T EN AM PR EL JO AKTISCH NGEREN Geestelijk groeien TH EM ATI S CH • door Kris Tavernier Alles wat leeft groeit, dat is de normale gang van zaken. Een eikel wordt een twijgje en groeit uit tot een grote boom. Het krijgt ook bladeren en als het goed is, draagt het ook vrucht. Een zaadcel en een eicel versmel­ ten met elkaar en er begint een foetus te groeien. De foetus wordt een baby, de baby wordt een peuter, dan een kleuter, dan een tiener totdat er een volwassen persoon is. Wat in het natuurlijke vanzelfsprekend is, hoort – wat dit groeiproces betreft – ook zo te zijn in het geestelijke. 12 | focus Het begin We worden allemaal wedergeboren als baby’s en daar is helemaal niets mis mee, integendeel. Er is wel iets mis wanneer we baby’s blijven of wanneer we een groeiachterstand oplopen. Er bestaat vanzelfsprekend geen groeicurve voor het geestelijk leven. Zelfs de groeifasen in 1Joh. 2:12-27 kun je niet zomaar verbinden met het aantal jaren dat iemand wedergeboren is. Johannes beschrijft geestelijke groei dan ook niet, maar veronderstelt het wel als een normaal gegeven. En dat moeten wij ook doen. Het is abnormaal als ik geestelijk niet groei, dat is een goed uitgangspunt. Wanneer wij wedergeboren worden, dan begint God een werk in ons. ‘In dit vertrouwen, dat Hij die een goed werk in u begonnen is, het ook zal voltooien tot op de dag van Christus Jezus’ (Fil. 1:6). Het goede werk dat God in ons doet, begint bij onze weder­ geboorte en reikt tot de dag van Christus Jezus (vgl. 1Kor. 1:8, 2Thess. 1:10). Een christen is geen afgewerkt product, maar een kunstwerk in wording: een beeld van Christus. Het einde Het groeiproces Wat is nu het werk dat God in elk wedergeboren mens verricht, wat is het resultaat? Wanneer Paulus in de brief aan de Romeinen het evangelie uiteenzet (hoofdstuk 1-8), dan komt hij tot het eindresultaat. ‘Want hen die Hij tevoren heeft gekend, heeft Hij ook tevoren bestemd om aan het beeld van zijn Zoon gelijkvormig te zijn’ (Rom. 8:29). Met het oog op de verschijning van de Heer Jezus Christus staat er dat Hij gezien zal worden in allen die tot geloof gekomen zijn (2Thess. 1:10). ‘Geliefden, nu zijn wij kinderen van God, en het is nog niet geopenbaard wat wij zullen zijn. Wij weten dat als Hij geopenbaard zal zijn, wij Hem gelijk zullen zijn; want wij zullen Hem zien zoals Hij is’ (1Joh. 3:2, vgl. Kol. 3:4). Dan zullen wij niet meer het beeld van de aardse dragen, maar het beeld van de Hemelse (1Kor. 15:49, Fil. 3:21). Een christen is geen afgewerkt product, maar een kunstwerk in wording: een beeld van Christus. Daarvoor moet je wel steeds naar het Origineel kijken, Christus Zelf. Zo zegt Paulus ook: ‘Wij allen nu, die met onbedekt gezicht de heerlijkheid van de Heer aanschouwen, worden naar hetzelfde beeld veranderd van heerlijkheid tot heerlijkheid’ (2Kor. 3:18). Wij hebben dan wel geen bedekking meer, toch zien wij Hem nog maar slechts als door een wazige spiegel (1Kor. 13:12). Maar straks – hoe heerlijk zal dat zijn! – van aangezicht tot aangezicht. En dan zullen wij een volwaardig beeld van Hem zijn (1Joh. 3:2). Op een muntstuk staat het hoofd van de koning of president afgedrukt, die het in omloop liet brengen. Wanneer je het muntstuk bekijkt, dan herken je daarin de beeltenis van die heerser. God wil ons maken tot munten waarop het beeld van zijn zoon gedrukt is. Laten we daar voortaan telkens aan denken wanneer we een muntje uit onze portemonnee halen. We kennen het begin en het einde, maar wat is de weg daartussen? Dat is nu wat we geestelijke groei noemen. Geestelijk groeien is worden zoals Hij is, zodat Christus in ons gestalte krijgt (Gal. 4:19). Het is een leren over Hem en ook van Hem als het grote Voorbeeld van hoe het moet zijn, om te worden zoals Hij. En dat zowel in de dalen als op de bergtoppen van ons leven en alles daar tussenin. Alles wat we tegenkomen in ons leven kan dan meewerken ten goede (Rom. 8:28). Daarmee is bedoeld dat alles door God aangewend wordt om ons meer te maken tot beelddragers van zijn Zoon (vs. 29). Het zien van de dienstbaarheid van de Heer Jezus hoort ook ons te veranderen in trouwere dienstknechten. Het zien van de Heer Jezus als de Koning hoort ook ons te maken tot mensen die de gerechtigheid liefhebben en najagen. Het zien van de bewogenheid van de Heer Jezus hoort ook ons meer bewogen te maken. Het zien van de liefde van de Heer Jezus hoort ook ons meer liefdevol te maken. En zo kun je nog wel een tijdje doorgaan. Van binnenuit veranderen Om geestelijk te groeien is er een voortdurende, dagelijkse, vernieuwing nodig van onze innerlijke mens (2Kor. 4:16). Het Griekse woord voor ‘vernieuwd’ dat hier gebruikt wordt, betekent: ‘maken dat iets of iemand groeit’, zodat het anders is dan het daarvoor was. Als werkwoordsvorm komt het slechts twee keer voor in het Nieuwe Testament, hier en in Kol. 3:10: ‘… die vernieuwd wordt tot kennis, naar het beeld van Hem die hem geschapen heeft’. We worden vernieuwd, we groeien, en zijn morgen weer iets anders dan vandaag. Morgen lijken we weer iets meer op de Heer Jezus dan dat vandaag het geval is. Althans, dat is de bedoeling. Als we nog even verder lezen, dan komen we een opsomming tegen. ‘Doet dan aan, …, innige >> Geestelijk groeien| 13 ontferming, goedertierenheid, nederigheid, zachtmoedigheid, lankmoedigheid’ (vs. 12). Ook het verdragen en het vergeven van elkaar (vs. 13) heeft alles te maken met onze innerlijke gesteldheid. Bij dit alles hoort dan nog eens de liefde (vs. 14). Dit is geen ‘to do’-lijstje, maar een ‘to be’- lijstje. In onze agenda staat wat we allemaal moeten doen. Het zou heel wat interessanter zijn als er zou instaan wat we allemaal moeten zijn. En hé, zo’n boek hebben we ook: de bijbel. Is het misschien daarom dat Paulus ook nog even zegt: ‘Laat het woord van Christus rijkelijk in u wonen’ (vs. 16)? Het zou toch jammer zijn als God later zou moeten zeggen: “Je hebt Mij heel wat laten doen door jou, maar Ik wou ook van alles doen in jou!” De vernieuwing gaat van binnen naar buiten uit. Ons denken, ons voelen en ons willen wordt vernieuwd. Daardoor veranderen ook onze levensdoelen en onze levensrichting, alsook de kijk op alle dingen. Tenslotte krijgen we dan een verandering van ons gedrag, onze woorden en onze daden. Samenvatting We vinden het allemaal terug in Rom. 12:2: ‘En wordt niet gelijkvormig aan deze wereld, maar wordt veranderd door de vernieuwing van uw denken’ (vgl. Ef. 4:23). Het woord ‘vernieuwing’ is het zelfstandig naamwoord van hetzelfde grondwoord als in 2Kor. 4:16 en Kol. 3:10. Het Griekse woord voor veranderen, ‘metamorphoo’ is hetzelfde als in het reeds geciteerde 2Kor. 3:18. Het betekent zoveel als een ‘metamorfose ondergaan’, m.a.w. een totale verandering, en wordt ook gebruikt bij de verheerlijking van de Heer Jezus op de berg (Matt. 17:2, Marc. 9:2). Het woord voor gelijkvormig is het Griekse ‘schèma’ en wijst op de uiterlijke praktijk van ons leven (vgl. 1Petr. 1:14 TE). En waar bent u? Hoe staat het met u? Hoe staat het met mij? In hoeverre heeft Hij zijn beeld reeds in ons kunnen verwerkelijken? In hoeverre heeft Hij ons al kunnen vormen tot afdrukken van Hemzelf? Welk een eer valt ons daarmee ten deel, wat een voorrecht en genade dat Hij ons wil vormen en kneden, totdat Hij zijn beeld in ons bewerkstelligd heeft! Er moet een fundamentele ommekeer in ons denken plaatsvinden. Christen zijn is niet slechts een onderdeel van ons leven. Het is de kern van heel ons bestaan, of beter: Jezus Christus is de kern van heel ons bestaan. ‘Want in Hem leven wij, bewegen wij ons en zijn wij‘ (Hand. 17:28). Je bent niet een partner, een ouder, een werknemer, een vriend, … en o ja, dan ook nog eens een christen. Neen, je bent een christen die een partner, een ouder, een werknemer, een vriend, enz., is. Je bent een christen en dat ben je op elke plaats, in elke relatie en op elk moment. En in dat alles probeer je in de wereld te zijn zoals Hij is (1Joh. 4:17), tot eer en heerlijkheid van zijn naam. Er moet een fundamentele ommekeer in ons denken plaatsvinden 14 | focus