83 Alkmaarse Waagtoren werd voortgebracht, duidt op compositorische werkzaamheid van deze populaire organist '). 17. Cornells van Neck: 1684— 1691. In 1684 wordt Cornelis van Neck, organist te Zutphen sedert 1676, alwaar hij ook twee maal in de week muziek doceerde in de Latijnse school 2), benoemd 3). In hetzelfde jaar valt de oprichting van een muziekcollege waarvan Van Neck lid en ongetwijfeld arstistiek leider was *). 18. Dirck Luycass. Spruyt: 1691—(1718). Wegens overlijden van Cornelis van Neck wordt in 1691 Dirck Luycasz. Spruyt benoemd tegen ƒ 400 's jaars ; zijn vader Lucas (Jansz. ?) Spruyt echter wordt gehouden het orgel te onderhouden ,,buyten costen van dees stadt" 6) (vergelijk 13). Zijn salaris wordt in 1699 verhoogd tot ƒ 450 "), volgens zijn zoon „veroccasioneert door de invitatie van de laatst overleden Czaar van Rusland aan hem gedaen om in sijn Majesteits dienst op te gaan, en vervolgens om door die verhoging hem alhier in sijn dienst te doen continueeren" 7). 19. Juriaan Dirckss. Spruyt: (1718)— 1768. In 1718 komen burgemeesteren en kerkmeesteren tot de conclusie dat zij „voor het jegenwoordige geen verder menage hebben kunnen uijtvinden als bij occasie van de vacature van het organistschap van de groote kerck" 8); reeds eerder hadden de burgemeesteren „open¬ gelegd de sleghte constitutie ende het groot verval der kerckelijcke goederen e). Men besluit Juriaan Srpuyt, de zoon van „wijlen Dirck Spruyt, laast organist ende klockespeelder" tot waarnemend organist te benoemen tegen ƒ150 of ƒ200 's jaars. In 1722 wordt hij vast organist op een salaris van ƒ 300; zijn verzoek om salarisverhoging omdat dit bedrag hem „buyten vermogen stelden om eenige kosten te maaken tot meerder oeffening in sijn kunst" werd vier jaren later in¬ gewilligd en zijn inkomen vastgesteld op het gangbare bedrag van ƒ 400 's jaars ,0). In 1768 wordt hij, na vijftigjarige dienst, ontslagen met behoud van een jaarlijks pensioen van ƒ250; als reden goldt zijn „aanhoudende indispositie" "). Behalve een handschrift getiteld „Elementa Musica", op zijn vak betrekking hebbende, schreef Juriaan Spruyt een aantal verhande¬ lingen o.a. met betrekking tot de geschiedenis der stad Hoorn, over orgels, klokken en klokkenspelen in Hoorn en elders, welke getuigen van een historische belangstelling die ging buiten de grenzen van zijn beroep "). 1) 2) 3) 4) 5) «) 7) 8) ») 10) 11) 12) Tydschr. V; pag. 280 Bouwsteenen III, pag. 80. Res. 1680—1687; fol. 164, 169 vo. A. Merens: Het muziekcollege te Hoorn; West-Friesland's Oud en Nieuw XIV 1940* pag. 25. ' ' Res. 1687—1691; Verg. 4.3.1691. Res. 1697—<1 704; fol. 82 vo. G. 152: Res. Burg. en Vroedsch. 1665—1726; pag. 487. Res. 1714—1719; Verg. 1.2.1718. Ibid.; Verg. 7.10.1717. G. 152; Res. Burg. en Vroedsch. 1665—1726; (pag. 487 Res. 1748—1771; Verg. 2,5.8.1768. Alle genoemde handschriften — behalve dat over orgels — anwezig in het Archief der Gemeente