Dengue in Nederland: de gevolgen van de introductie van de Aziatische tijgermug voor de arts in het veld Drs. M.M. Jager (a)1, Dr. C. Reusken (a)1, Drs. ir. A. Hofhuis (a), Dr. ir. A.S. de Boer (a), Prof. dr. ir. W. Takken (b), Dr. ir. E.J. Scholte (c), Ing. J.H.J. Reimerink (a), Prof. dr. M.P.G. Koopmans (a) (1; Mischa Jager en Chantal Reusken hebben beiden evenveel bijgedragen aan het tot stand brengen van dit stuk) a; Centrum Infectieziektebestrijding, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM, Bilthoven) - Mischa Jager: Laboratorium voor Infectieziekten en Screening (LIS), arts-onderzoeker - Chantal Reusken: Laboratorium voor Zoönose en Omgevings microbiologie (LZO), bioloog en projectleider Virale Zoönose - Agnetha Hofhuis: Epidemiologie en Surveillance (EPI), epidemioloog - Annette de Boer: Beleid, Bedrijfsvoering en Advies (BBA), epidemioloog - Johan Reimerink: Laboratorium voor Infectieziekten en Screening (LIS), onderzoeker Immunologie - Marion Koopmans: Laboratorium voor Infectieziekten en Screening (LIS), hoofd sectie Virologie b; Laboratorium voor Entomologie, Wageningen Universiteit en Research Centrum (Wageningen) - Willem Takken: Entomoloog c; Plantenziektenkundige Dienst (Wageningen) - Ernst-Jan Scholte: Entomoloog 1 Correspondentieadres: Prof. dr. M.P.G. Koopmans, Viroloog Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu Antonie van Leeuwenhoeklaan 9 3721 MA Bilthoven Tel: 030-2743945 E-mailadres: [email protected] 2 Samenvatting De Aedes albopictus (de Aziatische tijgermug) wordt vanuit Zuid China in Nederland geïmporteerd. De tijgermug is vector voor verschillende infectieziekten, met name dengue virus en chikungunya virus (CHIKV). Doordat in Zuid China dengue endemisch voorkomt bestaat theoretisch de kans dat dengue virus in Nederland wordt geïntroduceerd. Tot nu toe zijn er nog geen aanwijzingen dat dengue virus in Nederland is overgebracht op de mens. Het is onduidelijk of CHIKV endemisch voorkomt in Zuid China. Recent is een officieel persbericht verschenen vanuit het Ministerie van Volksgezondheid over een uitbraak van CHIKV in Noord-Italië waar meer dan honderd personen bij betrokken zijn. 3 Abstract: The Aedes albopictus (the Asian tigermusquito) is being imported in the Netherlands from the South of China. The tigermusquito is a vector for several infectious diseases, specifically dengue. Because dengue is endemic in the South of China, there is hypothetical a chance that dengue will be introduced into the Netherlands. Until now there are no signs that dengue has been transmitted on humans in the Netherlands. It is not clear if CHIKV is endemic in the South of China. In a recent message officially declared by the Ministry of Health, they write about an outbreak of CHIKV in Italy, involving more than hundred persons. 4 Introductie ( Foto’s 1 & 2: De “Aedes Albopictus”, zijn gemaakt door Susan Ellis ) Vanuit Zuid China wordt Dracaena sanderana (“Lucky Bamboo”) geïmporteerd naar Nederland (1). Dit plantje is sinds een aantal jaren populair geworden in Europa. Invoer en verkoop van de planten vindt voornamelijk in Nederland plaats, waarbij jaarlijks enkele miljoenen Lucky Bamboo planten via ons land verhandeld worden. Hiermee is een potentieel nieuw infectieziekteprobleem ontstaan. De “Lucky Bamboo” wordt op water gekweekt in gebieden waar bloedzuigende muggen voorkomen die arbovirussen kunnen overdragen, zoals de Aedes albopictus die eitjes en larven afzet in de water- en gelcultures en op de onderkant van de bladeren van de “Lucky Bamboo”. De eitjes en larven van de tijgermug kunnen zich tijdens het transport handhaven (1, 2) . De tijgermug is onder andere vector voor de flavivirussen dengue, West Nile en Japanse Encephalitis (3-5). Ook Chikungunya virus kan worden overgedragen door de Aedes albopictus en andere Aedes soorten, zoals de Aedes aegypti. Deze infectie heeft zich recent explosief verspreid in Zuid Oost Azië, maar er zijn nog geen gegevens over mogelijk voorkomen in Zuid China (6). Er is recent een artikel verschenen over de import van Chikungunya virus in Italië (7). Tevens is er een officieel persbericht verspreid (augustus 2007) vanuit het Ministerie van Volksgezondheid in Noord Italië dat er een uitbraak is van CHIKV door de Aedes Albopictus, waar meer dan 100 personen bij betrokken zijn. Onduidelijk is het of deze infecties geïmporteerd zijn of dat transmissie in Italië heeft plaatsgevonden. 5 ( foto 3: Lucky Bamboo. Foto gemaakt in China door Linda Verhoef) De introductie van de tijgermug in Nederland vanuit Zuid China kan dus gevolgen hebben voor de Nederlandse volksgezondheid, met name als de tijgermug in staat zou zijn zich permanent te vestigen in Nederland. Het Centrum voor Infectieziektebestrijding (CIb/RIVM), de Plantenziektenkundige Dienst en Wageningen Universiteit en Research Centrum doen om die reden gezamenlijk in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) onderzoek naar de risico’s van de import van de tijgermug in Nederland. Transport Bij de import van “Lucky Bamboo” op water- of gelcultures uit China wordt de tijgermug in Nederland geïmporteerd vanuit gebieden waar arbovirus infecties voorkomen die via deze vector verspreid worden. In 2005 is de mug voor het eerst in Nederland aangetroffen in de kassen bij een drietal importbedrijven (1). Er zijn momenteel in Nederland zeventien bedrijven waarvan bekend is dat zij “Lucky Bamboo” op water- of gelcultures importeren. In 2005 zijn ongeveer 40 miljoen planten geïmporteerd uit Zuid China (Guangdong en Guangxi provincies) in de havens van Rotterdam. Deze planten worden in de bedrijven verder verwerkt voor de handel. Nederland dient veelal als doorvoerhaven voor export naar omringende landen, maar ook in Nederland worden de planten afgezet. 6 (plaatje China tussen tekst) De (Aziatische) tijgermug, de Aedes albopictus De tijgermug is een agressieve bijter die overdag bijt en pijnlijke beten en allergische reacties kan veroorzaken. De tijgermug komt oorspronkelijk uit Zuidoost Azië, de eilanden van de West- Pacific en de Indische Oceaan (8), maar heeft zich de laatste decennia over alle continenten verspreid (3, 8). Verspreiding vindt vooral plaats door transport van eitjes via de wereldwijde handel in oude autobanden (8, 9). Daarnaast is aangetoond dat de tijgermug met de import van Lucky Bamboo op watercultuur geïntroduceerd kan worden (2). Eitjes die in China door de mug zijn uitgezet in het water- of gelcultures kunnen zich (tijdens het transport) ontwikkelen tot larven en volwassen muggen (1, 2). Het klimaat in de kassen waar de planten verwerkt worden is zodanig dat de mogelijkheid bestaat dat de volwassen muggen overleven en zich vestigen (10). De tijgermug is een vector voor tenminste tweeëntwintig arbovirussen (arthropodborne virussen), Wuchereria bancrofti (Onchocercidea) en Dirofilaria immitis (8). De belangrijkste infectieziekten waar de tijgermug als vector voor dient staan in tabel 1. Tabel 1 (8): 7 Virologie en kliniek dengue en chikungunya Dengue virus hoort tot de familie van de Flaviviridae, genus flavivirus en is bekend als de veroorzaker van dengue, ook wel knokkelkoorts genoemd. Dengue uit zich klinisch in verschillende overlappende syndromen: ongedifferentieerde koorts, dengue koorts (knokkelkoorts) en dengue hemorragische koorts (DHF)/ dengue shock syndroom (DSS) (11). De meeste infecties verlopen zonder symptomen of met milde verschijnselen (12). Chikungunya virus hoort tot de familie van de Alphaviridea, het genus alphavirus en veroorzaakt chikungunya. Chikungunya veroorzaakt hoofdpijn, koorts, gewrichtspijn, zwelling van gewrichten en rash (13). Klinisck en diagnostisch onderscheid tussen dengue en chikungunya kan je maken door het feit dat dengue meer spierpijn dan gewrichtsklachten geeft en dat je bij Chikungunya minder vaak te maken hebt met leukopenie en trombopenie (7, 13). Risico inschatting Ter inschatting van de volksgezondheidsrisico’s tengevolge van de introductie van de tijgermug in Nederland vanuit arbovirus endemische gebieden zijn de volgende vragen van belang: 1) Wat is de incidentie van genoemde infectieziekten in de gebieden waaruit deze introducties plaatsvinden? 8 2) Wat is de prevalentie van genoemde infectieziekten in de tijgermug in de relevante provincies in China? 3) Is er sprake van transovariële transmissie van genoemde infectieziekten in de tijgermug (dus transmissie van adult op nageslacht)? 4) Hoe groot is de kans op introductie van levende muggen, larven en/of eitjes? 5) Hoe waarschijnlijk is een permanente vestiging van de tijgermug in Nederland? Ad 1. Dengue is één van de veel voorkomende infectieziekten in Zuid China, hoewel exacte gegevens niet beschikbaar zijn (9). Er is in Zuidoost Azië sprake van een opmars van een ander arbovirus, Chikungunya virus. Er zijn geen officiële meldingen van Chikungunya virus infecties in China, maar wel in aangrenzende landen ten zuiden van China ( India; Yergolkar, Saxena(14), Thailand; Thaikruea (15). Ad 2. In de literatuur worden slechts een beperkt aantal veldstudies beschreven waarin onderzocht is in hoeverre de tijgermug positief is voor denguevirus. Daaruit blijkt dat tijgermuggen tot een percentage van 20% geïnfecteerd zijn in endemische gebieden (16-19). Gezien de variatie in de literatuur van het aantal besmette muggen en het feit dat de prevalentie van denguevirus in een muggenpopulatie door vele factoren beïnvloed kan worden (o.a. seizoensgebonden) is de prevalentie niet goed in te schatten. De ondergrens van het aantal besmette muggen is belangrijk om te bepalen maar moeilijk omdat je veel muggen moet testen om een goede inschatting te maken. Ad 3. Denguevirus kan transovarieel (van volwassen mug op nageslacht) door de tijgermug overgedragen worden en eitjes/larven afgezet door positieve adulten kunnen 9 zich ontwikkelen tot volwassen muggen die transmissie van denguevirus naar de mens bewerkstelligen (20, 21). Voor Chikungunya virus zijn tot nu toe geen aanwijzingen voor transovariele transmissie door de tijgermug gevonden. Ad 4. De introductie van levende muggen en larven kan middels gerichte bestrijding in het exportland worden tegengegaan. De eitjes worden hoofdzakelijk afgezet in het water- en gelcultures waarop de Lucky Bamboo plantjes verscheept worden, en kunnen onder de transportcondities prima overleven. Na aankomst in Nederland maar ook gedurende het zeetransport kunnen de eitjes zich ontwikkelen tot volwassen muggen. Ad 5. De tijgermug heeft zich ondanks de relatief lage wintertemperaturen weten te vestigen in Noord-Amerika (bijvoorbeeld Chicago), Noord-Japan en Noord-Italië (22) (23). Het is daarom niet ondenkbaar dat de mug zich ook in Nederlandse winters kan handhaven. Zomertemperaturen in Nederland zijn geschikt voor de overleving van volwassen muggen en een succesvolle reproductiecyclus (24). Gevestigde populaties tijgermuggen zijn zeer moeilijk te bestrijden en tot nu toe is eradicatie maar in een beperkt aantal landen met succes voltooid, omdat het lastig is om de broedlocaties van de mug te achterhalen. Als deze zich bevinden in bewoond gebied kan het gebruik van chemische pesticiden op weerstand stuiten. Ervaringen elders in Europa zijn wisselend: in Frankrijk, België en Zwitserland is Ae. albopictus geïntroduceerd via de import van oude autobanden vanuit Amerika en Japan (25) maar door gerichte maatregelen onder controle gebracht. In Albanië, Griekenland, Spanje en Italië daarentegen blijkt het niet mogelijk om de geïmporteerde mug onder controle te krijgen. In Italië heeft de tijgermug zich binnen tien jaar over het hele land verspreid 10 (26). Dit heeft inmiddels geleid tot infecties van honden met D. immitis. De mug wordt als bedreiging van het toerisme gezien (27, 28). Er zijn nog geen gevallen van lokaal overgedragen dengue beschreven in deze landen. Landen in Europa waar de tijgermug gesignaleerd is of gevestigd: (22) (1, 29) Kaart 1: landen in Europa waar de tijgermug gevestigd of gesignaleerd Opzet onderzoek: Het Centrum Infectieziektebestrijding van het RIVM (Cib) heeft nader onderzoek naar de volgende vragen aanbevolen: - Hoe vaak wordt Aedes albopictus bij de betreffende bedrijven gevonden? - Hoe vaak komt dengue virus voor in de muggenpopulatie? - Hoe veel werknemers van Lucky Bamboo bedrijven zijn besmet? - Wat is de introductieroute van Aedes albopictus? Het RIVM heeft in samenwerking met Wageningen Universiteit en de Plantenziektekundige Dienst deze aanbeveling concreet gemaakt in een onderzoeksplan. Onderzoekers van de Plantenziektenkundige Dienst (PD) in Wageningen, hebben muggenvallen geplaatst bij bedrijven die de Lucky Bamboo importeren. Deze vallen 11 worden elke twee weken geleegd. Aanwezige tijgermuggen worden doorgestuurd naar het RIVM waar verder onderzocht wordt of ze besmet zijn met dengue virus. Onderzoekers van het laboratorium voor Entomologie in Wageningen onderzoeken of de tijgermug zich in Nederland gevestigd heeft. Het RIVM is verantwoordelijk voor het serologische deel van het onderzoek. Bij bedrijven waar de tijgermug is gevonden wordt op vrijwillige basis personeel getest op de aanwezigheid van antistoffen tegen dengue. ( foto 4: bloedafname bij werknemers. Foto: Agnetha Hofhuis ) De consequenties voor de arts in het veld Dengue en Chikungunya zijn primair tropische ziekten, die van belang zijn voor de differentiaal diagnostiek van koorts bij reizigers naar tropische en subtropische gebieden. Daarom zal de gemiddelde Nederlandse arts niet snel dengue of chikungunya in zijn differentiaal diagnose opnemen bij een patiënt zonder reisanamnese of reizigers binnen Europa. Er zijn echter situaties mogelijk – zoals bovenbeschreven- waarbij zogenaamde tropische virussen niet alleen in de tropen kunnen worden opgelopen, maar ook in Europa. De a priori kans daarop is uitermate klein, maar bovenstaand overzicht illustreert dat die situatie kan veranderen. Clinici zijn de eerste schakel in het signaleren van ongewone infectieziekteproblemen. De arts zal bij een patiënt met onverklaarde koorts een goede afweging moeten maken of arbovirussen in de differentiaal diagnose moet worden opgenomen. 12 De Lucky Bamboo bedrijven zijn vooral in het Westen van Nederland gesitueerd. Kaart 2, kaart Nederland waar Lucky Bamboo bedrijven zijn gelegen: a Wervershoof b Bleiswijk c Naaldwijk d Monster e Honselersdijk f Nieuwe Wetering g Mijdrecht h Amstelveen i de Kwakel j Aalsmeer Conclusie De introductie van de tijgermug in Nederland kan verstrekkende gevolgen hebben voor de Nederlandse volksgezondheid. De tijgermug wordt geïntroduceerd vanuit Zuid China waar dengue, Chikungunya en Japanse Encephalitis mogelijk endemisch voorkomen. Tot nu toe zijn er geen aanwijzingen dat de tijgermug één van deze ziekten in Nederland heeft overgebracht op de mens. De recente uitbraak in Italië van chikungunya laat zien hoe belangrijk het is om ons voor te bereiden op import en verspreiding van nieuwe ziekten door de introductie van een nieuwe vector; de Aziatische tijgermug. 13 Dankwoord: Frans van den Berg en Maaike Mathu worden bedankt voor het maken van de overzichtelijke kaarten. Beide zijn werkzaam bij het RIVM. 14 Literatuurlijst: 1. Scholte E-J, Jacobs F, Linton Y-M, Dijkstra E, Fransen J, Takken W. First record of Aedes (stegmonyia) Albopictus in the Netherlands. European Mosquito Bullitin 2007. 2007. 2. Linthicum KJ, Kramer VL, Madon MB, Fujioka K. Introduction and potential establishment of Aedes albopictus in California in 2001. J Am Mosq Control Assoc. 2003;19(4):301-8. 3. Pages F, Corbel V, Paupy C. [Aedes albopictus: chronical of a spreading vector]. Med Trop (Mars). 2006;66(3):226-8. 4. Konishi E. [Clinical and epidemiological aspects of Japanese encephalitis]. Nippon Rinsho. 2005 Dec;63(12):2138-42. 5. Gingrich JB, Williams GM. Host-feeding patterns of suspected West Nile virus mosquito vectors in Delaware, 2001-2002. J Am Mosq Control Assoc. 2005 Jun;21(2):194200. 6. Pialoux G, Gauzere BA, Jaureguiberry S, Strobel M. Chikungunya, an epidemic arbovirosis. Lancet Infect Dis. 2007 May;7(5):319-27. 7. Beltrame A, Angheben A, Bisoffi Z, Monteiro G, Marocco S, Calleri G, et al. Imported Chikungunya infection, Italy. Emerging Infectious Diseases Journal Homepage CDC. 2007;13(number 8). 8. Gratz NG. Critical review of the vector status of Aedes albopictus. Med Vet Entomol. 2004;18(3):215-27. 9. Knudsen AB. Global distribution and continuing spread of Aedes albopictus. Parassitologia. 1995;37(2-3):91-7. 10. Madon MB, Mulla MS, Shaw MW, Kluh S, Hazelrigg JE. Introduction of Aedes albopictus (Skuse) in southern California and potential for its establishment. J Vector Ecol. 2002 Jun;27(1):149-54. 11. Feigin, Cherry. Textbook of Pediatric Infectious Diseases; 1998. 12. Rigau-Perez JG, Clark GG, Gubler DJ, Reiter P, Sanders EJ, Vorndam AV. Dengue and dengue haemorrhagic fever. Lancet. 1998 Sep 19;352(9132):971-7. 13. Knipe DM, Howley PM. Fields Virology; 2001. 14. Kamath S, Das AK, Parikh FS. Chikungunya. J Assoc Physicians India. 2006 Sep;54:725-6. 15. Thaikruea L, Charearnsook O, Reanphumkarnkit S, Dissomboon P, Phonjan R, Ratchbud S, et al. Chikungunya in Thailand: a re-emerging disease? Southeast Asian J Trop Med Public Health. 1997;28(2):359-64. 16. Chow VT, Chan YC, Yong R, Lee KM, Lim LK, Chung YK, et al. Monitoring of dengue viruses in field-caught Aedes aegypti and Aedes albopictus mosquitoes by a typespecific polymerase chain reaction and cycle sequencing. Am J Trop Med Hyg. 1998 May;58(5):578-86. 17. Chung YK, Pang FY. Dengue virus infection rate in field populations of female Aedes aegypti and Aedes albopictus in Singapore. Trop Med Int Health. 2002 Apr;7(4):32230. 15 18. Kow CY, Koon LL, Yin PF. Detection of dengue viruses in field caught male Aedes aegypti and Aedes albopictus (Diptera: Culicidae) in Singapore by type-specific PCR. J Med Entomol. 2001 Jul;38(4):475-9. 19. Wen J, Liang F, Du F. [An etiological and serological study on Dengue epidemic in Guangdong Province]. Zhonghua Shi Yan He Lin Chuang Bing Du Xue Za Zhi. 1998 Jun;12(2):165-8. 20. Rosen L. Further observations on the mechanism of vertical transmission of flaviviruses by Aedes mosquitoes. Am J Trop Med Hyg. 1988 Jul;39(1):123-6. 21. Rosen L, Shroyer DA, Tesh RB, Freier JE, Lien JC. Transovarial transmission of dengue viruses by mosquitoes: Aedes albopictus and Aedes aegypti. Am J Trop Med Hyg. 1983 Sep;32(5):1108-19. 22. Knudsen AB, Romi R, Majori G. Occurrence and spread in Italy of Aedes albopictus, with implications for its introduction into other parts of Europe. J Am Mosq Control Assoc. 1996;12(2 Pt 1):177-83. 23. Romi R, Severini F, Toma L. Cold acclimation and overwintering of female Aedes albopictus in Roma. J Am Mosq Control Assoc. 2006 Mar;22(1):149-51. 24. Moore CG. Aedes albopictus in the United States: current status and prospects for further spread. J Am Mosq Control Assoc. 1999 Jun;15(2):221-7. 25. Schaffner F, Van Bortel W, Coosemans M. First record of Aedes (Stegomyia) albopictus in Belgium. J Am Mosq Control Assoc. 2004;20(2):201-3. 26. Urbanelli S, Bellini R, Carrieri M, Sallicandro P, Celli G. Population structure of Aedes albopictus (Skuse): the mosquito which is colonizing Mediterranean countries. Heredity. 2000 Mar;84 ( Pt 3):331-7. 27. Pombi M, Costantini C, della Torre A. [Aedes albopictus (Diptera: Culicidae) in Rome: experimental study of relevant control strategy parameters]. Parassitologia. 2003 Jun;45(2):97-102. 28. Cancrini G, Frangipane di Regalbono A, Ricci I, Tessarin C, Gabrielli S, Pietrobelli M. Aedes albopictus is a natural vector of Dirofilaria immitis in Italy. Vet Parasitol. 2003;118(3-4):195-202. 29. Benedict MQ, Levine RS, Hawley WA, Lounibos LP. Spread of the tiger: global risk of invasion by the mosquito Aedes albopictus. Vector Borne Zoonotic Dis. 2007 Spring;7(1):76-85. 16 Tabel 1 (8): Aedes Albopictus is een vector voor verschillende infectieziekten o.a.: Flavivirussen: Dengue West Nile Alphavirussen: 17 Chikungunya Eastern Equine Encephalitis Ross River Bunyavirus: La Cross Filaria: Dirofilaria immitis (honden hartworm), Dirofilaria repens 18