PowerPoint-presentatie

advertisement
*
God heeft ons geen
kalme reis beloofd,
maar wel een behouden
Aankomst !
Door Gods toedoen verrichtte Paulus
buitengewoon grote wonderen: zelfs de doeken
en de werkkleren die hij gedragen had werden
naar de zieken gebracht, zodat ze genazen en
de boze geesten hen verlieten.
(Han 19: 11-12)
Wonderen
Herinnert u zich niet de eerste keer dat ik u het
evangelie heb verkondigd? Ik kwam bij u toen ik
ziek was, en hoewel mijn ziekte u er alle
aanleiding toe gaf, hebt u mij toch niet veracht
of verstoten.
(Gal. 4: 13-14)
Ziekte
Groet Prisca en Aquila, en de huisgenoten van
Onesiforus. Erastus is in Korinte gebleven,
Trofimus heb ik ziek in Milete achtergelaten.
(2 Tim. 4: 19-20)
Ik vind het nodig Epafroditus naar u terug te
sturen. Hij is mijn broeder, medewerker en
medestrijder geweest, en heeft mij namens u
bijgestaan in mijn nood. Maar hij verlangt
ernaar u allen weer te zien en maakt zich grote
zorgen, omdat u van zijn ziekte hebt gehoord.
Hij was inderdaad ziek en is bijna gestorven,
maar God heeft zich over hem ontfermd.
(Fil. 2: 25-27)
Ziekte
Door de Joden ben ik vijfmaal met veertig min
één zweepslagen gestraft, ik ben driemaal met
stokslagen gestraft, ik ben eenmaal met stenen
bekogeld en heb driemaal schipbreuk geleden.
Eén keer heb ik een heel etmaal op zee
rondgedreven. Voortdurend was ik onderweg,
bedreigd door rivieren, rovers, volksgenoten en
vreemdelingen, in gevaar in de stad, in de
woestijn, op zee en te midden van
schijngelovigen. Ik heb gezwoegd en
geploeterd, vaak zonder te slapen, hongerig en
dorstig, vaak zonder te eten, verkleumd en
zonder kleren.
(2 Cor. 11: 24 t/m 27)
Vervolging
Tegenslagen
Wonderen
U moet weten, broeders en
zusters, dat de tegenspoed die
we in Asia hebben moeten
doorstaan, uitzonderlijk groot
was. We hadden het zwaar te
verduren, zo zwaar dat het
onze krachten te boven ging.
We vreesden ernstig voor ons
leven, (2 Cor 1: 8)
God is trouw en zal niet
toestaan dat u boven uw
krachten wordt beproefd:
(1 Cor 10: 13)
Maar wij zijn slechts een aarden pot voor deze schat; het moet
duidelijk zijn dat onze overweldigende kracht niet van onszelf komt,
maar van God.
- We worden van alle kanten belaagd, maar raken niet in het nauw.
- We worden aan het twijfelen gebracht, maar raken niet vertwijfeld.
- We worden vervolgd, maar worden niet in de steek gelaten.
- We worden geveld, maar gaan niet te gronde.
2 Cor. 4: 7 - 9
*
(Rom 8: 31-39)
Wat moeten wij hier verder over zeggen?
Als God voor ons is, wie kan dan tegen ons zijn?
Zal hij, die zijn eigen Zoon niet heeft gespaard,
maar hem omwille van ons allen heeft
prijsgegeven, ons met hem
niet alles schenken?
Wie zal Gods uitverkorenen aanklagen? God zelf spreekt hen vrij.
Wie zal hen veroordelen? Christus Jezus, die gestorven is, meer nog,
die is opgewekt en aan de rechterhand van God zit, pleit voor ons.
Wat zal ons scheiden van de liefde van Christus? Tegenspoed,
ellende of vervolging, honger of armoede, gevaar of het zwaard? Er
staat geschreven: ‘Om u worden wij dag na dag gedood en afgevoerd
als schapen voor de slacht.’
(Rom 8: 31-39)
Maar wij zegevieren in dit alles glansrijk dankzij hem die ons heeft
liefgehad. Ik ben ervan overtuigd dat dood noch leven, engelen noch
machten noch krachten, heden noch toekomst, hoogte noch diepte,
of wat er ook maar in de schepping is, ons zal kunnen scheiden van
de liefde van God, die hij ons gegeven heeft in Christus Jezus, onze
Heer.
Download