Chemisch wateronderzoek 1 d tsta klimaa water leeft 2 tstad klimaa Abio Chemisch wateronderzoek tstad klimaa 2 Chemisch wateronderzoek 3 WATER LEEFT Chemisch wateronderzoek Een goede waterkwaliteit is van groot belang voor het leven van waterdieren en waterplanten. Biologisch leven in het water is afhankelijk van een aantal abiotische factoren. Diepte van het water De diepte van het water is een bepalende factor voor de groei van waterplanten. De vegetatie (of plantenbegroeiing) varieert sterk van oever naar open water. A B C Zone aan de rand van het water waar de bodem vochtig is maar niet voortdurend onder water staat. moeraszone Ondiepe zone vanaf de oever waar planten met hun wortels voortdurend in het water staan. Diepere zone van de zoetwaterplas waar de meerderheid van de planten onder het wateropperopen water vlak leeft of net boven dat oppervlakte uitkomt met drijfbladeren. oeverzone Noteer de naam van de planten naast de cijfers en hun zonaties A B C onderaan. WATERLELIE - PITRUS - WATERVIOLIER - RIET - GELE LIS - SMEERWORTEL EENDEKROOS - KNOTWILG - WATERPEST. NAAM X 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Kruis aan welke planten je zag op het terrein. ... ... tstad klimaa ... Chemisch wateronderzoek Lichtsterkte of helderheid 4 Onderwaterplanten zonder drijfbladeren groeien slechts tot op diepten waar genoeg licht doordringt in het water. Waterplanten hebben net als landplanten zonlicht nodig om suiker te kunnen maken. Daaruit halen ze de energie om te leven. De helderheid van het water speelt dus een belangrijke rol bij de hoeveelheid en de biodiversiteit van onderwaterplanten. Watertemperatuur De watertemperatuur beïnvloedt op verschillende manieren het leven van organismen in een zoetwaterplas. Voor planten en dieren in het water is zuurstofgas levensnoodzakelijk. Dit gas is niet alleen afhankelijk van de fotosyntheseactiviteit van planten, ze wordt ook beïnvloed door de temperatuur van het water. In warm water krijgen vissen te weinig zuurstofgas en moeten ze aan de oppervlakte naar adem happen. Ook wordt de algengroei sterk bevordert in warmer water. Hoe meer algen in het water, hoe moeilijker de zonnestralen doordringen tot de dieper gelegen plaatsen. Dat is nadelig voor planten die volledig onder water groeien. Heel wat insecten leggen hun eitjes het liefst in de moeraszone: daar is het water net wat warmer, waardoor de eitjes vlugger uitkomen en de kans op overleven toeneemt. Zelfs kikkers, padden en sommige vissen gebruiken de moeraszone als paringsplaats of paaiplaats. Invloeden van chemische stoffen Instromende chemische stoffen beïnvloeden het leven in zoet water. Chemische stoffen zoals fosfaat, nitraat, chloride, calcium, zijn in normale natuurlijke concentraties voedingsstoffen voor de planten, maar ook hier geldt de regel ‘overdaad schaadt’! Grote concentraties aan fosfaten en nitraten zijn oorzaken van eutrofiëring (=voedselverrijking). Dit leidt tot een buitensporige groei van wieren en algen (algenbloei), met als gevolgen: sterke schommelingen van het zuurstofgehalte, vissterfte en het optreden van rottingsprocessen. Biotische of Abiotische factoren? Zet een kruisje in de juiste kolom. abiotische biotische bron het insijpelen van NH4 door naburig bemeste graasweiden + de aanwezigheid van kikkers het inspoelen van strooizout van een nabijgelegen parking of autoweg verzuring van de sloot door de nabijheid van een naaldbos algengroei ten gevolge van een beperkte diepte aan de oever zure regen door verbranding van fossiele brandstoffen een muggenplaag huishoudelijk afvalwater met zeepresten doet de oppervlaktespanning afnemen Wat is de oorzaak (bron) van de chemische stoffen die in het water terecht kwamen? 1 natuur tstad klimaa 2 landbouw 3 huishouden 4 verkeer 5 industrie Waarnemingen op het terrein Chemisch wateronderzoek 5 Datum: . . . . . . . . . . . . . . . . Uur: . . . . . . Plaats: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Weer: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . type water omgeving oever bedding belichting stroomsnelheid kleur geur doorzichtigheid doorzichtigheid tot vijver meer ven rivier kanaal poel beek sloot gracht bron woonkern landbouwgebied natuurgebied weiland industrie natuurlijk beton hout steen modder zand keien open halfopen schaduw stilstaand water traagstromend water snelstromend water ................................................ opmerkelijk niet opmerkelijk helder troebel zeer toebel 10 cm 50 cm meer dan een meter parameter temperatuur (°C) - lucht - water zuurstof (O2) pH ammonium (NH4+) nitraat (NO3-) nitriet (NO2-) fosfaat (PO43-) totale hardheid chloride (CL-) waterstofsulfide (H2S) tstad klimaa staal .....°C .....°C .....mg/l .....mg/l .....mg/l .....mg/l .....mg/l ..... °d .....mg/l .....mg/l normen basiskwaliteit < 25° ≥ 5 mg/l 6,5 - 8,5 < 1 mg/l < 10 mg/l geen < 1 mg/l 10° d < 200 mg/l geen interpretatie Chemisch wateronderzoek 6 De temperatuur van het water is . . . . °C. Het zuurstofgehalte is . . . . mg/l. Wat zou de oorzaak kunnen zijn? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Bekijk de tabel en vergelijk met je resultaat. Het water is onverzadigd verzadigd oververzadigd verzadigingswaarde O2 in mg/l verzadigingswaarde O2 in mg/l temperatuur in °C zoet water temperatuur in °C zoet water 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 14,16 13,77 13,40 13,05 12,70 12,37 12,06 11,76 11,47 11,19 10,92 10,67 10,43 10,20 9,98 9,76 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 9,56 9,37 9,18 9,01 8,84 8,68 8,53 8,38 8,25 8,11 7,99 7,86 7,75 7,64 7,53 tabel: verband temperatuur en opgeloste zuurstof Noteer al je resultaten in onderstaande tabel. Tot welke kwaliteit behoort het onderzochte water: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . basiskwaliteit meting norm bestemd voor drinkwaterproductie viswaterkwaliteit ok? meting norm ok? meting norm temperatuur °C < 25°C < 25°C < 25°C pH 6,5-8,5 6-9 5,5-9 zuurstof O2 (mg/l) >5 mg/l >7 mg/l >5 mg/l nitraat NO3-(mg/l) <10 mg/l geen <50 mg/l nitriet NO2- (mg/l) geen fosfaat PO43- (mg/l) <1 mg/l geen <1 mg/l De norm van de opgeloste zuurstof voor basiskwaliteit van oppervlaktewater is minstens 5 mg/l. Bij minder dan 5 mg/l happen vissen naar lucht, bij minder dan 3 mg/l sterven ze. Hoeveel bedraagt de norm van de viswaterkwaliteit van het oppervlaktewater? ...... mg/l tstad klimaa <0,3 mg/l ok? Chemisch wateronderzoek 7 Water leeft! De chemische en biologische kwaliteitsbepaling vullen elkaar aan. Chemisch wateronderzoek is een momentopname. Het zegt iets over de waterkwaliteit op het moment van de staalopname. Bijvoorbeeld het zuurstofgehalte kan op het moment van een dag variëren. Op een zonnige dag kan het zuurstofgehalte in de namiddag hoger zijn ten gevolge van fotosynthese. Biologisch wateronderzoek geeft een terugblik in de tijd en evalueert de kwaliteit over een langere periode. Bijvoorbeeld, je kan een lozing opsporen die een aantal weken voordien gebeurde. Resultaat van vandaag. datum plaats chemisch onderzoek biologisch onderzoek goed niet goed BBI kwaliteitscijfer . . . . . . . . . . . . . . BBI kwaliteitsklasse . . . . . . . . . . . . . commentaar ................................. ................................. ................................. ................................. ................................. tstad klimaa