat de littekens langere tijd dik, rood, jeukend en zelfs pijnlijk kunnen zijn. Een vers litteken is pas na ongeveer één jaar rustig. Zie ook: patiënteninformatie ‘Littekencorrectie’ - Mondhoeklift Veel mensen hebben last van hun mondhoeken, vooral tijdens koude en droge perioden. De mondhoeken raken licht ontstoken en worden dan droog, rood en gevoelig. Dit noemt men cheilitis angularis. Cheilitis angularis kan door meerdere oorzaken ontstaan. Vaak is het een gevolg van een schimmelinfectie (candida), maar ook een bacteriële infectie, verminderde beethoogte, kwijlen en buiten of likken van de lippen kunnen oorzaken zijn. De behandeling Een aangetoonde schimmelinfectie kan behandeld worden met een anti-schimmelzalf. Daarnaast wordt er gelet op beethoogte, vooral bij mensen die een prothese dragen. Een verminderde beethoogte veroorzaakt een plooi in de mondhoek, waar speeksel zich verzamelt en zo irritatie geeft. Verbetering van de beethoogte lost dit probleem op. In sommige gevallen is dit niet voldoende en kan een mondhoeklift uitkomst bieden. Bij de mondhoeklift wordt er een stukje huid ter plaatse van de mondhoek verwijderd en wordt het lippenrood gelift. De plooi wordt daardoor minder diep. De ingreep kan onder plaatselijke verdoving op de polikliniek plaats vinden. Indien de patiënt ook wat vollere lippen wil, kan er ook nog overwogen worden om de mondhoeklift te combineren met een bovenliplift. Er wordt dan een stukje huid onder de neus verwijderd om de bovenlip wat op te trekken. De door het ouder worden verlengde bovenlip wordt daardoor korter en het lippenrood draait weer naar buiten. De patiënt heeft zo een jonger uiterlijk en minder klachten. Na de behandeling Het litteken is na de ingreep wat rood. Na enkele weken/maanden verdwijnt de roodheid en is er slechts een klein litteken zichtbaar. Zie ook: patiënteninformatie ‘Actinische cheilitis’ - Neuscorrectie Een neuscorrectie is een operatie ter correctie van de vorm van de neus. Een neuscorrectie kan worden uitgevoerd om de neus te verkleinen, de vorm van de neuspunt te verbeteren, een bochel van de neusrug te verwijderen en/of een scheefstaande neus recht te zetten. Verder is het mogelijk om functionele klachten te verminderen zoals frequente neusverstopping. De behandeling Bij een neuscorrectie worden meestal geen uitwendige huidsneden gemaakt. De operatie vindt plaats onder algehele narcose. Na de behandeling Soms is een overnachting na de operatie wenselijk. In een aantal gevallen kan een tweede operatie noodzakelijk zijn voor aanvullende correcties. Zie ook: patiënteninformatie ‘Neuscorrectie’ - Ooglid-, wenkbrauw- of voorhoofdcorrectie Een ooglidcorrectie is een ingreep waarbij een teveel aan huid-, spier- en soms vetweefsel van het boven- en/of onderooglid weggenomen wordt. Klachten over de bovenoogleden betreffen over het algemeen het hangen van de oogleden waardoor de huid op de wimpers rust. Bij de onderoogleden is er meestal sprake van zogenaamde wallen. Deze ontstaan doorgaans door een teveel aan vetweefsel en huid. In beide gevallen krijgt het gezicht een vermoeide uitdrukking. De behandeling Bij een correctie van het bovenooglid wordt een stukje huid, spier en soms wat vet weggehaald in de plooi boven het oog. De huid wordt opnieuw gespannen en de hechtingen worden aangebracht in de plooi van het bovenooglid, zodat een litteken niet of nauwelijks zichtbaar is. Bij correctie van het onderooglid worden huid, spier en soms enig vet van het onderooglid verwijderd. De meeste correcties vinden plaats onder lokale verdoving. Na de behandeling Een litteken is na de ingreep niet of nauwelijks zichtbaar. Na 5 tot 7 dagen worden de hechtingen verwijderd. Als gevolg van een bloeduitstorting kan het gebied rondom het oog verkleuren. Dit trekt na ongeveer 10 dagen weg. Soms is het niet mogelijk om met alleen een correctie van het bovenooglid een gewenst effect te bereiken. Het kan dan nodig zijn om ook een correctie van de wenkbrauw of het voorhoofd uit te voeren. Zie ook: patiënteninformatie ‘Ooglidcorrectie op de polikliniek’ Aangezichtspijn Aangezichtspijn is een pijn die vaak afkomstig is van stoornissen van de hersenzenuwen en/of bloedvaten. Ook verschillende soorten van hoofdpijn vallen onder aangezichtspijnen. De aangezichtspijn is vaak bijzonder belastend voor de patiënt en een afdoende behandeling volstaat vaak niet. Hoofdpijn kent verschillende vormen zoals spanningshoofdpijn (de strakke band om het hoofd), migraine (vaak gepaard met misselijkheid, braken en gezichtsstoornissen), clusterhoofdpijn (aanvalsgewijs heftige hoofdpijn vooral rond de ogen en bij de slapen) en hoofdpijn tengevolge van een ontsteking aan de slagaderen van de slapen (arteriële hoofdpijn). Aangezichtspijnen uitgaande van de zenuwen gaan vooral uit van de vijfde hersenzenuw (trigeminusneuralgie), maar kunnen ook optreden in de tong en slokdarm. Aangezichtspijn na een virus (herpes zoster) infectie komt eveneens regelmatig voor. Ook tongbranden (losso- of stomatodynie) behoort tot de categorie aangezichtspijnen. Tenslotte gaan vele psychiatrische beelden gepaard met het ervaren van pijnklachten in het gezicht. De behandeling De bestrijding van de pijn gebeurt doorgaans met behulp van medicijnen. Daarnaast kunnen zogenaamde pijnblokkades door injecties worden toegepast. De behandelingen vinden vaak in teamverband plaats. De eigen huisarts, MKA-chirurgen, neurologen en anesthesiologen (pijnteam) hebben allen een rol bij de diagnose en behandeling. Ontstekingen moeten worden behandeld. Goed overleg tussen de MKA-chirurg en de andere artsen is van doorslaggevend belang. Abces Een abces is een nieuw ontstane holte met pus in het lichaam. Een abces kan overal in het hoofd-halsgebied voorkomen, bijvoorbeeld in de mond of in de hals. Oorzaak Een abces ontstaat als gevolg van een infectie in het weefsel door een bacterie, parasiet of een vreemd lichaam. Dit zorgt voor een ontstekingsreactie van het lichaam waarbij verschillende cellen voor de afweer zorgen. Er ontstaat een holte waar deze cellen en afvalstoffen zich ophopen. Enkele voorbeelden in het hoofd-halsgebied zijn: - Een gat in een tand of kies - Ontsteking van het tandvlees - Na een operatie - Ontsteking van een lymfeklier Klachten/symptomen Een abces kan de volgende klachten veroorzaken: - Zwelling, roodheid, pijn en warmte ter plaatse - Koorts - Misselijkheid - Zweten - Ziek voelen - Afhankelijk van de locatie kan het ook de mondopening, het slikken of ademhalen bemoeilijken Behandeling Een abces in het hoofd-halsgebied kan zich in sommige gevallen snel uitbreiden naar de hals en de ademhaling bemoeilijken. Het is daarom van belang om patiënten met een abces snel te zien en zonodig te behandelen. Bij een abces in de mondholte zal op de polikliniek, na plaatselijke verdoving, een kleine snee (incisie) in het abces gemaakt worden om het pus te laten ontlasten. Vervolgens zal de holte gespoeld worden om zoveel mogelijk pus te verwijderen. Om te voorkomen dat de wond dicht zal groeien, wordt een drain aangebracht. Hierdoor kan in de dagen na de behandeling het laatste pus ook uit de holte. Meestal wordt de drain na 1-3 dagen verwijderd. Als het abces zich in de hals bevindt, dan is vaak een operatie onder algehele narcose nodig. De behandeling is verder hetzelfde als bij een abces in de mondholte. Na de behandeling Algemene informatie na een behandeling bij de MKA-chirurg: - Zwelling: door de behandeling kan uw wang drie tot vijf dagen behoorlijk gezwollen zijn. De zwelling is meestal maximaal op de 2de of 3de dag en daarna wordt het langzaam minder. Door de zwelling kan de mondopening beperkt zijn. Soms is er ook een bloeduitstorting, waarbij de wang kan verkleuren. Dit trekt vanzelf weg. Vermijd zon/warmte, hierdoor kan de zwelling toenemen. Door de eerste uren na de behandeling de wang te koelen, kan de zwelling verminderd worden. - Pijn: een eventuele plaatselijke verdoving is meestal na twee tot vier uur uitgewerkt. Vaak krijgt u een recept voor pijnstillers mee. Indien dit niet het geval is, neem dan paracetamol volgens voorschrift op de verpakking, maximaal 3x per dag 1000mg. - Koorts: een algemeen gevoel van ziek zijn en koorts is de eerste dagen normaal. Krijgt u hoge koorts boven de 39 graden of houdt de koorts langer dan 5 dagen aan, neem dan contact op met de polikliniek MKA-chirurgie. - Voeding: de eerste zes uur na de ingreep mag u geen zeer warme of koude dranken gebruiken. De wond kunt u ontzien door de eerste dagen na de ingreep geen hard voedsel te gebruiken. - Verzorging/hygiëne: een goede mondhygiëne is zeer belangrijk voor een goed herstelproces. De wond geneest het beste wanneer het bloed goed kan stollen. Daarom mag u de eerste dag de mond niet spoelen. Vanaf de tweede dag kunt u meestal weer normaal poetsen met een zachte tandenborstel, echter heel voorzichtig in de buurt van de wond. Is het poetsen lastig omdat u uw mond niet goed kunt openen, dan kunt u ook spoelen met een glas lauwwarm water met daarin opgelost een halve theelepel keukenzout. Het kan zijn dat u een recept voor een spoelmiddel hebt gekregen. Volgt u dan de gebruiksaanwijzingen van de apotheek. - Roken: roken (en het gebruik van alcohol) worden de eerste vier dagen sterk afgeraden. Roken is slecht voor de wondgenezing. Afsluiten gat bovenkaak (antrumperforatie) Een antrumperforatie (open antrum) is een open verbinding tussen de mondholte en kaakholte. De kaakholte wordt ook wel de sinus maxillaris of neusbijholte genoemd. Een antrumperforatie is meestal het gevolg van het trekken van een kies in de bovenkaak. Er ontstaat een gat, omdat de wortel van de kies uitsteekt in de kaakholte. Klachten/symptomen Na het trekken van een kies in de bovenkaak vraagt de MKA-chirurg meestal om voorzichtig op de neus te blazen, terwijl de neus wordt dicht geknepen. Als er een antrumperforatie is, dan is er een sissend geluid hoorbaar. In sommige gevallen komt de antrumperforatie pas later aan het licht, bijvoorbeeld als de wond niet goed wil genezen en ontstoken raakt. In dat geval dient u zelf de MKA-chirurg te raadplegen. Behandeling Bij het ontdekken van een antrumperforatie na het trekken van een kies in de bovenkaak, wordt de open verbinding direct gesloten door het tandvlees te bedekken en dicht te hechten. Als de perforatie pas later aan het licht komt door een ontsteking, dan zal eerst met behulp van spoelen en soms aanvullende antibiotica de ontsteking tot rust gebracht worden. Als de wond rustig is, dan kan de perforatie alsnog gehecht worden. Na de behandeling De verbinding tussen de mondholte en de neusholte is gesloten. U mag daarom twee weken geen druk op de neus zetten (‘blaas/snuitverbod’), omdat anders de verbinding weer open kan gaan. U mag dus niet snuiten, persen of bijvoorbeeld een blaasinstrument bespelen. Algemene informatie na een behandeling bij de MKA-chirurg: - Zwelling: door de behandeling kan uw wang drie tot vijf dagen behoorlijk gezwollen zijn. De zwelling is meestal maximaal op de 2de of 3de dag en daarna wordt het langzaam minder. Door de zwelling kan de mondopening beperkt zijn. Soms is er ook een bloeduitstorting, waarbij de wang kan verkleuren. Dit trekt vanzelf weg. Vermijd zon/warmte, hierdoor kan de zwelling toenemen. Door de eerste uren na de behandeling de wang te koelen, kan de zwelling verminderd worden. - Pijn: een eventuele plaatselijke verdoving is meestal na twee tot vier uur uitgewerkt. Vaak krijgt u een recept voor pijnstillers mee. Indien dit niet het geval is, neem dan paracetamol volgens voorschrift op de verpakking, maximaal 3x per dag 1000mg. - Koorts: een algemeen gevoel van ziek zijn en koorts is de eerste dagen normaal. Krijgt u hoge koorts boven de 39 graden of houdt de koorts langer dan 5 dagen aan, neem dan contact op met de polikliniek MKA-chirurgie. - Voeding: de eerste zes uur na de ingreep mag u geen zeer warme of koude dranken gebruiken. De wond kunt u ontzien door de eerste dagen na de ingreep geen hard voedsel te gebruiken. - Verzorging/hygiëne: een goede mondhygiëne is zeer belangrijk voor een goed herstelproces. De wond geneest het beste wanneer het bloed goed kan stollen. Daarom mag u de eerste dag de mond niet spoelen. Vanaf de tweede dag kunt u meestal weer normaal poetsen met een zachte tandenborstel, echter heel voorzichtig in de buurt van de wond. Is het poetsen lastig omdat u uw mond niet goed kunt openen, dan kunt u ook spoelen met een glas lauwwarm water met daarin opgelost een halve theelepel keukenzout. Het kan zijn dat u een recept voor een spoelmiddel hebt gekregen. Volgt u dan de gebruiksaanwijzingen van de apotheek. - Roken: roken (en het gebruik van alcohol) worden de eerste vier dagen sterk afgeraden. Roken is slecht voor de wondgenezing. Zie ook: patiënteninformatie ‘Opening naar de kaakholte (antrumperforatie)’ Botankers Een botanker is een titanium plaatje met een haakje dat met twee of drie schroeven wordt bevestigd aan de boven- of onderkaak (Afbeelding 1). Botankers worden gebruikt als ondersteuning bij de orthodontische behandeling. Het haakje reikt uit het tandvlees en hieraan kan een elastiek, draad of veer naar de beugel worden getrokken om kracht uit te oefenen op de tanden of kiezen. De botankers zijn vanaf de buitenkant niet zichtbaar. De behandeling Het plaatsen van botankers vindt meestal onder plaatselijke verdoving plaats. In sommige gevallen kan het ook in algehele narcose. Zodra de verdoving is ingewerkt zet de MKA-chirurg een kleine snee in het tandvlees en schuift het plaatje tussen het tandvlees en het bot. Vervolgens wordt het plaatje vastgemaakt met schroeven en het tandvlees weer dichtgehecht. Alleen het haakje komt door het tandvlees naar buiten. De behandeling duurt ongeveer 30 minuten. Tijdens de ingreep kunnen één of meerdere botankers geplaatst worden. Na de behandeling Ongeveer één week na het plaatsen kan de orthodontist de botankers gaan gebruiken. Algemene informatie na een behandeling bij de MKA-chirurg: - Zwelling: door de behandeling kan uw wang drie tot vijf dagen behoorlijk gezwollen zijn. De zwelling is meestal maximaal op de 2de of 3de dag en daarna wordt het langzaam minder. Door de zwelling kan de mondopening beperkt zijn. Soms is er ook een bloeduitstorting, waarbij de wang kan verkleuren. Dit trekt vanzelf weg. Vermijd zon/warmte, hierdoor kan de zwelling toenemen. Door de eerste uren na de behandeling de wang te koelen, kan de zwelling verminderd worden. - Pijn: een eventuele plaatselijke verdoving is meestal na twee tot vier uur uitgewerkt. Vaak krijgt u een recept voor pijnstillers mee. Indien dit niet het geval is, neem dan paracetamol volgens voorschrift op de verpakking, maximaal 3x per dag 1000mg. - Koorts: een algemeen gevoel van ziek zijn en koorts is de eerste dagen normaal. Krijgt u hoge koorts boven de 39 graden of houdt de koorts langer dan 5 dagen aan, neem dan contact op met de polikliniek MKA-chirurgie. - Voeding: de eerste zes uur na de ingreep mag u geen zeer warme of koude dranken gebruiken. De wond kunt u ontzien door de eerste dagen na de ingreep geen hard voedsel te gebruiken. - Verzorging/hygiëne: een goede mondhygiëne is zeer belangrijk voor een goed herstelproces. De wond geneest het beste wanneer het bloed goed kan stollen. Daarom mag u de eerste dag de mond niet spoelen. Vanaf de tweede dag kunt u meestal weer normaal poetsen met een zachte tandenborstel, echter heel voorzichtig in de buurt van de wond. Is het poetsen lastig omdat u uw mond niet goed kunt openen, dan kunt u ook spoelen met een glas lauwwarm water met daarin opgelost een halve theelepel keukenzout. Het kan zijn dat u een recept voor een spoelmiddel hebt gekregen. Volgt u dan de gebruiksaanwijzingen van de apotheek. - Roken: roken (en het gebruik van alcohol) worden de eerste vier dagen sterk afgeraden. Roken is slecht voor de wondgenezing. Afbeelding 1 Plaatsen van botankers Chirurgische kaakstandcorrectie - Correctie boven- en/of onderkaak Een goede kaakstand is belangrijk voor de functie van de kaken en het gebit. Als de tanden en kiezen niet goed op elkaar passen, kunnen er problemen ontstaan bij het afbijten en kauwen. De chirurgische kaakstandcorrectie is een operatie die een afwijkende stand van de kaak corrigeert. Dit gaat bijna altijd gepaard met een orthodontische (beugel) voor- en/of nabehandeling. Zo komt er een nieuw evenwicht tussen de kauwspieren, de tanden en kiezen, de luchtwegen en het profiel van het gezicht. De orthodontist is over het algemeen de regisseur van een dergelijk behandeltraject, dat soms wel 2 jaar kan duren. De behandeling vindt plaats in teamverband: MKA-chirurg, orthodontist, de (eigen) tandarts en soms een psycholoog. Wanneer is een chirurgische kaakcorrectie nodig? Soms lukt het met een beugelbehandeling niet om een onregelmatige stand van tanden en/of kiezen volledig te corrigeren. Dit kan komen door een afwijkende stand van boven- en/of onderkaak. Een operatie kan dan nodig zijn. Ook kan afbijten, kauwen, lipsluiting, spraak en slikken door een operatie verbeteren. Het is mogelijk dat een chirurgische kaakstandcorrectie om cosmetische redenen wordt uitgevoerd. Meestal worden deze kaakstandcorrecties alleen gedaan bij mensen die volgroeid zijn (vanaf 17 à 18 jaar). Vóór de behandeling Eerst zal er bijna altijd een orthodontische behandeling plaatsvinden. De vaste (slotjes)beugel die daarbij wordt gebruikt, moet meestal na de operatie nog enige tijd worden gedragen. Bij de behandeling zijn een tandarts, een orthodontist en een MKA-chirurg betrokken. Het hele orthodontisch-chirurgische traject duurt ongeveer 2 tot 2,5 jaar. In de aanloop naar een operatie worden moderne, 3D en simulatie, technieken gebruikt voor de planning. De behandeling De operatie vindt plaats in narcose en duurt, afhankelijk van de afwijking, één tot enkele uren. De MKA-chirurg legt het verloop van de operatie nog eens uit en de anesthesioloog bespreekt de gang van zaken rond de narcose. Het soort operatie dat uitgevoerd moet worden, hangt af van de stand van de kaak. In alle gevallen moet een snee in het bot worden gemaakt, zodat de kaak of een deel ervan kan worden verschoven. Het kan gaan om een verlenging/verkorting van de onderkaak (Afbeelding 1), bovenkaak (Afbeelding 2) of gecombineerd. De operatie gebeurt meestal volledig in de mond, zodat geen littekens buiten de mond ontstaan. Wanneer het toch nodig is een snede in de huid te maken zal dit zo onopvallend mogelijk in de huidplooien worden gedaan. Meestal zal dit van tevoren besproken worden. Na de behandeling Na de operatie blijft de patiënt nog één tot twee dagen in het ziekenhuis. De kaken zijn na de operatie doorgaans vrij beweegbaar (tegenwoordig worden kaken zelden nog aan elkaar gefixeerd). De napijn is kortdurend en goed te bestrijden. Wat betreft eten zal eerst gestart worden met dik vloeibaar voedsel, gevolgd door zacht voedsel en na ongeveer 4-6 weken kan voorzichtig vast voedsel geprobeerd worden. De zwelling is meestal tot een week na de operatie hinderlijk aanwezig. Botgenezing duurt ongeveer 6 weken. De orthodontist kan na 6 weken (soms al eerder) de beugelbehandeling voortzetten. Het is per patiënt verschillend hoe lang dit nog nodig is. Omdat kaakstandcorrecties soms ingrijpende gelaatsveranderingen bewerkstelligen, kan de patiënt zich onzeker gaan voelen of voor teleurstellingen komen te staan. Daarom kan het (liefst vooraf) inschakelen van een psycholoog gewenst zijn. Algemene informatie na een behandeling bij de MKA-chirurg: - Zwelling: door de behandeling kan uw wang drie tot vijf dagen behoorlijk gezwollen zijn. De zwelling is meestal maximaal op de 2de of 3de dag en daarna wordt het langzaam minder. Door de zwelling kan de mondopening beperkt zijn. Soms is er ook een bloeduitstorting, waarbij de wang kan verkleuren. Dit trekt vanzelf weg. Vermijd zon/warmte, hierdoor kan de zwelling toenemen. Door de eerste uren na de behandeling de wang te koelen, kan de zwelling verminderd worden. - Pijn: een eventuele plaatselijke verdoving is meestal na twee tot vier uur uitgewerkt. Vaak krijgt u een recept voor pijnstillers mee. Indien dit niet het geval is, neem dan paracetamol volgens voorschrift op de verpakking, maximaal 3x per dag 1000mg. - Koorts: een algemeen gevoel van ziek zijn en koorts is de eerste dagen normaal. Krijgt u hoge koorts boven de 39 graden of houdt de koorts langer dan 5 dagen aan, neem dan contact op met de polikliniek MKA-chirurgie. - Voeding: de eerste zes uur na de ingreep mag u geen zeer warme of koude dranken gebruiken. De wond kunt u ontzien door de eerste dagen na de ingreep geen hard voedsel te gebruiken. - Verzorging/hygiëne: een goede mondhygiëne is zeer belangrijk voor een goed herstelproces. De wond geneest het beste wanneer het bloed goed kan stollen. Daarom mag u de eerste dag de mond niet spoelen. Vanaf de tweede dag kunt u meestal weer normaal poetsen met een zachte tandenborstel, echter heel voorzichtig in de buurt van de wond. Is het poetsen lastig omdat u uw mond niet goed kunt openen, dan kunt u ook spoelen met een glas lauwwarm water met daarin opgelost een halve theelepel keukenzout. Het kan zijn dat u een recept voor een spoelmiddel hebt gekregen. Volgt u dan de gebruiksaanwijzingen van de apotheek. - Roken: roken (en het gebruik van alcohol) worden de eerste vier dagen sterk afgeraden. Roken is slecht voor de wondgenezing. Zie ook: patiënteninformatie ‘Kaakstandcorrectie’ Zie ook: patiënteninformatie ‘Voeding na een kaakoperatie’ Afbeelding 1 Verlenging van de onderkaak Afbeelding 2 Verlenging van de bovenkaak - Jukbeenvergroting Soms is het wenselijk om de projectie (uitsteken) van het jukbeen te vergroten. Hoge jukbeenderen worden als mooi ervaren en ze stralen jeugdigheid uit. Een vergroting van het jukbeen kan als onderdeel van een kaakstandcorrectie worden uitgevoerd of bijvoorbeeld na een ongeval waarbij er een asymmetrie is ontstaan. De behandeling De operatie vindt plaats via de mond en laat dus geen zichtbare littekens achter. Er kan gekozen worden voor een implantaat en in sommige gevallen voor een verbreding door middel van het aanbrengen van een zaagsnede in het jukbeen. - Kincorrectie Bij onderontwikkeling of asymmetrie van de kin kan door middel van het verplaatsen van de kin of een correctie van het kinbot een vergroting van de kin worden verkregen (Afbeelding 1). Dergelijke ingrepen vinden plaats in algehele narcose, waarbij het litteken aan de binnenzijde van de onderlip is gelegen. Soms wordt een verplaatsing van de kin gecombineerd met een neuscorrectie of liposuctie van de hals. Afbeelding 1 Kincorrectie - Corticotomie (SARME) Het kan voorkomen dat de bovenkaak te smal is in vergelijking met de onderkaak. Bij kinderen is het meestal mogelijk om dit te verbreden met behulp van orthodontische apparatuur. Bij oudere patiënten zijn de kaken al verder verbeend en hierdoor is verbreding door orthodontie vaak niet meer mogelijk. Bij deze patiënten is het mogelijk om tijdelijke apparatuur aan te brengen ter verbreding en de bovenkaak op een aantal plaatsen te verzwakken door middel van botsneden. Deze ingreep wordt ook wel SARME (Surgically Assisted Rapid Maxillary Expansion) of corticotomie genoemd. Vóór de behandeling Er zijn twee soorten apparatuur om de bovenkaak te verbreden: Hyrax (Afbeelding 1) en transpalatinale distractor (TPD) (Afbeelding 2). Bij verbreding met behulp van een Hyrax zal voor de operatie door de orthodontist de apparatuur geplaatst worden. Bij een TPD zal de apparatuur tijdens de operatie geplaatst worden. De techniek die gebruikt wordt is afhankelijk van de situatie en voorkeur van de orthodontist. De behandeling Tijdens de operatie worden aan elke kant van de bovenkaak en in het midden botsneden gemaakt (Afbeelding 1/2). Bij gebruik van een TPD zal tijdens de operatie ook de apparatuur bevestigd worden in de mond. De operatie zal plaats vinden in algehele narcose. Na de behandeling Ongeveer één week na de operatie heeft u een controle afspraak bij de MKA-chirurg. Tijdens de controle zal uitgelegd worden hoe de apparatuur werkt, zodat u zelf twee maal per dag de apparatuur uit kunt draaien. De verbreding wordt meestal verder door de orthodontist begeleid. De apparatuur blijft een aantal maanden in de mond aanwezig om de kaak langzaam te verbreden. Tijdens de verbreding zal er tijdelijk ruimte tussen de voortanden ontstaan. Dit wordt later door de orthodontist behandeld. Zodra de verbreding voltooid is, zal de apparatuur uitgenomen worden. Bij gebruik van een Hyrax zal de orthodontist dit doen en bij een TPD de MKA-chirurg onder plaatselijke verdoving. Algemene informatie na een behandeling bij de MKA-chirurg: - Zwelling: door de behandeling kan uw wang drie tot vijf dagen behoorlijk gezwollen zijn. De zwelling is meestal maximaal op de 2de of 3de dag en daarna wordt het langzaam minder. Door de zwelling kan de mondopening beperkt zijn. Soms is er ook een bloeduitstorting, waarbij de wang kan verkleuren. Dit trekt vanzelf weg. Vermijd zon/warmte, hierdoor kan de zwelling toenemen. Door de eerste uren na de behandeling de wang te koelen, kan de zwelling verminderd worden. - Pijn: een eventuele plaatselijke verdoving is meestal na twee tot vier uur uitgewerkt. Vaak krijgt u een recept voor pijnstillers mee. Indien dit niet het geval is, neem dan paracetamol volgens voorschrift op de verpakking, maximaal 3x per dag 1000mg. - Koorts: een algemeen gevoel van ziek zijn en koorts is de eerste dagen normaal. Krijgt u hoge koorts boven de 39 graden of houdt de koorts langer dan 5 dagen aan, neem dan contact op met de polikliniek MKA-chirurgie. - Voeding: de eerste zes uur na de ingreep mag u geen zeer warme of koude dranken gebruiken. De wond kunt u ontzien door de eerste dagen na de ingreep geen hard voedsel te gebruiken. - Verzorging/hygiëne: een goede mondhygiëne is zeer belangrijk voor een goed herstelproces. De wond geneest het beste wanneer het bloed goed kan stollen. Daarom mag u de eerste dag de mond niet spoelen. Vanaf de tweede dag kunt u meestal weer normaal poetsen met een zachte tandenborstel, echter heel voorzichtig in de buurt van de wond. Is het poetsen lastig omdat u uw mond niet goed kunt openen, dan kunt u ook spoelen met een glas lauwwarm water met daarin opgelost een halve theelepel keukenzout. Het kan zijn dat u een recept voor een spoelmiddel hebt gekregen. Volgt u dan de gebruiksaanwijzingen van de apotheek. - Roken: roken (en het gebruik van alcohol) worden de eerste vier dagen sterk afgeraden. Roken is slecht voor de wondgenezing. Afbeelding 1 Verbreding van de bovenkaak met een Hyrax Afbeelding 2 Verbreding van de bovenkaak met een TPD Implantaten/protheseproblemen Een implantaat is een kunstwortel waarop een kunstgebit of een enkele kunsttand of kies kan worden vastgezet. Een implantaat bestaat uit een titaniumschroef die in het kaakbot wordt geschroefd (Afbeelding 1). Na enkele weken gaat het implantaat een vaste verbinding aan met het bot. Wanneer iemand lange tijd een kunstgebit heeft gedragen kan het botweefsel van de onder of bovenkaak slinken, waardoor het kunstgebit niet meer goed vastzit. Het vastzetten van het kunstgebit door middel van implantaten kan verdere slinking van het botweefsel voorkomen. Voor het (opnieuw) vastzetten van een kunstgebit in de onderkaak volstaat meestal een tweetal implantaten. In de bovenkaak is de behandeling wat gecompliceerder en zijn vaak meerdere implantaten nodig. Na twee tot drie maanden kan de prothese via een systeem worden vast geklikt aan de kaak. Vervanging van enkele tanden of kiezen bieden met de implantatietechniek een goede oplossing, zowel cosmetisch als functioneel (afbijten en kauwen). Afbeelding 1 Boven: Sinusbodem elevatie Onder: Plaatsen van een implantaat in de bovenkaak Vóór de behandeling Voorafgaand aan de behandeling wordt bekeken of de mondholte en/of de kaak geschikt is voor implantatie. Een CBCT-scan wordt gemaakt om de botdikte te meten. Als het bot dik genoeg is wordt er een afspraak gemaakt voor het plaatsen van de implantaten. Is dit niet het geval, dan is mogelijk een botopbouw (zie verder) noodzakelijk. De behandeling Zodra de condities van de mondholte en kaak goed zijn, kan het implantaat geplaatst worden. Met een boortje wordt een gaatje gemaakt in het kaakbot en het implantaat wordt als een schroef ingebracht. Het wondje in het tandvlees wordt gehecht. De behandeling duurt ongeveer een half uur en vindt plaats onder lokale verdoving. Na de behandeling Omdat het weefsel rondom het implantaat goed schoon moet worden gehouden is de nazorg erg belangrijk. Het implantaat mag de eerste zes tot acht weken niet worden belast. Na het plaatsen van het implantaat moet het gemiddeld 6-12 weken ingroeien in het bot. U mag dan niet op het implantaat bijten en krijgt een tijdelijke voorziening. Na de ingroei periode wordt de kroon, brug of het kunstgebit (Afbeelding 2) geplaatst. In totaal duurt de behandeling ongeveer 6 maanden. Algemene informatie na een behandeling bij de MKA-chirurg: - Zwelling: door de behandeling kan uw wang drie tot vijf dagen behoorlijk gezwollen zijn. De zwelling is meestal maximaal op de 2de of 3de dag en daarna wordt het langzaam minder. Door de zwelling kan de mondopening beperkt zijn. Soms is er ook een bloeduitstorting, waarbij de wang kan verkleuren. Dit trekt vanzelf weg. Vermijd zon/warmte, hierdoor kan de zwelling toenemen. Door de eerste uren na de behandeling de wang te koelen, kan de zwelling verminderd worden. - Pijn: een eventuele plaatselijke verdoving is meestal na twee tot vier uur uitgewerkt. Vaak krijgt u een recept voor pijnstillers mee. Indien dit niet het geval is, neem dan paracetamol volgens voorschrift op de verpakking, maximaal 3x per dag 1000mg. - Koorts: een algemeen gevoel van ziek zijn en koorts is de eerste dagen normaal. Krijgt u hoge koorts boven de 39 graden of houdt de koorts langer dan 5 dagen aan, neem dan contact op met de polikliniek MKA-chirurgie. - Voeding: de eerste zes uur na de ingreep mag u geen zeer warme of koude dranken gebruiken. De wond kunt u ontzien door de eerste dagen na de ingreep geen hard voedsel te gebruiken. - Verzorging/hygiëne: een goede mondhygiëne is zeer belangrijk voor een goed herstelproces. De wond geneest het beste wanneer het bloed goed kan stollen. Daarom mag u de eerste dag de mond niet spoelen. Vanaf de tweede dag kunt u meestal weer normaal poetsen met een zachte tandenborstel, echter heel voorzichtig in de buurt van de wond. Is het poetsen lastig omdat u uw mond niet goed kunt openen, dan kunt u ook spoelen met een glas lauwwarm water met daarin opgelost een halve theelepel keukenzout. Het kan zijn dat u een recept voor een spoelmiddel hebt gekregen. Volgt u dan de gebruiksaanwijzingen van de apotheek. - Roken: roken (en het gebruik van alcohol) worden de eerste vier dagen sterk afgeraden. Roken is slecht voor de wondgenezing. Kosten De kosten van een implantaat en het plaatsen van een implantaat vallen meestal niet onder de basisverzekering. Dit betekent dat u de behandeling in veel gevallen zelf dient te betalen. Alleen implantaten bij een ernstig geslonken en volledig tandeloze kaak worden vergoed. Indien u een aanvullende verzekering heeft, is het mogelijk dat (een deel van) de behandeling voor vergoeding in aanmerking komt. Dit is per verzekeraar en pakket verschillend. Onderstaand de landelijke tarieven voor het plaatsen van implantaten (NZA-tarief 2015). Op basis van de tarieven is het mogelijk om een schatting van de kosten te maken. Kosten 1e implantaat: 238060 Plaatsen van het eerste implantaat (excl. de implantaat kosten) € 399,83 238062 Kosten implantaat (incl. afdekschroef) Totaal ( voor 1 implantaat) € 316,29 ______ _ € 683,65 Vrijleggen implantaat: (van toepassing op een zgn. 2-fasen implantaat) 238063 Vrijleggen implantaat € 122,16 De MKA-chirurg zal voorafgaand aan de behandeling een kostenbegroting opstellen. Het uiteindelijke bedrag is afhankelijk van het totaal te plaatsen implantaten. N.B.: Alle bedragen zijn exclusief de kroon / brugwerk, deze kosten worden apart door uw tandarts in rekening gebracht. De definitieve begroting voor de implantologie zal door het ziekenhuis worden verzonden. Zie ook: www.nvoi.nl Zie ook: patiënteninformatie ‘Implantaat’ Zie ook: patiënteninformatie ‘Voorbereiding poliklinische kaakoperatie’ Afbeelding 2 Boven: Plaatsen implantaat Onder: Plaatsen kunstgebit op implantaten - Protheseproblemen Het dragen van een gebitsprothese kan worden bemoeilijkt door afwijkingen aan de boven- of onderkaak. Botuitstulpingen, richels en indeukingen van de kaakrand (de zogenaamde ‘kaakwal') moeten voor het plaatsen van de prothese worden behandeld, bijvoorbeeld door de kaak glad te maken. Irritatie van slijmvliezen van de mond kan bij patiënten veel last veroorzaken. Daarnaast komen een aantal aandoeningen van de slijmvliezen vooral bij dragers van een kunstgebit voor. Bijvoorbeeld zweertjes (vaak door een te hoge rand van het kunstgebit), zogenaamde irritatie hyperplasie (een weefselgroei rond de randen van de prothese) of kleine uitstulpingen van het slijmvlies (irritatiefibromen). De behandeling van deze aandoeningen liggen vooral op het gebied van aanpassing van protheses en soms behandeling met medicijnen. Chirurgische aanpak van bijvoorbeeld irritatiefibromen behoort tot de mogelijkheden. - Botopbouw In de MKA-chirurgie zijn criteria opgesteld voor de dikte van het kaakbot om de geschiktheid te beoordelen voor implantaties of gebitsprothesen. Bij een te grote slinking van botweefsel of een ontstane deuk in het bot kan het nodig zijn om als voorbereiding op de implantatie een bottransplantatie uit te voeren. Bij de vervanging van één of enkele tanden of kiezen die duidelijk zichtbaar zijn, bijvoorbeeld tijdens het lachen, is het heel belangrijk dat de kaakwal een goede vorm heeft bij het plaatsen van een implantaat. In dat geval wordt ook nogal eens tot een voorafgaande botopbouw besloten. Bij kleinere hoeveelheden benodigd botweefsel kan worden volstaan met transplantatie vanuit naburig bot uit de kaakrand of de kin (Afbeelding 3) De ingreep is betrekkelijk klein, gebeurd onder lokale verdoving en uiterlijke littekens zijn onzichtbaar. De ingreep kan wel meerdere dagen klachten tot gevolg hebben zoals pijn en zwelling. Bij grotere transplantaties wordt botweefsel uit de bekkenkam of uit het scheenbeen verkregen. In de bovenkaak wordt dan vaak een sinusbodem elevatie gedaan (Afbeelding 1). Deze ingrepen gebeuren altijd onder algehele narcose. Afbeelding 3 Botopbouw onderkaak met botweefsel uit de kaakrand Kaakgewrichtsafwijkingen Het kaakgewricht bestaat uit een gewrichtskop en een gewrichtskom bekleed met een laagje kraakbeen (Afbeelding 1). Het kaakgewricht bevat een gewrichtsschijfje (discus) te vergelijken met een meniscus in de knie. Deze discus glijdt als een stootkussen mee met het kaakkopje in de gewrichtskom en voorkomt slijtage van de gewrichtsoppervlakken (Afbeelding 2). Het kan vóórkomen dat de discus niet altijd op zijn plaats (boven op het kaakkopje) blijft zitten. Soms schiet de discus voor het kaakkopje. Het kaakgewricht laat dan bij het openen en sluiten van de mond een knappend of schurend geluid horen (Afbeelding 3). Ongeveer 40% van de bevolking heeft een dergelijke knap en voor deze aandoening is zelden een behandeling nodig (tenzij er ook pijnklachten en/of ernstige bewegingsbeperkingen zijn). Het gewricht is omgeven door kauwspieren. Deze spieren maken mondopening en –sluiting mogelijk en maken dat men kan kauwen, slikken, spreken etc. Veel voorkomende kaakgewrichtsklachten zijn pijn in de kauwspieren of in het kaakgewricht met soms een uitstraling naar de slaap, nek en schouders en een moe en stijf gevoel in de kauwspieren, vooral ’s ochtends bij het opstaan. Een andere klacht kan zijn een beperkte mondopening of het gevoel van ‘op slot zitten’ van de onderkaak (Afbeelding 4). De meeste oorzaken van kaakgewrichtsklachten zijn verkeerde gewoontes, zoals veelvuldig klemmen of knarsen met als gevolg overbelasting van het spier/gewrichtssysteem. Het is gebleken dat veel mensen met kaakgewrichtsklachten vaak onbewust de gewoonte hebben om langdurig hun tanden en kiezen op elkaar te klemmen of onbewust de tanden van de onderkaak met grote kracht langs de tanden van de bovenkaak te bewegen (knarsen). Klemmen en knarsen gebeurt vooral ’s nachts. Deze gewoontes kunnen de kauwspieren vermoeien en aanleiding geven tot pijn in de spieren en het gewricht. Soms blijken deze gewoontes in relatie te staan met spanningen waaronder de patiënt te lijden heeft. Een ernstige verwonding aan de onderkaak kan ook kaakgewrichtsklachten veroorzaken. Zo kan een klap een zwelling veroorzaken in het gewricht of de discus beschadigen. Soepele bewegingen van de onderkaak zijn dan niet meer mogelijk en het gewricht zal pijn gaan doen. Deze klachten kunnen ook ontstaan bij langzame slijtage van het kaakgewricht (Afbeelding 5). De behandeling Het is lastig om een goede behandeling te bepalen voor kaakgewrichtsafwijkingen. Het kaakgewricht in zijn optimale vorm terugbrengen is niet of nauwelijks mogelijk. Wel kan de situatie flink worden verbeterd door een meervoudige aanpak van de tandarts, een tandarts-gnatholoog, de MKA-chirurg en fysiotherapeut. Behandelingen van kaakgewrichtsafwijkingen zijn vooral gericht op een vermindering van de belasting van het gewricht. In de beginfase kan de therapie bestaan uit een goede uitleg van het probleem, pijnbehandeling, oefentherapie of het aanbrengen van een splint (een plaatje van kunsthars dat op tanden of kiezen wordt geplaatst om het gewricht bij het kauwen te ontlasten). Een vervolgbehandeling bestaat uit fysiotherapie, bewegingstherapie, massage of thermotherapie. De MKA-chirurg kan in zeldzame gevallen voor een operatieve behandeling kiezen, bijvoorbeeld een spoeling van het kaakgewricht. Zie ook: patiënteninformatie ‘Kaakgewrichtsklachten’ Afbeelding 1 Het kaakgewricht Afbeelding 2 Beweging kaakgewricht Afbeelding 3 Anterieure dislocatie Afbeelding 4 ‘Op slot zitten’ onderkaak Afbeelding 5 Slijtage kaakgewricht Lip-, kaak- en gehemeltespleet (schisis) Stoornissen in de groei en ontwikkeling kunnen worden verdeeld in de lipspleet, de gecombineerde lip-kaakspleet, de gecombineerde lip-kaak-gehemeltespleet en de geïsoleerde gehemeltespleet. De spleet (of schisis) kan enkelzijdig (rechts of links), maar ook dubbelzijdig voorkomen. Schisis ontstaat zo rond de derde tot de twaalfde week van de zwangerschap. Schisis patiënten hebben vaak eetproblemen, middenoorproblemen (de functie van de buis van Eustachius is verminderd), slikstoornissen, achterstand in de spraak- en taalontwikkeling, stoornissen in de gebitsontwikkeling en ook psychosociale problemen gezien de uiterlijke kenmerken van de stoornis. Bij de behandeling van schisis patiënten wordt doorgaans een "schisis team" samengesteld. Binnen dit team komt een aantal specialismen samen. In Nederland is een aantal schisis teams werkzaam, die verenigd zijn in de Nederlandse Vereniging voor Schisis- en Craniofaciale Afwijkingen (de NVSCA). De schisis teams werken volgens vaste protocollen. Meer informatie over dit onderwerp is te vinden op www.schisis-cranio.nl. De maatschap MKA-chirurgie Kennemerland werkt nauw samen met de schisis-teams van het AMC en VUmc in Amsterdam. Zie ook: patiënteninformatie ‘Schisis’ Mondbranden Bij mondbranden ervaart de patiënt een branderig gevoel in de mond. Dit kan in de hele mond, maar ook alleen op de tong ontstaan. Het kan bij iedereen voorkomen, maar het wordt vaker bij vrouwen en tussen de leeftijd van veertig en zeventig jaar. Soms ervaren mensen met mondbranden ook een droge mond en veranderde smaak. Doorgaans nemen de klachten in de loop van de dag toe. Er wordt van mondbranden gesproken als bij uitvoerig mondonderzoek geen slijmvliesafwijking geconstateerd wordt die de klacht zou kunnen verklaren. Mondbranden is onschuldig, maar kan wel erg vervelend zijn. De behandeling Ondanks uitgebreid (internationaal) onderzoek is de oorzaak nog onbekend. Om deze reden is er dan ook geen goede behandeling mogelijk. Het beloop van de klachten is niet te voorspellen. Bij de meeste mensen verdwijnen de klachten vanzelf, dit kan echter maanden tot jaren duren. Bij sommige patiënten geeft het kauwen van kauwgom verlichting. Zie ook: patiënteninformatie ‘Mondbranden’ Ongevallen (trauma) Kaakbreuken, tandbeschadiging en andere letsels van het gezicht komen vooral voor na verkeersongevallen, als gevolg van geweldsdelicten of door sport- en bedrijfsongevallen. Bij de behandeling is herstel van de gezichtcontour en goed dicht kunnen bijten vooral van belang. Door de moderne technieken zijn bijna alle aangezichtsfracturen goed te herstellen. - Tandletsel (tandkas, tandwal, kaakwal) Bij tand- en tandwortelletsel is het niet alleen belangrijk om naar letsel van de betrokken tanden en/of kiezen te kijken. Zo moet ook worden gelet op de gebitssluiting (‘de beet’), de mondbewegingen en verwondingen van lippen en/of slijmvliezen. Tandletsel kan bestaan uit uitsluitend een kroonfractuur, uit een kroon-wortelfractuur of uit alleen een wortelfractuur (Afbeelding 1). Daarnaast kan een tand of kies los gaan zitten of zelfs uit de kaak zijn geslagen. Hierbij is dan ook de tandkas betrokken. A B C D E F G Afbeelding 1 Verschillende vormen van tandletsel De behandeling De behandeling van tandletsel is afhankelijk van de leeftijd (bijvoorbeeld in het geval van een melkgebit) en afhankelijk van de mate van beschadiging van tanden en staat van het gebit. Meestal kan de behandeling door de tandarts worden uitgevoerd. In ernstiger gevallen kan gebruik worden gemaakt van een spalk die enkele weken moet blijven zitten. Uitgeslagen tanden kunnen worden teruggeplaatst en vastgezet met behulp van een (flexibele) spalk. Iedere patiënt moet na behandeling van een tandletsel regelmatig worden gecontroleerd. Soms is het nodig dat een tandarts op latere termijn een wortelkanaalbehandeling (endodontische behandeling) in een aangedane tand en/of kies uit te voeren. Als het gaat om uitgebreide letsels zoals breuken van de aangezichtsbeenderen of huidverwondingen wordt meestal op de afdeling spoedeisende hulp van het ziekenhuis de hulp van de MKA-chirurg ingeroepen. Zie ook: patiënteninformatie ‘Tandletsel’ - Weke delen letsel Aangezien de lippen een soort beschermingsschild vormen voor de tanden zullen zij vaak betrokken zijn bij een tandletsel (‘tand door de lip’). De mondholte moet goed geïnspecteerd worden op beschadiging van slijmvliezen van wang en tandvlees. Daarbij wordt goed gelet op eventuele losse onderdelen van gefractureerde elementen. Vaak is het aanbevolen om bij grotere verwondingen direct over te gaan tot hechting van het slijmvlies aan de binnenzijde van de mondholte of lippen om vervelende littekens te voorkomen. - Aangezichtsfractuur Botbreuken (fracturen) in het aangezicht kunnen optreden in de kaken (Afbeelding 1), de jukbeenderen, de oogkassen, de neus (Afbeelding 2) en het voorhoofd. Al deze fracturen leiden meestal tot pijn en zwelling. Bovendien kunnen aangezichtsbreuken leiden tot een verminderde mondopening, verminderd gevoel van een gevoelszenuw, verminderde of slechte kauwfunctie ten gevolge van een standsverandering van de kaken en/of tanden en kiezen en zichtstoornissen zoals dubbelbeelden of het achterblijven van de bewegingen van het oog. Esthetische (“schoonheid”) veranderingen ten gevolge van een aangezichtsfractuur kunnen littekens en scheefstand van de kaak, jukbeen, neus of voorhoofd zijn. Vóór de behandeling Als er verdenking is op een aangezichtsbreuk, is het raadzaam om aanvullend onderzoek uit te voeren, zoals röntgenfoto’s of een CT-scan. Op basis van beeldvorming kan de ernst van de breuk ingeschat worden en of het nodig is om een operatie uit te voeren. De behandeling Elke fractuur in het aangezicht heeft een specifieke behandeling waarbij in sommige gevallen een operatie noodzakelijk is. De behandeling is vooral gericht op een goede sluiting van de kaken en een zo goed mogelijk anatomisch herstel van de stand van de beenderen/botten. Hierbij kan er gebruik gemaakt worden van plaatjes en schroeven van titanium. Behandeling van aangezichtsfracturen vindt doorgaans plaats in algehele narcose. Na de behandeling Algemene informatie na een behandeling bij de MKA-chirurg: - Zwelling: door de behandeling kan uw wang drie tot vijf dagen behoorlijk gezwollen zijn. De zwelling is meestal maximaal op de 2de of 3de dag en daarna wordt het langzaam minder. Door de zwelling kan de mondopening beperkt zijn. Soms is er ook een bloeduitstorting, waarbij de wang kan verkleuren. Dit trekt vanzelf weg. Vermijd zon/warmte, hierdoor kan de zwelling toenemen. Door de eerste uren na de behandeling de wang te koelen, kan de zwelling verminderd worden. - Pijn: een eventuele plaatselijke verdoving is meestal na twee tot vier uur uitgewerkt. Vaak krijgt u een recept voor pijnstillers mee. Indien dit niet het geval is, neem dan paracetamol volgens voorschrift op de verpakking, maximaal 3x per dag 1000mg. - Koorts: een algemeen gevoel van ziek zijn en koorts is de eerste dagen normaal. Krijgt u hoge koorts boven de 39 graden of houdt de koorts langer dan 5 dagen aan, neem dan contact op met de polikliniek MKA-chirurgie. - Voeding: de eerste zes uur na de ingreep mag u geen zeer warme of koude dranken gebruiken. De wond kunt u ontzien door de eerste dagen na de ingreep geen hard voedsel te gebruiken. - Verzorging/hygiëne: een goede mondhygiëne is zeer belangrijk voor een goed herstelproces. De wond geneest het beste wanneer het bloed goed kan stollen. Daarom mag u de eerste dag de mond niet spoelen. Vanaf de tweede dag kunt u meestal weer normaal poetsen met een zachte tandenborstel, echter heel voorzichtig in de buurt van de wond. Is het poetsen lastig omdat u uw mond niet goed kunt openen, dan kunt u ook spoelen met een glas lauwwarm water met daarin opgelost een halve theelepel keukenzout. Het kan zijn dat u een recept voor een spoelmiddel hebt gekregen. Volgt u dan de gebruiksaanwijzingen van de apotheek. - Roken: roken (en het gebruik van alcohol) worden de eerste vier dagen sterk afgeraden. Roken is slecht voor de wondgenezing. Afbeelding 1 Breuken van de onderkaak Afbeelding 2 Breuken in het middengezicht OSAS/slaapapneu OSAS is een afkorting voor het obstructief slaapapneu syndroom. OSAS wordt gekenmerkt door intensief snurken en het herhaaldelijk optreden van obstructies van de bovenste luchtweg tijdens de slaap. Er wordt van een apneu gesproken wanneer de luchtstroom door volledige obstructie van de bovenste luchtweg minstens tien seconden geheel wegvalt. OSAS gaat gepaard met slaperigheid overdag, omdat er 's nachts niet voldoende diepe slaap is. Door het voortdurend wakker worden, wordt de continuïteit van de slaap verstoord. Slaapapneu wordt beschouwd als een risicofactor voor hart- en vaatziekten. De onderbrekingen in de ademhaling veroorzaken namelijk een zuurstoftekort in hart, hersenen en andere organen. Dit kan leiden tot hartritmestoornissen, bloeddrukverhoging en zelfs tot een hartinfarct of beroerte (CVA), vooral bij mensen met aderverkalking. De behandeling De behandeling van OSAS is gericht op het verlichten van de klachten en is meestal multidisciplinair van aanpak. De neuroloog, longarts, KNO-arts, MKA-chirurg en tandarts kunnen deel uitmaken van het behandelteam. Niet-chirurgische behandeling van OSAS kan zijn het opvolgen van adviezen op het gebied van het voorkomen/verminderen van overgewicht, stoppen met roken, matig alcoholgebruik, geen gebruik van kalmeer- of slaappillen en een goede slaaphygiëne. Een andere veel toegepaste behandeling is het gebruik van een neusmasker (CPAP). Dit masker zorgt ervoor dat er gedurende de nacht voortdurend lucht in de neus en de keel wordt geblazen. De inbreng van de MKA-chirurg in geval van een niet-chirurgische behandeling is het gebruik van een speciale beugel (een MRA ofwel mandibulair repositie apparaat) dat over de tanden wordt geschoven om de onderkaak naar voren te houden tijdens de slaap. Omdat de tong met de spieren vastzit aan de onderkaak wordt de tong zo ook naar voren gebracht en ontstaat er meer ruimte en mogelijkheid tot luchtpassage in de keelholte. Op deze wijze kans soms ook hinderlijk snurken behandeld worden. In sommige gevallen wordt gekozen voor een chirurgische behandeling. Bijvoorbeeld door het verwijderen van neuspoliepen of vergrote keel- en neusamandelen. Dit doet de KNO-arts als daar aanleiding voor is. Daarnaast is het mogelijk om door middel van een kaakstandcorrectie een verruiming te krijgen van de bovenste luchtweg. Meestal worden de chirurgische behandelingen bij OSAS vooral aan die patiënten aangeboden die een neusmasker of een MRA niet verdragen of wanneer genoemde attributen niet tot verlichting van de klachten leiden. De boven- en onderkaak kunnen met een operatie gezamenlijk naar voren worden verplaatst waardoor er achter de kaken in de keelholte meer ruimte en luchtpassage mogelijkheid ontstaat. De operatie moet worden gecombineerd met een orthodontische behandeling (slotjesbeugel) en de totale behandeling kost daardoor wel 1 tot 2 jaar (zie ook kaakstandcorrectie). Zie ook: patiënteninformatie ‘Snurken en slaapapneu’ Slijmvliesafwijkingen Een groot aantal slijmvliesafwijkingen kunnen in de mond voorkomen. Het kan een op zichzelf staande afwijking zijn, maar ook een uiting van een ziekte die op meerdere plaatsen in het lichaam voorkomt. De afwijkingen hebben een grote verscheidenheid in kleur, vorm, aspect en grootte. Op basis van goed lichamelijk onderzoek en eventueel aanvullend onderzoek kan vaak de diagnose gesteld worden. - Aften Aften zijn hinderlijke, pijnlijke blaasjes of zweertjes in de mond. Het zijn grijs witte of gele plekjes met een rode rand en kunnen in de gehele mondholte voorkomen (Afbeelding 1). Aften kunnen enorm veel hinder en pijn veroorzaken, vooral bij het praten en eten. Ongeveer twintig procent van de bevolking heeft af en toe last van aften. Aften kunnen ontstaan bij verminderde weerstand of bij stress. De behandeling Aften verdwijnen over het algemeen binnen 14 dagen vanzelf. Er bestaan geen geneesmiddelen die dit kunnen bespoedigen. Sommige mensen hebben baat bij een ontsmettende mondspoeling met chloorhexidine of een corticosteroïden zalf in de prodromale fase. Dit is echter niet bewezen en het gebruik ervan is pijnlijk. Afbeelding 1 Afte op het wangslijmvlies Zie ook: patiënteninformatie ‘Aften’ - Leukoplakie Leukoplakie is een “scherp” begrensde, niet afschraapbare witte afwijking die voor kan komen op elk slijmvlies, waaronder het mondslijmvlies. Het komt vooral voor bij mensen ouder dan 40 jaar en bij rokers. De oorzaak is langdurige irritatie van het slijmvlies, bijvoorbeeld door een scherpe rand van een kies. De witte plekken kunnen hard of zacht, wel of niet verdikt en glad of hobbelig zijn. Het gaat soms gepaard met een branderig gevoel, maar doen doorgaans geen pijn. In een klein percentage van de gevallen kan leukoplakie kwaadaardig worden en overgaan in mondkanker. Vóór de behandeling Om de diagnose te kunnen stellen wordt soms een klein stukje weefsel uit de witte afwijking genomen. Vervolgens wordt onder een microscoop gekeken naar het karakter van het weefsel of er sprake is van eventuele kwaadaardige veranderingen of een voorstadium ervan. De behandeling Ten eerste dient de mogelijke oorzaak weg genomen te worden. Dit kan stoppen met roken zijn of eventuele scherpe randen in het gebit bij te werken. Vaak verdwijnen de plekken dan in de loop van de tijd vanzelf. Indien het witte beslag niet verdwijnt of als er een vermoeden is dat het kwaadaardig is, kan het operatief worden verwijderd. De afwijking kan dan weggesneden of doormiddel van cryo-/laserbehandeling verdampt worden. Na de behandeling Wanneer bij u leukoplakie is geconstateerd of een behandeling heeft plaats gevonden, dan is regelmatige controle noodzakelijk. Een enkele keer kan de leukoplakie na behandeling terug komen. In sommige gevallen kunnen de controles aan de tandarts worden overgelaten. Zie ook: patiënteninformatie ‘Leukoplakie’ - Lichen planus Lichen planus, kortweg "lichen" genoemd, is een afwijking die zowel op de huid als op de slijmvliezen kan voorkomen. Het wordt meestal gekenmerkt door fijne, licht verheven witgrijze lijntjes. Het komt voornamelijk voor op het slijmvlies van de wang, komt meestal voor op middelbare leeftijd en veroorzaakt doorgaans geen klachten. Soms kan het wat ruw en branderig voelen. Lichen is niet besmettelijk. Vóór de behandeling De diagnose kan gesteld worden op basis van de presentatie en het aspect van de aandoening. In sommige gevallen wordt er een biopt (hapje) van het weefsel genomen om het onder een microscoop te kunnen bekijken. De behandeling De oorzaak van Lichen planus is onbekend en er is geen effectieve behandeling beschikbaar. Om de klachten te verlichten wordt soms een zalf of spoelmiddel voorgeschreven. De zalf kan enkele malen per dag (minimaal 6x) op de afwijkende plek in de mond gesmeerd worden. Zie ook: patiënteninformatie ‘Lichen planus’ - Schimmelinfectie Bij ongeveer veertig procent van de bevolking komt schimmel in de mond voor. Normaal veroorzaakt de schimmel geen klachten. Als de schimmel groeit en slijmvliesafwijkingen geeft, wordt gesproken over candidiasis. Candidiasis is een gistachtige schimmelinfectie die overal in het lichaam kan ontstaan. Bij een schimmelinfectie in de mond wordt soms ook wel over spruw gesproken. Het veroorzaakt rode of witte plekken in de mond en de witte laag is afschraapbaar. Langdurige irritatie van het slijmvlies, slechte mondhygiëne, droge mond, afweerstoornissen, het gebruik van bepaalde geneesmiddelen en bestraling zijn mogelijke oorzaken. De behandeling Ten eerste dient gekeken te worden of de oorzaak van de aandoening gevonden kan worden. Indien deze niet gevonden of uitgeschakeld kan worden, kan een anti-schimmelmiddel voorgeschreven worden. Dit kan zowel lokaal (als drank), als in de vorm van een pil toegediend worden, afhankelijk van de ernst en de oorzaak. Tevens is een goede mondhygiëne van groot belang voor de genezing. Zie ook: patiënteninformatie ‘Candidiasis’ Speekselklieraandoeningen In de mond zijn beiderzijds drie grote en talloze kleine speekselklieren (Afbeelding 1). De grootste is de oorspeekselklier (glandula parotis) en is gelegen vóór en onder het oor. Het speeksel wordt aan de binnenzijde van de wang afgegeven ter hoogte van de achterste kiezen in de bovenkaak. Onder de kaakhoek is de onderkaakspeekselklier gelegen (glandula submandibularis). Het speeksel geproduceerd door deze klier wordt afgegeven via een afvoergang die eindigt naast het tongriempje in de voorste mondbodem. De kleinste van de drie grote speekselklieren is de speekselklier die onder de tong ligt (glandula sublingualis). Deze klier heeft meerdere afvoergangetjes die verspreid liggen in de voorste mondbodem. De talloze kleine speekselkliertjes (glandulae salivariae minores) bevinden zich op het gehemelte, de binnenzijde van de boven- en onderlip en de tong. Deze kliertjes voeren het geproduceerde speeksel direct af naar het slijmvliesoppervlak. Normale functie De speekselklieren zorgen voor de productie van speeksel. Speeksel zorgt onder andere voor: - Bevochtiging en smering van de slijmvliezen. Hierdoor is spreken, eten en slikken mogelijk. - Reiniging van de mondholte waardoor achtergebleven voedselresten snel worden afgebroken of afgevoerd. - Bescherming van de slijmvliezen tegen het ontstaan van ontstekingen. - Bescherming van de tanden en kiezen tegen het ontstaan van gaatjes (cariës) en tandvleesaandoeningen. Z.O.Z. Afbeelding 1 Grote speekselklieren Zie ook: patiënteninformatie ‘Speekselklier functie’ - Cyste/mucokèle Een slijmcyste is een speekselophoping onder het slijmvlies. Het wordt veroorzaakt door beschadiging van de afvoergang van de speekselklier. Een mucokèle ontstaat door afsluiting van het uitvoergangetje van de speekselklier. Het speeksel ´kan niet meer weg´ en hoopt zich op onder het slijmvlies. Mogelijke oorzaken zijn beschadiging (wond, lipbijten) of afsluiting (slijmpropje, speekselsteentje) van het afvoergangetje. De behandeling De behandeling van een cyste/ mucokèle is het verwijderen van de slijmcyste inclusief het kleine speekselkliertje. Dit kan onder plaatselijke verdoving gebeuren. Na de behandeling Algemene informatie na een behandeling bij de MKA-chirurg: - Zwelling: door de behandeling kan uw wang drie tot vijf dagen behoorlijk gezwollen zijn. De zwelling is meestal maximaal op de 2de of 3de dag en daarna wordt het langzaam minder. Door de zwelling kan de mondopening beperkt zijn. Vermijd zon/warmte, hierdoor kan de zwelling toenemen. Door de eerste uren na de behandeling de wang te koelen, kan de zwelling verminderd worden. - Pijn: een eventuele plaatselijke verdoving is meestal na twee tot vier uur uitgewerkt. Vaak krijgt u een recept voor pijnstillers mee. Indien dit niet het geval is, neem dan paracetamol volgens voorschrift op de verpakking, maximaal 3x per dag 1000mg. - Koorts: een algemeen gevoel van ziek zijn en koorts is de eerste dagen normaal. Krijgt u hoge koorts boven de 39 graden of houdt de koorts langer dan 5 dagen aan, neem dan contact op met de polikliniek MKA-chirurgie. - Voeding: de eerste zes uur na de ingreep mag u geen zeer warme of koude dranken gebruiken. De wond kunt u ontzien door de eerste dagen na de ingreep geen hard voedsel te gebruiken. - Verzorging/hygiëne: een goede mondhygiëne is zeer belangrijk voor een goed herstelproces. De wond geneest het beste wanneer het bloed goed kan stollen. Daarom mag u de eerste dag de mond niet spoelen. Vanaf de tweede dag kunt u meestal weer normaal poetsen met een zachte tandenborstel, echter heel voorzichtig in de buurt van de wond. - Roken: roken (en het gebruik van alcohol) worden de eerste vier dagen sterk afgeraden. Roken is slecht voor de wondgenezing. Zie ook: patiënteninformatie ‘Speekselklier aandoeningen’ - Gezwel van de speekselklier Een gezwel van de speekselklier, ook wel speekselkliertumor genoemd, komt niet vaak voor. In Nederland krijgen jaarlijks ongeveer 5 per 100.000 mensen de diagnose van een gezwel van de speekselklieren. Speekselkliertumoren kunnen op elke leeftijd voorkomen en komen niet in alle speekselklieren even vaak voor. Een speekselkliergezwel kan goedaardig of kwaadaardig zijn. In de oorspeekselklier zijn in ongeveer 25% van de gevallen gezwellen kwaadaardig (maligne), in de onderkaakspeekselklier is dit ongeveer 35%, in de ondertongspeekselklier ongeveer 95% en in de kleine speekselklieren ongeveer 50%. Kwaadaardige speekselkliertumoren kunnen op iedere leeftijd voorkomen, maar vooral tussen het zestigste en vijfenzeventigste levensjaar. De klachten/symptomen In de grote speekselklieren uit een gezwel zich als een pijnloze, geleidelijk in omvang toenemende, gladde zwelling die enkele maanden tot soms jaren kan bestaan. Een niet goed werkende speekselklier is zelden of nooit een klacht van een speekselkliertumor. Door de trage groei valt de afwijking de patiënt zelf niet of nauwelijks op. Het is niet ongebruikelijk dat de patiënt door mensen uit de omgeving op de afwijking wordt gewezen. Een gezwel van de onderkaakspeekselklier heeft meestal als enige klacht een pijnloze zwelling onder de kaakrand. Snelle groei en pijn wijzen meestal op kwaadaardigheid. Vóór de behandeling Bij het lichamelijk onderzoek is door de MKA-chirurg het gezwel goed vast te stellen. Meestal is nader onderzoek noodzakelijk om de precieze grootte, de relatie met de omgeving en aard van de zwelling vast te kunnen stellen. Soms wordt echografisch onderzoek verricht. Dit is een eenvoudig en pijnloos onderzoek met geluidsgolven, waarbij kan worden gezien hoe het gezwel ten opzichte van de speekselklier ligt. Vaak wordt CT- of MRI-scan verricht waarbij een serie afbeeldingen wordt gemaakt. Met behulp hiervan kan het gezwel en de ligging worden beoordeeld. Door middel van een punctie kan meestal worden uitgemaakt om wat voor gezwel het gaat. Met een dunne naald wordt uit de zwelling een heel klein monstertje genomen, dat onder de microscoop wordt bekeken. Door dit onderzoek is het in de meeste gevallen mogelijk een uitspraak te doen over de aard van het gezwel. De behandeling Een gezwel wordt chirurgisch verwijderd. De manier van verwijderen is afhankelijk van de grootte en locatie van het gezwel. Bij verdenking op een kwaadaardig gezwel zal de behandeling plaatsvinden in een speciaal voor kwaadaardigheden ingericht (oncologisch) centrum in de regio. Informatieve websites op dit gebied: Afdeling hoofd-hals oncologie en chirurgie van het Antoni van Leeuwenhoek (AvL) ziekenhuis De Nederlandse werkgroep hoofd-hals tumoren Richtlijnen voor de behandeling van kanker, ook in het hoofd-hals gebied Zie ook: patiënteninformatie ‘Speekselklier tumoren’ - Ontstekingen Ontsteking van de speekselklier kan worden veroorzaakt door bacteriën, virussen of schimmels. Daarnaast kunnen ze het gevolg zijn van een ziekte (bijvoorbeeld de ziekte van Sjögren), van een verstopping van de uitgang en door bestraling bij tumoren in het hoofd-hals gebied. De behandeling De behandeling van bacteriële infecties bestaat uit een dieet of een kliermassage en soms uit het toedienen van antibiotica. - (De ziekte van) Sjögren De ziekte van Sjögren is een auto-immuun ziekte. Een auto-immuun ziekte wil zeggen dat het afweersysteem door een stoornis de eigen lichaamscellen aanvalt. De symptomen van de ziekte van Sjögren zijn onder andere een extreem droge mond, droge ogen en droogheid van de overige slijmvliezen. De behandeling Een gerichte behandeling is er niet. Wel is een goede mondhygiëne belangrijk, omdat de kans op tandbederf (cariës) vergroot is. Soms kan een behandeling met behulp van medicijnen, zoals corticosteroïden, verlichting geven. De behandeling richt zich meestal op de bestrijding van de klachten van een droge mond en droge ogen, bijvoorbeeld door het gebruik van kunstspeeksel of speekselstimulerende middelen. Soms wordt de hulp ingeroepen van de MKA-chirurg om een biopt (het afnemen van een stukje huidweefsel voor microscopisch onderzoek) van een speekselklier te nemen voor weefselonderzoek. Zie ook: patiënteninformatie ‘Hypersalivatie en de ziekte van Sjögren’ - Speekselsteen Een speekselsteen is een afzetting van kalkzouten uit het speeksel (Afbeelding 2). De oorzaak voor het ontstaan is nog onbekend. Wel hebben mannen vaker last dan vrouwen. Er is geen relatie met het ontstaan van gal- en/of niersteenvorming. Een speekselsteen kan als toevalsbevinding worden gezien. Soms veroorzaakt een speekselsteen een pijnlijke zwelling van de speekselklier, vooral vóór en tijdens maaltijden (‘maaltijdsyndroom’). Daarnaast kan de bewuste speekselklier in tweede instantie gaan infecteren. Speekselstenen kan men soms voelen in de mondbodem. Ook schemeren ze soms gelig door onder het slijmvlies. De behandeling De behandeling kan bestaan uit de verwijdering van de steen, maar soms blijkt het ook nodig om de gehele speekselklier te verwijderen, omdat deze chronisch ontstoken blijkt. Afbeelding 2 Speekselsteen in de tongspeekselklier - Ranula Een slijmcyste van de speekselklier van de ondertong wordt waarschijnlijk veroorzaakt door beschadiging van het slijmvlies van de mondbodem. Hierdoor wordt de afvloed van één van de uitvoergangen belemmerd en komt het speeksel onder het mondbodemslijmvlies terecht. Ook kunnen de afvoergangetjes worden geblokkeerd door een taaie slijmprop of door een speekselsteentje. Soms zakt de ranula door de mondbodemspier en bevindt zich dan niet meer in de mondbodem maar in de hals. Een dergelijke afwijking noemen we ‘plunging’ ranula. Er ontstaat dan een zwelling onder de kin of de onderkaak. De behandeling Er zijn twee behandelingsmogelijkheden van een ranula. De eerste is het openen (marsupialisatie) van de cyste waarbij het ‘dak’ van de cyste wordt verwijderd en de randen van de cyste in de mondbodem worden gehecht. Soms kan aanvullend worden gekozen om een tijdelijk gaasje in de holte van de cyste achter te laten. Het doel hiervan is om doorgang van speeksel richting de mond te creëren. Deze behandeling kan onder lokale verdoving plaatsvinden. De kans op het opnieuw ontstaan van een ranula is echter groot (ongeveer 50%). Een definitieve, maar ingrijpender oplossing, is verwijdering van de ondertongspeekselklier. Dit is een behandeling die onder algehele narcose plaatsvindt. Omdat een ‘plunging’ ranula zich in de hals bevindt, is het verwijderen van het dak van de cyste niet mogelijk. Behandeling bestaat uit verwijdering van de ondertongspeekselklier onder algehele narcose. Zie ook: patiënteninformatie ‘Speekselklier aandoeningen’ Tandtransplantatie Bij de transplantatie van een tand wordt een eigen tand of kies voorzichtig uit de mond verwijderd en vervolgens op een andere plaats in de kaak ingebracht. Dit noemt men ook wel autotransplantatie. Als op een bepaalde plek in het gebit een tand of kies niet is aangelegd of verloren is gegaan door bijvoorbeeld een ongeluk, dan kan vanuit een plek waar een kies minder noodzakelijk is een transplantatie plaats vinden. Vóór de behandeling Op een röntgenfoto wordt gekeken welke tand of kies geschikt is en of het mogelijk is om deze te transplanteren. De te transplanteren elementen mogen niet volgroeid zijn. Het is dus niet mogelijk om de behandeling bij volwassenen te doen. De behandeling Het transplanteren kan plaats vinden onder plaatselijke verdoving of in algehele narcose. Op de plek waar het transplantaat komt, wordt voldoende ruimte gemaakt. De kies of tand wordt vervolgens voorzichtig verwijderd en op de juiste plaats geplaatst. Een aantal hechtingen houden de tand op zijn plek en het tandvlees wordt gesloten. Na de behandeling De eerste week heeft de tand nodig om vast te hechten aan het bot. Het is dan niet toegestaan om te kauwen. Verder is er meestal orthodontische nabehandeling nodig na autotransplantatie. Het is van belang om dit samen met de orthodontist af te stemmen. Algemene informatie na een behandeling bij de MKA-chirurg: - Zwelling: door de behandeling kan uw wang drie tot vijf dagen behoorlijk gezwollen zijn. De zwelling is meestal maximaal op de 2de of 3de dag en daarna wordt het langzaam minder. Door de zwelling kan de mondopening beperkt zijn. Soms is er ook een bloeduitstorting, waarbij de wang kan verkleuren. Dit trekt vanzelf weg. Vermijd zon/warmte, hierdoor kan de zwelling toenemen. Door de eerste uren na de behandeling de wang te koelen, kan de zwelling verminderd worden. - Pijn: een eventuele plaatselijke verdoving is meestal na twee tot vier uur uitgewerkt. Vaak krijgt u een recept voor pijnstillers mee. Indien dit niet het geval is, neem dan paracetamol volgens voorschrift op de verpakking, maximaal 3x per dag 1000mg. - Koorts: een algemeen gevoel van ziek zijn en koorts is de eerste dagen normaal. Krijgt u hoge koorts boven de 39 graden of houdt de koorts langer dan 5 dagen aan, neem dan contact op met de polikliniek MKA-chirurgie. - Voeding: de eerste zes uur na de ingreep mag u geen zeer warme dranken gebruiken. De wond kunt u ontzien door de eerste dagen na de ingreep geen hard voedsel te gebruiken. - Verzorging/hygiëne: een goede mondhygiëne is zeer belangrijk voor een goed herstelproces. De wond geneest het beste wanneer het bloed goed kan stollen. Daarom mag u de eerste dag de mond niet spoelen. Vanaf de tweede dag kunt u meestal weer normaal poetsen met een zachte tandenborstel, echter heel voorzichtig in de buurt van de wond. Is het poetsen lastig omdat u uw mond niet goed kunt openen, dan kunt u ook spoelen met een glas lauwwarm water met daarin opgelost een halve theelepel keukenzout. Het kan zijn dat u een recept voor een spoelmiddel hebt gekregen. Volgt u dan de gebruiksaanwijzingen van de apotheek. Tumoren in het hoofd-halsgebied Goed- en kwaadaardige gezwellen zijn zeldzaam, maar komen ook voor in het gebied van de mond- keelholte, de speekselklieren en de hals. Deze aandoeningen worden nader vastgesteld door middel van het nemen van een biopt (het afnemen van een stukje huidweefsel voor microscopisch onderzoek) en door het maken van een scan, zoals een CT, MRI of echografie. Als blijkt dat het gaat om een kwaadaardig gezwel wordt de behandeling uitgevoerd in samenwerking met het Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis (AvL, Nederlands Kanker Instituut) in Amsterdam. Informatieve websites op dit gebied: Afdeling hoofd-hals oncologie en chirurgie van het Antoni van Leeuwenhoek (AvL) ziekenhuis De Nederlandse werkgroep hoofd-hals tumoren Richtlijnen voor de behandeling van kanker, ook in het hoofd-hals gebied Zie ook: patiënteninformatie ‘Kanker in het hoofd-halsgebied’ Verwijderen van verstandskiezen en/of andere gebitselementen Verstandskiezen komen meestal na de pubertijd door, de periode dat ook "het verstand" zou moeten komen. Hieraan ontlenen verstandskiezen hun naam. In het Engels heet een verstandskies "wisdom tooth" en in het Duits "weißheitszahn". De medische naam voor een verstandskies is "de derde molaar" of "de M3". De verstandskies is de derde grote kies achter in de mond. Bij veel mensen breken de verstandskiezen goed door, maar vaak is er ruimtegebrek (Afbeelding 1). Hierdoor kan de doorbraak worden gehinderd en het weefsel rondom de verstandskies ontstoken raken. Soms zijn er geen klachten, maar ziet de eigen tandarts dat er mogelijk problemen gaan komen of zelfs dat er schade aan de buurkiezen kan optreden. In dat geval zal de tandarts besluiten tot een doorverwijzing naar de MKA-chirurg om de verstandskiezen te laten verwijderen. De MKA-chirurg kan de verstandskiezen door middel van een kleine ingreep onder lokale verdoving verwijderen. De behandeling Het verwijderen van verstandskiezen gebeurt onder lokale verdoving. Omdat de MKA-chirurg soms wat overliggend bot moet wegslijpen kan het herstel enkele dagen duren. De wond wordt gesloten met oplosbare hechtingen. Na de behandeling Na de operatie kan de wang opzwellen, blauw worden en er kan een nabloeding ontstaan. Slikken, eten of drinken kan de eerste dagen na de operatie lastig zijn. Ook kan een tijdelijke verdoving van de lip, kin of tong plaatsvinden door kneuzing van een zenuw, dis is heel zeldzaam. De ergste klachten zullen na drie dagen verdwenen zijn. Het verwijderen van verstandskiezen is een routinebehandeling. Complicaties komen zelden voor. Het verwijderen van alle andere gebitselementen zal net als hierboven omschreven staat gaan. Algemene informatie na een behandeling bij de MKA-chirurg: - Zwelling: door de behandeling kan uw wang drie tot vijf dagen behoorlijk gezwollen zijn. De zwelling is meestal maximaal op de 2de of 3de dag en daarna wordt het langzaam minder. Door de zwelling kan de mondopening beperkt zijn. Soms is er ook een bloeduitstorting, waarbij de wang kan verkleuren. Dit trekt vanzelf weg. Vermijd zon/warmte, hierdoor kan de zwelling toenemen. Door de eerste uren na de behandeling de wang te koelen, kan de zwelling verminderd worden. - Pijn: een eventuele plaatselijke verdoving is meestal na twee tot vier uur uitgewerkt. Vaak krijgt u een recept voor pijnstillers mee. Indien dit niet het geval is, neem dan paracetamol volgens voorschrift op de verpakking, maximaal 3x per dag 1000mg. - Koorts: een algemeen gevoel van ziek zijn en koorts is de eerste dagen normaal. Krijgt u hoge koorts boven de 39 graden of houdt de koorts langer dan 5 dagen aan, neem dan contact op met de polikliniek MKA-chirurgie. - Voeding: de eerste zes uur na de ingreep mag u geen zeer warme of koude dranken gebruiken. De wond kunt u ontzien door de eerste dagen na de ingreep geen hard voedsel te gebruiken. - Verzorging/hygiëne: een goede mondhygiëne is zeer belangrijk voor een goed herstelproces. De wond geneest het beste wanneer het bloed goed kan stollen. Daarom mag u de eerste dag de mond niet spoelen. Vanaf de tweede dag kunt u meestal weer normaal poetsen met een zachte tandenborstel, echter heel voorzichtig in de buurt van de wond. Is het poetsen lastig omdat u uw mond niet goed kunt openen, dan kunt u ook spoelen met een glas lauwwarm water met daarin opgelost een halve theelepel keukenzout. Het kan zijn dat u een recept voor een spoelmiddel hebt gekregen. Volgt u dan de gebruiksaanwijzingen van de apotheek. - Roken: roken (en het gebruik van alcohol) worden de eerste vier dagen sterk afgeraden. Roken is slecht voor de wondgenezing. Zie ook: patiënteninformatie ‘Verstandskiezen’ Zie ook: patiënteninformatie ‘Voorbereiding poliklinische kaakoperatie’ Zie ook: patiënteninformatie ‘Nazorg’ Afbeelding 1 Ruimtegebrek en scheve ligging van de verstandskies Vrijleggen tanden of kiezen Soms breekt een tand of kies niet door. Dat kan als dit gebitselement niet is aangelegd of gehinderd wordt in de doorbaak, bijvoorbeeld als gevolg van te weinig ruimte of een scheve ligging. De tand of kies blijft dan in de kaak ingesloten en heeft blijkbaar hulp nodig om er uit te komen. De orthodontist en de MKA-chirurg kunnen met behulp van een behandelplan besluiten om de tand of kies vrij te leggen (Afbeelding 1). Er wordt dan een slotje (bracket) met een kettinkje op de tand geplakt, waarmee de orthodontist aan het betreffende element kan trekken met een beugel. Vóór de behandeling Voor de behandeling bij de MKA-chirurg is het vaak zo dat er al een beugel door de orthodontist is geplaatst om de stand van de tanden en kiezen voor te behandelen. Aan de hand van 3D-scan wordt beoordeeld of het mogelijk is om een tand of kies vrij te leggen. De behandeling De behandeling vindt meestal plaats op de polikliniek onder plaatselijke verdoving. Als de tand direct onder het tandvlees ligt, hoeft alleen het tandvlees opzij geschoven te worden. Als de tand ook nog in het bot van de kaak zit, dan kan het nodig zijn om wat bot met een boor weg te halen. Zodra de tand of kies vrij ligt, wordt er een slotje op geplakt met eventueel een kettinkje eraan. Op indicatie kan de behandeling ook onder algehele narcose plaats vinden. Na de behandeling Na de behandeling bij de MKA-chirurg neemt de orthodontist de verdere behandeling van het gebit weer over. Algemene informatie na een behandeling bij de MKA-chirurg: - Zwelling: door de behandeling kan uw wang drie tot vijf dagen behoorlijk gezwollen zijn. De zwelling is meestal maximaal op de 2de of 3de dag en daarna wordt het langzaam minder. Door de zwelling kan de mondopening beperkt zijn. Soms is er ook een bloeduitstorting, waarbij de wang kan verkleuren. Dit trekt vanzelf weg. Vermijd zon/warmte, hierdoor kan de zwelling toenemen. Door de eerste uren na de behandeling de wang te koelen, kan de zwelling verminderd worden. - Pijn: een eventuele plaatselijke verdoving is meestal na twee tot vier uur uitgewerkt. Vaak krijgt u een recept voor pijnstillers mee. Indien dit niet het geval is, neem dan paracetamol volgens voorschrift op de verpakking, maximaal 3x per dag 1000mg. - Koorts: een algemeen gevoel van ziek zijn en koorts is de eerste dagen normaal. Krijgt u hoge koorts boven de 39 graden of houdt de koorts langer dan 5 dagen aan, neem dan contact op met de polikliniek MKA-chirurgie. - Voeding: de eerste zes uur na de ingreep mag u geen zeer warme dranken gebruiken. De wond kunt u ontzien door de eerste dagen na de ingreep geen hard voedsel te gebruiken. - Verzorging/hygiëne: een goede mondhygiëne is zeer belangrijk voor een goed herstelproces. De wond geneest het beste wanneer het bloed goed kan stollen. Daarom mag u de eerste dag de mond niet spoelen. Vanaf de tweede dag kunt u meestal weer normaal poetsen met een zachte tandenborstel, echter heel voorzichtig in de buurt van de wond. Is het poetsen lastig omdat u uw mond niet goed kunt openen, dan kunt u ook spoelen met een glas lauwwarm water met daarin opgelost een halve theelepel keukenzout. Het kan zijn dat u een recept voor een spoelmiddel hebt gekregen. Volgt u dan de gebruiksaanwijzingen van de apotheek. Afbeelding 1 Vrijleggen van een tand met plaatsen kettinkje Wortelpunt behandeling (apexresectie) Een wortelpunt is het uiteinde van de wortel. Als een zenuw in een tand of kies afsterft, kiest de tandarts voor een wortelkanaalbehandeling (zenuwbehandeling). De afgestorven zenuw wordt verwijderd en het wortelkanaal wordt schoongemaakt en opgevuld. Als het wortelkanaal niet helemaal tot in de punt kan worden schoongemaakt, bijvoorbeeld door een kromming van de wortel, kan er bij de wortelpunt een ontsteking optreden. De ontsteking van een wortelpunt is op een röntgenfoto zichtbaar door een zwart gebied bij de wortelpunt. Het kaakbot is dan vervangen door ontstoken weefsel. De ontsteking kan naar buiten doorbreken. Er is dan een puistje zichtbaar in de buurt van de wortelpunt. Het vrijkomen van pus kan een vieze smaak in de mond geven. Een antibioticumkuur kan tijdelijk verlichting geven, maar een ontsteking van de wortelpunt gaat nooit vanzelf over. Vroeg of laat ontstaan er pijnklachten. Een MKA-chirurg kan met behulp van een boortje de ontsteking weghalen. De medische term voor deze operatie heet "apexresectie". De behandeling Onder lokale verdoving wordt een snee in het tandvlees gemaakt en wordt de wortelpunt ingekort (Afbeelding 1). De MKA-chirurg sluit de wortelpunt zonodig af met vulmateriaal en de wond wordt gehecht met oplosbare hechtingen. Soms treedt een zwelling op van de wang of de lip, maar deze verdwijnt meestal na een dag of twee. Het tandvlees is na ongeveer twee weken genezen. Op de plek waar de ontsteking zat, groeit bij een goede genezing nieuw bot. Na een half jaar maakt de tandarts in sommige gevallen een controlefoto om te bekijken of de behandeling goed geslaagd is. Na de behandeling Algemene informatie na een behandeling bij de MKA-chirurg: - Zwelling: door de behandeling kan uw wang drie tot vijf dagen behoorlijk gezwollen zijn. De zwelling is meestal maximaal op de 2de of 3de dag en daarna wordt het langzaam minder. Door de zwelling kan de mondopening beperkt zijn. Soms is er ook een bloeduitstorting, waarbij de wang kan verkleuren. Dit trekt vanzelf weg. Vermijd zon/warmte, hierdoor kan de zwelling toenemen. Door de eerste uren na de behandeling de wang te koelen, kan de zwelling verminderd worden. - Pijn: een eventuele plaatselijke verdoving is meestal na twee tot vier uur uitgewerkt. Vaak krijgt u een recept voor pijnstillers mee. Indien dit niet het geval is, neem dan paracetamol volgens voorschrift op de verpakking, maximaal 3x per dag 1000mg. - Koorts: een algemeen gevoel van ziek zijn en koorts is de eerste dagen normaal. Krijgt u hoge koorts boven de 39 graden of houdt de koorts langer dan 5 dagen aan, neem dan contact op met de polikliniek MKA-chirurgie. - Voeding: de eerste zes uur na de ingreep mag u geen zeer warme of koude dranken gebruiken. De wond kunt u ontzien door de eerste dagen na de ingreep geen hard voedsel te gebruiken. - Verzorging/hygiëne: een goede mondhygiëne is zeer belangrijk voor een goed herstelproces. De wond geneest het beste wanneer het bloed goed kan stollen. Daarom mag u de eerste dag de mond niet spoelen. Vanaf de tweede dag kunt u meestal weer normaal poetsen met een zachte tandenborstel, echter heel voorzichtig in de buurt van de wond. Is het poetsen lastig omdat u uw mond niet goed kunt openen, dan kunt u ook spoelen met een glas lauwwarm water met daarin opgelost een halve theelepel keukenzout. Het kan zijn dat u een recept voor een spoelmiddel hebt gekregen. Volgt u dan de gebruiksaanwijzingen van de apotheek. - Roken: roken (en het gebruik van alcohol) worden de eerste vier dagen sterk afgeraden. Roken is slecht voor de wondgenezing. Zie ook: patiënteninformatie ‘Wortelpuntbehandeling’ Zie ook: patiënteninformatie ‘Voorbereiding poliklinische kaakoperatie’ Zie ook: patiënteninformatie ‘Nazorg’ Afbeelding 1 Wortelpunt behandeling (apexresectie)