Bijlage Beleidsregels jeugd 2016: Gebruikelijke en bovengebruikelijke zorg binnen de individuele begeleiding Gebruikelijke zorg Bovengebruikelijke zorg Kortdurende zorg: alle PV en BG (vb: gebroken been). Bron: CIZ. Beschermde woonomgeving bieden voor kinderen tot ten minste 17 jaar. Bron: CIZ. Zorg die iedereen nodig heeft, ook de vervangende activiteiten. Vb: sonde ipv eten, stomaverzorging ipv toiletgang. Bron: CIZ. Als hier substantieel meer tijd voor nodig. Ook in langdurige situaties, vb: jeugdige die langere tijd ondersteuning nodig heeft bij douchen. Alle BG op terrein van maatschappelijke participatie. Bron: CIZ. BG bij normaal maatschappelijke verplaatsing in persoonlijke levenssfeer (vervoer). Vb: bezoeken van school, huisarts, familie, kennissen, ziekenhuis, etc. Bron: CIZ. Hulp bij / overname van taken die bij een gezamenlijke huishouding horen. Vb: administratie. Bron: CIZ. Omgang met beperkte aanleren aan derden (familie, vrienden). Bron: CIZ. BG ouder – kind: alle kortdurende situaties. Bron: CIZ. BG ouder- kind: ouderlijk toezicht. Wel leeftijd gerelateerd. Bron: CIZ. BG ouder – kind: alle voorkomende activiteiten bij een kind onder de 3 jaar. Bron: CIZ. BG ouder – kind: mee naar zwemles / sport. Bron: CIZ. Maaltijden. Vanaf hier tot onder: indien meer tijd of bijzonder intensief voor ouder/partner, of als er grote consequenties volgen als hier BG nagelaten wordt. Vb: gedragsproblemen, beïnvloedbare mensen die verkeerde acties uitvoeren voor anderen, etc. Opvoedingstaken, leeftijd gerelateerd. Vb: bijsturen, aansporen, structureren, coaching bij/aanleren van sociale vaardigheden, doorzien sociale verbanden, verbeteren zelfstandig functioneren, de dag doornemen, weekoverleg. Structureren in maatschappelijke activiteiten en verkeer. Vb: schoolgang Overleg/bespreken van stage, school, verzekeringen, toeslagen, aanvraag uitkering, etc. Motiveren van het kind. Apart hiervan: Als iemand in een terminale fase verkeert, kan er geen bijdrage in bijv. BG verwacht worden van ouder, kind, partner, huisgenoot. Mantelzorg: overbelasting voorkomen. Begrip gebruikelijke hulp Gebruikelijke hulp is de hulp die naar algemeen aanvaarde opvattingen in redelijkheid mag worden verwacht van de echtgenoot, ouders, inwonende kinderen of andere huisgenoten. Volgens de regering is het in onze samenleving normaal dat de echtgenoot, ouders, inwonende kinderen of andere huisgenoten waar nodig en mogelijk hun rol nemen in het huishouden, zeker wanneer er sprake is van een huisgenoot met een beperkte zelfredzaamheid. Verschil met gebruikelijke zorg In de Wmo 2007, de AWBZ en het wetsvoorstel Wlz wordt de term "gebruikelijke zorg" gebruikt. Dit is de normale, dagelijkse zorg die partners of ouders en inwonende kinderen geacht worden elkaar onderling te bieden omdat ze als een leefeenheid een gezamenlijk huishouden voeren en op die grond een gezamenlijke verantwoordelijkheid hebben voor het functioneren van dat huishouden. Gebruikelijke zorg is een onderdeel van gebruikelijke hulp. Gebruikelijke zorg ziet op de ondersteuning die huisgenoten, partners of inwonende kinderen elkaar bij het voeren van een huishouden bieden. Gebruikelijke hulp is breder dan gebruikelijke zorg en ziet ook op andere onderdelen dan alleen het voeren van een huishouden. Verschil met mantelzorg Gebruikelijke hulp en mantelzorg zijn elkaar uitsluitende begrippen. Bij mantelzorg wordt de normale (gebruikelijke) zorg in zwaarte, duur en/of intensiteit aanmerkelijk overschreden. Bovendien hoeven mantelzorgers niet per se een gezamenlijke huishouding te voeren met de zorgvrager. Aanvullend Wat redelijkerwijs wel of niet (gratis) van iemands eigen netwerk mag worden verwacht, verschilt per situatie. Het is mede daarom niet mogelijk daarvoor op voorhand sluitende criteria te geven. Sluitende criteria sluiten bovendien niet aan bij het streven naar maatwerk. Als richtlijn geldt, dat wat algemeen gebruikelijk is. Maar hier moeten uitzonderingen op kunnen worden gemaakt. Duidelijk is, dat er grenzen zijn aan wat iemand gratis van een ander kan vragen. Richtlijnen voor gebruikelijke zorg van ouders voor jeugdigen met een normaal ontwikkelingsprofiel in verschillende levensfasen. Kinderen van 0 tot 3 jaar Hebben bij alle activiteiten zorg van een ouder nodig; Ouderlijk toezicht is zeer nabij nodig; Zijn in toenemende mate zelfstandig in bewegen en verplaatsen; Hebben begeleiding en stimulans nodig bij hun psychomotorische ontwikkeling; Hebben een beschermende woonomgeving nodig waarin de fysieke en sociale veiligheid is gewaarborgd en een passend pedagogisch klimaat wordt geboden. Kinderen van 3 tot 5 jaar Kunnen niet zonder toezicht van volwassenen. Dit toezicht kan binnenshuis korte tijd op gehoorafstand (bijvoorbeeld de ouder kan de was ophangen in een andere kamer); Hebben begeleiding en stimulans nodig bij hun psychomotorische ontwikkeling; Kunnen zelf zitten, en op gelijkvloerse plaatsen zelf staan en lopen; Ontvangen zindelijkheidstraining van ouders/verzorgers; Hebben gedeeltelijk hulp en volledig stimulans en toezicht nodig bij aan- en uitkleden, eten en wassen, in- en uit bed komen, dag- en nachtritme en dagindeling bepalen; Hebben begeleiding nodig bij hun spel en vrijetijdsbesteding; Zijn niet in staat zich zonder begeleiding in het verkeer te begeven; Hebben een beschermende woonomgeving nodig waarin de fysieke en sociale veiligheid is gewaarborgd en een passend pedagogisch klimaat wordt geboden. Kinderen van 5 tot 12 jaar Kinderen vanaf 5 jaar hebben een reguliere dagbesteding op school, oplopend van 22 tot 25 uur per week; Kunnen niet zonder toezicht van volwassenen. Dit toezicht kan op enige afstand (bijvoorbeeld het kind kan buitenspelen in de directe omgeving van de woning als de ouder thuis is); Hebben toezicht nodig en nog maar weinig hulp bij hun persoonlijke verzorging; Hebben begeleiding en stimulans nodig bij hun psychomotorische ontwikkeling; Zijn overdag zindelijk, en ‘s nachts merendeels ook; ontvangen zo nodig zindelijkheidstraining van de ouders/verzorgers; Hebben begeleiding van een volwassene nodig in het verkeer wanneer zij van en naar school, activiteiten ter vervanging van school of vrijetijdsbesteding gaan; Hebben een beschermende woonomgeving nodig waarin de fysieke en sociale veiligheid is gewaarborgd en een passend pedagogisch klimaat wordt geboden. Kinderen van 12 tot 18 jaar Hebben geen voortdurend toezicht nodig van volwassenen; Kunnen vanaf 12 jaar enkele uren alleen gelaten worden; Kunnen vanaf 16 jaar dag en nacht alleen gelaten worden; Kunnen vanaf 18 jaar zelfstandig wonen; Hebben bij hun persoonlijke verzorging geen hulp en maar weinig toezicht nodig; Hebben tot 18 jaar een reguliere dagbesteding op school/opleiding; Hebben begeleiding en stimulans nodig bij ontplooiing en ontwikkeling (bijvoorbeeld huiswerk of het zelfstandig gaan wonen); Hebben tot 17 jaar een beschermende woonomgeving nodig waarin de fysieke en sociale veiligheid is gewaarborgd en een passend pedagogisch klimaat wordt geboden. Bij gebruikelijke zorg is sprake van een bandbreedte die behoort tot het normale ontwikkelingsprofiel. De bovengrens van deze bandbreedte is een uur zorg per etmaal boven de tijd die ouders gemiddeld kwijt zijn aan de zorg voor hun kind. Zolang de omvang van de zorg de bovengrens van deze bandbreedte niet overschrijdt, betreft deze zorg gebruikelijke zorg.