Toestemming voor wetenschappelijk onderzoek

advertisement
TOESTEMMING VOOR AFSTAAN VAN RESTMATERIAAL
VOOR DE WETENSCHAP
Informatie voor de patiënt
Afstaan van restmateriaal
U zult binnenkort een IVF/ICSI-behandeling ondergaan. Tijdens deze behandeling worden er
eicellen/zaadcellen gecollecteerd en embryo’s gecreëerd. In bepaalde gevallen kan een deel van dit
materiaal, zoals onrijpe, niet-bevruchte, of abnormaal bevruchte eicellen, embryo’s van slechte kwaliteit,
en abnormale embryo’s na pre-implantatie genetische diagnostiek niet gebruikt worden voor uw
behandeling en deze worden normaliter vernietigd. Ander restmateriaal dat normaal wordt vernietigd is
het vocht uit de follikels (eiblaasjes) waarin de eicellen hebben gezeten, en ook het cultuurmedium
(kweekvloeistof) waarin het embryo heeft ingezeten tijdens de kweek.
Toestemming en weigering
Het afstaan van dit restmateriaal vindt plaats op vrijwillige basis. Als u toestemt, wordt u gevraagd het
toestemmingsformulier te tekenen (zie laatste pagina) per specifiek onderzoeksonderwerp. Hierbij is
toestemming van beide partners vereist. Jullie hebben het recht te weigeren geslachtscellen of embryo’s
af te staan per specifiek onderzoek en kunnen jullie toestemming, tot de aanvang van het onderzoek,
intrekken. Indien jullie toestemming tot onderzoek niet wordt gegeven of wordt herroepen, zal dit
uiteraard geen invloed zal hebben op de kwaliteit van de arts-patiënt relatie.
Voordelen/Kosten
De studies bieden geen medisch of ander voordeel voor uzelf, maar de bekomen resultaten kunnen
leiden tot nieuwe en meer efficiënte methodes voor de behandeling van onvruchtbaarheid. Uw
deelname aan de studie brengt geen bijkomende kosten mee voor u, maar biedt ook geen financieel
voordeel.
Vertrouwelijkheid
Als u akkoord gaat om aan deze studie deel te nemen, zullen uw persoonlijke en klinische gegevens
tijdens deze studie worden geanonimiseerd (hierbij is er totaal geen terugkoppeling meer mogelijk naar
uw persoonlijke dossier). In overeenstemming met de Belgische wet van 8 december 1992 en de
Belgische wet van 22 augustus 2002, zal uw persoonlijke levenssfeer worden gerespecteerd. Als de
resultaten van de studie worden gepubliceerd, zal uw anonimiteit aldus verzekerd zijn. Bovendien is alle
onderzoek op menselijke embryo’s en gameten strikt onderworpen aan de Wet betreffende het
onderzoek op embryo’s in vitro van 11 mei 2003, gepubliceerd in het Staatsblad van 28 mei 2003, die
onder meer bepaalt dat het verboden is om geslachtscellen en embryo’s te gebruiken voor volgende
doeleinden:






onderzoek op embryo's na de eerste 14 dagen van de ontwikkeling, de periode
van invriezing niet inbegrepen;
reproductief menselijk kloneren;
het creëren van chimaeren of hybride wezens;
terugplaatsen van menselijke embryo's bij dieren;
commerciële doeleinden;
onderzoeksinterventies die genetische veranderingen tot stand zouden brengen.
Alle hierna volgende onderzoeksprojecten werden goedgekeurd door het Ethisch Comité UZ Gent, en
onderzoek waarbij ook embryo’s aan te pas komen werd tevens goedgekeurd door de Federale
Commissie voor medisch en wetenschappelijk onderzoek op embryo’s in vitro. Alle studies worden
uitgevoerd onder supervisie van Prof. Dr. Petra De Sutter, afdelingshoofd.
Versie:
01/05/2016
ARG-F- 2121.07 IC vers restmateriaal wetenschap (NL).doc
1/7
Onderzoeksproject 1: Gebruik van rest-gameten voor studie van het eicelactivatie mechanisme
en in vitro maturatie
A. Doelstelling:
Eicelactivatie: Gefaalde of abnormaal lage bevruchting na intracytoplasmatische sperma injectie (ICSI)
is vooral te wijten aan een probleem in de activatie van de eicel veroorzaakt door de zaadcel of de eicel.
In dit onderzoek willen we de rol van de zaadcel en de eicel verder onderzoeken. Uit de zaadcel moet
een eiwit vrijkomen (= fosfolipase C zeta, PLCz) die calcium stijgingen veroorzaakt vanuit de IP3R
kanalen in de eicel. Bij sommige koppels kan het voorkomen dat er iets mis is met dit PLCz of de IP3R.
Bij gefaalde bevruchting kan een muizen test (MOAT, mouse oocyte activation test) uitgevoerd worden,
waarbij humane zaadcellen in muizeneicellen geïnjecteerd worden, om zo het activerend vermogen te
bepalen van zaadcellen. Echter, is deze test niet evident om uit te voeren (muizen nodig, expertise in
muis ICSI vereist, ethisch controversieel). Bovendien kunnen humane zaadcellen gemakkelijker
muizeneicellen activeren, dus is de test niet gevoelig genoeg. Daarom willen we enerzijds onderzoeken
wat de respectievelijke rollen zijn van de zaadcel en de eicel in het eicelactivatiemechanisme, en willen
we anderzijds meer accurate en gebruiksvriendelijke diagnostische testen ontwikkelen om een
probleem in eicelactivatie aan te tonen.
In vitro maturatie: Naast gefaalde bevruchting, kan ook gefaalde rijping of gefaalde deling van gameten
voorkomen. Soms komt het voor dat na stimulatie, geen enkele rijp eicel teruggevonden wordt. Ook kan
het voorkomen dat eicellen wel bevruchting vertonen, maar geen verdere deling ondergaan. De
bedoeling is aan de hand van kleuringen van de spoelfiguur of analyse van proteïnen betrokken in de
rijping en deling te achterhalen of abnormaliteiten hiervan de onderliggende oorzaak vormen van deze
gefaalde rijping of deling.
Invriezen: Onderzoek beoogt ook de optimalisering van de cryopreservatie van menselijke gameten. De
cryopreservatie van lage aantallen zaadcellen vraagt een aanpak die afwijkt van klassieke
cryopreservatieprocedures. Daarom is het aangewezen om onderzoek te doen naar de optimalisering
van minimaal volume vitrificatietechnieken van zaadcellen van de mens. Eicelcryopreservatie is
belangrijk zowel om medische als niet-medische redenen. Er is een nood aan continue optimalisering
van vitrificatietechnieken van verschillende stadia van eicellen van de mens.
B. Methodologie:
1) STUDIE VAN HET EICEL ACTIVATIE MECHANISME:
Humane oocyte calcium analyse (HOCA): injecteren van rest-zaadcellen in rest-eicellen voor calcium
analyse / gebruik van artificiële activatie agentia gevolgd door calcium analyse. Bepalen van proteïnen
(immunokleuring, blotting, massa spectometrie): in rest-eicellen: IP3R, fosforylatie van IP3R, andere
betrokken proteïnen/kinasen/mineralen (calcium) / in rest-zaadcellen: PLCz, PAWP, andere eiwitten.
Bepalen van genexpressie (q-RT-PCR, flow cytometry, andere technieken): in rest-eicellen: IP3R,
andere betrokken proteïnen/kinasen/mineralen (calcium) / rest-zaadcellen: PLCz, PAWP, andere
betrokken eiwitten. Ontwikkeling: gebruik van artificiële agentia om parthenogenetische pseudoembryo’s te creëren. (Epi-)Genetische screening van PLCz/ IP3R /andere genen in zaadcellen of
eicellen.
2) GEFAALDE MATURATIE OF KLIEVING
Bepalen van proteïnen betrokken in het eicelmaturatieproces en de zygotedeling (immunokleuring,
blotting, massa spectometrie) en
(epi-)Genetische screening van genen betrokken in het
eicelmaturatieproces en mitotische deling.
3) OPTIMALISATIE VAN CRYOPRESERVATIETECHNIEKEN VAN MENSELIJKE GAMETEN
Optimaliseren van vitrificatietechnieken voor lage aantallen zaadcellen van de mens in minimale
volumes en met aangepaste dragers. Optimaliseren van vitrificatietechnieken voor verschillende stadia
van eicellen van de mens: cryoprotectanten, dragers, automatisering, standaardisatie.
Voor de onderzoeken kunnen rest-eicellen (immature, gefaalde fertilisatie, abnormale
eicellen,…), rest-zaadcellen, en rest-zygoten (met PN arrest) die niet (meer) kunnen gebruikt
worden voor de vruchtbaarheidsbehandeling afgestaan worden. Deze rest-gameten zullen ofwel
vers gebruikt worden ofwel eerst ingevroren worden voor later gebruik, ofwel gebruikt worden
voor optimalisering van cryopreservatietechnieken.
C. Duur/Goedkeuring:
Dit onderzoek werd goedgekeurd door het Lokaal Ethisch Comité. (2014/1309)
Versie:
01/05/2016
ARG-F- 2121.07 IC vers restmateriaal wetenschap (NL).doc
2/7
Onderzoeksproject 2: Kennis- en onderzoeksgedreven aanmaak van humane embryonale
stamcellen in een naïeve grondtoestand van pluripotentie
A. Doelstelling:
Humane embryonale stamcellen worden afgeleid vanuit de kiemknop van een dag 5 of dag 6 embryo
(=blastocyst). Embryonale stamcellen kunnen onbeperkt in cultuur gehouden worden en kunnen tevens
uitgroeien tot elk type cel van het menselijk lichaam mits het toevoegen van bepaalde groeifactoren. Dit
biedt boeiende perspectieven voor toekomstige klinische toepassingen zoals voor celtherapie voor
ouderdomsziekten, als modelsysteem voor het bestuderen van de menselijke embryologie en van
ziekten, als instrument voor toxiciteitsonderzoek of als aangrijpingspunt voor de ontwikkeling van
nieuwe geneesmiddelen.
De huidige humane embryonale stamcellen vertonen echter een aantal nadelen tov de muizen
embryonale stamcellen waardoor ze minder geschikt zijn voor toekomstige toepassingen. Zo vertonen
ze al een zekere differentiatie, zijn ze niet gemakkelijk te kweken in grote hoeveelheden, en is hun
differentiatie tot bepaalde types cellen beperkter dan de muizen embryonale stamcellen. Men noemt
daarom ook de muizen embryonale stamcellen de naïeve stamcel. Bedoeling is om via moleculaire
analyse meer inzicht te krijgen hoe we die naïeve embryonale stamcellen kunnen verkrijgen bij de
mens.
B. Methodologie:
1)
Bij het afleiden van de huidige embryonale stamcellen zal uit de binnenste celmassa eerst een
intermediaire celstructuur gevormd worden, waarna vervolgens de eerste embryonale stamcellen
verschijnen. Bedoeling is om een vergelijkende moleculaire analyse uit te voeren tussen de binnenste
celmassa, de intermediaire celstructuur en de eerste stamcellen. Hiervoor zullen de verschillende stadia
vernietigd worden, en zal de genexpressie en de epigenetische status vergeleken worden door
genoomwijde screening.
2)
We zullen verschillende groeifactoren toevoegen die werken bij de muis om naïeve humane
embryonale stamcellen te produceren. Tevens zullen we uit doelstelling 1 nieuwe netwerken
identificeren die ons moeten toelaten om mits het toevoegen van kleine chemische moleculen en
groeifactoren een cultuuromgeving te creëren waarin naïeve humane embryonale stamcellen kunnen
groeien. Voor deze doelstelling zullen embryo's geplaatst worden in geschikte cultuuromstandigheden
tot naïeve embryonale stamcellen verkregen worden.
Voor dit onderzoek kunnen restembryo’s afgestaan worden die niet in aanmerking komen voor
terugplaatsing (embryo transfer) of voor invriezen wegens hun lage kwaliteit of abnormaliteit.
C. Duur/Goedkeuring:
Dit onderzoek werd goedgekeurd door het Lokaal en Federaal Ethisch Comité (2013/822 en Adv054) en
zal lopen van 2014 tot 2018.
Versie:
01/05/2016
ARG-F- 2121.07 IC vers restmateriaal wetenschap (NL).doc
3/7
Onderzoeksproject 3: Studie van de interacties tussen endometrium (baarmoederslijmvlies) en
embryo’s in het proces van implantatie
A. Doelstelling:
Het menselijke implantatieproces is een delicate gebeurtenis. Voor het bekomen van een succesvolle
zwangerschap is het niet alleen essentieel dat er een normaal embryo aanwezig is, maar ook dat het
endometrium (baarmoederslijmvlies) zich in een ontvankelijke toestand bevindt. Een derde belangrijke
factor is het uterien secreet (baarmoedervocht), dit is het eerste maternale micromilieu waar een
embryo mee in contact komt. Een goede communicatie tussen al deze spelers is onontbeerlijk
aangezien het een vrouw in staat stelt een selectieve respons te ontplooien aangepast aan individuele
embryo's. Deze biosensoringsfunctie kan ook gestoord verlopen in verschillende groepen van patiënten,
zoals patiënten met herhaald miskraam of herhaald implantatiefalen.
Hoe die interacties precies verlopen is echter tot op heden nog niet volledig gekarakteriseerd. We
wensen dus op moleculair niveau in kaart te brengen welke factoren in deze interactie cruciaal zijn.
B. Methodologie:
1)
Embryo’s en endometriumcellen samen in cultuur brengen om zo volgende zaken te kunnen
bestuderen:
a. Bewegingspatroon is van endometriumcellen naar het embryo of juist niet
b. Expressie van bepaalde genen in het endometrium bekijken, en of dit beïnvloed wordt
door nabijheid van een embryo
c. Identificeren van bepaalde eiwitten in het cultuurmedium
2)
Embryo’s en endometriumcellen alsook het uterien secreet samen in cultuur brengen om zo
volgende zaken te kunnen bestuderen:
a. Bewegingspatroon is van endometriumcellen naar het embryo of juist niet
b. Expressie van bepaalde genen in het endometrium bekijken, en of dit beïnvloed wordt
door nabijheid van een embryo
c. Identificeren van bepaalde eiwitten in het cultuurmedium
Voor dit onderzoek kunnen restembryo’s afgestaan worden die niet in aanmerking komen voor
terugplaatsing (embryo transfer) of voor invriezen wegens hun lage kwaliteit of abnormaliteit.
C. Duur/Goedkeuring:
Dit onderzoek werd goedgekeurd door het Lokaal en Federaal Ethisch Comité (2015/0973 en
ADV_059_UZ Gent).
Versie:
01/05/2016
ARG-F- 2121.07 IC vers restmateriaal wetenschap (NL).doc
4/7
Onderzoeksproject 4: Embryo signalering tijdens implantatie
B. Doelstelling:
Tijdens een IVF/ICSI-behandeling worden eicellen in het laboratorium bevrucht. De hieruit ontstane
embryo’s worden vervolgens in het laboratorium gekweekt. Daarna wordt het embryo in de baarmoeder
geplaatst. Van de eerste embryoplaatsing wordt helaas maar ongeveer 30-35% van de vrouwen
zwanger. We denken dat dit komt omdat de meeste embryo’s niet innestelen in het
baarmoederslijmvlies. Dit onderzoek gaat over de signalen tussen embryo en baarmoederslijmvlies
tijdens de innesteling. Met dit onderzoek willen we uitzoeken welke signalen het embryo achterlaat in
het kweekmedium. Deze signalen kunnen belangrijk zijn voor de innesteling en helpen mogelijk om de
IVF/ICSI-behandeling te verbeteren.
B. Methodologie:
Indien u meedoet aan het onderzoek krijgt u de reguliere IVF/ICSI-behandeling. Nadat het/de embryo(s)
is/zijn geplaatst in de baarmoeder worden de overige embryo’s ingevroren. Voor het onderzoek
verzamelen we alleen de kweekdruppels, nadat de embryo’s hieruit verwijderd zijn. De ingevroren
kweekdruppels zullen naar het VUMC in Nederland getransporteerd worden voor onderzoek. Tijdens dit
onderzoek zal bepaalde bestanddelen uitgescheiden door het embryo en dus aanwezig in de
kweekdruppels onderzocht en geïdentificeerd worden met geavanceerde technieken. Daarnaast zal het
kweekmedium ook gebruikt worden in een in vitro implantatie systeem. In dit systeem worden cellen van
het baarmoederslijmvlies in een schaaltje in cultuur gebracht. De reactie van deze
baarmoederslijmvliescellen zal geanalyseerd worden in aanwezigheid van kweekmedium afkomstig van
de embryo’s. Hierdoor kan nagegaan worden of het embryo in het medium bepaalde bestanddelen
uitscheid die een reactie kunnen veroorzaken op het baarmoederslijmvlies en mogelijks op de
implantatie van het embryo en dus finaal de kans op zwangerschap.
Al deze testen gebeuren in het laboratorium. Voor het onderzoek verzamelen we alleen de
kweekdruppels, nadat de embryo’s hieruit verwijderd zijn. Voor het onderzoek gebruiken we dus niet de
embryo’s. Het onderzoek heeft geen invloed op uw behandeling.
Voor dit onderzoek kunnen restdruppels kweekmedium afgestaan worden.
C. Duur/Goedkeuring:
Dit onderzoek werd goedgekeurd door het Lokaal en Federaal Ethisch Comité (2016/1242). Deze studie
wordt uitgevoerd onder supervisie van Prof. Dr. Steven Weyers (UZ Gent), Prof. Dr. Petra De Sutter (UZ
Gent) en Prof. Nils Lambalk (VUMC) en zal lopen tot december 2018.
Versie:
01/05/2016
ARG-F- 2121.07 IC vers restmateriaal wetenschap (NL).doc
5/7
Onderzoeksproject 5: Analyse van het vetzuurprofiel in plasma en follikelvocht in relatie tot de
reproductieve uitkomst.
Doelstelling: Overgewicht en obesitas zijn gerelateerd aan een verminderde reproductieve uitkomst
zowel in een spontane zwangerschap als in een medisch begeleide voortplantingsbehandeling.
Overgewicht bij de moeder is gelinkt aan verhoogde concentraties van niet-veresterde vetzuren zowel in
het bloed als in het follikelvocht. Het follikelvocht is het vocht in het eiblaasje waarin de eicel rijpt. Het is
gekend dat variaties het dieet een invloed hebben op de kans op zwangerschap. Zo zijn er voorbeelden
in de literatuur waar een mediterraans dieet, rijk aan mono-onverzadigde vetzuren, de kans op
zwangerschap verhoogt (Junghem et al. 2011). Er zijn echter nog heel wat onduidelijkheden in hoe de
relatie met dieet en zwangerschapskans gerelateerd zijn. Deze studie wenst het vetzuurprofiel te
bepalen in het follikelvocht én in het bloedplasma. Het is met name niet gekend hoe het profiel in het
plasma zich verhoudt t.o.v. het follikelvocht. Het vetzuurprofiel zal gelinkt worden aan de
uitkomstparameters van de vruchtbaarheidsbehandeling om na te gaan of er een associatie is met een
bepaald profiel en betere uitkomsten.
Methodologie: Tijdens de eicelpunctie zal na collectie van de eicellen, het follikelvocht gecollecteerd en
ingevroren worden. Het vetzuurprofiel in het follikelvocht zal geanalyseerd worden. Ook in het plasma
van het bloedstaal gecollecteerd op de dag van de eicelcollectie zal het vetzuurprofiel bepaald worden.
De medische gegevens gerelateerd aan de vruchtbaarheidsbehandeling zullen op anonieme wijze
gecollecteerd worden en gelinkt worden aan het resultaat van het vetzuurprofiel.
Voor dit onderzoek kan follikelvocht waarin de eicellen zich bevinden, afgestaan worden. In deze
studie zal ook een extra bloedafname gebeuren op de dag van de eicelpunctie tijdens het prikken
van het infuus. U hoeft dus niet extra naar de bloedprikploeg, de collega’s in het dagziekenhuis
zullen deze bloedafname uitvoeren.
C. Duur/Goedkeuring:
Dit onderzoek werd goedgekeurd door het Lokaal Ethisch Comité, UZ Gent (EC 2016/0259) en zal
lopen tot december 2020.
Versie:
01/05/2016
ARG-F- 2121.07 IC vers restmateriaal wetenschap (NL).doc
6/7
Toestemmingsverklaring
Tussen de Afdeling Reproductieve Geneeskunde, Universitair Ziekenhuis Gent, De Pintelaan 185, 9000
Gent enerzijds en
Mevrouw.......................................................
Partner......................................................
Adres............................................................
Adres...........................................................
.......................................................................
............................................... .............
anderzijds, werd het volgende overeengekomen:
De patiënt stemt erin toe onderstaand restmateriaal af te staan voor wetenschappelijk
onderzoek:
- onderzoeksproject 1 (2014/1309):
restzaadcellen
resteicellen
rest-zygoten
akkoord / niet akkoord
akkoord / niet akkoord
akkoord / niet akkoord
- onderzoeksproject 2 (2013/822):
restembryo’s
akkoord / niet akkoord
- onderzoeksproject 3 (2015/973):
restembryo’s
akkoord / niet akkoord
- onderzoeksproject 4 (2015/1242):
kweekdruppels
akkoord / niet akkoord
- onderzoeksproject 5 (2016/0259): follikelvocht
akkoord / niet akkoord
(indien u akkoord kiest voor project 5,
zal 1 buis bloed afgenomen worden op moment van de eicelcollectie tijdens het prikken
van het infuus in het dagziekenhuis (u hoeft dus niet extra naar de bloedprikploeg).
Toestemming en weigering
Het afstaan van dit materiaal vindt plaats op vrijwillige basis. Eicellen, zaadcellen en embryo’s worden
op geen enkele manier gebruikt voor het bewerkstelligen van een zwangerschap en het materiaal wordt
op het einde van het experiment vernietigd. Het afgestane materiaal wordt anoniem behandeld. Als u
toestemt, wordt u gevraagd het toestemmingsformulier te tekenen. U kunt uw toestemming, ten allen
tijde intrekken, zonder dat u hiervoor een reden hoeft op te geven. Indien uw toestemming tot onderzoek
niet wordt gegeven of wordt herroepen, zal dit uiteraard geen invloed hebben op de kwaliteit van de
arts-patiënt relatie.
Voordelen/Kosten
De studies bieden geen medisch of ander voordeel voor uzelf, maar de bekomen resultaten kunnen
leiden tot nieuwe en meer efficiënte methodes voor de behandeling van onvruchtbaarheid. Uw
deelname aan de studie brengt geen bijkomende kosten mee voor u, maar biedt ook geen financieel
voordeel.
Vertrouwelijkheid
Als u akkoord gaat om aan deze studie deel te nemen, zullen uw persoonlijke en klinische gegevens
tijdens deze studie worden geanonimiseerd (hierbij is er totaal geen terugkoppeling meer mogelijk naar
uw persoonlijke dossier). In overeenstemming met de Belgische wet van 8 december 1992 en de
Belgische wet van 22 augustus 2002, zal uw persoonlijke levenssfeer worden gerespecteerd. Als de
resultaten van de studie worden gepubliceerd, zal uw anonimiteit aldus verzekerd zijn. Deze
onderzoeksprojecten werden goedgekeurd door het lokaal Ethisch Comité UZ Gent en door de Federale
commissie voor medische en wetenschappelijk onderzoek op embryo’s in vitro (conform de wet van 11
mei 2003 betreffende onderzoek op embryo’s in vitro). Deze studies worden uitgevoerd onder supervisie
van Prof. Dr. Steven Weyers (UZ Gent), Prof. Dr. Petra De Sutter (UZ Gent).
Gelezen en goedgekeurd,
Datum:…………………….
Dr. ……………………………..
(Stempel en handtekening)
Mevrouw………………….
(Naam en handtekening)
Partner……………………
(Naam en handtekening)
Versie:
01/05/2016
ARG-F- 2121.07 IC vers restmateriaal wetenschap (NL).doc
7/7
Download