BIJLAGE 1 Evaluatie & vervolg Internationale samenwerking Waterschap Rijn en IJssel INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding ........................................................................................................................... 3 2. Ontwikkelingen internationale werkveld........................................................................ 4 Mondiale ontwikkelingen .................................................................................................... 4 Internationale Waterambitie van het Rijk (IWA) .................................................................. 4 Waterschappen als Dutch Water Authorities (DWA) .......................................................... 5 Waterschappen en het NL bedrijfsleven............................................................................. 5 Gevraagde inzet voor de Dutch Water Authorities (DWA) .................................................. 6 3. Evaluatie internationale activiteiten ............................................................................... 7 Project in Nicaragua........................................................................................................... 7 Project in Vietnam.............................................................................................................. 9 Project in Suriname ..........................................................................................................11 Overige internationale activiteiten .....................................................................................12 Medewerkers over het internationale werk ........................................................................13 4. Toetsing aan het beleid ..................................................................................................16 Samenvatting internationaal beleid 2007 ..........................................................................16 Confrontatie van gerealiseerde activiteiten met beleidsdoelen ..........................................16 Conclusies ........................................................................................................................17 5. Verantwoording tijd en middelen ..................................................................................18 Verantwoording tijd / uren .................................................................................................18 Verantwoording kosten .....................................................................................................19 6. Voortzetting beleid en input voor vervolg ....................................................................20 Continueren beleid, projecten en inzet voor DWA .............................................................20 Verkenning (nieuwe) internationale activiteiten .................................................................20 Aanbevelingen bij de vervolgstappen................................................................................21 Beschikbare achtergronddocumenten ..................................................................................23 Afkortingen ...........................................................................................................................24 Bijlage: Overzicht ontwikkelingen Focuslanden ...................................................................25 Pagina 2 van 28 1. Inleiding Sinds 2007 voert Waterschap Rijn en IJssel actief beleid op het gebied van internationale samenwerking in het waterbeheer, met partners buiten Europa. Het ondersteunen van (opkomende) organisaties en het uitwisselen van kennis en ervaring op het gebied van waterbeheer staat daarbij centraal. Deze ondersteuning gebeurt bijna altijd met samen met partners in Nederland. Vanaf 2008 is een aantal projecten van start gegaan en zijn we actief (geweest) in Roemenië, Vietnam, Nicaragua en Suriname. In 2011 is een uitgebreide evaluatie uitgevoerd over de eerste 4 jaar van internationale samenwerking. Het algemene beeld uit de projecten was toen dat het waterschap met een relatief geringe inzet van eigen middelen en uren - in combinatie met een maximaal gebruik van subsidiefondsen - goed lopende projecten heeft opgezet, die grotendeels voldoen aan de doelstellingen van de projecten zelf en van het buitenlandbeleid in het algemeen. De projecten hadden tot dan toe een relatie met alle hoofdtaken van het waterschap: waterkwantiteit, waterkwaliteit en waterveiligheid. De deelnemende medewerkers en bestuursleden ervaren hun participatie als stimulerend, zowel persoonlijk als voor het werk. Deze rapportage beschrijft en evalueert de internationale activiteiten over periode 2012-2015 en kijkt vooruit naar een nieuwe planperiode 2016-2019. Als eerste worden de belangrijkste ontwikkelingen in het internationale beleid op landelijk niveau beschreven, omdat deze van invloed zijn op keuzes voor een nieuwe planperiode. Vervolgens worden de lopende projecten van het waterschap beschreven, en ook de overige internationale activiteiten van Waterschap Rijn en IJssel. Er is een weerslag van de ervaringen van medewerkers van ons waterschap die internationaal actief waren. Daarna volgt een beknopte toetsing van deze resultaten aan de doelen van ons internationale beleid. Ook wordt getoetst of de uitgaven en uren passen binnen het vastgestelde budget. Deze rapportage wordt afgesloten met een eerste verkenning van mogelijke nieuwe internationale activiteiten voor de komende planperiode. Pagina 3 van 28 2. Ontwikkelingen internationale werkveld Dit hoofdstuk geeft een overzicht van recente ontwikkelingen in het internationale werkveld van het Rijk en van de Unie van Waterschappen. De samenwerking tussen waterschappen ontwikkelt zich onder de vlag 'Dutch Water Authorities' en vraagt om een actieve inzet van elk waterschap. Mondiale ontwikkelingen Op mondiaal niveau zijn er drie richtinggevende ontwikkelingen, waarin de waterschappen een inbreng hebben: 1. De VN-doelen voor duurzame ontwikkeling: De nieuwe doelen voor 2030 zijn ambitieuzer dan de voorgaande Millennium Development Goals op het gebied van water. De standaarden en dekking van drinkwatervoorziening en sanitatie zijn verhoogd. Maar ook zijn nieuwe onderwerpen toegevoegd: integraal watermanagement en het verbeteren van de (afval)waterkwaliteit (inclusief hergebruik). Verder is een belangrijk thema de duurzame financiering van de alle wateropgaven. De VN-doelen werken door in het beleid van landen en financieringsinstellingen naar de praktijk. 2. Inzet Wereldbank voor mondiaal waterbeheer: De Rijksoverheid werkt sinds 2014 actief samen met de Wereldbank om duurzaam waterbeheer een plek te geven in het beleid van de Wereldbank. De waterschappen dragen hier deels aan bij door inbreng van expertise. Doel is om met middelen van de Wereldbank als Nederlandse watersector kansen in het buitenland te benutten. 3. Initiatieven van de OESO: De OESO werkt aan nieuwe perspectieven voor internationaal waterbeheer. In 2015 is de nota '12 Principles on Water Governance' uitgebracht. Daarnaast werkt men aan de OESO Water Recommendation. De Nederlandse watersector maakt gebruik van deze stukken als stimulans voor de eigen inzet in het buitenland. De Unie van Waterschappen helpt met de OESO mee aan het vertalen van de 'principles for water governance' naar de praktijk. Internationale Waterambitie van het Rijk (IWA) In 2014 is de samenwerking tussen ministeries op het gebied van internationaal waterbeleid geïntensiveerd. De ministers en staatsecretarissen van Infrastructuur & Milieu, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking & Economische Zaken hebben een interdepartementaal watercluster opgericht om de Nederlandse impact bij het oplossen van de mondiale wateropgave te vergroten. Hiervoor is vervolgens een gezamenlijk, integraal beleid geformuleerd: de 'internationale waterambitie' (IWA). Door handelsbevordering, ontwikkelingssamenwerking, kennis- en innovatieontwikkeling en waterdiplomatie te combineren, wil Nederland bijdragen aan duurzame waterzekerheid wereldwijd. Hierbij wordt ook de samenwerking met de watersector gezocht. Het watercluster is een pilot tot 2018, om te zorgen voor betere afstemming tussen ministeries. Pagina 4 van 28 Vanuit de Unie van Waterschappen is er lobby gevoerd om de waterschappen een positie te geven in het beleid dat aan dit cluster ten grondslag ligt. Doel is o.a. om ook 'governance' (inclusief wetgeving en financiering), en langdurig waterbeheer en onderhoud een integraal onderdeel te laten zijn van de IWA. Waterschappen als Dutch Water Authorities (DWA) De waterschappen trekken steeds meer gezamenlijk op bij het ontwikkelen en uitvoeren van projecten in het buitenland. Sinds 2014 gebeurt dit onder de vlag van 'Dutch Water Authorities', het gezamenlijke internationale gezicht van de waterschappen en de Unie van Waterschappen. Deze internationale profilering helpt om als collectief van waterschappen effectiever internationaal kennis te halen voor de eigen kerntaken, maar ook om een grotere impact te hebben bij het uitvoeren van onze projecten en om een grotere maatschappelijke bijdrage te leveren op het gebied van hulp en handel. Door de waterschappen als 'Dutch Water Authorities' te profileren willen we ook gezamenlijk de internationale inzet van waterschappen professionaliseren. Dit gebeurt o.a. door de organisatie van een gezamenlijke 'loket', bestaande uit Uniemedewerkers en waterschappers, dat vraag en aanbod verbindt als het gaat om het inzetten van onze expertise voor buitenlandse projecten. Mogelijke vragers zijn overheden, bedrijfsleven, NGO’s en kennisinstellingen. Deze werkwijze beoogt de meest geschikte waterschappers goed voorbereid in te zetten voor de gevraagde internationale activiteiten. De waterschappen hebben samen focuslanden gekozen waarop de gezamenlijke buitenlandse inzet wordt geconcentreerd, met als doel de bestaande capaciteit te bundelen en zo doende meer effect te sorteren. De activiteiten in de focuslanden worden op landelijk niveau door de deelnemende waterschappen onderling gecoördineerd, waarbij het bureau van de Unie ondersteuning levert. De huidige 10 focuslanden zijn: Bangladesh, Burkina Faso, Ethiopië, Mozambique, Nicaragua, Roemenië, Egypte, Indonesië, Vietnam en Zuid-Afrika. Zie voor de recente ontwikkelingen in deze landen de bijlage bij deze nota. Ook in enkele andere landen zijn de waterschappen (veelal samen) actief. Dit geldt vooral voor Waterschap Amstel, Gooi, Vecht, die onder de vlag van Waternet een eigen buitenlandbureau (Wereld Waternet) heeft opgezet. Waterschappen en het NL bedrijfsleven De Topsector Water is een samenwerking van de overheid, het bedrijfsleven en onderzoeksinstellingen om de Nederlandse watersector nationaal en internationaal te blijven stimuleren. Daarbij is gekozen voor een stevige doelstelling namelijk een verdubbeling van de toegevoegde economische waarde van de watersector tussen 2010 en 2020. De Topsector Water richt zich onder meer op de bescherming van land, energie uit water en technologieën voor waterhergebruik maar ook op slimme en veilige schepen. De waterschappen werken hier met het bedrijfsleven en kennisinstellingen aan kostenbesparende innovaties. Deze nieuwe technieken en methoden worden ingezet ten behoeve van de export. Waterschappen vervullen hierin verschillende rollen. Pagina 5 van 28 We investeren in R&D, we zijn 'launching customer', we ontvangen delegaties en helpen het bedrijfsleven door op overheidsniveau contacten te leggen. In het verlengde hiervan ligt het initiatief Rembrandt Water, dat een verdere, concrete verbinding tussen waterschappen en het Nederlands bedrijfsleven in buitenlandse projecten beoogt. Het eerste project onder de vlag is de samenwerking tussen waterschappen en RoyalHaskoning/DHV ten behoeve van de opstart van NEREDA-zuiveringsinstallaties in het buitenland. Ook ons waterschap neemt aan dit initiatief deel. Waterschappen ondersteunen op deze manier het bedrijfsleven in innovatie en vermarkting. Op landelijk niveau wordt ook samengewerkt op het gebied van (preventie van) waterrampen: Disaster Risk Reduction. Het Rijk faciliteert het uitzenden van teams van Nederlandse specialisten op dit gebied en biedt hiermee een entree voor het bedrijfsleven in het buitenland, gericht op preventie van rampen. De waterschappen hebben hierin meerwaarde, namelijk: expertise op preventie, 'governance', beheer en onderhoud. In het verlengde hiervan is de Dutch Surge Support (DSS) een faciliteit van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, gericht op snelle noodhulpmissies naar rampgebieden. De faciliteit is in 2015 opgericht en nog in ontwikkeling. Calamiteitencoördinatoren en inhoudelijk deskundigen van de waterschappen kunnen hierin een betekenisvolle rol vervullen. Gevraagde inzet voor de Dutch Water Authorities (DWA) Om als Dutch Water Authorities goed te kunnen opereren is op het niveau van de Unie van Waterschappen afgesproken dat van elk waterschap een zekere capaciteit en inzet wordt gevraagd. Hierover zijn de volgende concrete afspraken gemaakt: 1. Elk waterschap borgt het werkveld 'internationale samenwerking' in de eigen organisatie. 2. Er is een actieve opstellen om kennis en innovatie over de grens te halen en het werkveld ‘internationaal’ te integreren in het eigen personeels- en opleidingenbeleid. 3. De logistiek rondom het leveren van experts uit het eigen waterschap voor internationale activiteiten, via het DWA-loket, is in elk waterschap op orde. 4. Meewerken aan een gezamenlijke DWA producten/dienstencatalogus, te benutten richting het Nederlandse waterbedrijfsleven en internationale partners. 5. Meewerken aan het DWA sharepoint, dat een toegankelijke en actuele database moet worden waarin waterschapsproducten (presentaties, opleidingen, trainingen) met en voor het buitenland te vinden zijn. Pagina 6 van 28 3. Evaluatie internationale activiteiten Ons waterschap werkt al meerdere jaren aan de uitvoering van concrete projecten in het buitenland. In dit hoofdstuk worden de projecten uit de periode 2012-2015 kort beschreven en getoetst aan de doelstellingen van het internationaal beleid. Project in Nicaragua De Doetinchemse stedenbandorganisatie DOS ontving uit de partnerstad La Libertad begin 2008 de roep: 'help ons bij onze waterproblemen', en benaderde daarop het waterschap. Een verkenningsmissie wees uit dat we betekenisvol konden zijn als Nederlandse waterorganisaties. Onder aanvoering van het waterschap heeft een consortium 7 jaar ondersteuning geboden bij verbeteringen in de hele waterketen. Kenmerken Doelstelling Partners Aantal medewerkers/ bestuurders Looptijd/fasering Projectstructuur Budget/Uitgave Een bijdrage leveren aan het verbeteren van de drinkwatervoorziening in La Libertad door verbeteringen aan te brengen in de gehele waterketen. Thuis: gem. Doetinchem, Vitens-Evides International, stichting LeAF Overzee: gem. La Libertad, nevenpartners: 4 Nicaraguaanse gemeenten, drinkwaterbedrijf ENACAL Thuis: 2 bestuurders en 4 WRIJ-medewerkers, 7 medewerkers andere water-organisaties Overzee: > 15 ambtenaren en medewerkers waterbedrijf, >10 bestuurders, ca. 60 boerenbedrijven 7 jaar fase 1: verkenningsfase 2008-2009 fase 2: uitvoeringsfase 2009-2014 fase 3: nazorgfase 2013-2015 Thuis: consortium van Nederlandse waterorganisaties, o.l.v. Waterschap Rijn en IJssel Overzee: samenwerkingsverband van 5 gemeenten o.l.v. La Libertad Financiering van NWB-fonds, Aqua4all en LBSNN (Hivos) Resultaten In het boekje 'De oogst van 7 jaar watersamenwerking door de ogen van eindgebruikers' verwoorden Liberteños wat het project hen heeft opgeleverd (zie www.wrij.nl). Gemeenteambtenaar Roberto benoemt de, volgens hem, belangrijkste elementen van het project: "De trainingen voor de ambtenaren en de boeren, de voorbeeldboerderijen en de excursies om kennis uit te wisselen. Maar ook de coördinatie met de verschillende instanties en met de boeren, onderzoek en monitoring, de bijdrage van Nicaraguaanse universiteiten en Nederlandse studenten. Daarnaast zijn het uitwerken van het beheerplan en het opzetten van de stroomgebiedscomités van groot belang. De onderhandelingen en het opbouwen van consensus na de wisseling van de lokale autoriteiten waren ook van invloed. Evenals het feit dat de vier buurgemeenten, die een direct invloed hebben op de Rio Mico, zich hebben aangesloten. Het gevolg was de institutionalisering en prioritering van het stroomgebiedsbeheer door de vijf gemeenten." Pagina 7 van 28 Agrariër en stroomgebiedsvoorzitter Danilo: "Voor dit initiatief wisten wij boeren eigenlijk niet wat een stroomgebied is, staken we delen van het bos in brand voor de houtkap of voor de uitbreiding van het landbouwgebied, werd er ongecontroleerd gejaagd en waren we ons er niet van bewust dat water zo belangrijk is. We zijn nu in staat tot het beter organiseren van onze boerenbedrijven, we voeren diversificatie van teelten in en we hebben vooral kennis kunnen opdoen. Ikzelf heb het meest geleerd van de training van CATIE over stroomgebiedsbeheer en water als natuurbron. We zijn nu goed georganiseerd en we gaan ervoor. Als boeren voelen we ons belangrijk omdat we serieus worden genomen en omdat het van ons afhangt of er voldoende water van goede k lit it i " Terwijl het project liep hebben de Nederlandse waterschappen met projecten in Nicaragua een proces van krachtenbundeling doorgemaakt. Uitvloeisel daarvan was een gezamenlijke conferentie in Managua, in januari 2015, waar deelnemers uit dit project een opbouwende bijdrage leverden. De conferentie heeft geleid tot een voorstel voor samenwerking van de Dutch Water Authorities met RENOC: een Nicaraguaans netwerk van stroomgebiedsorganisaties, dat partijen uit dit project de mogelijkheid biedt om nog wat langer op afstand met de Nederlandse waterschapswereld verbonden te blijven. Beoordeling Het project in La Libertad is afgerond en de 'harde' projectdoelstellingen zijn grotendeels gehaald (zie eindrapport). Met dit project is een concrete bijdrage geleverd aan 'millennium development goals' voor sanitatie en drinkwatervoorziening, wat geschaard kan worden onder het eerste waterschapsdoel voor internationaal beleid: 'stimuleren waterbeheer'. Het 'opdoen internationale kennis en ervaring' (doel 2) is door projectmedewerkers intens benut voor persoonlijke professionele groei. Niettemin was het een zwaar project voor het relatief lichte team. Het projectteam heeft in dit kader ook breder gereflecteerd over het project: welke 'zachte' resultaten en neveneffecten waren er ook? Wat heeft het team zelf geleerd? Welke tips kan ze het waterschap en de DWA meegeven voor volgende projecten? Zie hiervoor verder hfdst. 6: inzichten. Ook is aan enkele externen hun opinie over het project gevraagd: Gepensioneerde ontwikkelingswerker, woonachtig in Nicaragua: "... een goed project, en ik heb ook heel erg veel slechte projecten gezien." Wat haar het meest aanspreekt is dat we 'investeren in mensen', dat is wat volgens haar loont. Verder zegt ze over de San Miguel: "daar was nog niks, dat is echt helemaal vanuit het niets opgebouwd, en dat is een grote verdienste van jullie." Over de Nederlandse medewerkers laat ze zich niet heel expliciet uit, maar is te proeven dat daar 'leemtes' zitten. Deze vrouw kent Nicaragua erg goed, inclusief de mensen 'die er toe doen'. Deze waren op de conferentie, en "dat is heel goed en zegt veel," stelt ze. Pagina 8 van 28 Medewerker NWB-fonds: "Een prima project met een hele hoop pareltjes. Aan het begin is er wel een hik op continuïteit geweest. Wees kritisch over verschil tussen enthousiasme en wat je waar kunt maken.” Medewerker UvW: "De krachtenbundeling van waterschappen in Nicaragua heeft een geweldige ontwikkeling doorgemaakt. Er is veel zelfreflectie, er is in het land veel bereikt, maar ook in Nederland, waar nu een groepje Spaanssprekende waterschappers is gevormd, dat heel enthousiasmerend is. Een mooi congres, Spaanstalige kennis … waterschappers zelf framen moeilijk.” Project in Vietnam In 2012 is door ons waterschap een verkenning uitgevoerd naar het starten van (of bijdragen aan) een nieuw internationaal project. Hieruit is de volgende lijst van mogelijke projecten naar voren gekomen: Egypte (irrigatie, kleinschalig waterbeheer), Bangladesh (Deltaprogramma), Zuid-Afrika (opbouw waterschappen) en Vietnam (Deltaprogramma). Op basis van deze verkenning heeft het bestuur gekozen om deel te nemen aan het project in Vietnam. Kenmerken • Doelstelling: Capaciteitsversterking van het 'Steering Centre for Urban Flood Control' (SCFC) in Ho Chi Min stad, Vietnam. Dit om er voor te zorgen dat het SCFC (160 medewerkers) in staat is zijn watertaken in deze stedelijke regio op een duurzame wijze uit te voeren. De kennis die hiervoor nodig is, blijkt veelal ‘waterschapskennis’ te zijn: praktijk- en ervaringskennis gestoeld op theoretische inzichten. • Partners: Waterschap Vechtstromen is de trekker van het project. Verder deden de waterschappen Roer en Overmaas, Schieland en Krimpenerwaard, en Vallei en Veluwe mee. Daarnaast ook Haskoning/DHV en het Twente Watercentre van de Universiteit Twente. • Aantal medewerkers/bestuurders: 10 waterschapmedewerkers plus 1 projectleider van WVS. • Looptijd/fasering: In 2013 is gestart met een 'governance assessment', door de Universiteit Twente in samenwerking met het SCFC. Met dit assessment is de governance situatie rond het SCFC in kaart gebracht. Op basis hiervan is een vijftal trainingen op maat gemaakt en uitgevoerd voor het SCFC, in de periode 2014-2015. De onderwerpen waren: - strategic planning - flood management - wastewater management - project management - finance. • Elke missie is voorbereid door twee trainers. In totaal hebben 10 trainers van de 5 waterschappen de trainingen voorbereid en uitgevoerd. Het project werd in Vietnam ondersteund door Royal Haskoning-DHV. • Van ons waterschap hebben Jaco van Langen en Jurgen Ratering meegewerkt aan dit project, in december 2014 respectievelijk april 2015. Pagina 9 van 28 • Projectstructuur: De deelnemende medewerkers van de NL partijen vormden samen de NL projectgroep o.l.v. WVS. • Budget/uitgaven: De kosten bedroegen € 350.000,-, bij het uitvoeren van vijf trainingsmissies. Hiervan is 50% vergoed door het NWB Fonds. Ook de bijkomende kosten zoals tickets, visa, dagelijks onderhoud zijn vergoed uit het NWB Fonds. De medefinanciering vanuit de waterschappen betrof alleen de inzet van medewerkers (uren). • Resultaten: Het zeer praktische format van de trainingen is zeer gewaardeerd door SCFC en andere departementen in Ho Chi Minh City die aan de trainingen deelnamen. De presentaties van Nederlandse ervaringen werden afgewisseld met interactieve workshops waarin de Vietnamese kennis van de deelnemers gebruikt werd om de Nederlandse voorbeelden te vertalen naar projecten van SCFC. • Vervolg: SCFC heeft de Dutch Water Authorities in 2015 gevraagd om een vervolgproject waarin nieuwe onderwerpen worden behandeld in relatie tot het ‘flood and inundation management’ (FIM) project van SCFC. Dit project wordt gefinancierd door de Wereld Bank. Projectleider: "Ho Chi Minh City is een warme, levendige, rommelige stad met heeeeel veel scooters. Ongelooflijk hoe iedereen zich een weg baant door de overvolle wegen. Vandaag de eerste dag van de training was wel even wennen. Presenteren in het Engels met een tolk blijkt toch wel intensief. Het ijs moet even gebroken worden en daarvoor was onze sketch ('intake of a project') ideaal. Je zag de deelnemers met grote ogen kijken! Vervolgens een workshop en daar storten ze zich massaal op. Erg leuke mensen die veel inbreng leveren!" Beoordeling De trainingsweken zijn door de mensen van SCFC als zeer leerzaam ervaren. Tegelijk waren de NL trainers verrast door de actieve deelname en het commitment van de Vietnamezen. De bijdrage van ons waterschap aan dit project was beperkt in tijdsduur en inzet. Twee medewerkers hebben een goede inhoudelijk bijdrage kunnen leveren en er zelf ook het nodige van opgestoken. Door Waterschap Vechtstromen e.a. zijn alle voorbereidingen gedaan, waardoor wij snel tot een effectieve inzet konden komen. Onze inzet was eenmalig en van beperkte omvang waardoor de impact op onze organisatie ook beperkt is gebleven. Pagina 10 van 28 Project in Suriname In 2008 is de samenwerking tussen ons waterschap, Wereld Waternet en het Overliggend Waterschap MCP in Nickerie van start gegaan. In de eerste periode lag het accent op de ontwikkeling van OWMCP als waterbeheerorganisatie. De inzet werd financieel gesteund door het NWB-fonds. Van 2012 t/m 2016 werken we aan het project 'Capacity building for integrated watermanagement in Nickerie, West-Suriname', met financiële steun van de Europese Unie. Hierbij is de focus nadrukkelijk gericht op het waterbeheer in het district Nickerie als geheel. Kenmerken • Doelstelling: Het doel van het project is bij te dragen aan integraal en duurzaam waterbeheer in het district Nickerie, door structurele samenwerking tussen alle stakeholders en met betrokkenheid van de (lokale) samenleving. Het project omvat diverse activiteiten, binnen 4 thema's: - water governance - efficiency in watermanagement - awareness raising - capacity training. • Partners: Naast de NL waterschappen zijn in Nickerie betrokken: het OWMCP, de regionale ministeries van LVV, Regionale Ontwikkeling, en Openbare Werken, de districtscommissaris, het rijstinstituut ADRON en de Surinaamse Waterleidingmaatschappij. • Aantal medewerkers/bestuurders: Bij ons waterschap zijn 3 bestuursleden en 10 medewerkers bij het project betrokken. Directeur J. Lourens is lid van de stuurgroep van het project. Daarnaast zijn wij lid van het projectteam en (ad hoc) deelnemer aan de 4 themawerkgroepen. • Looptijd/fasering: Het project "Capacity building" duurt van augustus 2012 t/m december 2016, incl. nazorg. • Projectstructuur: In 2014 is een projectcoördinator aangetrokken van buiten OWMCP, die de werkgroepen ondersteunt en fungeert als intermediair tussen de NL en de Surinaamse partners. Daarnaast is er een projectteam dat maandelijks via skype vergadert en een stuurgroep die eenmaal per jaar bijeen komt. • Budget/uitgaven: De begroting voor het 4-jarige project is in totaal € 980.000,- waarvan driekwart door de EU wordt gesubsidieerd. • Resultaten: De uitvoering van het EU-project ligt grotendeels op schema. Op de vier deelthema's zijn al enkele aansprekende resultaten behaald, maar we zijn er nog niet en werken tot half 2016 door om de doelen zo goed mogelijk te bereiken. Met name in de ontwikkeling van inliggende waterschappen binnen het district en in het vergroten van inzicht in het watersysteem op de schaal van het district, worden slechts kleine stappen gemaakt. Het commitment bij OWMCP en de andere partners blijft onverminderd goed, maar we lopen af en toe ook tegen grenzen aan van een beperkte beschikbare (personele) capaciteit in Suriname. De samenwerking blijkt ook tot nieuwe impulsen te leiden. Pagina 11 van 28 Een voorbeeld hiervan is de afvaardiging van 6 jonge, Surinaamse deelnemers (o.a. van OWMCP) aan het 2 weken durende trainingsprogramma 'Wetskills', dat najaar 2015 in Amsterdam werd gehouden. Beoordeling Het lopende project is complex en ambitieus vanwege de breedte in onderwerpen en het grote aantal betrokken partijen. Een projectduur van meerdere jaren blijkt nodig om de beoogde resultaten zo goed mogelijk te halen. Door de breedte van de thematiek hebben wij de mogelijkheid om medewerkers vanuit verschillende vakgebieden, vaak meerdere keren, in te zetten. Dit vergroot zowel het effect van de uitgevoerde activiteiten in Nickerie als het leereffect voor de individuele medewerker. Het feit dat het project meerdere jaren doorloopt geeft de mogelijkheid te zorgen dat de opgebouwde capaciteit ter plaatse goed wordt geborgd. Overige internationale activiteiten Naast het projectmatige werk in Nicaragua, Suriname en Vietnam zijn er ook andere activiteiten die in het kader van het buitenlandbeleid zijn of worden uitgevoerd. Het gaat hierbij om de volgende zaken: • Coördinatorschap focusland Nicaragua (DWA): Sinds begin 2014 vervult ons waterschap deze rol, samen met een collega van Waterschap Noorderzijlvest. Landencoördinatoren geven voor de DWA de koers richting hun focusland vorm en stroomlijnen de inzet. Zij hebben daarvoor nauw contact met andere landencoördinatoren en het buitenwaterschap netwerk in Nederland en in het focusland. Vanuit deze groep speelt ons waterschap ook een betekenisvolle rol in de ontwikkeling van de Dutch Water Authorities, en de doorgroei vanuit focusland Nicaragua naar een platform binnen DWA voor vragen vanuit heel Latijns Amerika. • Ondersteuning Bureau Brussel: Op ad hoc basis wordt ons waterschap geconsulteerd door de collega's die namens de Unie van Waterschappen en het Vewin in Brussel de ambtelijke lobby voor de waterschappen voeren. • Voorlichting buitenlandse bezoekers: Het waterschap ontvangt af en toe buitenlandse delegaties op werkbezoek in Nederland. Wij informeren hen over de watergovernance in Nederland, in combinatie met een veldbezoek. • Stageplaatsen: Binnen het project in Nicaragua en in Suriname zijn meerdere studenten op HBO en WO-niveau ingezet, met name vanuit Larenstein en de Wageningen Universiteit. De studenten leveren een inhoudelijke bijdrage aan het project en doen zelf internationale ervaring op. • Interne coördinatie en werkgroepen UvW: Ons waterschap neemt bestuurlijk deel aan de vergaderingen van de Uniecommissie Internationaal (CINTER). Van de ambtelijke Werkgroep internationaal zijn wij agenda-lid. Pagina 12 van 28 Stagiaires aan het werk in La Libertad Medewerkers over het internationale werk In het kader van de evaluatie zijn diverse medewerkers geïnterviewd over hun ervaringen. Hieronder waren 2 specialisten, 2 beheerders, 1 projectleider, 1 beleidsmedewerker en 1 manager. Jouw uitzending & de buitenlanddoelen van het waterschap De meeste medewerkers vinden dat hun uitzending vooral bijdroeg aan de ondersteuning bij ontwikkeling van waterbeheer in opkomende economieën (doel 1) en eigen ontwikkeling van medewerkers (doel 2). Beheerder: “We hebben veel vanuit onze eigen kennis en ervaringen kunnen overdragen. Mijn werkervaring o.a. in het onderhoud, kon ik hierbij goed gebruiken. We hielden het ook praktisch: 'learning by doing'.” Beheerder: “Die fouten die wij maakten, daar kunnen we onze partners voor behoeden. Ik denk bijvoorbeeld aan chemische onkruidbestrijding. We hebben zelfs de WVO in moeten stellen omdat het zo’n puinhoop was, in Suriname vertel ik: ‘laat het zover ni et komen’.” Specialist: “Ik heb het idee dat onze bijdrage echt wat veranderd heeft. Er is een organisatie rond kwaliteitsmonitoring opgezet, de rollen zijn helder, er begint structuur te komen, we gaan langdurig labs ondersteunen. Aanvankelijk leek het dat ik even een rapportje moest leveren, maar daar gaat het toch helemaal niet om. Ze moeten het zélf gaan doen, de inhoud van zo’n rapportje vind ik dan helemaal niet zo belangrijk.” Specialist: “Op Nereda-gebied krijgen we veel groepen, Eén persoon heeft veel korte, losse onlangs nog uit Gibraltar en Egypte. Inmiddels zijn er 40 ervaringen met bezoekers uit allerlei installaties verkocht in het buitenland, en licentiegeld landen die op onze zuiveringsdaarvan vloeit terug naar Stowa. Dat is interessant.” “Er gebeurt momenteel heel veel op fosfaatwinning. Voor innovaties afkomen, vooral uit Europa. waterschappen is het moeilijk om van die business wat Dit soort regionale uitwisseling wordt mee te snoepen, ze zijn wel wegbereiders.” al zo gewoon, dat het in het werk 'meegepakt' wordt. Maar het draagt belangrijk bij aan buitenlanddoel 3 (bijdrage NL watersector). De profilering van het waterschap (doel 4) werd maar door enkelen herkend. Pagina 13 van 28 Jouw uitzending & wat je hebt geleerd of gemist Vrijwel zonder uitzondering waren medewerkers enorm enthousiast over hun uitzending, en verrast hoeveel meer het hen bracht dan ze hadden gedacht. Vooral procesvaardigheden worden genoemd, en inzicht in netwerken en verbanden. Specialist: “Ik ben gevraagd vanwege mijn expertise, ik was zelf niet actief bezig met naar het buitenland gaan, met twee kleine kinderen thuis. Toen ik wegging was ik wel onzeker over mijn rol: 'wat kan ik nou bijdragen?', maar dat is nu heel anders. Ik merkte: ‘Hé, ik kan een verschil maken’ en ‘Hé, dit lukt mij.’ Thuis heb je een deelverantwoordelijkheid, dan merk je niet zo wat je allemaal kunt. Tijdens zo'n week werk je van product naar product, met het team ben je daar vol mee bezig. Dat zou ik hier ook wel willen. Het gaf een heel voldaan gevoel, trots ook.” Projectleider: “Zelf veel van geleerd, door weer bij de basis te beginnen, dingen die je hier vanzelfsprekend doet, weer opnieuw doordenken en kunnen uitleggen. Dus inhoudelijk leereffect en ook vaardigheid om dit (via een tolk!) over te brengen aan een groep” Beheerder: “Durven opschalen is ook iets dat je moet leren; goed gebruik maken van externe netwerken en beschikbare hiërarchie. Was niet altijd makkelijk. Wel stap ik nu bijv. makkelijker op Hein Pieper af.” Beheerder: “Ik merkte in Suriname: inhoudelijk is allemaal heel mooi, maar als je dat ook eens loslaat, en projecten op de lokale situatie aanpast, dan blijkt techniek maar één onderdeel. Ik kan zelf nu ook meer procesmatig kijken, heb wel een move gemaakt. Hoe kunnen we met zijn allen dat bepaalde doel bereiken? Soms beter met andere units samen, K&A, waterbeleid…” Medewerkers roemden de relevantie van het waterbeheer overzee, herkenden beter wat de ‘bedoeling’ is van het waterschapswerk. Specialist: “Door mijn klus in Suriname ben ik het geheel meer gaan zien. In de voorbereiding heb ik hier rondgekeken, wat mijn collega doet in het lab, en die met de bemonstering. Want dat moest ik daar ook allemaal neerzetten. Die verbreding is heel waardevol, tegenwoordig is je functie zo afgekaderd. Je moet soms ook zo trekken om je positie in beeld te houden, dat geeft geen voldoening. Daar wel, je weet ' waarom doe ik het' , dat is heel goed voor de motivatie.” Beheerder: “Ik leerde ook meer luisteren naar andere mensen. Als je het probleem zo afpelt, blijkt het vaak zo groot niet te zijn. Dan kun je met hele beperkte middelen toch iets bereiken. Back to basics.” Specialist: “Van buitenlandwerk leer je pragmatisch denken. Die spanning in het buitenlandwerk, dat mis ik hier wel eens, en dat je echt invloed uit kunt oefenen. Je bent weg uit de sleur, dat is ook goed voor je eigen geest.” Iemand vond dat hij uit zijn vorige baan de beginselen van het buitenlandwerk wel onder de knie had gekregen, en nu niet veel had geleerd. Maar ook hij bleek niet ongevoelig voor de positieve impuls van overzee… Specialist: “Het bezoek van de Surinamers vond ik ontzettend leuk, ze hadden zoveel vragen, zo geïnteresseerd, echt een verademing. Eigenlijk heb ik nog nooit zo'n leuk bezoek gehad. Dat motiveert, dat is ook nuttig.” Kritische noten waren er uiteraard, deel van praktische aard: Over de tijd die een internationaal werkbezoek kost, de taalproblemen, het draagvlak onder collega’s, onduidelijkheid over inentingen en tickets. Pagina 14 van 28 Beleidsmedewerker: “De inbedding in het waterschap is vrij smal; de stuurgroep zat althans op behoorlijke afstand van de 'werkvloer'. Buitenlandse projecten staan nu los of anders binnen WRIJ dan andere gebiedsprojecten.” “Voor mij een belangrijk aspect was de werkbelasting die de rol van projectleider met zich meebrengt. Dit is niet een klus die je even erbij kunt doen.” Beheerder: “Dat druk zijn met internationaal werk, dat moet je niet zo ervaren. Ik zal heus niet elk uurtje schrijven, maar je moet wel het gevoel hebben dat je ruimte krijgt van je werkgever om dit te doen. Ik zie het niet als belasting, maar als cadeautje, en als een stukje persoonlijke ontwikkeling.” Hoe vind je dat we het doen, als waterschappen? Niet alle medewerkers hebben al gehoord van de ontwikkelingen rond Dutch Water Authorities. Maar ze staan er open voor en beoordelen het als positief. Het lijkt hen heel goed een plek te hebben waar je kennis en ervaring kunt halen. En het is niet zo efficiënt om niet ieder voor zich iets te doen. Wat vinden medewerkers in het algemeen dat we het buitenland te bieden hebben? Beleidsmedewerker: “De 'niche' van ws-en is dat wij samen met mensen in een gebied willen optrekken en het ook echt vanuit een gebied willen laten komen. Daarbij zijn we ook praktijkgericht d.w.z. dat er iets van de grond moet komen. Veel mensen vanuit WRIJ kunnen/doen dit vanuit eigen ervaringen. We kunnen dus op verschillende werkniveaus insteken.” Specialist: “Wij zijn goed in organisatievorm, monitoring, opzetten van reguliere taken.” Beheerder: “De meerwaarde van waterschappen in het buitenland? Het praktijk- en omgevingsgerichte. Wij werken veel in de uitvoering, hebben te maken met gebiedsprocessen, dus met problemen en mensen in de werkomgeving. Wij werken dus niet alleen vanuit de techniek. Het 'omgevingsmanagement' was voor de mensen daar nieuw.” Jouw tips voor de toekomst Vanuit eigen ervaringen zie je soms helderder hoe dingen anders kunnen, en wat juist heel goed werkt. Dat willen we horen, als lerende organisatie. Beheerder: “Het is een terechte vraag wat de meerwaarde van onze missies is. Ik denk dat een duurzame relatie werkt, we willen iets meer nazorg. Dat hele intensieve samenwerkingsverband, dat kan op zeker moment best wat extensiever, men moet daar toch de broek zelf een keer ophouden.” Beleidsmedewerker: “Het is goed om vooraf bewust/beter in te schatten hoeveel werk een buitenlands project met zich meebrengt en welke capaciteiten/kwaliteiten je daarvoor nodig hebt. We zouden zo'n project breder binnen het waterschap moeten delen.” En waar zou het waterschap zich vooral of meer op moeten richten in haar buitenlandwerk? Men noemt: zuiveringsprocessen (want daar kunnen we van leren), deltagebieden (want daar komt de meeste expansie), gebieden waar milieu een issue is, de gevolgen van zeespiegelstijging. Pagina 15 van 28 En tot slot: maak het internationale werk breder toegankelijk voor medewerkers. Specialist: “Zeker door gaan, en proberen breed collega´s in te zetten. Als er een programmamanager met een zware rol op de voortgang zit, kun je experts invliegen op onderdelen, op een afgebakende deelopdracht. Onder die voorwaarden kan iemand ook met kleine inspanning een zinvolle bijdrage leveren, en dan is de drempel ook laag.” Beheerder: “De groep medewerkers die internationaal betrokken is zou groeiende moeten zijn. … Binnen onze organisatie zijn er een aantal mensen die door internationale ervaringen positief verder ontwikkeld kunnen worden. Ook ‘laag’ in de organisatie zijn die er. Voor veel mensen is daar heen gaan toch een grote stap, dat is wat lastig, het is dan moeilijk hun kennis over te brengen naar daar. Maar misschien moet je meer kijken naar uitnodigen van mensen naar hier.” 4. Toetsing aan het beleid In dit hoofdstuk wordt beschreven in hoeverre wij met de projecten en activiteiten van de afgelopen jaren de doelstellingen van het buitenlandbeleid realiseren. Samenvatting internationaal beleid 2007 De nota Internationaal Beleid uit 2007 beschrijft de manier waarop Waterschap Rijn en IJssel invulling geeft aan internationaal beleid. Uitgangspunt is dat we als waterschap midden in de maatschappij staan en daarin zowel een regionale, nationale als internationale verantwoordelijkheid hebben. De doelen die in 2007 werden gesteld zijn: 1. 'Maatschappelijk verantwoord ondernemen', ook over de grens, door de ontwikkeling van het waterbeheer in opkomende economieën en ontwikkelingslanden te stimuleren. 2. Mogelijkheden bieden aan medewerkers en bestuursleden tot het opdoen van internationale kennis en ervaring. 3. Een bijdrage leveren aan de innovatie en groei van de Nederlandse watersector. 4. Het waterschap regionaal en landelijk profileren. Als belangrijkste voorwaarde voor buitenlandse projecten is in 2007 gesteld dat elke samenwerking met derden het waterschap voldoende moet opleveren en goed moet aansluiten bij de eigen kerntaken: waterkwaliteit, waterkwantiteit en veiligheid. Confrontatie van gerealiseerde activiteiten met beleidsdoelen Een toetsing van de ervaringen en projectresultaten van de afgelopen jaren aan de doelstellingen levert de volgende uitkomsten op: Doel 1: Stimuleren regionaal waterbeheer: • Door de projecten in Nicaragua, Suriname en Vietnam levert het waterschap een bijdrage aan de ontwikkeling van duurzaam, regionaal waterbeheer in deze landen, zowel door ondersteuning van de capaciteitsopbouw ter plaatse als door het overbrengen van het gedachtengoed over beheer en onderhoud, waterzuivering en integraal waterbeheer in de partnerlanden. • De samenwerking leidt vaak tot ‘groei’ en nieuwe initiatieven bij de partners zelf, zoals het leggen van nieuwe contacten ter plaatse. Het regelmatig afleggen van (wederzijdse) werkbezoeken werkt daarbij als een katalysator. Pagina 16 van 28 Doel 2: Opdoen internationale kennis en ervaring: • Medewerkers die aan de projecten meedoen of anderszins deelnemen (20 in totaal) vinden het opdoen van internationale werkervaring van grote toegevoegde waarde, zowel in persoonlijke zin als voor het werk. • Het stimuleert het ‘van buiten naar binnen kijken’ bij het waterschap, doordat in het buitenland voortdurend een vergelijking met de eigen situatie in Nederland wordt getrokken. Dit scherpt het inzicht in de waterschapsorganisatie en het eigen functioneren daarbinnen. • Het vergroot het netwerk van het waterschap, niet alleen in het betreffende buitenland, maar zeker ook in eigen land. Doel 3: Bijdrage aan Nederlandse watersector: • Diverse adviesbureaus, zowel in Nederland als in de partnerlanden, hebben een bijdrage geleverd aan de buitenlandse projecten. Zij hebben deels organisatorische en deels inhoudelijke ‘klussen’ uitgevoerd, ter aanvulling op de expertise van de partnerorganisaties. • Het waterschap heeft de afgelopen jaren enkele buitenlandse delegaties ontvangen uit o.a. Zimbabwe en Kazachstan en hen aan contacten geholpen met de Nederlandse watersector. Doel 4: Regionaal en landelijk profileren: • Het waterschap heeft zich met het project in Nicaragua in de regionale pers geprofileerd, o.a. door bijdragen aan de acties Wandelen voor Water en de ‘badeendjes race’ in Doetinchem. • Over ons buitenlandwerk verschenen artikelen in H2O en Water Governance tijdschrift. • In Nicaragua en Suriname is regelmatig aandacht voor de waterschapsprojecten in landelijke en regionale radio- en tv-zenders. Het uit het project ontstane stroomgebiedscomité in Nicaragua, heeft een eigen Facebookpagina en houdt die bij. • Het waterschap draagt actief bij aan de ontwikkeling van DWA als organisatie, via het landencoördinatorschap Nicaragua. Dit inspireert andere waterschappen. • Vanuit het project in Nicaragua zijn goede contacten met de ambassade in Costa Rica opgebouwd. Dit heeft geleid tot nieuwe vragen aan DWA voor andere landen in Latijns Amerika. Conclusies Het algemene beeld is dat het waterschap met een relatief geringe inzet van eigen middelen en uren, in combinatie met een maximaal gebruik van subsidiefondsen, enkele concrete buitenlandse projecten heeft opgezet of daaraan heeft deelgenomen, die inhoudelijk passen binnen de kaders van ons buitenlandbeleid. De doelen van deze projecten zijn of worden grotendeels gehaald en de uitvoering heeft een duidelijk effect gehad voor de buitenlandse partnerorganatie(s). Onze samenwerking met de Nederlandse en de buitenlandse partners is goed verlopen. Uitzondering hierop vormde de samenwerking met één Nederlandse partij (subsidiegever) in het project in Nicaragua. Pagina 17 van 28 De projecten betreffen inhoudelijk vooral het ontwikkelen van 'water governance' en van een beter, meer integraal en duurzaam waterbeheer op regionale schaal. De deelnemende medewerkers en bestuursleden ervaren hun participatie als stimulerend en leerzaam ervaren, zowel persoonlijk als voor het werk. Door onze deelname in het buitenlandnetwerk van de Unie blijft het waterschap op de hoogte van ontwikkelingen en van kansen en nieuwe initiatieven in het internationale werkveld. 5. Verantwoording tijd en middelen In dit hoofdstuk worden de gerealiseerde inzet en uitgaven getoetst aan de kaders voor de uitvoering van het internationale beleid. Verantwoording tijd / uren Voor het initiëren, coördineren en uitvoeren van internationale activiteiten is op jaarbasis 0,8 FTE aan uren beschikbaar, oftewel 1250 uren per jaar 1. Het gaat hier niet om extra capaciteit, maar om uren die binnen het waterschap in totaal aan internationale projecten en activiteiten kunnen worden besteed. Onderstaande tabel toont de bestede uren van de afgelopen jaren. Tabel 5.1: Bestede tijd in de planperiode (in uren) Activiteit 2012 2013 Nicaragua* Suriname Vietnam** Coördinatie intern + Unie 2014 2015 prognose Totaal 605 542 767 234 2148 249 635 424 225 1533 - - 183 11 194 50 35 86 385*** 556 904 1212 1460 855 4431 In de periode 2012-2015 is in totaal 4430 uur besteed aan internationale activiteiten, inclusief interne coördinatie en inzet op landelijk niveau (Unie/DWA). Dit komt overeen met een jaarlijkse gemiddelde besteding van 1108 uur, oftewel 0,7 FTE. Naast de kantooruren worden er tijdens de werkbezoeken ook avonduren en weekenduren besteed, die niet in de registratie staan. De feitelijke omvang is dus groter dan de cijfers aangeven. * 1 e Nicaragua: In 2012 vond de opstart plaats van de 2 fase en het inwerken van een nieuwe projectleider; in e 2014 startte de 3 fase. In 2013-2014 zijn veel interne uren besteed aan een conflict met LBSNN over de besteding van door hen verstrekte subsidie (1643 uur). Deze zijn niet in de tabel opgenomen, omdat dit buiten het reguliere werk valt. Excl. aandeel improductieve uren (verlof, ziekte). Pagina 18 van 28 ** Vietnam: Deze uren zijn exclusief de uren besteed door Jurgen Ratering, die als extern deskundige voor het project Vietnam is ingezet. *** Coördinatie-uren groeien door inzet voor ontwikkeling van DWA. In 2015 zijn ze ook eenmalig verhoogd door de onderhavige evaluatie. Verantwoording kosten Voor de internationale activiteiten is jaarlijks € 15.000 beschikbaar, bestemd voor overkoepelende activiteiten, incidentele uitgaven per project en het opstarten van nieuwe projecten. In de periode 2012-2015 is van dit budget beperkt gebruik gemaakt, omdat de uitgaven grotendeels binnen de lopende projecten zijn gedekt. De totale 'overige kosten' over de periode waren € 6.100,-. De eigen bijdrage van het waterschap aan de lopende projecten bestaat grotendeels uit de inzet van uren, die deels ook wordt vergoed. Hieronder wordt in het kort aangegeven om welke bedragen het gaat. Suriname: Voor de periode 2012-2016 hebben de drie partners WWn, OWMCP en WRIJ van het EU-fonds ‘Capacity development for the water sector in ACP-countries’ een subsidie van € 735.000,- (75%) verkregen op een begroting van € 980.000,-. Wereld Waternet treedt richting de EU en de andere partners op als administrateur van het project. Waterschap Rijn en IJssel heeft vanaf de start van het project (augustus 2012) t/m september 2015 in totaal € 120.844,- aan onkosten gemaakt (inclusief bestede uren), waarvan € 90.632,- (75%) is gedeclareerd bij Wereld Waternet. Nicaragua: Voor de tweede en derde fase van het project (2012-2015) is financiering verstrekt door het NWB-fonds en het LBSNN. De begroting had in totaal een omvang van € 1.363.000,-. Hiervan is aan uitgaven € 883.000,- gerealiseerd. Binnen de begroting was € 200.800,- gereserveerd voor de ureninzet van het waterschap. Hiervan is door het NWB-fonds € 70.600,- vergoed. De werkelijke eigen bijdrage qua inzet aan personele uren was (omgerekend) € 130.200,-. Vietnam: De reis- en verblijfkosten voor onze bijdrage aan twee trainingsweken in Vietnam zijn vanuit het project vergoed. Per saldo waren de eigen uitgaven voor dit project € 4.000. Overig: Onder overige kosten vallen de (zakelijke) reisverzekering en incidentele bijkomende kosten, die niet binnen de projecten vallen. Pagina 19 van 28 6. Voortzetting beleid en input voor vervolg In dit hoofdstuk wordt een voorstel gedaan voor continuering van het buitenlandbeleid en een eerste verkenning van mogelijke vervolgactiviteiten van ons waterschap in het buitenland. Continueren beleid, projecten en inzet voor DWA Op grond van de voorgaande evaluatie van onze internationale activiteiten wordt voorgesteld het internationaal beleid van het waterschap te continueren op basis van de volgende doelen: 1. Stimuleren van de ontwikkeling van het waterbeheer in opkomende economieën en ontwikkelingslanden, door overdracht van kennis en ervaring op het gebied van water governance, zuiveringsbeheer en duurzaam beheer en onderhoud. 2. Mogelijkheden bieden aan medewerkers en bestuursleden tot het opdoen van internationale kennis en ervaring. 3. Een bijdrage leveren aan de innovatie en groei van de Nederlandse watersector. 4. Het waterschap regionaal en landelijk profileren. Hiervoor blijft de huidige capaciteit ook de komende jaren beschikbaar (inzet personele uren 0,8 FTE; basisbudget € 15.000). Voorwaarde voor een inhoudelijk voldoende omvang van projecten is dat er extern financiering voor wordt gevonden. De ontwikkeling van de 'Dutch Water Authorities' vergt ook van ons waterschap tijd en inzet. Hierover zijn landelijk de volgende afspraken gemaakt: 1. Elk waterschap borgt het werkveld 'internationale samenwerking' in de eigen organisatie. 2. De logistiek rondom het leveren van experts uit het eigen waterschap voor internationale activiteiten, via het DWA-loket, is op orde. 3. Meewerken aan een gezamenlijke DWA producten/dienstencatalogus, te benutten richting het Nederlandse waterbedrijfsleven en internationale partners. Daarnaast levert ons waterschap op de volgende manieren inzet op landelijk niveau voor het internationale werkveld: 1. Dagelijks Bestuurslidmaatschap UvW, met portefeuille Internationaal, 2. Voorzitterschap bestuurlijke Commissie Internationaal UvW, 3. Mede-coördinator landengroep Midden-Amerika; 4. Input voor de Werkgroep Internationaal UvW. Verkenning (nieuwe) internationale activiteiten Omdat de projecten in Nicaragua en Vietnam in 2015 zijn afgerond en het project in Suriname in 2016 afloopt, is er vanaf volgend jaar capaciteit om nieuwe internationale activiteiten of projecten op te pakken. In de eerste helft van 2016 wordt verkend welke opties en kansen er zijn, op basis waarvan vervolgens een bestuursbesluit wordt voorbereid. Pagina 20 van 28 Opties nieuwe projecten Er zijn op voorhand twee opties te onderscheiden. De optie die voor de hand ligt is om aansluiting te zoeken bij de lopende projecten van de andere waterschappen. Veel van de lopende projecten worden uitgevoerd met partners in de zgn. focuslanden, waarin waterschappen per definitie met elkaar optrekken. Vanuit het trekkende waterschap van deze projecten komt regelmatig een vraag om (vervangende of nieuwe) capaciteit, bijvoorbeeld omdat het aantal activiteiten of de vraag om ondersteuning in het betreffende land toeneemt. Een tweede optie is om met één of meer waterschappen nieuwe initiatieven te zoeken of te ontwikkelen buiten deze focuslanden. De partner waarmee we in Suriname werken, Wereld Waternet uit Amsterdam, heeft bijvoorbeeld ook in andere landen projecten of plannen daarvoor en biedt hiervoor verschillende mogelijkheden. Aanhouden bestaande contacten Tenslotte is er vanuit de partners waarmee we in Suriname, Nicaragua en Vietnam actief zijn (geweest) vraag om het voortzetting van de samenwerkingsbanden. Voor Nicaragua is hier in DWA-verband een voorstel voor ontwikkeld. Voor Vietnam is door trekkend waterschap Vechtstromen recent de vraag uitgezet naar een vervolg (capaciteit). De manier waarop wij hier al dan niet een rol willen spelen, en de wijze waarop we een verbinding houden met de waterschappen in het district Nickerie in Suriname, moet nader worden bekeken. Aanbevelingen bij de vervolgstappen De huidige (beperkte) capaciteit is tot nu toe effectief ingezet, dit willen we zo houden. Uit eigen ervaring weten we inmiddels dat het volgende dan belangrijk is bij de projectformulering: - Houd tijd en inspanning beheersbaar; - Maak het waterschap hier niet verantwoordelijk voor voortgang en resultaat daar; - Maak onze inzet effectief op inhoud en beperk de inzet op overkoepelende regelzaken; - Houd ruimte voor aanpassingen in programma, gegeven politieke ontwikkelingen; - Vermijd bestedingsdruk. In de interviews met eigen medewerkers voerde enthousiasme de boventoon. Het internationaal werk biedt veel leer- en ontwikkelmogelijkheden voor medewerkers, een HRMinstrument dat meer benut kan worden. Externen en collega-waterschappers geven als aandachtspunten mee: - De selectie en kwaliteit van uit te zenden medewerkers; kijk eens hoe andere organisaties medewerkers toerusten en selecteren. - Ten aanzien van partners: spreek heel duidelijk rollen, taken, verwachtingen uit en neem daar de tijd voor. - Probeer op kwaliteit te monitoren en te rapporteren en de resultaten ook zo te omschrijven. Dat er drie trainingen zijn gehouden, zegt nog niets over wat mensen hebben geleerd. Pagina 21 van 28 - Houd concrete uitvoeringsactiviteiten in het pakket, zorg dat daar geld voor is. Alleen praten beklijft niet. - De factor tijd is een grote valkuil, tijd loopt daar anders dan hier, tijd is bijna altijd op een gegeven moment een probleem. Houd daar in inrichting van het project rekening mee. - Wat we goed kunnen als waterschap in het buitenland, is: een plan omzetten naar tastbare resultaten, commitment en gebiedsnabijheid werken. Op operationeel en tactisch niveau. - Het waterschap onderscheidt zich met kennis en ervaring van Latijns Amerika. In de verkenning van 2016 zullen deze handreikingen worden meegenomen, en de opties verder worden uitgewerkt. Pagina 22 van 28 Beschikbare achtergronddocumenten Waterschap Rijn en IJssel • Nota Internationaal Beleid: Waterbeheer in samenwerking met buitenlandse partners, Waterschap Rijn en IJssel 2007 • Nota Evaluatie Internationaal beleid, 2011 • Opinies van medewerkers en extern betrokkenen over het internationaal werk van Waterschap Rijn en IJssel, interviews in kader van evaluatie, juli 2015. Project Suriname/ OWMCP • Projectplan 2012-2015/ subsidieaanvraag EU-fonds, mei 2011 • Verslagen werkbezoeken in Suriname en Nederland: één of meer jaarlijkse bezoeken in de periode augustus 2012 t/m augustus 2015 • Interim narrative report I (periode 9-2012 t/m 9-2013), EU-Fund • Interim narrative report II (periode 10-2013 t/m 9-2014), EU-Fund Project Nicaragua / La Libertad • Eindrapport 2e en nazorgfase van het project “Schoon water voor La Libertad” (20112015), april 2015 • Eindrapport 2e en nazorgfase van het project “Schoon water voor La Libertad” (20112015) - supplement voor intern gebruik bij Waterschap Rijn en IJssel, Dutch Water Authorities, focuslandgroep Nicaragua en NWB-fonds , juni 2015. • Samenwerkingsprogramma DWA met Nicaragua 2016-2019 - Programma-aanvraag NWB Fonds-, november 2015. • Schoon water voor La Libertad; De oogst van 7 jaar water samenwerking door de ogen van eindgebruikers, mei 2015. Project Vietnam • Verslag missie - Jaco van Langen, december 2014 • Endreport Capacity building program SCFC, to NWB-fonds, juli 2015 Landelijk • Dutch Water Authorities, visiedocument, oktober 2015 • Dutch Water Authorities, werkplan, oktober 2015 Pagina 23 van 28 Afkortingen CINTER DWA IWA LBSNN OWMCP RENOC Commissie Internationaal van de Unie van Waterschappen (bestuurlijke groep) Dutch Water Authorities (het internationale gezicht van de waterschappen) Internationale Waterambitie (rijksbeleid voor onze watersector in het buitenland) Landelijk Beraad Stedenbanden Nederland – Nicaragua (financier) Overliggend Waterschap Multi Purpose Corantijn Project Red Nacional de Organizaciones de Cuenca (Nicaraguaans netwerk voor stroomgebiedsorganisaties, zowel gouvernementeel, als non-gouvernementeel) RVO Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (uitvoeringsdienst buitenlandbeleid ministeries van BuZA, I&M en EZ) UvW Unie van Waterschappen VEI Vitens-Evides International (internationale poot van Vitens en Evides drinkwaterbedrijven) VNG-i internationale poot van Vereniging Nederlandse Gemeenten WINTER Werkgroep Internationaal van de Unie van Waterschappen (ambtelijke groep) WWN Wereld WaterNet Pagina 24 van 28 Bijlage: Overzicht ontwikkelingen Focuslanden Bangladesh De samenwerking met Bangladesh heeft op nationaal/ministerieel niveau in 2015 een impuls gekregen. Er is echter geen zicht op een structurele formele G2G samenwerking met een waterautoriteit in Bangladesh op korte termijn. Wel worden er op dit moment samen met partners een aantal projectvoorstellen ontwikkeld. Deze projecten zouden bij gebleken succes een basis kunnen zijn voor een structurele betrokkenheid van DWA in Bangladesh. De waterschappen ontwikkelen op dit moment voor Bangladesh geen zelfstandige visie of beleid, anders dan aanhaken bij kansen die door of in afstemming met andere partners geboden worden. Tot en met december 2015 heeft het NWB-fonds budget beschikbaar gesteld voor een “impuls” voor de inzet van de waterschappen in Bangladesh. Deze impuls zal niet voortgezet worden. Burkina Faso Tussen 2010 en 2015 zijn in Burkina Faso vijf waterschappen opgericht en hiermee is een start gemaakt met de invoering van decentraal waterbeheer. Een belangrijk moment in het duurzame waterbeheer is de vaststelling van de wet in 2011 die de waterschappen het recht geeft om belasting te heffen. De waterschappen zijn ingericht op stroomgebied en hebben alle vijf een AB en DB met een ambtelijke organisatie. Sinds 2012 werkt Waterschap Reest en Wieden (met partner VEI) samen met “l’Agence d’Eau de Nakanbe” (het eerste opgerichte waterschap) in Burkina Faso. Voor deze samenwerking is financiering toegekend vanuit het EU Water Facility Programma en duurt vijf jaar (tot 1 maart 2017). De samenwerking betreft de volgende vier onderwerpen: - Institutionele ondersteuning aan en operationeel maken van waterschap Nakanbé en Good Governance. - Bijdragen aan opstellen van waterbeheerplan Nakanbé (strategisch) en waterstroomgebiedsvisies) met implementatie van GIS. - Invoering van waterschapsbelasting. - Ondersteuning van lokale water comités. Inmiddels hebben vier andere Nederlandse waterschappen (Waternet, Hunze en Aas, NHNK en Aa en Maas) ook de intentie uitgesproken om met de waterschappen in Burkina samen te werken. Om deze samenwerking nader vorm te geven voor een periode van 3 jaar is een identificatiemissie uitgevoerd in het najaar van 2015. Colombia In juli van 2015 is een werkbezoek uitgevoerd in Colombia met als resultaat: Grote interesse aan de zijde van het CVC om ‘governance’ nadrukkelijk op te pakken in hun planvorming en institutionele ontwikkeling. Het geïntroduceerde water governance model is als strategische pijler ingebracht in hun onlangs vastgestelde Strategisch MilieuBeleidsPlan 2015-2036. Ondersteuning vanuit Nederland wordt als zeer positief ervaren; Een concept-samenwerkingsovereenkomst tussen het CVC en de DWA. Deze overeenkomst vormt een raamwerk voor toekomstige samenwerking en richt zich op het opzetten van een ‘Water Governance Partnership’. Het werkbezoek van minister Schultz van Haegen aan Colombia (31/8-3/9) is vervolgens benut om de samenwerkingsovereenkomst tussen het CVC en DWA te ondertekenen en hiervoor ook de nodige aandacht te genereren. Pagina 25 van 28 Genoemde ontwikkelingen bieden een uitstekende kans voor de DWA om hun positie en zichtbaarheid verder te versterken en aan te sluiten op de Internationale Water Ambitie. Zowel het rijksoverheid (Ministerie van I&M), regionale overheid (VNG International), het bedrijfsleven (RHDHV, Arcadis), de drinkwaterbedrijven (Brabant Water) als ook kennis- en opleidingsinstituten (TUDelft; UNESCO-IHE) hebben aangegeven perspectief te zien in samenwerking met de DWA in Colombia. Egypte Afgelopen jaren was de samenwerking op een laag pitje gezet (netwerkbehoud zonder kennisuitwisselingsprogramma’s). In 2015 is voorzichtig weer gestart met een samenwerkingsproject door een waterschapachtige instantie te ondersteunen in de toepassing van Integrated Water Resources management op regionaal niveau. Deze activiteit zal ook in 2016 worden voortgezet. Er zijn verschillende grote programma’s (beiden gefinancierd door met name de Wereld bank) in de maak waar DWA hoopt aan te sluiten door deelname aan een consortium bestaande uit Nederlands bedrijfsleven en kennisinstituten: - Rural sanitation programma (Wereld Bank) - Integrated Irrigation Improvement Project (phase 2) Deze programma’s zullen hoogst waarschijnlijk in 2016 van start gaan. Ethiopië In 2014 is een Water Governance Implementation Program (WGIP) vastgesteld en hebben de partners (federale Ministerie van Water, AwBA en de Dutch Water Authorities) een samenwerkingsovereenkomst voor de komende vier jaren getekend. Het programma richt zich op de vier belangrijkste mandaten van de Awash Basin Authority: - beleidsontwikkeling en planning, - informatiemanagement, - regulering (vergunningverlening en heffing). Op de verschillende thema’s zijn meer dan 30 waterschappers vanuit 10 NL waterschappen actief, allemaal onder de vlag van de Dutch Water Authorities, aangevuld met een aantal (soms vrijwillige) experts van andere (watersector)organisaties in Nederland (gemeenten, Rijkswaterstaat, advies- en trainingsbureaus en een onderwijsinstelling). De voortrekkers (projectleiders) van de Dutch Water Authorities in Ethiopië zijn: waterschap Zuiderzeeland, waterschap Hollandse Delta en waterschap AGV/WWn. Indonesië De waterschappen Aa en Maas; Peel, Maasvallei en Zuiderzeeland, samen met de hoogheemraadschappen van Delfland, Hollands Noorderkwartier, Schieland en de Krimpenerwaard en Wereld Waternet en ondersteund door het Water Governance Centre werken onder de vlag van de Dutch Water Authorities samen in Indonesië. Ter financiering van dit samenwerkingsverband zal in 2105 en op basis van een programmavoorstel bijdragen worden gevraagd aan het ministerie van Buitenlandse Zaken (Nederlandse ambassade in Jakarta) en het NWB-fonds. Dit betekent dat nieuwe initiatieven rond de samenwerking met Indonesië zo veel als mogelijk via het samenwerkingsverband zullen worden georganiseerd en gefinancierd. Voorbeelden van dergelijke nieuwe initiatieven zijn: - Reparatie van de kustlijn bij Pekalongan (Java) met “building with Nature” - Aanpak wateroverlast in Pekalongan (Java) - Sanitatie op het platteland op Sumatra - Programmering van de sanitatie in de provincie Banten (Java) - Rivierbeheer en bestrijding overstromingen in Banjir Masin (West Kalimantan). Pagina 26 van 28 Naar verwachting zal in 2016 naast de drie lopende projecten in Semarang, Jakarta en Banten de samenwerking ook voor Pekalongan en Sumatra van start zijn gegaan. Mozambique Sinds enkele jaren zijn drie waterschappen actief in de samenwerking met Mozambikaanse waterschappen. Waterschap de Dommel werkt samen met ARA Zambese, Waterschap Hunze en Aa’s met ARA Centro en Wetterskip Fryslan met ARA Sul. De onderwerpen waar de samenwerking op is gericht omvatten: strategische en operationele planning, inhoudelijke onderwerpen zoals overstromingsvoorspellingen, water verdelingsvraagstukken, waterkwaliteitsvraagstukken, ondersteuning bij opzetten dijkbeheer en stakeholder participatie. Waarschijnlijk zal een meerjarenprogramma ontwikkeld kunnen worden, waarbij een transitie van de lopende bilaterale projecten met de ARA meer naar een programmatische aanpak voor ondersteuning van de thema’s bij alle ARA’s gaat. Myanmar Myanmar behoort sinds 2013 tot de zeven ‘Water Mondiaal landen’ waarmee de Nederlandse overheid een langjarige samenwerkingsrelatie wil ontwikkelen. In 2013 is een MoU tussen Nederland en Myanmar getekend, met de focus op integraal waterbeheer. De gekozen aanpak van ‘learning-by-doing’ beoogt om tot 2020 een aantal concrete projecten op te pakken, bijvoorbeeld: Bago-Sittaung Canal Integrated Water System Analysis, with Ministry of Transport, Ministry of Agriculture and Irrigation, ITC Bago, Ministry of Electric Power, Bago Region. Een aparte plaats hiernaast wordt ingenomen door het programma voor institutionele versterking. Voor 2016 worden de verschillende genoemde projecten samen met de Myanmar autoriteiten gerealiseerd. Vanuit DWA is/ zijn bij deze ontwikkeling nog geen waterschappen aangesloten. Nicaragua / Midden-/ Latijns-Amerika In het focuslandgroep Nicaragua zijn actief: Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, Waterschap Noorderzijlvest, Waterschap de Dommel en Waterschap Rijn en IJssel. Uit een conferentie over decentraal waterbeheer in Nicaragua in januari 2015 kwam naar voren dat de grootste vraag naar expertise van DWA (medeorganisator van deze conferentie) op lokaal en regionaal niveau te vinden is. De onderwerpen waar de grootste behoefte aan kennis blijkt te liggen, matchen uitstekend met hetgeen DWA aan kennis te bieden heeft: - Ondersteuning bij het opzetten en uitvoeren van hydrologische monitoring; - Ondersteuning bij de ontwikkeling van integrale waterbeheerplannen en actieplannen; - Capaciteitsversterking van lokale beheerders; - Begeleiding bij de stap van plan naar concrete uitvoering. Naast de verzoeken om samenwerking vanuit Nicaragua, die mede vanwege de conferentie zijn toegenomen, wordt DWA steeds vaker benaderd door overheidspartijen, bedrijven en NGO’s actief in andere landen in Midden- en Zuid-Amerika. Het betreft onder meer Chili, Colombia, Costa Rica, Guatemala, Honduras en Mexico. Veel van de gevraagde activiteiten in deze landen sluiten uitstekend aan bij de doelen van de Internationale Waterambitie. Colombia is hier een goed voorbeeld van. Pagina 27 van 28 Roemenië Samenwerking met Roemenie vindt plaats op basis van een sinds 2008 vigerend Memorandum of Agreement (MoA) tussen de Unie van Waterschappen en Apele Romane de Roemeense Rijkswaterstaat. Binnen het kader van het MoA vindt jaarlijks een Bilateraal Panel plaats waarin onder meer de lopende projecten worden besproken. Tussendoor vinden technische workshops plaats. In Roemenië zijn de volgende waterschappen actief: Waterschap Reest en Wieden (met Teleorman County), Hoogheemraadschap van Rijnland en waterschappen Roer en Overmaas en Peel en Maasvallei (met Apele Romane). Vietnam De Nederlandse overheid wil met Vietnam een langjarige samenwerkingsrelaties ontwikkelen. Het doel hiervan is onder andere het uitwisselen van kennis tussen deltalanden op het gebied van klimaatadaptatie en watermanagement en het versterken van de positie van de Nederlandse watersector. Samen met het Rijk focussen we ons vooral op de Mekong Delta, met het Mekong Deltaplan als uitgangspunt, en op Ho Chi Minh City. a. Ho Chi Minh City: Vervolg op capacity buildingproject 2014-2015: een combinatie van (klassikale) trainingen en training-on-the-job. Onderwerpen liggen op zowel inhoudelijk, technisch terrein als op het gebied van governance. b. Mekong Deltaplan: het opzetten van een project dat in het teken staat van structureel beheer en onderhoud. Daarbij is zowel aandacht voor de meer technische kant (baggeren) als de governance-aspecten. Zuid-Afrika De waterschappen zijn sinds 2005 actief in Zuid Afrika. In 2013 is de samenwerking bekrachtigd in een Memorandum of Understanding tussen het Department of Water and Sanitation (DWS) in Zuid Afrika en het Ministerie van Infrastructuur en Milieu in Nederland. Bijna 15 waterschappen ondersteunen in Zuid-Afrika de ontwikkeling van zgn. Catchment Management Agencies: per stroomgebied georganiseerde waterbeheerorganisaties. Het gaat hierbij om: - AGV/ Wereldwaternet + Delfland; met Breede Gouritz CMA - AGV/ Wereldwaternet + Delfland; met Berg Olifants CMA - Groot Salland; met Inkomati-Usuthu CMA - Roer en Overmaas; met Limpopo North West CMA - Hollandse Delta + Rivierenland; met Pongola Umzimkhulu CMA - Vallei en Veluwe + Vechtstromen; met Olifants CMA - Brabantse Delta + Aa en Maas + de Dommel; met Vaal CMA - Rijnland; met Mzimvubu Tsitsikama CMA Daarnaast wordt met diverse waterorganisaties en -bedrijven in Zuid-Afrika samengewerkt. Belangrijke onderwerpen bij alle Catchment Agencies zijn o.a. financiering van de watersector, training van professionals en oppervlakte waterkwaliteit. Pagina 28 van 28