Deel 6_Niemand moet zijn huis verkopen

advertisement
'Niemand moet zijn huis verkopen'
Jasper D'Hoore En Ine Renson, De Tijd, 30 mei 2015
Wordt het rusthuis voor de Vlaming onbetaalbaar? Niet als het van minister van Welzijn Jo
Vandeurzen (CD&V) afhangt. Hij werkt aan een nieuw financieringsmodel en rekent op een
groter deel van het Vlaamse budget. Maar op korte termijn moeten we daar nog geen heil van
verwachten. 'We hebben dit probleem geërfd. We kunnen het niet een-twee-drie oplossen.'
Een wake-upcall. Dat blijft hangen na enkele weken onderduiken in de Vlaamse rusthuizen.
We zagen een sector waar met hart en ziel wordt gewerkt maar die op zijn tandvlees zit. Door
de financiële strop rond de rusthuizen moeten woonzorgcentra kunst- en vliegwerk verrichten
om nog goede zorg te kunnen bieden, zeker aan bewoners die steeds hulpbehoevender
worden. Rusthuizen dreigen door de besparingslogica en de hoge werkdruk zorgfabrieken te
worden waar bewoners niet de altijd de omkadering krijgen waar ze recht op hebben.
Jo Vandeurzen, al sinds 2009 minister van Welzijn, zucht diep als we hem met die vaststelling
confronteren. 'Ik kom vaak genoeg in onze woonzorgcentra om te beseffen dat er te weinig
geld naar de zorg voor zwaar hulpbehoevenden gaat. Het is een probleem dat we door de
zesde staatshervorming hebben geërfd van de federale overheid. We zijn sinds 1 juli bevoegd
voor ouderenzorg en werken aan een oplossing. Maar we kunnen die niet een-twee-drie in
elkaar steken.'
De rusthuisfactuur dreigt in snel tempo te stijgen van 1.500 naar 1.800 euro per maand,
terwijl het gemiddelde pensioen op 1.200 euro ligt. Wordt het rusthuis niet
onbetaalbaar?
Jo Vandeurzen: 'Het is onze ambitie ouderenzorg betaalbaar te houden. Niemand zal zijn huis
moeten verkopen om zijn rusthuisfactuur te betalen. Elke rusthuisbewoner krijgt nu al 130
euro per maand van de Vlaamse zorgverzekering. Afhankelijk van hun inkomen en hun
zorgbehoevendheid ontvangen ze ook een extra tegemoetkoming. Voor de meesten volstaat
dat om de kosten te kunnen dekken en dat moet in de toekomst ook zo blijven.'
De Vlaming stort jaarlijks 50 euro voor de zorgverzekering. Zowat iedereen in de sector
laat verstaan dat het meer moet zijn om de vergrijzing op te vangen. Sommigen
speculeren op ruim 260 euro.
Vandeurzen: 'Er zijn geen plannen om die premie snel op te trekken. Bij de
regeringsonderhandelingen hebben we nog maar beslist die te verhogen van 25 naar 50 euro.
Maar ik kan inderdaad niet uitsluiten dat zo', scenario op termijn op tafel komt, want we gaan
de Vlaamse zorgverzekering uitbouwen tot een echte Vlaamse sociale bescherming. Daar
brengen we niet alleen de ouderenzorg maar ook de gehandicaptenzorg en de psychiatrische
verzorging in onder. We willen één loket inrichten, dat alles regelt.'
Kenners van de ouderenzorg vrezen dat Vlaanderen de vergrijzing niet zal kunnen
betalen en dat de prijzen zullen stijgen. En u zingt: 'Tout va bien, madame la marquise.'
Vandeurzen: 'Natuurlijk zal er meer geld moeten vloeien naar de ouderenzorg. Voor een deel
hebben we dat ook vastgelegd in de Vlaamse meerjarenbegroting. We hebben 150 miljoen
euro vrijgemaakt om tegen 2018 ongeveer 8.400 extra rusthuisplaatsen te subsidiëren.
Doordat bejaarden hulpbehoevender worden, zullen we daar nog iets bovenop moeten leggen.
Dat geld kunnen we vinden door het budget voor ouderenzorg efficiënter in te zetten. En bij
elke begrotingscontrole zullen we extra geld moeten zoeken.'
Over die 8.400 nieuwe plaatsen zegt de sector dat u politiek voert zonder geld. Het gaat
om bedden voor lichte zorg, terwijl de rusthuizen schreeuwen om subsidies voor
intensieve zorg.
Vandeurzen: (geërgerd) 'Hadden we dan geen nieuwe plaatsen moeten erkennen, en de
wachtlijsten langer laten worden? We hebben er in eerste instantie voor gekozen het huidige
financieringssysteem te behouden. Door de vergrijzing is er nu eenmaal nood aan nieuwe
plaatsen en de rusthuizen stonden in de rij om die te mogen uitbaten. Maar ik erken dat er te
weinig geld vloeit naar de verzorging van zwaar hulpbehoevenden. Om dat probleem op te
lossen, werken we aan een nieuw financieringsmodel. Geef ons alstublieft een beetje tijd om
dat uit te werken.'
Tijd die er niet is, want hoe langer u wacht, hoe groter het probleem wordt.
Vandeurzen: 'We zoeken samen met de sector naar tussenoplossingen. We denken er
bijvoorbeeld aan rusthuizen toe te laten enkele bedden voor lichte zorg te ruilen voor bedden
voor meer intensieve verzorging. Maar nog eens: Vlaanderen heeft dit probleem niet
gecreëerd. Toen de federale regering in 2013 gestopt is met de erkenning van bedden voor
zware zorg, hebben we gesmeekt dat niet te doen. Nu zitten wij met die erfenis.'
Is dat niet een beetje te gemakkelijk? Peter Degadt, de topman van de rusthuizenkoepel
Zorgnet Vlaanderen, vindt dat u de hete aardappel te lang voor u heeft uitgeschoven.
Vlaanderen wist al in 2011 dat die overdracht er zat aan te komen.
Vandeurzen: 'Dat is gewoon niet juist. Voor de verkiezingen hebben we een omvangrijk
rapport met uitgewerkte voorstellen voorgelegd. Het regeerakkoord en mijn beleidsnota zijn
gebaseerd op dat werkstuk. We hebben er alles aan gedaan opdat de bewoners van de
woonzorgcentra niet zouden merken dat Vlaanderen bevoegd werd. Maar je kon toch niet
verwachten dat we in de vorige legislatuur al een hele hervorming op poten zouden zetten?
Zulke cruciale beslissingen kunnen enkel genomen worden bij een regeringsonderhandeling.'
Is die zesde staatshervorming geen vergiftigd geschenk? De erfenis die de federale
overheid u heeft nagelaten is niet bepaald proper.
Vandeurzen: 'Het was toch voor iedereen duidelijk dat Vlaanderen door de zesde
staatshervorming de vergrijzing mee zou betalen? Ik ben vooral blij dat we eindelijk op eigen
benen staan. De Vlaming wil zo lang mogelijk thuis blijven en we hebben eindelijk alle
bevoegdheden in handen om dat waar te maken. We krijgen de kans een nieuw systeem op
poten te zetten, ook financieel, van de thuiszorg tot in het rusthuis. Maar zo'n proces neemt
wel tijd in beslag.'
Hoe moet het nieuwe financieringsmodel er uitzien?
Vandeurzen: 'We gaan niet langer de rusthuizen, maar de mensen zelf een zakje met geld
geven. Dat kunnen ze gebruiken om thuiszorg, een assistentiewoning of het woonzorgcentrum
te betalen. Het is de bedoeling zwaar zorgbehoevenden meer te geven dan mensen die enkel
lichte zorg nodig hebben. Ik ben ervan overtuigd dat mensen pas later de stap naar het rusthuis
zullen zetten als ze de middelen zelf in handen hebben.'
Tegen 2019, het einde van de legislatuur, zal onze ouderenzorg er dus helemaal anders
uitzien?
Vandeurzen: 'Het is totaal onrealistisch te denken dat we deze gigantische hervorming tegen
dan rond kunnen krijgen. We gaan de grote krijtlijnen schetsen en zo veel mogelijk concrete
maatregelen goedkeuren, zodat een volgende Vlaamse regering op het ingeslagen pad voort
kan gaan. En nee, die volgende regering gaat niet voor een totaal andere richting kiezen.
Enfin, dat is toch niet evident als al een deel van de weg is afgelegd.'
Intussen rukken de grote commerciële zorgbedrijven op. Heeft u daar als man van het
middenveld problemen mee?
Vandeurzen: 'Wat ik daarover vind, doet er eigenlijk niet toe. Het enige wat telt is of een
rusthuis kwaliteit levert en toegankelijk is, ongeacht of het een OCMW-, een vzw-, of een
commercieel rusthuis is. Door inspecties weten we dat sommige commerciële rusthuizen
flirten met de minimumnormen voor het personeel. Maar tot nu toe zijn er geen grote
problemen vastgesteld met de kwaliteit die ze leveren.'
U vindt het dus niet erg dat bedrijven een pak geld verdienen met ouderenzorg?
Vandeurzen: 'In het huidige financieringsmodel is het onmogelijk hoge winsten te boeken én
kwaliteit te leveren. Als er spelers zijn die dat toch kunnen, moeten we ons vragen stellen. Om
te vermijden dat bedrijven hoge winsten maken door de kwaliteit van de zorg te verwaarlozen
hebben we de kwaliteitscontroles nog opgedreven. We bevragen de bewoners van alle
woonzorgcentra over hoe ze zich voelen. Wat ze bijvoorbeeld denken over het eten en of hun
privacy voldoende wordt gerespecteerd.'
Het rusthuis blijft voor heel wat Vlamingen een doemplek waar ze nooit willen
belanden.
Vandeurzen: 'Dat is vooral een beeld van het verleden. Nieuwe rusthuizen stappen af van de
lange gangen en zetten in op het samenwonen in beperkte leefgroepen, waardoor het veel
gezelliger wordt. Het moderne rusthuis is ingebed in het dorp, ligt naast enkele
assistentiewoningen en werkt intensief samen met de thuiszorg. Ouderenzorg is immers veel
meer dan alleen de woonzorgcentra.'
OPNIEUW VLAAMS GELD VOOR BAKSTENEN
OCMW- en vzw-rusthuizen die wilden (ver)bouwen konden tot voor kort voor subsidies
aankloppen bij het Vlaams investeringsfonds VIPA Die subsidies dekten tot 60 procent van de
kosten. Europa besliste dat Vlaanderen die uitgaven in zijn begroting moet opnemen,
waardoor het budget in het rood zou gaan. Daarom wordt in 2015 geen euro uitgekeerd.
Voor 2016 ligt een oplossing op tafel. 'We werken aan een nieuw mechanisme dat geleidelijk
zal worden gebruikt', zegt Jo Vandeurzen. De overheid wil rusthuizen een vast bedrag per dag
geven voor het gebruik van de gebouwen. Dat moet het voor directies gemakkelijker maken
een lening te krijgen van de bank of in zee te gaan met een vastgoedbedrijf. De details moeten
nog worden uitgewerkt maar de vzw-rusthuizen reageren alvast tevreden. 'Het siert de
minister dat hij zo snel met een oplossing op de proppen komt', zegt Peter Degadt, de topman
van de koepel Zorgnet Vlaanderen.
Download