oktober 2013 | nummer 3 | jaargang 5 Beleggen in Nederland: Bouwen aan Vertrouwen 02 Vertrouwen daar draait het om 08 We worden gezien als dé oplossing 16 Versterking hypotheekmarkt door een Nederlandse Hypotheek Instelling? 24 Beleggen in de woningmarkt Inhoud 01 Voorwoord 02 ‘Vertrouwen daar draait het om’ Nick van de Sande, Beleidsadviseur, APG Michiel van Leuvensteijn, Senior Beleidsadviseur, APG 08 We worden gezien als dé oplossing Michiel Evers, Senior Strateeg, APG Nick van de Sande, Beleidsadviseur, APG 16 Versterking hypotheekmarkt door een Nederlandse Hypotheek instelling? Jos Jansen, Senior-econoom, De Nederlandsche Bank Mark Kruidhof, Econoom, De Nederlandsche Bank Job Swank, Directeur Monetaire zaken en Financiële stabiliteit, De Nederlandsche Bank 24 Beleggen in de woningmarkt Erik Jan van Kempen, Directeur Woningmarkt, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Ferdi Licher, Directeur Kennis en Verkenningen, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 2 Beleggen in Nederland: een zaak voor beleggers én de overheid voorwoord Recent gaf DNB aan dat Nederlandse pensioenfondsen 14 procent van hun bezittingen beleggen in Nederland, in totaal een bedrag van zo’n 135 miljard euro. Dat is bepaald niet niets. Toch wordt in het publieke debat vaak verbaasd gevraagd waarom pensioenfondsen niet méér beleggen in Nederland. Eerlijk gezegd verbaas ik me wel eens over die verbazing. Dat zit zo. Als pensioenfondsbelegger handelen we prudent. Een beleggingsbeslissing is altijd een afweging van risico en rendement. Die beslissing wordt genomen vanuit de totale, bestaande portefeuille. Daarbij speelt bijvoorbeeld concentratierisico: leggen we niet te veel eieren in één mandje? Wanneer je nagaat dat de Nederlandse economie maar ongeveer 1 procent uitmaakt van de wereldeconomie, dan is een 14 procent aandeel van Nederlandse beleggingen in de totale portefeuille misschien eerder veel dan weinig. Nieuwe beleggingen in Nederland moeten dus echt iets toevoegen aan de bestaande portefeuille, zodat de toename van concentratie ook gerechtvaardigd is. Met die gedachte in het achterhoofd zou de overheid dus vooral randvoorwaarden moeten scheppen waardoor het voor pensioenfondsen aantrekkelijk wordt om te beleggen in Nederland. Een goed voorbeeld daarvan zouden beleggingen gekoppeld aan de Nederlandse inflatie zijn. Maar net zoals pensioenfondsen voorwaarden hebben, heeft de overheid deze ook. Voor haar geldt dat zij haar risico-exposure en haar uitgaven niet wil vergroten. Dit is begrijpelijk. Om meer beleggen in Nederland mogelijk en aantrekkelijk te maken is het dus zaak om samen te zoeken naar initiatieven waarbij beide partijen, overheid en institutionele beleggers, iets te winnen hebben. Het voorstel om een Nederlandse Hypotheek Instelling (NHI) op te richten, is een uitstekend voorbeeld van een dergelijke samenwerking. De NHI zorgt er enerzijds voor dat de overheid niet meer risico loopt dan zij al deed, aangezien de NHI uitsluitend betrekking heeft op NHGhypotheken waarop al een garantie zat. Anderzijds bieden de obligaties die deze instelling uitgeeft een aantrekkelijke propositie voor binnenlandse en buitenlandse langer termijn investeerders. Ook andere initiatieven, zoals de Nederlandse Investeringsinstelling (NII) en het fonds voor het midden- en kleinbedrijf (MKB) kunnen zich, als ze goed worden uitgewerkt, tot iets moois ontwikkelen. Deze uitgave van Pensioenachtergrond gaat in op de achtergronden van de Nederlandse Hypotheek Instelling. Kees van Dijkhuizen (ABN AMRO) vertelt over zijn rol als verkenner van de overheid op dit dossier. Nick van de Sande en Michiel Evers (APG) gaan nader in op de totstandkoming van het gezamenlijke voorstel voor het oprichten van de NHI. Jos Jansen, Mark Kruidhof en Job Swank (DNB) geven hun visie over de rol van DNB als hoedster van de financiële stabiliteit. Ten slotte geven Erik Jan van Kempen en Ferdi Licher (Ministerie van Binnenlandse Zaken) hun visie op verbeteringen van de woningmarkt en de rol van institutionele beleggers hierin. Ik bedank alle auteurs voor hun bijdrage aan deze uitgave en wens u veel leesplezier toe. Angelien Kemna Chief Investment Officer, APG pensioenachtergrond1 2 Kees van Dijkhuizen CFO van ABN AMRO Vertrouwen daar draait het om De afgelopen driekwart jaar is een interessante periode geweest voor Kees van Dijkhuizen. Eerst heeft hij zich als verkenner in opdracht van het kabinet gebogen over de vraag of institutionele beleggers zoals pensioenfondsen een grotere rol kunnen spelen bij de hypothecaire woningfinanciering. Daarnaast heeft de Commissie Van Dijkhuizen een nieuw belastingplan voorgesteld. In juni is hij benoemd tot CFO bij ABN AMRO. K ortom, genoeg redenen voor ons om bij hem langs snel kunnen gaan. Met de huidige lage hypotheekrente en te gaan en hem te vragen hoe hij aankijkt tegen het feit dat iedereen weet dat die rente gaat stijgen op enig de Nederlandse economie en meer bijzonder de moment, zeker wanneer de economie aantrekt, dan zijn dit woning- en hypotheekmarkt en de rol van de toch echt wel goede omstandigheden om in te stappen. overheid, de banken en institutionele beleggers hierin. Overigens zijn de maatregelen op de woningmarkt wel te Kees van Dijkhuizen: ‘De Nederlandse economie is lang vooruit geschoven en dan is het vervelend dat je deze natuurlijk in redelijk zwaar weer gekomen de afgelopen maatregelen nu in zo’n crisisperiode moet treffen. Ik sta hier jaren, en het ziet er naar uit dat dit voorlopig nog niet over overigens wel achter, ik zou het zelfs nog wat sneller willen is. Desalniettemin zie je toch wel nu in de landen om ons doen kijk bijvoorbeeld naar de hypotheekrenteaftrek. De heen en ook in Nederland, positieve tekenen van herstel, maatregelen betreffen dan wel alleen de starters, maar zie bijvoorbeeld de bekende inkoopmanagersindexen. Of de nogmaals, ik geloof dat met de gedaalde huizenprijzen in woningmarkt het beter doet is op dit moment heel moeilijk combinatie met de lage hypotheekrente op dit moment, het te duiden vanwege die vertekening door de (tijdelijke) een goed moment is voor starters. Daarbij komt nog dat in verlaging van de overdrachtsbelastingdaling van een jaar de huurmarkt de komende jaren flink in beweging gaat geleden. Een vergelijking van de juli/augustus cijfers met komen met alle maatregelen tegen het scheefwonen. Dan vorig jaar is misschien ook niet helemaal correct. Aan de wordt huren duurder en kopen ook weer interessanter, al andere kant, als je drie maanden op een rij bekijkt, dan zie kan ik me ook voorstellen dat mensen nog willen wachten je toch dat de woningverkopen zijn gestegen. Het zou best vanwege de onzekerheid.’ pensioenachtergrond3 ‘Wij mogen ons gelukkig prijzen dat we pensioenfondsen hebben. We moeten gewoon weer eens gaan vaststellen wat voor een asset we hier in handen hebben.’ Als we nu inzoomen naar de opdracht die u eind 2012 heeft gekregen van het kabinet, hoe ziet u dan uw eigen rol als verkenner? pensioen tegen hetzelfde pensioen wat ze anders had ‘Er zit iets bijzonders in de financiële setting van ons land. pensioenfondsen hebben. We moeten gewoon weer eens Wij hebben gekozen voor kapitaalgefinancierde pensioen- gaan vaststellen wat voor een asset we hier in handen hebben. fondsen en dat is een enorme asset voor ons land. Daar zit Die hele discussie rond de rekenrente verloopt moeizaam. ongeveer 1000 miljard euro in en het is één van de beste We hebben op allerlei vlakken fair value doorgevoerd, ik stelsels in de wereld. De rol waar de minister mij voor heb toch wel twijfels of dat hier rond deze tak van sport vroeg was om te verkennen hoe pensioenfondsen met hun van pensioenen wel zo verstandig is om dat zo te doen. beleggingen een bijdrage kunnen leveren aan het vermin- Dit heeft geleid tot hele negatieve beeldvorming rondom deren van de funding gap bij banken. Mij is gevraagd een pensioenfondsen, tot een gevoel van burgers dat ze hele- rondje te maken langs banken, pensioenfondsen, andere maal niks meer hebben en de komende jaren alleen maar partijen, in totaal een stuk of veertig, om te kijken waar de minder zullen krijgen. Nou, als die rente gewoon 1 á 2 issues zitten en hoe je een aantrekkelijke propositie zou procent gaat stijgen, dan gaan die dekkingsgraden enorm kunnen creëren voor iedereen. Ik wilde dat doen onder omhoog en kan er weer geïndexeerd worden. Dan zal je twee voorwaarden. Allereerst ben ik niet van de afdeling ook zien dat wanneer het goed gaat met de economie we dwang, dus ik ga niet zeggen dat iemand iets moet doen, zelfs de inflatie-indexaties die we hebben gemist in de het moet eigen belang zijn waarom je iets doet. Ten tweede crisis weer kunnen worden gegeven, waarmee het beleid wilde ik niet dat de Staat meer risico gaat lopen dan deze ook nog procyclisch wordt (red. korten in slechte tijden en extra nu al doet. We hebben nu een AAA-rating en dat moeten uitkeren in goede tijden).’ gekregen vanaf haar 60ste. Kijk, dat is een land zonder pensioenfondsen. Wij mogen ons gelukkig prijzen dat we we zo houden. Minister Blok vond dat goed. fondsen toch zo’n negatieve beeldvorming hebben weten te Wat ziet u als mogelijke rol van een Nederlandse Hypotheek Instelling (NHI)? creëren. In Italië heb ik een familielid die onder Monti drie ‘Er is dus een funding gap bij de banken. Het grootste deel maanden voor ze met pensioen zou gaan op haar 60ste die van het spaargeld van de burgers zit in pensioenfondsen, 0 veranderd zag in een 7, en die ging dus 7 jaar later met 1000 miljard euro voor pensioen. Bij de banken zit 350 miljard Overigens vind ik het een mirakel hoe we rond de pensioen- 4 euro spaargeld van burgers en hiertegenover staat 650 miljard gaat namelijk om hypotheken met Nationale Hypotheek euro alleen al aan hypotheken die gefinancierd moeten Garantie (red. NHG) waarbij de overheid al als achtervang worden. Dat verschil moeten banken dus op de grillige garant staat achter een fonds waar ook NHG-premies voor kapitaalmarkt gaan lenen. Dat vinden kredietbeoordelaars worden betaald. De staatsgarantie op de NHI-obligaties niet prettig omdat kapitaalmarkten ook weleens dicht behelst dus eigenlijk niets nieuws. Vooralsnog zijn de kunnen gaan of dat er hoge rentes op deze markten worden NHG-premies afdoende om de schades te dekken. Zo moet gevraagd. De Nederlandse securitisatiemarkt is bijvoorbeeld het trouwens ook blijven, maar die premies moeten mijns twee jaar dicht geweest, mede door de subprime crisis in inziens in de toekomst omhoog omdat deze momenteel Amerika, terwijl het hier in Nederland hele goede hypotheken vermoedelijk niet kostendekkend zijn. Die premies zijn betrof. Natuurlijk is een deel van de Nederlandse hypotheken overigens eenmalig en ook nog fiscaal aftrekbaar. Wat wij wel onder water komen te staan door omstandigheden nu hebben gezegd is dat die NHG op dit moment niet maar de schades die zijn geleden zijn nog steeds heel beperkt. goed begrepen wordt door institutionele en ook niet door In de jaren 80, toen de huizenprijzen met 40 procent zijn internationale beleggers. gedaald, is er 2 procent verlies geleden door banken op Dat neemt niet weg dat deelnemende beleggers een premie hypotheken, cumulatief in die periode. Natuurlijk waren de moeten betalen, want er zit natuurlijk wel een liquiditeits- Loan-to-Value ratio’s veel lager dan nu, maar nog steeds is risico in de NHI aangezien je te maken hebt met aflossings- het zo dat bijvoorbeeld ABN AMRO en ING dit jaar maar risico’s. Dus er moet heel netjes en precies worden afgerekend een kwart procent van de hypotheken als voorziening hoeven via een premie aan de Staat. En dat is ook van belang richting te treffen. Dat is weinig. Brussel, je hebt namelijk nu de discussie of het geen staats- De NHI is bedoeld om een deel van de hypotheken te finan- steun is. Het is naar mijn mening echter geen staatssteun cieren via uitgifte van obligaties met staatsgarantie. Het want (I) het is voor iedereen toegankelijk: het is een maatregel pensioenachtergrond5 ‘De NHI geeft stabiliteit, want ook in slechte tijden blijft de NHI overeind als alternatieve financieringsbron.’ U gaf ook aan dat de NHI non-discriminatoir wordt opgesteld. Denkt u dat de NHI de concurrentie zal bevorderen? ‘Ik denk dat de NHI de concurrentie inderdaad kan bevorderen, omdat het ertoe zal leiden dat buitenlandse banken naar Nederland komen en hypotheken gaan verstrekken. Hierbij kunnen ze die goedkopere funding benutten, voor zover ze NHG-hypotheken uitgeven. Hierbij is het natuurlijk wel de bedoeling dat dit funding voordeel wordt doorgegeven aan de consument. De grote banken in Nederland moeten het funding voordeel verdelen over de tarieven voor bestaande en nieuwe NHG-hypotheken. Daar mag men niet tussen discrimineren. Een nieuwe buitenlandse hypotheekverstrekker op de Nederlandse markt kan dat voordeel echter doorgeven aan elke nieuwe klant. En dat versterkt de concurrentie.’ hier naar toekomen, en het is dus niet discriminerend. En Een ander onderwerp: het MKB. Ook een punt van zorg in de Nederlandse economie, vaak wordt bericht in de media dat de kredietverlening aan het MKB stokt. Hoe kijkt u daar tegenaan? (II) er wordt een keurige premie voor betaald door beleggers ‘Wat ik er bij deze bank van zie, is dat er de laatste tijd aan de Staat. De NHI is overigens geen Fannie Mae & gewoon duidelijk minder vraag is vanwege de economie. Freddie Mac. Bij Fannie Mae & Freddie Mac werd namelijk En dat geldt zeker voor dit jaar. Als we dan kijken hoeveel de hele lening over de schutting gegooid door de banken. van die kredieten die aangevraagd worden ook goedgekeurd Dus de eerste dollar verlies was gelijk schade. Bij de NHI blijft worden, dan ligt dat zo tussen de 35 en 40 procent. Dat was de eerste 5 tot 10 procent verlies op de leningportefeuille vorig jaar ook zo. Dus in dat opzicht, de hoeveelheid kredieten bij de banken. Dat klinkt niet veel, maar dat is wel veel; ik die goedgekeurd worden, is eigenlijk niet veranderd. Op dit gaf zojuist aan dat bij 40 procent huizenprijsdaling in de moment heeft ABN AMRO ook meer dan voldoende ruimte jaren 80 er 2 procent schade was. Dit jaar maakt ABN om kredieten te verstrekken, zelfs meer dan er vraag is. AMRO een kwart procent schade. Dus we kunnen nog 20 Wel geldt dat aan banken spaargeld wordt toevertrouwd van dit soort slechte jaren hebben, voordat we door die en het is natuurlijk niet de bedoeling dat daar risicovolle 5 procent heen branden. En het brengt ook nog een extra kredieten mee worden verstrekt. Er moet een nette krediet- voordeel mee. De NHI geeft stabiliteit, want ook in slechte analyse plaatsvinden. En in tijden van moeilijke economische tijden blijft de NHI overeind als alternatieve financierings- omstandigheden zoals nu, zullen misschien wel meer bron. Daarmee weten banken en mensen die willen instap- ondernemers zelf achter hun oren krabben en denken ‘heb pen, dat dit niet zal wegvallen wat dus wel is gebeurd op de ik een goed verhaal?’. En banken zullen er op hun beurt ook securitisatiemarkt.’ weer serieus naar kijken want je moet zorgvuldig omgaan voor de markt en juist buitenlandse investeerders kunnen 6 met het spaargeld van je klanten. Verder zie ik naar de weer een overheidsbank gaan oprichten. Maar als het leidt toekomst toe, en nu ook al, dat de prijs van kredietverlening tot het beter tot elkaar brengen van partijen en tot meer omhoog gaat. Dat komt deels doordat kapitaal, net als kennisuitwisseling, dan lijkt me dat uitstekend. En als er funding, duurder is geworden en ook steeds belangrijker is dan hier en daar instituten daaronder gehangen worden geworden. Er gelden hogere kapitaaleisen, waardoor we als een NHI en misschien zo’n fonds van Niek Hoek, en allemaal meer eigen vermogen moeten aanhouden. En dat misschien nog wel andere initiatieven rond energie- brengt uiteraard kosten mee voor een bank, want eigen besparing, duurzaam wonen en woningcorporaties, dan vermogen is duur. En dat moeten wij ook doorberekenen kan dit zeker bijdragen aan het vertrouwen.’ want anders kunnen wij dat kapitaal niet meer aantrekken. lopen zijn nog onvoldoende ingeprijsd in kredieten. Kortom, er zijn heel veel plannen. Hoe belangrijk is het om die plannen ook in daden om te zetten? Afgelopen jaar hebben we 1 miljard euro moeten afschrijven ‘De burger is niet gek. Je moet ook wel wat laten zien. Als je aan leningen aan zakelijke klanten. Dat zijn risico’s die alleen maar praat dan krijgt de burger dat ook vrij snel in een bank loopt, maar uiteindelijk wel moeten worden de gaten. Dus het moet wel ergens toe leiden. En ik geloof verdisconteerd in de kredietprijs.’ ook dat de plannen die er nu liggen waardevol zijn, mits Maar ook de toegenomen (economische) risico’s die klanten deze goed worden uitgewerkt. Ik zou die plannen dan ook En hoe kijkt u dan aan tegen het initiatief van Niek Hoek voor een MKB-fonds? gewoon vorm gaan geven, en zorgen dat het op die manier bijdraagt aan economisch herstel.’ ‘Ik denk dat al dat soort initiatieven, en dat geldt ook voor de NHI, bijdragen aan het vertrouwen van burgers. Het is goed dat de financiële sector met elkaar praat, naar elkaar luistert en elkaar helpt op een verstandige manier. Op een manier die voor iedereen interessant is. Dat geldt voor het initiatief van Niek Hoek ook. Dat lost heus niet al de problemen op, maar dat geldt ook voor de NHI.’ Nick van de Sande Beleidsadviseur, APG En als we kijken naar het voorstel voor een Nederlandse Investeringsinstelling (NII). Zou die daar een grotere rol in kunnen spelen, in de zin dat alle steuntjes helpen? Er wordt nog gelaveerd tussen een makelaarsfunctie voor een dergelijke NII en een full fledged investeringsvehikel. Hoe kijkt u daar tegenaan? ‘Ik denk dat we als eerste in de gaten moeten houden dat er een level playing field blijft. Iedereen moet wel dezelfde kansen en mogelijkheden houden. Net als wat ik bij de NHI zei, de competitie moet goed in de gaten gehouden worden. Iets moet niet een geprefereerde status gaan krijgen. Ik geloof bijvoorbeeld niet dat het goed zou zijn als we pensioenachtergrond7 Michiel van Leuvensteijn Senior Beleidsadviseur, APG 8 We worden gezien als dé oplossing In de Miljoenennota 2014 kondigde het kabinet meerdere initiatieven aan in samenwerking met pensioenfondsen, verzekeraars en banken om meer mogelijkheden te creëren om institutioneel vermogen in Nederland aan te wenden. Beleggen in Nederland is duidelijk een actueel onderwerp, maar als zodanig niet nieuw. De afgelopen jaren zijn vele proefballonnen opgelaten om pensioenfondsen te bewegen in verschillende onderdelen van de Nederlandse economie te beleggen. B ij deze proefballonnen wordt vaak gewezen naar tieven, mede op basis van de nauwe betrokkenheid van de omvangrijke kapitaalgedekte Nederlandse ondergetekenden bij diverse werkgroepen en commissies pensioengelden die gemiddeld voor 86 procent waar deze initiatieven zijn vormgegeven. in het buitenland zijn belegd . Deze voorstellen 1 houden vaak onvoldoende rekening met de belangen van Beleggen in Nederland is niet nieuw de deelnemers. Of, zoals een pensioenfondsbestuurder Pensioenfondsen spelen een belangrijke rol in de Nederlandse recentelijk zijn zorg hierover uitsprak: ‘het grote probleem economie. Nederlandse pensioenfondsen beleggen van pensioenfondsen is dat we worden gezien als dé momenteel zo’n 135 miljard euro in Nederland, oftewel oplossing.’ In dit artikel gaan we nader in op het begrip ongeveer 23 procent van het Nederlandse BBP2. De regelmatig beleggen in Nederland, op de verschillen daarbij tussen voorbijkomende suggestie dat Nederlandse pensioenfondsen pensioenfondsen en verzekeraars en op welke beleggingen nauwelijks in Nederland beleggen, is dus niet juist. de Nederlandse economie nu echt fundamenteel schragen. Het uitbreken van de kredietcrisis vijf jaar geleden heeft de Daarnaast schetsen we de aanloop naar diverse door het discussie omtrent beleggen in Nederland desalniettemin kabinet op Prinsjesdag aangekondigde investeringsinitia- aangewakkerd. Daarmee is immers een situatie ontstaan 1 DNB (2013) DNBulletin: ‘Vermogen pensioenfondsen voor 14 procent belegd in Nederland’. 2 Gezien de weging van de Nederlandse economie in de wereldeconomie (+/- 1 procent) zou dit zelfs kunnen duiden op een home bias. pensioenachtergrond9 ‘Pensioenfondsen hebben in de afgelopen jaren hun vermogens zien stijgen die velen doet duizelen en aan het dromen doet slaan.’ dat banken hun balansen en de overheid haar begroting op resultante van de risicopreferentie van de deelnemers orde moeten brengen. De ruimte voor kredietverlening en binnen het kader van het prudent person principe welke investeringen is daarmee beperkter geworden. Pensioen- vrije vertaald verlangt van pensioenfondsen dat deze als fondsen hebben in de afgelopen jaren hun vermogens zien een ‘goed huisvader’ beleggen. Daarnaast is van belang of stijgen tot een omvang die velen doet duizelen en aan het nieuwe (te creëren) beleggingsproposities passen binnen dromen doet slaan3. Die toegenomen vermogens staan de bestaande portefeuille. Een van de eerste lessen van echter tegenover nog sterker toegenomen pensioenver- degelijk beleggen is dat je je beleggingen moet spreiden. plichtingen, mede door de gestegen levensverwachting en Hoeveel vertrouwen je ook hebt in een bedrijf het is nooit de historisch lage rente. Die twee zijden van de balans zijn verstandig alles op één kaart te zetten. Dat geldt ook voor aan elkaar gekoppeld en zomaar meer in Nederland landen. Als belegger acteren pensioenfondsen wereldwijd. beleggen is derhalve niet mogelijk. De pensioensector Stel APG zou in elk land een positie hebben als in Nederland begrijpt desalniettemin de maatschappelijke druk om, juist dan zou zij slechts in zeven landen (!) kunnen beleggen. nu in deze crisis, meer in Nederland te beleggen. Ook moet worden gerealiseerd dat naar de toekomst toe de De bestaande exposure naar Nederland van pensioenfondsen groeipotentie van landen en regio’s verschilt. De economische is echter onderdeel van een zo optimaal mogelijk samenge- groei in West-Europa zal naar verwachting lager zijn dan in stelde beleggingsportefeuille, waarbij elke beleggingsbe- andere delen van de wereld, mede doordat West-Europa in slissing altijd een afweging is van risico en rendement en grotere mate vergrijsd wat een negatieve impact heeft op de uiteindelijke beslissing wordt genomen bezien vanuit de het rendement op kapitaal. Pensioenfondsen kijken naar de totale, bestaande portefeuille. Het is voor pensioenfondsen groeiregio’s, maar ook naar Nederlandse bedrijven die in niet te verkopen aan deelnemers wanneer zij voor hen niet die regio’s actief zijn. Om op die manier een zo goed optimaal zouden beleggen, en als gevolg daarvan bijvoorbeeld mogelijk rendement te behalen. extra zouden moeten korten4. Anders gezegd, het moet niet Een uitzondering op dit streven naar geografische spreiding te koste gaan van de deelnemer. kan gemaakt worden voor het beleggen in Nederlandse De exacte (geografische) samenstelling van de onderliggende inflatie: deze categorie is immers alleen voorhanden in beleggingsportefeuille is dus geen doel op zich, maar een Nederland. Voor pensioenfondsen is de Nederlandse 3 Het vermogen van pensioenfondsen bedroeg medio 2013 ongeveer 1.000 miljard euro (DNB, ‘Macro-economische statistiek pensioenfondsen’, 20 september 2013). In de periode 2008-2012 bedroeg het meetkundige rendement van bij APG aangesloten pensioenfondsen ongeveer 5 procentpunt, inclusief de impact van de crisis. 4 Ter indicatie: 1 procentpunt minder rendement resulteert gemiddeld in een 25 procent lager pensioen. 10 inflatie van groot belang omdat via de indexatieambitie van de pensioenopbouw en uitkeringen hun verplichtingen daaraan gekoppeld zijn. Investeringen die van nature de Nederlandse inflatie volgen zijn daarom een interessante beleggingscategorie voor Nederlandse pensioenfondsen. Tot op heden bestaat er nauwelijks een markt voor beleggingen gekoppeld aan de Nederlandse inflatie, mede door het ontbreken van inflatiegekoppelde Nederlandse staatsobligaties5. Een alternatief van inflatiegekoppelde staatsobligaties voor pensioenfondsen betreffen leningen op de lange termijn met een natuurlijke inflatiecomponent, zoals leningen gebaseerd op huurinkomsten van woningcorporaties. Een voorbeeld van een concreet eerste resultaat is het proefproject waarbij institutionele beleggers de weguitbreiding van Rijksweg N33 financieren, en daarvoor een vergoeding ontvangen die is gekoppeld aan de inflatie6. Dit mag als een doorbraak worden gezien aangezien dit nog niet eerder mogelijk werd gemaakt door de Nederlandse overheid. Onlangs hebben de Ministers van Financiën en Infrastructuur dit N33-project geëvalueerd en het als succesvol bestempeld. Helaas heeft de Minister van Financiën vooralsnog besloten voorlopig geen inflatie gekoppelde vergoeding meer aan te bieden voor volgende infraprojecten. Daarmee missen enkele grote miljardenprojecten de kans te profiteren van goedkopere financiering, naast dat pensioenfondsen en hun deelnemers een mogelijkheid missen hun beleggingsportefeuille verder te optimaliseren met Nederlandse infrastructuurbeleggingen. basis van deze statistieken de conclusie getrokken dat pensioenfondsen meer in Nederland kunnen en/of dienen Pensioenfondsen zijn geen verzekeraars en vice versa te beleggen. De discussie omtrent beleggen in Nederland betreft niet feit dat pensioenfondsen fundamenteel verschillen van alleen pensioenfondsen, maar ook bijvoorbeeld verzekeraars. verzekeraars. Verzekeringsmaatschappijen bieden namelijk Als eerder gemeld, beleggen Nederlandse pensioenfondsen producten aan waarin demografische en financiële risico’s gemiddeld ongeveer 14 procent van de totale beleggings- worden gegarandeerd door de instelling zelf, dat wil zeggen portefeuille in Nederland. Verzekeraars beleggen naar eigen de aandeelhouders. Pensioenfondsen worden gekenmerkt zeggen ongeveer 60 procent in Nederland . Regelmatig door collectieve pensioenregelingen waarbij de risico’s wordt in de discussie omtrent ‘beleggen in Nederland’ op collectief worden gedeeld door werkgevers en werknemers 5 De Nederlandse staat is tot op heden nooit overgegaan op het uitgeven van geïndexeerde staatschuld, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Duitsland, Frankrijk en Italië. 6 Evers, M.; A.G. Oerlemans, V.J. Thijssen (2012), Kansen voor pensioenfondsen bij de financiering van PPS, Het Verzekerings-Archief, Jaargang 89, 2e kwartaal 2012 & Evers, M.; V.J. Thijssen, V. Zanting (2012a) Beleggen in Nederlandse inflatie, VBA Journaal, Nummer 110, Zomer 2012 & Thijssen, V.J. (2013) New involvement of institutional investors in PPP projects: the N33 road, Pension Background, mei 2013. 7 Verbond van Verzekeraars, Position paper ‘Investeren in Nederland’, februari 2013. 7 Een dergelijke suggestie gaat echter volledig voorbij aan het pensioenachtergrond11 ‘Tot op heden bestaat er nauwelijks een markt voor beleggingen gekoppeld aan de Nederlandse inflatie, mede door het ontbreken van inflatiegekoppelde Nederlandse staatsobligaties.’ en verdeeld over verschillende generaties. Bovendien heeft zijn helaas niet openbaar. Redenen om dit desalniettemin het bestuur van een pensioenfonds sturingsinstrumenten aan te nemen, zijn: ter beschikking in economisch zware tijden welke een • De natuurlijke behoefte van Nederlandse verzekeraars verzekeringsmaatschappij niet kent. voor AAA-staatsobligaties gezien de door hen afgegeven Vanuit toezichtsoogpunt worden dan ook substantieel garanties: de Nederlandse staat is een van de weinige strengere eisen aan verzekeraars gesteld: waar pensioen- landen in de wereld die momenteel AAA-rated staatspapier fondsen dienen te voldoen aan het FTK met een zekerheids- kan uitgeven; maatstaf van 97,5 procent dienen verzekeringsmaatschappijen te voldoen aan Solvency II waarbij een zekerheidsmaatstaf geldt van 99,5 procent8. Dit heeft een grote impact op het verschil in de samenstellingen van beleggingsportefeuilles • Het feit dat de yield op Nederlandse staatsobligaties hoger is dan de eveneens AAA-rated Duitse staatsobligaties; • De bekendheid van Nederlandse verzekeraars met de Nederlandse markt(en). tussen pensioenfondsen en verzekeraarsmaatschappijen: Geconcludeerd kan dan ook worden dat het verschil in zo ligt de verhouding zakelijke waarden/vastrentende beleggingsexposure naar Nederland tussen pensioenfondsen waarden voor een pensioenfonds rond de 60/40, en en verzekeraars vooral toezichtgedreven is. Pensioenfondsen respectievelijk voor een verzekeraarsmaatschappij rond beleggen hierbij relatief meer in zakelijke waarden, terwijl de 25/75 . verzekeraars relatief meer beleggen in vastrentende Wat betreft deze grote positie van Nederlandse verzekeraars waarden. Ten aanzien van deze laatste asset categorie is het in vastrentende waarden is het tevens niet onwaarschijnlijk overigens discutabel of dergelijke ‘risicovrije’ beleggingen dat Nederlandse verzekeraars, gecorrigeerd voor hun fundamenteel bijdragen aan het versterken van de reële omvang, tot de grootste binnenlandse afnemers behoren van economie van Nederland. 9 Nederlands staatspapier. Kwantitatieve cijfers hieromtrent 8 Dit komt tot uiting in de eisen die aan het eigen vermogen gesteld worden: voor een identieke hoeveelheid beleggingen van een bepaalde categorie (bijvoorbeeld aandelen of vastgoed) moet onder Solvency II meer eigen vermogen worden aangehouden dan in het FTK. 9 Bron: eigen berekeningen op basis van macro-economische statistiek van DNB. 12 Nieuwe initiatieven gericht op ondersteunen reële economie vinden. Het is daarom zinniger te kijken naar initiatieven De discussie rondom beleggen in Nederland dreigt in de de met Prinsjesdag gepresenteerde initiatieven doen. die zich volledig richten op Nederland en dat is precies wat praktijk te versmallen tot het percentage van het vermogen percentage wettelijk willen vast leggen, iets wat de Beleggen in Nederland in nieuwe fase: van praten naar doen risicopreferentie van deelnemer negeert, en wat dus ten In de voorbijgaande jaren heeft de pensioensector continu koste zal gaan van het te behalen pensioenresultaat voor uitgedragen dat zij wel meer willen beleggen in Nederland, de deelnemer. mits de onderliggende beleggingen bijdragen aan een zo Waar het om draait is de impact van beleggingen op de goed en betaalbaar mogelijk pensioen voor de deelnemers. reële economie: op de investeringen, de bedrijvigheid en de Of technischer, als de beleggingen marktconform zijn qua werkgelegenheid in Nederland. Wat zijn immers beleggingen rendement en bijbehorend risico. Alhoewel die houding in Nederland? Neem de beleggingen in staatsobligaties: gezond is en er niet anders verwacht kan worden van wordt daarmee de reële economie echt geholpen? En niet pensioenfondsen, leidde deze wel tot onbegrip vanuit onbelangrijk, zijn er marktfalens, komen transacties niet politiek en overheid. Pensioenfondsen zijn er echter niet tot stand en zijn er aanvullende arrangementen nodig? om te ontsnappen aan de tucht van de markt. Het tegendeel is waar: Nederlandse staatschuld vindt grif Een doorbraak kwam met het organiseren van het ‘Kabinets- aftrek op de (inter)nationale kapitaalmarkt, mede vanwege overleg met institutionele beleggers’ op 3 juli 2012, op de gunstige kredietstatus. initiatief van het ministerie van Economische Zaken. En neem aandelenbeleggingen in bijvoorbeeld Arcadis, Vertegenwoordigers namens het kabinet, pensioenfondsen, Ahold, Imtech en Philips: zijn dat ook beleggingen in verzekeraars en DNB verkenden met elkaar de kansen die Nederland, en hoe zit dat met Shell en KLM, die hun zij zagen om investeringen in de Nederlandse economie hoofdkantoor in het buitenland hebben? Nu zullen de door institutionele beleggers te bevorderen. Het bleek een meeste partijen deze beleggingen meetellen, maar de vraag startschot van een periodiek terugkerend overleg, waaruit die gesteld zou moeten worden, is in welke mate de werkgroepen en commissies zijn voortgekomen op onder activiteiten van deze ondernemingen in Nederland plaats andere het gebied van wonen, (energie) infrastructuur en dat in Nederland is belegd. Er zijn zelfs politici die zo’n ‘Waar het om draait is de impact van beleggingen op de reële economie: op de investeringen, de bedrijvigheid en de werkgelegenheid in Nederland.’ pensioenachtergrond13 duurzaamheid. Sinds die bijeenkomst bleven de verschillende Figuur 1 Opzet Nederlandse Hypotheek Instelling partijen op gezette tijden met elkaar in gesprek, waardoor er wederzijds begrip en erkenning kon ontstaan voor elkaars situatie, mogelijkheden en wensen. Dat leidde vervolgens tot een voedingsbodem om met initiatieven te komen die voor alle partijen voordelen brachten. Tegelijkertijd beseften zij ook dat het in dit proces niet mogelijk was het onderste uit de kan te halen. Nu ruim een jaar later zijn er verschillende concrete Huizenkoper sluit hypotheek met Nationale Hypotheek Garantie (NHG) af plannen uit deze besprekingen naar voren gekomen, zodat er echt belegd kan gaan worden, mits de overheid de gestelde randvoorwaarden hiervoor schept. Deze plannen betreffen onder andere een Nationale Investeringsinstelling, Bank betaalt verzekeringspremie aan de overheid om staartrisico te dekken de Nederlandse Hypotheek Instelling en een fonds voor kredietverlening aan het MKB. Een van die initiatieven waar ook APG zich actief voor heeft Bank haalt kapitaal voor hypotheek bij de nieuwe NHI ingespannen is de Nederlandse Hypotheek Instelling (NHI). Figuur 1 geeft schematisch de voorgestelde opzet van de NHI weer. De NHI is een goed voorbeeld van een nieuwe mogelijke beleggingspropositie in Nederland die in het belang kan zijn van de deelnemer. Het kan niet alleen een aantrekkelijke belegging zijn, maar het biedt in potentie tevens maatschappelijke voordelen. Zo maken de door de NHI uit te geven obligaties het aantrekkelijker voor Overheid geeft 100% staatsgarantie op deze hypotheekobligaties (buitenlandse) beleggers, zoals pensioenfondsen, om in een standaard, staatsgegarandeerd hypotheekproduct te beleggen. De verwachting is dat deze Nederlandse Hypotheekobligaties (NHO’s) een iets hoger rendement hebben NHI vergaart kapitaal door hypotheekobligaties met 100% staatsgarantie aan grote beleggers te verkopen dan Nederlandse staatsobligaties, omdat de NHO’s relatief minder verhandelbaar zijn. Naar verwachting heeft de NHI een verlagend effect op de Nederlandse hypotheekrentes voor consumenten, doordat banken minder afhankelijk worden van de grillen van de kapitaalmarkt en er meer Belegger verdient investering terug met de maandelijkse aflossing en rente die de huizenkoper aan de bank betaalt concurrentie ontstaat op de Nederlandse hypotheekmarkt. Voor banken wordt het makkelijker om aan financiering voor hun hypotheekportefeuille te komen, wat de stabiliteit van de Nederlandse economie vergroot. 14 Bron: NRC. Er liggen nog meer kansen voor het oprapen De belangrijkste les uit de discussie over beleggen in Nederland over de afgelopen jaren is dat wederzijds begrip en erkenning voor elkaars positie en belangen noodzakelijk is voor voortgang en daadkracht. Daarnaast draait beleggen Michiel Evers in Nederland niet om een enkel percentage, beleggen in Senior Strateeg, APG Nederland draait om de werkelijke impact van initiatieven op de Nederlandse economie. Het is daarom goed om te zien dat er in het afgelopen jaar grote, constructieve stappen gezet zijn op dit terrein. We bespraken in dit artikel onder meer de Nederlandse Hypotheek Instelling. Pensioenfondsen zien echter nog Nick van de Sande meer beleggingskansen in ons eigen land. Een eerste Beleidsadviseur, APG bewezen, maar nog niet ten volle benutte kans bestaat op het gebied van inflatiegerelateerde leningen. Dat betreft niet alleen, zoals besproken, investeringen op het gebied van infrastructuur, maar ook bijvoorbeeld woningcorporaties. As we speak worden de mogelijkheden verkend op het gebied van (inflatiegerelateerde) vreemd vermogen financiering van corporaties met borging door het WSW, als financiering van het te liberaliseren woningbezit. Door een slimme samenwerking met de overheid en andere marktpartijen wordt op deze gebieden getracht de bijdrage van pensioenfondsen aan de Nederlandse economie te vergroten, terwijl tegelijkertijd het belang van deelnemers op een zo goed mogelijk pensioen blijft prevaleren. pensioenachtergrond15 16 Versterking hypotheekmarkt door een Nederlandse Hypotheek Instelling? De Nederlandse hypotheekmarkt wordt sinds de kredietcrisis geplaagd door problemen. Banken hebben moeite met het aantrekken van stabiele financiering op de kapitaalmarkt, diverse aanbieders hebben zich uit de markt teruggetrokken, consumenten klagen over de hoge hypotheekrente en het uitleenbeleid van de banken, en internationale beleggers en rating agencies zijn kritischer over de risico’s van de hoge hypotheekschuld in Nederland. Kan een Nederlandse Hypotheek Instelling, waarvan de oprichting door het kabinet op Prinsjesdag is aangekondigd, de situatie op de hypotheekmarkt verbeteren? P roblemen in de hypotheekmarkt door banken verstrekte binnenlandse leningen en de bij Nederlandse huishoudens hebben internationaal banken aangehouden deposito’s – de zogeheten funding gap. gezien een zeer hoge hypotheekschuld. Daar staat Voor de financiering van hypotheken zijn de Nederlandse tegenover dat zij veel sparen, vooral bij pensioen- banken in belangrijke mate aangewezen op de (internationale) fondsen die het geld grotendeels in het buitenland beleggen. kapitaalmarkt doordat de depositobasis ontoereikend is. Er is daardoor een steeds grotere kloof ontstaan tussen de In andere landen is dit in mindere mate het geval. Tot het pensioenachtergrond17 ‘Ook de voorziene introductie van de zogenoemde net stable funding ratio in het toezichtkader stimuleert banken de mismatch tussen de looptijden van activa en passiva te beperken.’ uitbreken van de kredietcrisis in 2008 was dit nauwelijks 3. Kapitaal. Stringentere kapitaalseisen onder Bazel-III een probleem. Sindsdien beschouwen internationale voor het bankwezen kunnen tot een selectievere krediet- beleggers en rating agencies de grote exposure aan verlening en een hogere kredietrente leiden. hypotheken en de bijbehorende herfinancieringsrisico’s in In dit artikel gaan we dieper in op de eerste twee verklaringen toenemende mate als een risicofactor bij het Nederlandse en hoe een Nederlandse Hypotheek Instelling, die het bankwezen. Banken worden daardoor geconfronteerd met kabinet van plan is op te richten, de problemen in de een geringere beschikbaarheid van securitisaties en hypotheekmarkt kan verminderen. De derde verklaring is ongedekte obligaties. Ook kunnen zij minder gebruik kwantitatief minder van belang omdat het kapitaalbeslag maken van buitenlands spaargeld. van hypotheken gering is en de strengere eisen voor alle landen gelden. Sinds de crisis is een verschil in hypotheekrente van circa één procentpunt ontstaan tussen Nederland en omringende Duurdere en minder stabiele financiering landen, met name België en Duitsland. Recentelijk hebben Vanwege de funding gap zijn Nederlandse banken relatief diverse rapporten drie mogelijke oorzaken, die elkaar niet gevoelig voor ongunstige ontwikkelingen op de internationale uitsluiten, onder de loep genomen: kapitaalmarkt. Na de crisis zijn de financieringscondities 1. Funding. De moeilijke financierbaarheid van Nederlandse op alle deelmarkten sterk verslechterd. Figuur 2 laat zien dat hypotheekschulden leidt tot hogere financieringskosten, de risicopremies voor securitisaties en ongedekte obligaties die worden doorberekend aan de klant. Bovendien zet de sterk zijn gestegen en veel volatieler zijn geworden. In 2008 funding gap banken ertoe aan de kredietvraag te ontmoe- en de eerste helft van 2009 was de markt voor nieuwe digen door hoge uitleenrentes te vragen, met hogere securitisaties de facto zelfs gesloten. Nederlandse banken bruto-winstmarges tot gevolg. maakten voor de crisis veel gebruik van securitisaties die zij 1 2. Concurrentie. De concurrentie tussen banken in doorgaans elke 5 jaar herfinancierden. De risicopremie op Nederland is (mogelijk tijdelijk) afgenomen, waardoor de ongedekte schuldtitels is sinds 2008 sterk toegenomen en bruto-winstmarges zijn toegenomen. heeft de daling van de risicovrije rente in belangrijke mate 1 Mark Dijkstra en Maarten Pieter Schinkel, ‘Hollands hoge hypotheekrentes’, ESB, 12 oktober 2012; CPB, ‘De Nederlandse woningmarkt – hypotheekrente, huizenprijzen en consumptie’, CPB Notitie, 14 februari 2013; DNB, ‘Financieringsproblemen in de hypotheekmarkt’, DNB Occasional Studies 11/1, 1 maart 2013; ACM, ‘Concurrentie op de hypotheekmarkt’, 18 april 2013. 18 Figuur 2 Risicopremies voor ongedekte obligaties en securitisaties, 2005-2012 Spread in procenten boven swaptarief Ongedekt Securitisaties 4 4 3 3 2 2 1 1 0 05 06 08 09 Grootbanken 10 12 13 0 05 06 08 09 10 12 13 Overige banken Noot: Grootbanken zijn ING, Rabobank en ABN AMRO. Uitgiftes met loptijd 3 tot 14 jaar met een (tranche) omvang van minimaal EUR 50 mln; securitisaties met een rating van minimaal AA-. Risicovrije rente is de swap rate op dezelfde dag met gelijke looptijd. Bron: Dealogic en Bloomberg. geneutraliseerd. De gestegen volatiliteit is een teken dat de introductie van de zogenoemde net stable funding ratio in toekomstige kosten of beschikbaarheid van ongedekte het toezichtkader stimuleert banken de mismatch tussen de financiering onzekerder zijn geworden. looptijden van activa en passiva te beperken. Aan deze ontwikkelingen ligt een verandering in het gedrag Beleggers en rating agencies hebben ook meer oog gekregen van marktparticipanten ten grondslag. Als gevolg van de voor het concentratierisico van de grote hypotheekporte- financiële crisis hebben marktpartijen, waaronder rating feuilles van de Nederlandse banken in combinatie met de agencies, meer oog gekregen voor herfinancieringsrisico’s hoge Loan-to-Value ratio’s (LTV’s), het grote aandeel op bankbalansen. De Loan-to-Deposit ratio (LTD), de aflossingsvrije hypotheken, de dalende huizenprijzen en de verhouding tussen verstrekte kredieten en aangetrokken oplopende werkloosheid in Nederland. Ook dit geeft banken deposito’s, is hiervoor een belangrijke indicator. Een bank een motief om terughoudend te zijn bij het verstrekken van die haar LTD laat oplopen, riskeert een lagere rating en dus nieuwe hypotheken. duurdere marktfinanciering. Gevolg is dat banken enerzijds hogere depositorentes bieden om meer spaargeld aan te Binnenlands spaargeld is voor banken aantrekkelijker trekken en anderzijds proberen de kredietvraag te beperken geworden als financieringsbron. De spaartarieven zijn in door een hoge hypotheekrente te vragen of non-tarifaire Nederland daardoor hoger dan in andere landen. Er is ook verstrekkingsvoorwaarden aan te scherpen. Ook de voorziene empirisch bewijs dat landen met een relatief grote funding pensioenachtergrond19 gap, zoals Nederland en Frankrijk, een relatief hoge spaar- suggereert dat in beginsel de toetredingsdrempels voor rente hebben2. De invloed van de funding gap is bovendien de Nederlandse hypotheekmarkt laag zijn (Argenta ca. toegenomen na de financiële crisis. Dit weerspiegelt deels 5 procent in 2006; BNP ca. 8 procent in 2010; Aegon ca. het gedrag van toezichthouders. Die eisen in toenemende 5-10 procent gedurende 2009-2012). De aanwezigheid van mate dat tegenover aangetrokken deposito’s in het land zelf tussenpersonen (verantwoordelijk voor 60 procent van de activa worden aangehouden. hypotheekverkopen) speelt daarbij een belangrijke rol. Nieuwe aanbieders hoeven daardoor nauwelijks investeringen Afname concurrentie sinds de bankencrisis te doen. Wel moeten zij in staat zijn voldoende stabiele Een tweede mogelijke verklaring voor de relatief hoge financiering aan te trekken om de hypotheken te financieren. hypotheekrente in Nederland is dat sinds de kredietcrisis De slechte financieringscondities in de afgelopen jaren de concurrentie op de Nederlandse hypotheekmarkt is hebben zo toetreding bemoeilijkt. afgenomen. Zo hebben diverse buitenlandse partijen zich uit Nederland teruggetrokken, ging DSB failliet en verleende Verder hebben banken in reactie op de kredietcrisis meer SNS Reaal praktisch geen nieuwe hypotheken. Er zijn echter de neiging zich terug te trekken op hun thuismarkt en zich diverse aanwijzingen dat de verminderde concurrentie minder snel in een buitenlands avontuur te storten. geen structureel verschijnsel is en deels samenhangt met Toetreding door buitenlandse partijen wordt daarnaast de hierboven geschetste financieringsproblemen en gehinderd doordat toezichthouders in veel landen in de kredietcrisis. toenemende mate eisen dat spaargeld in eigen land blijft. Buitenlandse banken kunnen daardoor moeilijker met hun Het feit dat voor de crisis nieuwe aanbieders relatief goedkope spaargeld de Nederlandse markt op. Initiatieven eenvoudig een fors marktaandeel konden verwerven, die tot doel hebben de Europese financiële markten te 2 Christiaan Pattipeilohy, ‘Spaarrentes en het depositofinancieringsgat’, ESB, 17 mei 2013. 20 ‘De afgenomen concurrentiedruk biedt de overgebleven aanbieders ruimte om (tijdelijk) een hogere winstmarge te realiseren.’ Als op termijn de financieringscondities normaliseren, ligt het in de rede dat ook buitenlandse partijen (weer) naar Nederland zullen komen. Duurdere financiering of hogere marges? De vraag in hoeverre het geobserveerde renteverschil met het buitenland is terug te voeren op hogere financieringskosten en/of hogere bruto-marges is lastig te beantwoorden. De precieze hoogte van financieringskosten en bruto-marge is met onzekerheid omgeven, omdat de door banken gehanteerde mix van financieringsbronnen niet direct is af te leiden of waar te nemen. Bovendien verschilt de mix van bank tot bank en kan deze veranderen in de tijd. Berekeningen over de hoogte en ontwikkeling van financieringskosten en bruto-marges zijn daarom onvermijdelijk gebaseerd op veronderstellingen. Daarbij komt dat een stijging van de bruto-marge niet noodzakelijkerwijs duidt op minder concurrentie, maar ook ontmoediging van de kredietvraag kan weerspiegelen in verband met financieringsproblemen. re-integreren – zoals de bankenunie – kunnen deze tendens Nederlandse Hypotheek Instelling weer omkeren. De crisis heeft duidelijk gemaakt dat een stabielere Ten slotte heeft de prijsconcurrentie de afgelopen jaren financiering van de hypothecaire kredietverlening gewenst onder druk gestaan vanwege de prijsleiderschapsverboden is. Daarnaast is het wenselijk dat het aantal aanbieders die de Europese Commissie heeft opgelegd aan instellingen toeneemt. Kees van Dijkhuizen heeft in het voorjaar van die vanwege de crisis staatssteun hebben ontvangen. ABN dit jaar verkend hoe de rol van institutionele beleggers, AMRO, ING en Aegon mochten (tijdelijk) niet concurreren waaronder de Nederlandse pensioenfondsen en verzekeraars, op basis van lagere hypotheektarieven. Voor Aegon en ING bij de hypothecaire woningfinanciering kan worden is dit verbod inmiddels opgeheven; voor ABN AMRO loopt vergroot. Verder heeft de Commissie Kroes de mogelijkheden het verbod af in 2014. onderzocht voor de oprichting van een Nederlandse Hypotheek Instelling (NHI).4 Op Prinsjesdag heeft het kabinet De afgenomen concurrentiedruk biedt de overgebleven aangekondigd de komende periode te zullen bezien of en aanbieders ruimte om (tijdelijk) een hogere winstmarge te hoe een NHI kan worden ingericht zodanig dat wordt realiseren. Dit past ook bij de strategie van banken om door voldaan aan de Europese staatssteunaspecten en de andere winstinhouding en rantsoenering hun balans te versterken. randvoorwaarden. De hogere rentes hebben inmiddels toetreding uitgelokt. De NHI fungeert als een funding vehicle voor de woning- Zo hebben Nederlandse verzekeraars, NIBC en SNS Reaal financiering in Nederland. Banken en andere woningfinan- recentelijk hun activiteiten op de hypotheekmarkt uitgebreid. ciers (ook buitenlandse instellingen en niet-banken) kunnen De bruto-marges lijken hierdoor recentelijk te zijn gedaald. securitisaties van NHG-hypotheken met een AAA-rating 3 Financieel Dagblad 14 september 2013, ‘Hypotheekmarges omlaag’. 4 Rapport Commissie ‘Alternatieve Financieringsarrangementen Woningmarkt’, 10 september 2013. 3 pensioenachtergrond21 ‘Als bron van stabiele en goedkope marktfinanciering kan de NHI bijdragen aan een soepeler functionerende hypotheekmarkt.’ overdragen aan de NHI. De NHI geeft vervolgens Nederlandse zoals het opdrogen van de securitisatiemarkt in 2008-2009. Hypotheekobligaties (NHO’s) uit die qua rente en aflossing De NHI levert de grootste baten in extreme omstandigheden, een vergelijkbaar karakter hebben als Nederlandse staats- waarin deze het hardste nodig zijn, en verbetert de obligaties. De overheidsgarantie op NHG-hypotheken wordt stabiliteit van het Nederlandse financiële systeem en de zo beter herkenbaar voor beleggers. Deze opzet is geïnspireerd economie. Daarnaast levert financiering via de NHI een door de Canada Housing Trust die Canada Mortgage Bonds direct kostenvoordeel op, dat kan en dient te worden uitgeeft.5 Afgaande op de ervaringen in Canada zullen NHO’s doorgegeven aan consumenten met een (nieuwe) NHG- een iets hoger rendement hebben dan staatsobligaties, omdat hypotheek. De Commissie Kroes becijfert dit voordeel op ze wat minder liquide zijn. Pensioenfondsen kopen deze ca. 20 basispunten binnen enkele jaren. Het voordeel zal liquide, risicovrije obligaties als onderdeel van hun staatsge- zich pas geleidelijk manifesteren omdat NHI-financiering relateerde portefeuille. Ook andere binnen- en buitenlandse langzaam aan belang zal winnen. beleggers behoren tot de doelgroep van beleggers. De opzet van NHI dient te voldoen aan de randvoorwaarden dat de Naast deze directe effecten kan de NHI ook via andere risico’s voor overheid niet materieel toenemen en dat de wegen de problemen op de hypotheekmarkt verlichten. participerende instellingen de juiste prikkels houden. Dit De Commissie Kroes schat dit indirecte effect in op 25 à 30 laatste impliceert dat (afgezien van de NHG-dekking) alle basispunten, zodat het totale effect van de NHI op de risico’s bij de deelnemende woningfinanciers blijven NHG-hypotheekrente kan oplopen tot een reductie van zo’n liggen. Daarnaast zullen deelnemers een marktconforme 0,5 procentpunt. Bovendien is het indirecte effect relevant premie dienen te betalen voor de overheidsgarantie. voor de gehele hypotheekmarkt. Ook voor niet-NHG-hypotheken kan de rente daardoor afnemen met ongeveer een De Nederlandse Hypotheek Instelling kan langs verschillende kwart procentpunt. Het indirecte effect is het resultaat van wegen bijdragen aan een oplossing van de problemen in twee kanalen. Ten eerste kan de NHI leiden tot een lagere de hypotheekmarkt. Ten eerste nemen de herfinancierings- rente op spaartegoeden. Dit betekent een funding kosten- risico’s af omdat een bank altijd NHG-hypotheken kan voordeel voor alle hypotheken. Ten tweede kan de stabiele herfinancieren via de NHI. De hypotheekverstrekking financiering die de NHI biedt, potentiële nieuwe (ook wordt daardoor minder kwetsbaar voor financiële stress, buitenlandse) aanbieders ertoe verleiden de Nederlandse 5 Peter van den Berg, Lans Bovenberg en Dolf van den Brink, ‘Het Canadese hypotheekmodel’, ESB, 2012. 22 markt te betreden. Dit vergroot de concurrentie en de druk de hypotheekrente te verlagen, zelfs met meer dan de behaalde kostenvoordelen zodat ook de bruto-marge afneemt. Ook vermindert toetreding het concentratierisico bij de bestaande aanbieders. Jos Jansen Senior-econoom, Tot slot De Nederlandsche Bank Als bron van stabiele en goedkope marktfinanciering kan de NHI bijdragen aan een soepeler functionerende hypotheekmarkt. De hypothecaire kredietverlening wordt minder gevoelig voor crises op financiële markten. De woningmarkt kan verder een impuls krijgen door lagere Mark Kruidhof hypotheekrentes en scherpere concurrentie. Ook voor de Econoom, NHI geldt echter: the devil is in the details. Het is van groot De Nederlandsche Bank belang bij de concrete inrichting van de NHI erop toe te zien dat het arrangement de mededinging en toetreding effectief stimuleert en daadwerkelijk een goede toegang biedt aan kleine en nieuwe aanbieders, die last kunnen Job Swank hebben van schaalnadelen. Kleine en nieuwe aanbieders Directeur Monetaire Zaken en hebben het meest te winnen bij de NHI, maar de realisatie Financiële stabiliteit, van dit potentieel vergt een zorgvuldige vormgeving van de De Nederlandsche Bank regeling. Tot slot willen we benadrukken dat de NHI geen wondermiddel is. Een stabiele hypotheekmarkt vraagt om een hervorming van de woningmarkt als geheel. Op lange termijn is het noodzakelijk dat de LTV-ratio in Nederland meer in lijn komt met wat in omringende landen gebruikelijk is. Daarvoor is nodig dat jonge gezinnen op het middensegment van de huurmarkt terecht kunnen. Tegelijkertijd hebben ze ruimte nodig om te kunnen sparen, zodat ze de aanschaf van een eigen huis later deels met eigen geld kunnen financieren. pensioenachtergrond23 Beleggen in de woningmarkt Hoe kan het financieringsvermogen van de Nederlandse economie worden versterkt en welke rol kunnen institutionele beleggers daarbij spelen? Vorig jaar heeft hierover op initiatief van de minister van Economische Zaken een eerste gesprek plaatsgevonden tussen een delegatie van het kabinet en een aantal grote verzekeraars, pensioenfondsen, pensioenuitvoerders en andere stakeholders. I n het bijzonder op het terrein van de woningmarkt kunnen de investeringen van institutionele beleggers van waarde zijn. Op Prinsjesdag heeft het kabinet Rutte II haar hervormingsagenda voor de woningmarkt gepresenteerd. In deze agenda zet het kabinet maatregelen uiteen om tot een beter functionerende woningmarkt te komen. Investeringen door institutionele beleggers op het terrein van ondermeer hypotheken, vrije sector huurwoningen en energiebesparing in de woningvoorraad kunnen hierbij een sleutelrol spelen; daarom werkt het kabinet aan betere condities voor beleggers. Dat is winst voor beleggers, voor de huizenmarkt en voor Nederland. 24 Maatschappelijke uitdagingen Nederland heeft behoefte aan (structurele) versterking van het financieringsvermogen om het hoofd te bieden aan verschillende maatschappelijke uitdagingen. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om de verstrekking van woninghypotheken, de ontwikkeling van de particuliere huurwoningmarkt, ondersteuning van het MKB, investeringen in duurzame energie en energiebesparing, in (woon)zorgvastgoed, schoolgebouwen en (energie)infrastructuur. Voor infrastructurele projecten wordt de investeringsbehoefte tot 2020 geschat op 20 miljard euro. Uit het Nationaal Energieakkoord blijkt dat tot 2020 circa 13-18 miljard euro nodig is voor de energievoorziening. Het betreft programma’s en projecten op nationaal, regionaal en lokaal niveau. Op regionaal niveau wordt geschat dat de financieringsvraag voor R&D-infrastructuur en energiebesparing tussen de 1,5 miljard en 2,5 miljard euro is en het regionaal MKB meer dan 500 miljoen euro vraagt in de komende 10 jaar. Nut en noodzaak van meer investeringen van institutionele beleggers Nederlandse pensioenfondsen hebben een beleggingsportefeuille van circa 1000 miljard euro. Onder voorwaarde dat sprake is van beleggingen met een adequate risicorendementverhouding, die in het belang zijn van deelnemers en verzekerden, kan een groter deel hiervan in Nederland worden belegd. De verwachting is dat voor institutionele beleggers op termijn structureel een grotere rol is weggelegd met betrekking tot langetermijnfinanciering. Een grotere rol van institutionele beleggers is wenselijk. De Nederlandse economie bevindt zich in een fase van laagconjunctuur en balansherstel. Er is minder vraag naar financiering; kredietverstrekkers zijn vanwege de matige vooruitzichten voorzichtiger met het verstrekken van krediet. Daarnaast zijn banken, mede als gevolg van aangescherpte regelgeving, bezig hun balans te herstellen. De noodzaak tot balansherstel kan echter op korte termijn leiden tot minder ruimte voor banken om kredieten te verstrekken. Hoewel balansherstel noodzakelijk is om pensioenachtergrond25 ‘Er is behoefte aan een instelling die voor bestaande en nieuwe initiatieven de ontbrekende schakel vormt tussen vraag en aanbod.’ waardoor institutionele beleggers uiteindelijk voor andere projecten kiezen. Hierdoor komen projecten die financierbaar zijn tegen marktcondities soms niet aan de gewenste en benodigde financiering. Er bestaat daarom behoefte aan een intermediaire instelling die projecten opschaalt, standaardiseert en bundelt tot goed te beoordelen investeringsproposities. Zo kunnen de beleggingsmogelijkheden van institutionele beleggers sterker worden verbonden met de financieringsbehoefte van Nederland. Ook bestaat er behoefte aan een institutie waar bestaande en nieuwe initiatieven op het terrein van de financiering van maatschappelijke opgaven kunnen worden ondergebracht. Terwijl veel projecten in de kern vergelijkbaar zijn, is er sprake van fragmentatie van energie; er wordt op veel verschillende plekken en op verschillende wijzen aan maatschappelijke projecten gewerkt. Er is behoefte aan een instelling die voor bestaande en nieuwe initiatieven de ontbrekende schakel vormt tussen vraag en aanbod. Niet om marktinitiatieven te verdringen, wel om projecten op te uitzicht te houden op gezonde en duurzame economische pakken die rendabel zijn, maar die nog niet in de markt tot groei op langere termijn, bestaat het risico dat gedurende stand komen. de periode waarin de balansen op orde worden gebracht In het licht van het bovengenoemde hebben het kabinet, rendabele projecten en investeringen tegen financierings- de pensioen- en de verzekeringssector besloten om in knelpunten aanlopen. Dit kan belemmeringen opwerpen samenwerking de Nederlandse Investeringsinstelling op voor het economisch herstel. Daarnaast geldt dat, wanneer te richten; banken zijn uitgenodigd hierin te participeren. de economie weer aantrekt, het financieringsvermogen Met de oprichting van een NII wordt – aanvullend op en breder kan gaan knellen. Versterking van het financierings- complementair aan bancaire kredietverlening - beoogd het vermogen door institutionele beleggers is daarom wenselijk. kapitaal van institutionele beleggers voor de Nederlandse economie te mobiliseren. De investeringsinstelling gaat De Nederlandse Investeringsinstelling zich richten op projecten die in de kern rendabel zijn, Uit de verkenningen die in de context van het gezamenlijk maar om verschillende redenen niet aan de benodigde overleg zijn uitgevoerd, is naar voren gekomen dat er, financiering kunnen komen. ondanks de motivatie die institutionele beleggers hebben De verschillende verkenningen die reeds zijn uitgevoerd om meer te investeren in Nederland, op dit moment in het licht van het overleg met institutionele beleggers belemmeringen zijn die hun beleggingsmogelijkheden kunnen door de NII beoordeeld worden om daar waar beperken. De schaal van beleggingsprojecten is in sommige mogelijk een goede business case te creëren. Hierbij kan gevallen bijvoorbeeld onvoldoende, waardoor de transactie- gedacht worden aan de verkenning door de commissie kosten simpelweg te hoog worden. In andere gevallen is er Alternatieve Financieringsarrangementen Woningmarkt een gebrek aan standaardisatie of specifieke kennis, II, gericht op de financiering van de huursector, het in het 26 Nationaal Energieakkoord aangekondigde expertisecentrum en de woonfondsen. Verbeterde beleggingscondities op de woningmarkt Het kabinet beschouwt de woningmarkt als een belangrijk kanaal waarlangs investeringen van institutionele beleggers een duurzame impuls aan de Nederlandse economie kunnen geven. Deze investeringen kunnen een sleutelrol spelen bij het herstel en de totstandkoming van een meer flexibele en toekomstrobuuste woningmarkt. Grote delen van de woningmarkt zitten op slot. In 2012 werden ruim 35 procent minder woningen verkocht dan in 2008. In dezelfde periode daalden de huizenprijzen met meer dan 20 procent, en de bouw van nieuwe woningen met meer dan 30 procent. Huiseigenaren durven niet te verhuizen door onzekerheid over de toekomst of kampen met restschulden, huurders kunnen geen geschikte woning vinden, investeerders zien onvoldoende perspectieven. Deze situatie raakt niet alleen de woningmarkt maar vormt ook een belemmering voor de economische ontwikkeling, de flexibiliteit op de arbeidsmarkt en de financiële stabiliteit. De hoge schuldposities in combinatie met de stagnatie op de woningmarkt nopen tot balansherstel bij huishoudens en kredietverstrekkers en leggen een hypotheek op het herstel van de Nederlandse economie. De situatie op de woningmarkt is aangewakkerd door de economische crisis. Maar de fundamentele oorzaak voor de stagnatie op de woningmarkt ligt in structurele onevenwichtigheden. Op de koopsector vinden deze onevenwichtigheden hun oorsprong in hoge hypotheekschulden en de daaraan gekoppelde risico’s. In de huursector in gebrekkige marktwerking. Mede hierdoor zijn ook knelpunten ontstaan in de investerings- en financieringssfeer. Op de koopwoningmarkt komt dit vooral tot uiting in knelpunten bij de financiering Het kabinet wil perspectief bieden op een flexibele en van hypotheken. De huurmarkt kampt met een structureel toekomstrobuuste woningmarkt, die meer keuze biedt aan gebrek aan investeringen in vrije sector huurwoningen. Mede huurders en kopers, meer ruimte biedt aan particuliere als gevolg van deze onevenwichtigheden is de woningmarkt investeringen, minder risico’s kent en beter bestand is gevoelig voor economische schokken en stagnatie. tegen economische schokken. Het kabinet streeft naar een pensioenachtergrond27 woningmarkt die bijdraagt aan een sterker Nederland. • Een impuls voor energiebesparing in de gebouwde Dit vraagt enerzijds om integrale hervormingen om op de omgeving (Energieakkoord): oprichting van een revolve- langere termijn de structurele onevenwichtigheden op de rend fonds voor energiebesparing, uitvoering van het woningmarkt te doorbreken. En anderzijds om maatregelen energiebesparingsconvenant voor de huursector en die op kortere termijn de effecten van de crisis verzachten invoering van een indicatief energielabel. en lucht bieden aan consumenten en investeerders. • De consument centraal: meer ruimte voor (collectief) Daarom heeft het kabinet de volgende agenda gepresenteerd: particulier opdrachtgeverschap en de woonwensen van • Een koopwoningmarkt met minder schulden en minder speciale groepen, in het bijzonder studenten en ouderen. risico’s: annuïtaire hypotheken worden bevorderd en de Loan-to-Value wordt teruggebracht. • Een concurrerende en transparante hypotheekmarkt: Concrete mogelijkheden voor institutionele beleggers op de woningmarkt bevorderen van voorwaarden voor toetreding van nieuwe Op de koopwoningmarkt kunnen beleggers een belangrijke hypotheekaanbieders en financiering van hypotheek- rol spelen door te investeren in hypotheken. Als gevolg van portefeuilles. de crisis zijn er knelpunten ontstaan in de hypotheekfinan- • Een beter werkende huurmarkt met meer ruimte voor het ciering bij banken. Investeringen van beleggers kunnen vrije huursegment: inkomensafhankelijke huurverhogingen, helpen op de korte termijn de hypotheekverstrekking op vereenvoudiging van het woningwaarderingsstelsel en peil te houden en herstel op de koopwoningmarkt te minder belemmeringen voor investeringen in de vrije sector bespoedigen. Meer structureel kunnen investeringen van • Woningcorporaties met heldere taken en scherp toezicht: beleggers bijdragen aan een robuustere langere termijn woningcorporaties richten zich op het aanbieden van sociale financiering van hypotheken. De hervormingen die het huurwoningen aan de doelgroep, en aan het bijdragen kabinet in gang heeft gezet op de koopwoningmarkt zijn aan leefbaarheid in gebieden waar ze bezit hebben. gericht op het bevorderen van aflossen en het terugbrengen • Ruimte voor investeringen en meer vraagoriëntatie in de van de Loan-to-Value. Dit draagt bij aan een vermindering bouw: verlaging van de overdrachtsbelasting en btw voor van de risico’s en aan grotere transparantie in het hypothecaire renovatie en herstel, afschaffing van de integratieheffing, stelsel, en verbetert daarmee ook de condities voor beleggers. wegnemen van belemmeringen in ruimtelijk beleid en bouwregelgeving. ‘De NHI kan bovendien toetreding tot de Nederlandse hypotheekmarkt aantrekkelijker maken voor buitenlandse partijen.’ 28 Wat is er aan de hand op de woningmarkt? Op de koopwoningmarkt zijn zowel vragers als aanbieders sterk afhankelijk geworden van ruimhartige hypothecaire kredietverlening. Hoge hypotheken in verhouding tot de woningwaarde, die bovendien niet tijdens de looptijd hoefden te worden afgelost, hebben geleid tot hoge private schuldposities, en daarmee tot kwetsbaarheden op de woningmarkt en in het financiële stelsel. De als gevolg van de crisis dalende huizenprijzen leiden tot toenemende restschulden bij huiseigenaren, stagnatie in de woningbouw en knelpunten bij geldverstrekkers. De huurmarkt kampt met een gebrekkige toedeling van betaalbare huurwoningen en een tekort aan private investeringen. Omdat de sociale huurvoorraad voor een deel wordt bewoond door inkomens boven de toewijzingsgrens, komen lagere inkomens onvoldoende aan bod. Daarnaast is er sprake van een gebrek aan keuzemogelijkheden voor de middeninkomens, omdat het aanbod in het vrije huursegment beperkt is. De oorzaak voor deze problemen ligt in het feit dat er onvoldoende relatie is tussen de prijs en de gewildheid van huurwoningen. Daarbij komen de fiscale subsidiering in de koopwoningmarkt en de dominante positie van corporaties in de huurmarkt. Deze factoren vormen een belemmering voor private investeringen in de vrije huurmarkt. Een Nederlandse Hypotheek Instelling bijdragen aan de verhuismogelijkheden voor middeninko- De commissie Alternatieve Financieringsarrangementen mens, en is daarmee essentieel voor een meer dynamische Woningmarkt I heeft een voorstel uitgewerkt voor de woningmarkt en een flexibele arbeidsmarkt. Bovendien oprichting van een Nederlandse Hypotheek Instelling kan hiermee de druk op de sociale huurvoorraad als gevolg (NHI). Het voorstel bevat in de kern een andere toepassing van scheefwonen worden verlicht, zodat lage inkomens van de bestaande Nationale Hypotheek Garantie (NHG) makkelijker een betaalbare woning kunnen vinden. Tussen waardoor het instrument beter aansluit op de behoefte van 2009 en 2012 is de vraag naar huurwoningen vanaf de institutionele beleggers. De NHI financiert pakketten liberalisatiegrens met ruim zeventig procent toegenomen, NHG-hypotheken van kredietverstrekkers en financiert mede als gevolg van de crisis op de koopmarkt. zich door de uitgifte van obligaties. Hiermee kan een Het kabinet werkt dan ook aan het wegnemen van belem- omvangrijke en stabiele financiering van de Nederlandse meringen voor particuliere investeringen in het vrije hypotheekmarkt worden bevorderd die standhoudt in huursegment. Ten eerste worden de huren in de gereguleerde tijden van stress op de internationale kapitaalmarkt. sector meer afhankelijk van de gewildheid van de woning, De NHI kan bovendien toetreding tot de Nederlandse waardoor er meer ruimte ontstaat voor marktconforme hypotheekmarkt aantrekkelijker maken voor buitenlandse huurprijzen. Ten tweede wordt met de hervormingen op de partijen. Dat bevordert de concurrentie op de hypotheekmarkt koopwoningmarkt de eenzijdige fiscale subsidiëring van en kan een drukkend effect hebben op de hypotheekrentes koopwoningen beperkt, waardoor de rendementsperspec- voor de consument. tieven in de huurmarkt ten opzichte van de koopmarkt kunnen verbeteren. Tenslotte werkt het kabinet aan een Private beleggingen in de vrije huursector heldere afbakening en duidelijke regels rond de activiteiten Op de huurmarkt kunnen investeringen van beleggers een van woningcorporaties, zodat de condities waaronder belangrijke rol spelen bij de verruiming van het aanbod in private partijen moeten concurreren eerlijker worden. het vrije huursegment. Een verruiming van dit segment zal De regels waaronder corporatiewoningen kunnen worden pensioenachtergrond29 verkocht aan ondermeer particuliere investeerders, worden onderscheiden naar mogelijke financieringsarrangementen. versoepeld. Nieuw is dat voortaan bij verkoop van corporatie- De G4 is betrokken geweest bij de overleggen. Het kabinet woningen uit geliberaliseerd/te liberaliseren bezit (aan toont zich bereid om mee te denken bij de uitwerking van andere dan natuurlijke personen voor eigen bewoning) deze plannen. Het doel van dit initiatief is om stappen te mag worden getaxeerd naar marktwaarde en dus de zetten op weg naar een versteviging van de particuliere werkelijke staat van het bezit bij verkoop. Op die manier (midden)huurmarkt en de investeringsagenda van de steden. wordt bij de bepaling van de verkoopwaarde meer aansluiting gevonden bij de markt (voorheen werden deze woningen Energiebesparing veelal getaxeerd op de (hogere) leegwaarde. De nieuwe regels In het Energieakkoord voor duurzame groei neemt de maken het voor private investeerders (beleggers, pensioen- verbetering van de energieprestatie van woningen een fondsen) aantrekkelijker om corporatiewoningen te kopen. belangrijke plek in. Een sterkere betrokkenheid van In het verlengde van het in het voorjaar tussen coalitie- en institutionele beleggers is hierbij goed voorstelbaar. Het oppositiepartijen gesloten Woonakkoord onderzoeken kabinet stelt in 2013 en 2014 in totaal 185 miljoen euro marktpartijen de mogelijkheden om woonfondsen op te beschikbaar voor de voeding van een revolverend fonds zetten, die gefinancierd kunnen worden door institutionele voor de financiering van energiebesparende maatregelen. beleggers. Door de hiervoor genoemde versoepeling van de Het is de bedoeling dat met een aanvulling vanuit de markt verkoopregels worden de kansen voor woonfondsen een totale investeringsimpuls van 740 miljoen euro wordt vergroot. De fondsen zouden het mogelijk kunnen maken bereikt. Het fondsdeel voor eigenaar-bewoners start in 2013. om het geliberaliseerde en nog te liberaliseren deel van het Momenteel wordt ook het deel voor verhuurders uitgewerkt, woningbestand van corporaties op afstand te plaatsen en dat in 2014 van start zal gaan. Leningen voor energiebesparing privaat te laten beheren. Momenteel worden onder andere in woningen zijn voor investeerders interessant, omdat de in G4-verband een aantal pilotprojecten nader uitgewerkt, leningnemer zijn investering weer terug kan verdienen 30 met een lagere energierekening. Dit levert naar verwachting lagere defaultcijfers op. Het benutten van de energierekening voor het terug laten betalen van de rente en aflossing kan daar verder aan bijdragen. Het fonds met publieke en Erik Jan van Kempen, private middelen biedt zowel markt als overheden een kans Directeur Woningmarkt, om ervaring op te doen met een nieuw vormgegeven Ministerie van Binnenlandse product voor energiebesparing in woningen. Zaken en Koninkrijksrelaties Tenslotte: investeren in de toekomst In het voorgaande is ingegaan op een aantal terreinen Ferdi Licher, waarop de woningmarkt aantrekkelijker kan worden voor Directeur Kennis en Verken- institutionele beleggers. Beleggers kunnen door te investeren ningen, Ministerie van een sleutelrol spelen om de knelpunten op de koop– en de Binnenlandse Zaken en huurmarkt uit de weg te helpen ruimen, en de voorwaarden te Koninkrijksrelaties scheppen voor een meer flexibele en robuuste woningmarkt. Immers, ondanks de crisis van vandaag, biedt de woningmarkt in structureel opzicht veel investeringsperspectief. Er is sprake van een grote verhuiswens. De woningbehoefte neemt, zowel in aantallen als in kwalitatief opzicht, structureel toe. In Nederland is bovendien geen sprake van een structureel overschot aan woningen, zoals in ondermeer Spanje en Ierland het geval is. De vraag, en de huizenprijzen, zullen zich dus makkelijker kunnen herstellen. Investeren in een stabiele woningmarkt is dus niet alleen in het belang van Nederland, maar ook een verstandige belegging met oog op de toekomst. Een meer robuuste woningmarkt vergroot immers de kansen op stabiele en betrouwbare toekomstige rendementen. De auteurs danken Arend Bongers, Jeroen Maas en Peter Simonse voor hun bijdragen aan dit artikel. pensioenachtergrond31 Colofon pensioenACHTERGROND is een uitgave van APG voor beleidsmedewerkers, politici, bestuurders en wetenschappers. Redactie Corporate Strategie & Beleid [email protected] Corporate Communicatie & Branding Fotografie Nationale Beeldbank, Hollandse Hoogte Abonnement pensioenACHTERGROND is een gratis uitgave van APG. Aanmeldingen, afmeldingen of adreswijzigingen kunt u doorgeven via [email protected] of 020 - 604 91 61. Kijk voor een digitale versie van pensioenACHTERGROND op www.apg.nl pensioenachtergrond33 40.0500.13.2 APG Gustav Mahlerplein 3 1082 MS Amsterdam www.apg.nl