VWO-campus - Vaklokaal NLT

advertisement
Zure wortels
-Invloed van plantenwortels op de zuurgraad van de bodem
Doelgroep
Niveau
Vakken
Domeinen/subdomeinen
Tijdsduur voor leerling
Werkvorm
Vragen?
2e fase VWO
***
BI /SK
Dynamiek en ecosystemen
Eén dag in totaal, verspreid over meerdere
dagen (zonder opkweken van de planten)
Groep (van 2 personen)
http://www.vwo-campus.net/vraagbaak
Samenvatting
Het is algemeen bekend dat de zuurgraad van de bodem invloed heeft op de groei
van planten. Minder bekend is dat de groei van planten ook invloed heeft op de
zuurgraad van de bodem. Planten nemen met behulp van hun wortels
voedingsstoffen, zoals stikstof in de vorm van ionen, op uit de grond. Om hun
ladingsbalans kloppend te houden, scheiden ze zelf weer H+- en OH- -ionen uit.
Hierdoor verandert de zuurgraad van de bodem en hiermee de oplosbaarheid van
voedingsstoffen en toxische stoffen. Deze verandering hangt af van de vorm waarin
stikstof aangeboden wordt aan de plant. Door de wortels van twee maïsplanten, die
elk gekweekt zijn met een andere stikstofbron, in een doorzichtig medium met een
pH-indicator te plaatsen, kan dit proces zichtbaar worden gemaakt.
Inleiding
De bodem heeft een grote invloed op de vegetatie. De plant is afhankelijk van de
draagkracht, de samenstelling en de vruchtbaarheid van de bodem. Op een
rotsachtige bodem zul je bijvoorbeeld nooit hoge bomen aantreffen. Deze bomen
krijgen niet de ruimte om zich te wortelen.
Omgekeerd gebeurt het echter ook; een plant beïnvloedt de bodem. Een plant heeft
door zijn wortelstelsel invloed op de zuurgraad van de bodem. Je kunt dit
bijvoorbeeld zien bij planten die op beton of steen leven en met hun zuur het
materiaal aantasten. Ook bij successie kan de verandering van de zuurgraad door
planten een belangrijke rol spelen. Bij verandering van de zuurgraad van de bodem
verandert ook de oplosbaarheid van toxische stoffen. Het grootste gevaar van zure
Zure wortels
-Invloed van plantenwortels op de zuurgraad van de bodemregen ligt hierdoor in het vrij komen van toxische stoffen in de bodem, zoals
aluminium.
Door de rhizosfeer (het wortelmilieu) van de bodem na te bootsen mbv een agarplaat
willen we de invloed van het wortelstelsel op de bodem aantonen.
Doel
M.b.v. deze proef willen we aantonen dat de plant invloed heeft op de zuurgraad van
de bodem. Verder doen we onderzoek naar de voorkeur van een maïsplant voor een
bepaalde stikstofbron.
Theorie
Verzuren en ‘verbasen’
Plantenwortels kunnen H+- en OH--ionen uitscheiden. Ze doen dit om elektrisch
neutraal te blijven wanneer ze ongelijke hoeveelheden kationen en anionen
opnemen. Zo blijft hun ladingsbalans kloppend. Sommige plantensoorten doen dit
ook als ze gebrek hebben aan bepaalde voedingsstoffen (bijvoorbeeld ijzer of fosfor).
Andere soorten scheiden onder zulke omstandigheden organische zuren uit, zoals
appelzuur of citroenzuur. Planten kunnen op die manier de zuurgraad in hun
rhizosfeer beïnvloeden, waardoor bepaalde mineralen oplossen en voedingsstoffen
versneld beschikbaar komen.
Niet alleen gunstig
De pH-verandering die een plant teweegbrengt in de rhizosfeer kan ook ongunstig
zijn. Dat hangt af van de grond: in een zure grond komt stikstof vooral voor in de
vorm van NH4+ en in een neutrale en basische grond vooral in de vorm van NO3-. Dat
komt doordat de micro-organismen die stikstof vrijmaken uit plantenresten en deze
omzetten in NH4+ beter tegen een lage zuurgraad kunnen dan degenen die het
gevormde NH4+ verder omzetten in NO3-. Daardoor blijft in zure grond de
stikstofomzetting steken bij NH4+.
Zure grond is voor veel plantensoorten ongunstig doordat toxische stoffen, zoals
aluminium, hierin beter oplossen en zo vrij komen. Als ze in een zure grond door de
opname van NH4+ hun rhizosfeer nog meer verzuren, vergroten ze het probleem. In
basische gronden is echter de oplosbaarheid van bepaalde voedingsstoffen gering
(bijvoorbeeld fosfor, ijzer, mangaan en borium). Als een plant in een basische grond
door de opname van NO3- de rhizosfeer nog basischer maakt, vergroot hij het gebrek
2
Zure wortels
-Invloed van plantenwortels op de zuurgraad van de bodemaan deze voedingsstoffen. Er zijn vrij grote verschillen in de ionenopname tussen
verschillende plantensoorten. Dit is een reden voor het verschil in vegetatie tussen
zure en basische bodems. Plantensoorten met een relatief grote kationenopname
verzuren het sterkst en zullen dus minder goed groeien op een zure bodem.
Omgekeerd zullen soorten met een relatief grote anionenopname minder goed
groeien op een basische grond.
Stikstof en de ionenbalans
Of wortels H+- of OH--ionen of geen van beide uitscheiden, kan beïnvloed worden
door de chemische samenstelling van hun omgeving te veranderen. Heel belangrijk
voor de ionenbalans is de vorm waarin het element wordt opgenomen. Stikstof is het
meest opgenomen element. Zowel het kation (NH4+) als het anion (NO3-) kan
opgenomen worden.
Als stikstof in de vorm van NH4+ wordt opgenomen, is er bij planten een overschot
aan kationen. Dat overschot wordt gecompenseerd door H+-ionen uit te scheiden.
Het omgekeerde geldt bij NO3- opname; er worden dan OH--ionen uitgescheiden.
Als ongeveer 30% van de stikstof wordt opgenomen in de vorm van NH4+ en 70% als
NO3-, is de bodem ongeveer elektrisch neutraal. De ionenopname heeft dan netto
geen invloed op de zuurgraad van de bodem.
Twee walletjes
De opname van anionen en kationen is niet gelijk verdeeld over het wortelstelsel.
Jonge wortels nemen soms meer kationen op en oude wortels meer anionen.
Wanneer een worteltopje ergens binnendringt, wordt de zuurgraad daar eerst onder
uitscheiding van H+ verlaagd. Als de wortel ouder wordt, gaat de zuurgraad ter
plaatse weer omhoog. Het worteltopje is dan al doorgegroeid en bezig verderop de
grond te verzuren. Zelfs als er over de hele plant genomen geen netto H+- of OH-uitscheiding is, kan de zuurgraad tegelijkertijd op de ene plek worden verlaagd en op
een andere plek worden verhoogd. Aangezien sommige voedingsstoffen beter
oplossen bij een hoge zuurgraad en andere juist bij een lage zuurgraad, kan de plant
op deze manier “van twee walletjes eten”.
Uitvoering
Veranderingen in de pH van de rhizosfeer kunnen zichtbaar gemaakt worden met de
pH-indicator broomkresolpurper. Deze kleurt geel bij een lage pH en wordt, via rood,
paars bij een hogere pH. Dit is het beste zichtbaar in een doorzichtig medium.
Daarom gebruiken we een voedingsoplossing in plaats van grond. De oplossing
wordt onbeweeglijk gemaakt met behulp van agar. De wortels worden uitgespreid op
3
Zure wortels
-Invloed van plantenwortels op de zuurgraad van de bodemeen glazen plaat. De warme, nog vloeibare agar-oplossing wordt voorzichtig over de
wortels uitgegoten en stolt direct op de koude plaat. Na enkele uren kan je aan de
kleur van de agar zien welke wortels verzuren en welke “verbasen”. Door het gebruik
van verschillende stikstofbronnen kan er verschil in mate van verzuring aangetoond
worden.
Materialen
-
Maïszaden
Verschillende zouten en spoorelementen voor voedingsoplossingen (zie
proefbeschrijving)
Agar
Broomkresolpurper
Glasplaten (30 x 40 cm)
Grote pipetten
Garde
pH-meter
Balans
Grote bekerglazen
Plakband
Kwastje
Spuitfles met water
Broedstoof 40C
Lichtbak
Kookplaat (met roervlo)
Proefbeschrijving
Het kweken van de planten
Voor deze proef is belangrijk dat het wortelstelsel fijn en beweeglijk is. Maïsplanten
voldoen aan deze eisen.
- Begin twee á drie weken van tevoren met de kieming van de zaden. Plaats de
zaden hiervoor in een platte bak gevuld met 5 cm vochtig kwartszand. Maak het
zand los door er met een mes door te snijden. Strooi ongeveer 10 zaden per dm2.
Bedek ze met 1 cm vochtig zand en dek de bak af met plastic. Zet de bak in het
licht.
- Verwijder het plastic als de plantjes 2 à 3 cm boven de grond komen (na ongeveer
4 dagen).
- Na een week, als de plantjes 5 à 6 cm groot zijn, kunnen de kiemplanten worden
uitgespoeld. Laat hiervoor de bak vol met water lopen. Steek voorzichtig een hand
in het zand onder de planten en woel het zand los. Spoel de wortels van de losse
4
Zure wortels
-Invloed van plantenwortels op de zuurgraad van de bodem-
-
-
-
plantjes schoon onder een straal water tegen de wand van een wasbak (met de
wortels mee spuiten anders breken ze).
Zet de planten vervolgens over naar bakken met een voedingsoplossing. Mocht
het niet mogelijk zijn om de planten op te kweken in een voedingsoplossing, dan
kun je ze op kwartszand verder kweken en de verschillende voedingsoplossingen
toevoegen. Het nadeel hiervan is dat je de wortels voor het uitvoeren van de
proef heel goed moet uitspoelen en dat de wortels door het zand kunnen
beschadigen!
De planten worden gekweekt in 15 à 20 cm diepe plastic bakken, emmers of
potten met een passende deksel. De bakken en deksels moeten lichtdicht zijn om
algengroei te voorkomen.
Het is belangrijk dat de planten goed belucht worden.
Elke plant wordt bevestigd in een schijf van 1 cm dik en 5 cm doorsnee, gemaakt
van zwart schuimplastic met gesloten cellen (“ethafoam”). De schijven worden tot
iets over het midden ingesneden. De planten worden op de grens van wortel en
spruit in de snede geklemd (maïs vlak boven het zaad). In het deksel worden
gaten geboord of gezaagd waarin de schijven worden vastgeklemd. Het voordeel
van deze methode is dat de planten kunnen worden verwijderd zonder ze te
beschadigen.
Voedingsoplossing
Er kunnen voedingsoplossingen gebruikt worden met twee verschillende
stikstofbronnen: NO3- of NH4+. De samenstellingen van de stikstofoplossingen staat
hieronder in tabel 1 en 2 weergegeven. Aan elk van deze oplossingen moet nog 1
ml/l ijzeroplossing (met 35 g Fe-EDTA/l) en 1 ml/l gecombineerde
spoorelementenoplossing (zie tabel 3 en 4) toegevoegd worden. Enkele tips voor het
opkweken van planten vind je in de bijlage.
5
Zure wortels
-Invloed van plantenwortels op de zuurgraad van de bodemTabel 1: Samenstelling NO3- -oplossing.
Mmol p+/liter
NO3-
K+
H2PO4-
SO42-
2
2
Cl-
Som anionen
4
Ca2+
4
4
Mg2+
2
2
NH4+
Som kationen
0
6
2
2
0
10
Cl-
Som anionen
Tabel 2: Samenstelling NH4+-oplossing.
Mmol p+/liter
NO3-
H2PO4-
K+
SO42-
2
2
Ca2+
2
2
Mg2+
1
1
NH4+
Som kationen
0
1
4
3
4
5
3
10
Tabel 3: Samenstelling spoorelementenoplossing.
Spoorelement
B
Mn
Zn
Cu
Mo
Concentratie (g/l)
0,5
0,5
0,05
0,02
0,01
Tabel 4: Recept gemengde spoorelementenoplossing.
Zout
MW
Inwegen (g/l)
H3BO3
61,83
2,86
MnSO4 4 aq
223,08
2,00
ZnSO4 7 aq
287,54
0,22
CuSO4 5 aq
249,68
0,08
(NH4)6Mo7O24 4 aq
1235,86
0,02
6
Zure wortels
-Invloed van plantenwortels op de zuurgraad van de bodem-
Het maken van de agaroplossingen
- Breng 1 liter (genoeg voor drie à vier platen) van een voedingsoplossing aan de
kook.
- Voeg hieraan al roerend 10 g agarpoeder en 0,15 g broomkresolpurper toe.
- Koel vervolgens de oplossing af tot 50°C en breng deze op pH 5,8. De kleur van
de oplossing moet nu rood zijn.
- De agaroplossing is het best te gieten bij 40°C. Om de oplossing langere tijd te
bewaren, kun je hem bij deze temperatuur in een broedstoof zetten.
Het maken van de platen
- Plaats de maïsplant op een schone glasplaat. Leg de plant horizontaal in de
lengterichting van de plaat. Zorg ervoor dat het totale wortelstelsel op de
glasplaat ligt.
- Zet nu met tape de stengel aan de glasplaat, zodat het wortelstelsel niet kan
verschuiven.
- Verspreid vervolgens voorzichtig de wortels met een kwastje en water uit een
spuitfles. Giet het overtollige water af en dep de wortels voorzichtig droog met
een tissue (laat de wortels niet te lang droog liggen).
- Spuit nu voorzichtig met een grote zuigpipet een “dijk” met agaroplossing om het
wortelstelsel heen. Denk er aan dat de agar niet te koud is, anders raakt de pipet
verstopt. Hierna vul je de dijk op met agar. Zorg ervoor dat het hele wortelstelsel
bedekt is. Hoe dunner en hoe egaler de agarlaag is, hoe beter het resultaat
zichtbaar zal zijn.
Resultaten
Na een half tot 2 uur tijd zul je verkleuringen zien op de plaat. (Door middel van een
lichtbak of een overheadprojector kun je dit goed duidelijk maken.) Je kunt de platen
een dag bewaren door ze goed af te dekken en in een koele ruimte te bewaren.
Beschrijf in het kort wat je ziet op de agarplaten.
Vragen
1. Bij welke stikstofbron zijn er meer nieuwe wortels te zien? Wat zal hiervan de
oorzaak zijn?
7
Zure wortels
-Invloed van plantenwortels op de zuurgraad van de bodem-
2. Wat is het verschil tussen de vorm van het wortelstelsel bij de verschillende
stikstofbronnen?
3. Is het nuttig om sommige bodems te ontzuren door bijvoorbeeld kalktoevoeging?
Suggesties voor verder onderzoek
Als deze proef als basis wordt gebruikt voor een profielwerkstuk zou er meer
informatie kunnen worden gezocht over bijvoorbeeld korstmossen of hortensia’s.
Korstmossen gebruiken zuur om zich te nestelen op steen en de kleur van hortensia’s
is zuurgraadafhankelijk.
Documentatie
Ulrich (1981) De invloed van luchtverontreiniging op planten. Natuur & Techniek nr. 7
Een artikel over de invloed van zure regen op planten.
Dirk Zoebel, Wat de boer niet kent...
Natuur & Techniek, 1995, jaargang 63, afl. 8, pag 522 ev.
Een goed leesbaar artikel over beïnvloeding van de bodem d.m.v. klaverbemesting.
Oriëntatie op vervolgonderwijs
Het onderwerp van dit experiment komt aan de orde bij de volgende opleidingen van
8
Zure wortels
-Invloed van plantenwortels op de zuurgraad van de bodemWageningen Universiteit:
- Biologie
- Plantenwetenschappen
- Bos- en natuurbeheer
- Bodem, water en atmosfeer
9
Zure wortels
-Invloed van plantenwortels op de zuurgraad van de bodem-
Voor de docent of toa
Uitvoering
Materialen
Zie leerlinghandleiding.
De indicator (broomkresolpurper) is verkrijgbaar bij de gewone leveranciers van
chemicaliën. De naam kan wel anders gespeld zijn, bijvoorbeeld bromocresolpurper.
Vaardigheden
Er zijn geen speciale vaardigheden vereist. De proef moet in principe door elke VWOleerling zonder problemen uit te voeren zijn.
Veiligheid
Er hoeven geen speciale veiligheidsmaatregelen worden genomen.
Resultaten
Na een half uur tot 2 uur tijd zijn er verkleuringen te zien op de plaat. Door middel
van een lichtbak of een overheadprojector wordt dit duidelijk zichtbaar. De platen
kunnen een dag bewaard worden door ze goed af te dekken en in een koele ruimte
te bewaren.
Op de plaat waar de planten liggen die NO3- als stikstofbron hadden, zal rond de
oudere wortels een paarse rand te zien zijn. De plant heeft blijkbaar OHuitgescheiden en daardoor zijn omgeving basisch gemaakt. Bij de worteltoppen is
echter een gele rand te zien, omdat de plant daar toch H+ heeft afgegeven. Op de
plaat waar de planten liggen die NH4+ als stikstofbron hadden, zal overal een gele
rand te zien zijn.
Uitwerking van de vragen
1. Bij welke stikstofbronnen zijn er meer nieuwe wortels te zien? Wat zal hiervan de
oorzaak zijn?
10
Zure wortels
-Invloed van plantenwortels op de zuurgraad van de bodemDe plant met de negatieve stikstofbron heeft veel langere en dikkere uitlopers dan
de andere. De plant prefereert NH4+ als stikstofbron en zal dus op zoek gaan naar
een omgeving met NH4+.
2. Wat is het verschil tussen de vorm van het wortelstelsel bij de verschillende
stikstofbronnen?
Bij ammonium als stikstofbron zal het wortelstelsel meer vertakt zijn. Bij nitraat
zullen er lange en onvertakte wortels gevormd worden.
3. Is het nuttig om sommige bodems te ontzuren door bijvoorbeeld kalktoevoeging?
Jazeker, hierdoor wordt de bodem geneutraliseerd en komen er minder toxische
stoffen vrij. Bepaalde toxische stoffen lossen nl. beter op in een zuur milieu. Het kan
ook nuttig zijn als je planten wilt bestrijden die groeien op verzuurde bodem (mos
wordt bv. bestreden door kalk te strooien).
11
Download