ALLES KLAR? 2: tekstboek, werkboek

advertisement
DUITS
L. JACOBS, S. VAES, e.a.
ALLES KLAR? 2
Tekstboek
Werkboek
"Alles klar?" 2 is een globaal onderwijsleerpakket, bedoeld voor leerlingen die al een basiskennis hebben
van de Duitse taal. Het is een logisch vervolg op "Alles klar?” 1 en bestaat ook nu weer uit een
Arbeitsbuch, een Textbuch, een dvd, een audio-cd, het bordboek-Plus en online lesmateriaal op de
webstek www.allesklar.be. Een lerarenhandleiding hoort bij het pakket. Ik ontving alleen het werk- en
tekstboek. Veel van wat werd geschreven over Alles klar? 1 geldt ook voor Alles klar? 2.
Zoals het leerplan het voorschrijft staat communicatie centraal waarbij vooral het proces belangrijk is.
Regelmatig bieden de auteurs de leerlingen lees- en luisterstrategieën aan. Het leggen van onderlinge
verbanden en het selecteren van het essentiële primeert. Sporadisch worden ook leertips ingelast.
Het Textbuch bevat zes hoofdstukken die elk een concreet thema behandelen. Deze thema’s sluiten nauw
aan bij de leefwereld van de jongeren en zijn tijdsgebonden: vakantie, onderwijs, feesten, sport, media en
dierenwereld. Bij het begin van elk hoofdstuk vinden de leerlingen een overzicht van de doelstellingen en
kunnen ze lezen wat ze na studie van het hoofdstuk zullen kennen en kunnen. Dit verhoogt hun
intrinsieke motivatie en hun zelfinschatting. Jacobs, Vaes en de Vaere vertrekken vanuit het werkboek.
Net zoals in “Alles klar?” 1 gidsen logo’s en symbolen de studerenden doorheen het studiemateriaal.
Icoontjes duiden aan welke vaardigheid wordt ingeoefend.
Geen taalverwerving zonder kennis van de woordenschat. Op het einde van elk “Kapitel” staat een
woordenschatlijst met verwijzing naar de plaats waar het woord voorkwam. Het gaat hier om actieve
woordenschat die de leerlingen moeten studeren. De woorden staan in een eenvoudige contextzin wat de
betekenis verduidelijkt. Ze worden ook vertaald. Vóór het woord wordt het niveau van het Europees
Referentiekader aangegeven, een aanduiding van het bereikte niveau. Elk hoofdstuk bevat “Wortfelder”,
woordvelden met semantische affiniteit en “Redemittel” die op hun beurt deel uitmaken van de actieve
woordenschat. Achteraan in het tekstboek vindt de student een overzichtelijke lijst met alle woorden en
uitdrukkingen die kunnen helpen om een bepaald gespreksdoel (argumentering, afwijzing, bedanking …)
te bereiken. Daar vindt hij ook een alfabetische woordenlijst met per woord geslacht, meervoud en
vertaling; handig bij het opzoeken. Een aparte rubriek “Instructietaal” lijst die woorden op die men nodig
heeft om opdrachten bij oefeningen en toetsen te verstaan.
De teksten zijn divers en authentiek. Songs forumberichten, filmmateriaal, video-opnames … prikkelen de
nieuwsgierigheid van de adolescenten. De vier vaardigheden spreken, lezen, schrijven en luisteren komen
evenwichtig aan bod. Uiteraard krijgen de actieve vaardigheden schrijven en spreken een grotere rol
toebedeeld. Bij de leesvaardigheid hechten de auteurs veel waarde aan leesstrategieën (schematiseren,
semantische verbanden). Bij de luistervaardigheid wordt gebruik gemaakt van hulpmiddelen. Zo krijgen de
taalstudenten een transcriptie van een ingewikkelde luistertekst zodat ze kunnen meelezen. Soms
beschikken ze over een dvd waardoor ze het besprokene kunnen bekijken. Dit lijkt me zeker
gerechtvaardigd omdat het luistergebeuren in een globaal zintuiglijke context plaatsvindt. De actieve
vaardigheden worden ingeoefend aan de hand van de meest diverse opdrachten. Leerlingen moeten
brieven en wenskaartjes schrijven, een kort verslag maken, een tekstje samenvatten, een gebeuren
beschrijven. Ze moeten telefoneren, een oordeel vellen, een vraaggesprek voeren, een situatie
beschrijven. Regelmatig wordt naar hun persoonlijke mening gepeild. Zo voelen ze zich actief betrokken
bij het leerproces.
Hoewel grammatica nooit een doel is op zich maar slechts een hulpmiddel om zich correct te kunnen
uitdrukken wordt de Duitse spraakkunst niet stiefmoederlijk behandeld. In “Alles klar?” 2 herhalen en leren
de leerlingen de naamvallen, het presens, het perfect, de lidwoorden, de modale werkwoorden, de
persoonlijke, bezittelijke en vragende voornaamwoorden, de trappen van vergelijking en de voorzetsels.
Achteraan in het tekstboek staat een duidelijk overzicht van de Duitse grammatica. Daar waar verwarring
met het Nederlands kan ontstaan lasten de auteurs een rubriek “Rutschgefahr” in. Hier worden ook een
aantal “Falsche Freunde” besproken, woorden die sterk op het Nederlands lijken maar in het Duits een
andere betekenis hebben. Bij de studie van de grammatica vertrekken de auteurs steeds van een
concrete tekst of situatie. Zo wordt de spraakkunst ingebed in de dagelijkse communicatie. Om het
taalsysteem te visualiseren gebruiken de auteurs, net zoals in “Alles klar?” 1, voor elke naamval een
andere kleur en werken ze met signaalletters.
Leerlingen worden, zoals het leerplan het voorschrijft, aangemoedigd om zelfstandig en in groep te
werken. Ze worden uitgenodigd tot het voeren van interviews, tot groepswerk, tot discussievormen … Zo
ontwikkelen ze hun sociale vaardigheden en wordt leerstofverwerking een gedeelde opdracht.
Het leerplan schrijft tevens “Interkulturelles” voor. Vermits de teksten uit de dagelijkse realiteit van de
Duitstalige landen stammen wordt aan deze eis voldaan. Daarenboven behandelt een rubriek “Typisch
Deutsch” gebruiken, gewoontes en begrippen uit de Duitse taal. Een kaart van de Duitstalige gebieden
sluit het tekstboek af. De vraag blijft waarom Luxemburg, Zuid-Tirool en Zuid-Denemarken waar het Duits
een officiële status heeft ook nu weer niet als Duitstalig worden beschouwd.
“Alles klar?” 2 verdient net als zijn voorganger zeker aanbeveling. Het onderwijsleerpakket komt tegemoet
aan de eisen van het leerplan en aan de eisen van de Raad van Europa. Bovendien vertrekt het vanuit de
modernste didactische inzichten. De verscheidenheid van het aangeboden materiaal, de rijke variatie aan
werkvormen en de inbedding in de dagdagelijkse realiteit prikkelen de interesse van de kritische, jeugdige
gebruiker. De studie van het Duits is niet langer een saaie bedoening maar een leuke bezigheid waarbij je
andere culturen en gewoontes leert kennen en op internet nieuwe vrienden kan maken. Daarbij past af en
toe een leuk mopje of raadseltje.
Wommelgem (Van In), 2010,
Tekstboek: 26 x 19 cm, 111 blz., 16,50 EUR;
Werkboek: 29,7 x 21 cm, 132 blz., 10,50 EUR.
G. Andries
Download