Blok Les 4 1 H/N Lesdoelen Socles Tellen met sprongen van 5. Het zuivere tiental benoemen dat voor en na een getal komt. Bijdoen tot het volgende tiental. Wegdoen tot het vorige tiental. De plaats van een getal schattend aangeven op de getallenlijn tussen zuivere tientallen. Positioneren van getallen van 0 t.e.m. 100 door te verwoorden als: ruim, bijna, meer dan en minder dan t.o.v. een zuiver tiental. *Identifier et effectuer des opérations dans des situations variées avec des petits nombres. *Estimer avant d’opérer, l’ordre de grandeur d’un résultat. 3.1.3. Calculer 4 2 4 3 4 4 In concrete situaties eerlijk verdelen zonder rest en met rest. Een hoeveelheid op een handige manier tellen. 3.1.3. Calculer Automatiseren van optellen en aftrekken tot 20 (zonder brug). Oefenen van de reeds gekende types: T + T, T --- T, TE + T, TE --- T, TE + E (zonder brug), TE --- E (zonder brug). 3.1.3. Calculer De noodzaak van een kleinere maat dan de meter ervaren en verwoorden. De centimeter benoemen als een kleinere maat. De notatie 'cm' lezen en gebruiken. Meten tot op 1 centimeter nauwkeurig. Het meetresultaat aflezen en noteren. Het verband 1 m = 100 cm vaststellen en verwoorden. 3.3.1. Comparer, mesurer 4 5 Aftrekkingen van het type T --- E en T --- TE concreet voorstellen door gebruik te maken van de 10-kaarten en schijven. Aftrekkingen van het type T --- E en T --- TE voorstellen op de getallenlijn. Aftrekkingen van het type T --- E en T --- TE oplossen. 3.1.3. Calculer *Effectuer le mesurage en utilisant des étalons familiers et conventionnels et en exprimer le résultat (longueurs, capacités, masses, aires, volumes, durées, coût). *Identifier et effectuer des opérations dans des situations variées avec des petits nombres. Wim De Grieve Page 1 Blok Les 4 6 H/N Lesdoelen Socles De helft nemen van even getallen van 0 t.e.m. 100 m.b.v. getallendoos 2 (10-kaarten en schijven). De helft nemen van even getallen van 0 t.e.m. 100 door het getal zinvol te splitsen. *Identifier et effectuer des opérations dans des situations variées avec des petits nombres. *Estimer avant d’opérer, l’ordre de grandeur d’un résultat. 3.1.3. Calculer 4 7 4 8 4 9 Optellingen en aftrekkingen van de reeds geleerde types verder oefenen. Aftrekkingen van het type T --- E en T --- TE oplossen. Getallen van 0 t.e.m. 100 plaatsen op de getallenlijn. De helft nemen van even getallen van 0 t.e.m. 100 door het getal zinvol te splitsen. 3.1.3. Calculer Tellen met sprongen van 2 van 0 tot 20. Met concreet materiaal groepen van 2 leggen. De voorstelling van de groepen van 2 omzetten in een optelling. Het herhaald optellen omzetten in een vermenigvuldiging en omgekeerd. De tafel van 2 opbouwen. 3.1.3. Calculer De lengte van de leerlingen voorstellen in een staafdiagram. Voorwerpen van zowel korter als langer dan 1 m meten met de meter en/of centimeter. 3.3.1Comparer, mesurer 3.4 Ttraitement de données 4 10 Bewerkingen van de reeds geleerde types verder oefenen. De wisseleigenschap ervaren. De sprongen van 2 omzetten in een vermenigvuldiging. 3.1.3. Calculer *Construire des tables d’addition et de multiplication, en comprenant leur structure, et les restituer de mémoire pour les tables d’addition des dix premiers nombres *Effectuer le mesurage en utilisant des étalons familiers et conventionnels et en exprimer le résultat (longueurs, capacités, masses, aires, volumes, durées, coût). *Organiser selon un critère. Des objets réels ou représentés Wim De Grieve Page 2 Blok Les 4 11 H/N Lesdoelen Socles Blokkenpatronen van max. 20 blokken bekijken, vergelijken en nabouwen. In een geruit grondplan de hoogtegetallen van een blokkenbouwsel noteren. A.d.h.v. een grondplan met hoogtegetallen een blokkenbouwsel bouwen. *Reconnaître, comparer des solides et des figures, les différencier et les classer. Sur base de la perception et de la comparaison avec un modèle. *Construire des figures et des solides simples avec du matériel varié. *Identifier et effectuer des opérations dans des situations variées avec des petits nombres. *Effectuer le mesurage en utilisant des étalons familiers et conventionnels et en exprimer le résultat (longueurs, capacités, masses, aires, volumes, durées, coût). 3.2.2. Reconnaitre, comparer, construire, exprimer 4 12 4 13 Een even hoeveelheid tot 20 verdelen in groepen van 2. Een hoeveelheid verdelen in groepen van 2 en noteren als een deling. Een deling koppelen aan een vermenigvuldiging en omgekeerd. Een verhoudingsdeling voorstellen op de getallenlijn. 3.1.3. Calculer Gepast betalen op verschillende manieren. Gepast betalen met zo weinig mogelijk munten en biljetten. Op verschillende manieren 1 euro vormen met eurocenten. Kommagetallen lezen als … euro en … eurocent. 3.3.1. Comparer, mesurer 4 14 4 15 4 16 Oefenen van de maal- en deeltafel van 2. 3.1.3. Calculer Tellen met sprongen van 10 van 0 tot 100. Met concreet materiaal groepen van 10 leggen. De voorstelling van de groepen van 10 omzetten in en optelling. Het herhaald optellen omzetten in een vermenigvuldiging en omgekeerd. De tafel van 10 opbouwen. 3.1.3. Calculer Van een maand de volgende en de vorige maand benoemen. De temperatuur aflezen, zowel positieve als negatieve temperatuur. Een gegeven temperatuur aangeven op een thermometer. Oefenen van het uur en het halfuur. 3.3.1. Comparer, mesurer 3.4 Traitement de données *Se situer et situer des événements dans le temps. Uniquement pour la journée et la semaine. *Lire un graphique, un tableau, un diagramme Wim De Grieve Page 3 Blok Les 4 17 H/N Lesdoelen Socles Bewerkingen van de reeds geleerde types verder oefenen. Betalen met eurocenten. Oefenen van de maaltafels van 2 en 10. Situeren van de getallen tussen de zuivere tientallen. *Identifier et effectuer des opérations dans des situations variées avec des petits nombres. *Effectuer le mesurage en utilisant des étalons familiers et conventionnels et en exprimer le résultat (longueurs, capacités, masses, aires, volumes, durées, coût). *Reconnaître, comparer des solides et des figures, les différencier et les classer. Sur base de la perception et de la comparaison avec un modèle. *Construire des figures et des solides simples avec du matériel varié. 3.1.3. Calculer & 3.3.1. Comparer, mesurer 4 18 De mozaïekfiguur spiegelen door de spiegel op de spiegelas te plaatsen. Het spiegelbeeld naleggen en tekenen als de spiegelas getekend staat. Eenvoudige patronen spiegelen en het spiegelbeeld tekenen en inkleuren. 3.2.2. Reconnaitre, comparer, construire, exprimer 4 19 4 20 Een hoeveelheid zuivere tientallen tot 100 verdelen in groepen van 10. Een hoeveelheid verdelen in groepen van 10 en dit noteren als een deling. Een verhoudingsdeling voorstellen op de getallenlijn. Een deling koppelen aan de vermenigvuldiging en omgekeerd. 3.1.3. Calculer Aan voorwerpen gebogen, gebroken en rechte lijnen herkennen. Aan vlakke figuren gebogen, gebroken en rechte lijnen herkennen. Voorwerpen of vlakke figuren rubriceren volgens de soorten lijnen. Gebogen, gebroken en rechte lijnen tekenen. 3.2.2. Reconnaitre, comparer, construire, exprimer 4 21 Oefenen van de maal- en deeltafels van 2 en 10. 3.1.3. Calculer *Construire des tables d’addition et de multiplication, en comprenant leur structure, et les restituer de mémoire pour les tables d’addition des dix premiers nombres Wim De Grieve Page 4 Blok Les 4 22 4 23 4 24 H/N Lesdoelen Socles Schematisch voorgestelde combinatieopdrachten oplossen en de rekenzin noteren. Schematisch voorgestelde oorzaak-eranderingsopdrachten en vergelijkingsopdrachten voorstellen op de getallenlijn en de rekenzin noteren. *Identifier et effectuer des opérations dans des situations variées avec des petits nombres. *Construire des tables d’addition et de multiplication, en comprenant leur structure, et les restituer de mémoire pour les tables d’addition des dix premiers nombres * Estimer, avant d’opérer, l’ordre de grandeur d’un résultat. *Effectuer le mesurage en utilisant des étalons familiers et conventionnels et en exprimer le résultat (longueurs, capacités, masses, aires, volumes, durées, coût). 3.1.3. Calculer Oefenen van de reeds gekende types: T + T, T --- T, T + E, T --E, TE + T, TE --- T, TE +E, TE --- E (zonder overschrijding van het tiental). Oefenen van de maaltafels van 2 en 10. 3.1.3. Calculer Het zuivere tiental benoemen dat voor en na een getal komt. De plaats van een getal schattend tussen zuivere tientallen aangeven op de getallenlijn. Positioneren van getallen van 0 t.e.m. 100. Bijdoen/wegdoen tot het volgende/vorige tiental. Oefenen van optellingen en aftrekkingen t.e.m. 20. Aftrekkingen van het type T --- E en T --- TE voorstellen op de getallenlijn en oplossen. Eerlijk verdelen zonder rest en met rest. De voorstelling van de groepen van 2 of 10 omzetten in een optelling en een vermenigvuldiging. Sprongen van 2 of 10 omzetten in een vermenigvuldiging en een deling. Schematisch voorgestelde combinatieopdrachten oplossen en de rekenzin noteren. Schematisch voorgestelde oorzaak-eranderingsopdrachten en vergelijkingsopdrachten voorstellen op de getallenlijn en de rekenzin noteren. Kloklezen tot op een half uur nauwkeurig. Gepast betalen op verschillende manieren. Schatten en meten van lengten met m- en cm-maat. Meten van stroken tot op een centimeter nauwkeurig. 3.1.3. Calculer & 3.3.1. Comparer, mesurer Blok Les H/N Lesdoelen Socles Wim De Grieve Page 5 4 25 4 26 Het zuivere tiental benoemen dat voor en na een getal komt. De plaats van een getal schattend tussen zuivere tientallen aangeven op de getallenlijn. Positioneren van getallen van 0 t.e.m. 100. Bijdoen/wegdoen tot het volgende/vorige tiental. Oefenen van optellingen en aftrekkingen t.e.m. 20. Aftrekkingen van het type T --- E en T --- TE voorstellen op de getallenlijn en oplossen. 3.1.3. Calculer Eerlijk verdelen zonder rest en met rest. De voorstelling van de groepen van 2 of 10 omzetten in een optelling en een vermenigvuldiging. Sprongen van 2 of 10 omzetten in een vermenigvuldiging en een deling. Schematisch voorgestelde combinatieopdrachten oplossen en de rekenzin noteren. Schematisch voorgestelde oorzaak-eranderingsopdrachten en vergelijkingsopdrachten voorstellen op de getallenlijn en de rekenzin noteren. *Identifier et effectuer des opérations dans des situations variées avec des petits nombres. * Estimer, avant d’opérer, l’ordre de grandeur d’un résultat. *Identifier et effectuer des opérations dans des situations variées avec des petits nombres. 3.1.3. Calculer 4 27 Kloklezen tot op een halfuur nauwkeurig. Gepast betalen op verschillende manieren. Schatten en meten van lengten met m- en cm-maat. Meten van stroken tot op een centimeter nauwkeurig. 3.3.1. Comparer, mesurer *Effectuer le mesurage en utilisant des étalons familiers et conventionnels et en exprimer le résultat (longueurs, capacités, masses, aires, volumes, durées, coût). Wim De Grieve Page 6 Blok Les 4 28 H/N Lesdoelen Socles Het zuivere tiental benoemen dat voor en na een getal komt. De plaats van een getal schattend tussen zuivere tientallen aangeven op de getallenlijn. Positioneren van getallen van 0 t.e.m. 100. Bijdoen/wegdoen tot het volgende/vorige tiental. Oefenen van optellingen en aftrekkingen t.e.m. 20. Aftrekkingen van het type T --- E en T --- TE voorstellen op de getallenlijn en oplossen. Eerlijk verdelen zonder rest en met rest. De voorstelling van de groepen van 2 of 10 omzetten in een optelling en een vermenigvuldiging. Sprongen van 2 of 10 omzetten in een vermenigvuldiging en een deling. Schematisch voorgestelde combinatieopdrachten oplossen en de rekenzin noteren. Schematisch voorgestelde oorzaak-eranderingsopdrachten en vergelijkingsopdrachten voorstellen op de getallenlijn en de rekenzin noteren. Kloklezen tot op een halfuur nauwkeurig. Gepast betalen op verschillende manieren. Schatten en meten van lengten met m- en cm-maat. Meten van stroken tot op een centimeter nauwkeurig. *Identifier et effectuer des opérations dans des situations variées avec des petits nombres. * Estimer, avant d’opérer, l’ordre de grandeur d’un résultat. *Construire des tables d’addition et de multiplication, en comprenant leur structure, et les restituer de mémoire pour les tables d’addition des dix premiers nombres *Effectuer le mesurage en utilisant des étalons familiers et conventionnels et en exprimer le résultat (longueurs, capacités, masses, aires, volumes, durées, coût). 3.1.3. Calculer & 3.3.1. Comparer, mesurer COMPETENCES TRANSVERSALES A DEVELOPPER 2.1. ANALYSER ET COMPRENDRE UN MESSAGE 2.2. RESOUDRE, RAISONNER ET ARGUMENTER 2.3. APPLIQUER ET GENERALISER 2.4. STRUCTURER ET SYNTHETISER Wim De Grieve Page 7