ZATERDAG 9 AUGUSTUS 2014 15 veehouderij Praktijkonderzoek Plant & Omgeving doet studie naar aanvoer organische stof in bodem ‘Groenbemester meteen na maïsoogst’ Mariska Bloemberg-van der Hulst De bodem snakt naar organische stof. Veel veehouders merken dat hun percelen verschralen en de opbrengst tegenvalt. Volgens Jos Groten van Praktijkonderzoek Plant & Omgeving (PPO) moet een groenbemester na snijmaïs vaste prik zijn. ‘In de tweede helft van oktober zaaien is echt veel te laat’ En wat zijn de kosten van een groenbemester? ‘De kosten voor zaaizaad, zaaien in het najaar en inwerken in het voorjaar liggen voor rogge op circa 150 euro en bij gras op circa 175 euro per hectare. Moet gras in het voorjaar worden doodgespoten, dan komt hier nog 60 euro bij op. De baten overtreffen deze kosten dus ruim.’ Hoe hoog is de nalevering van nutriënten? ‘De nalevering is afhankelijk van de opgenomen hoeveelheden en daarmee van het inzaaimoment van de groenbemester. Bij onderwerken voor 1 april komt ongeveer 50 procent van de opgenomen stikstof en 95 procent van het kalium weer beschikbaar voor het volggewas. Deze hoeveelheden zorgen bij inzaai van de groenbemester rond half september en zeker bij grasonderzaai, dat een tekort aan stikstof wordt beperkt. Ook hoeft er geen Kali 60 meer te worden gestrooid.’ Zien veehouders het nut in van een groenbemester? ‘De meesten zien het als een wettelijke verplichting; het kost geld en levert niets op. Zo gaan boeren er ook vaak mee om. Maar het brengt juist geld op, want je voorkomt dat de productiviteit van het perceel verder terugloopt.’ Jos Groten Foto: PPO Wat is het financiële voordeel dan? ‘Doordat je jaarlijks een groenbemester teelt, voorkom je een opbrengstderving van minimaal 10 procent. Uitgaande van de huidige voederwaardeprijzen levert maïs gemid- Bij welke groenbemester is de slagingskans het grootst? ‘Bij een onderzaai van gras of bij een nazaai in september van winterrogge of Italiaans raaigras, of een mengsel hiervan, zijn de opbrengsten het hoogst. Voor nazaaien in NoordNederland is 15 september de adviesdatum. Voor Zuid-Nederland is dat 25 september.’ Maar in september hebben veel boeren toch nog geen maïs geoogst? ‘Klopt, daarom lukt het vaak niet om een groenbemester met een hoge opbrengst te telen. Ze zaaien veel te laat, vaak pas in de tweede helft van oktober. Het gaat al mis bij de keuze van het maïsras. Veel boeren willen een hoge maïsopbrengst, dus kiezen ze een relatief laat ras. Daarnaast streven ze naar een hoog aandeel zetmeel, ze geven de plant veel tijd om af te rijpen. Wie een groenbemester succesvol wil telen, moet kiezen voor een relatief vroeger maïsras en oogsten in september bij een drogestofgehalte van 33 tot 36 procent.’ U adviseert om meteen na de maïsoogst een groenbemester te zaaien? ‘Ja, want elke dag telt. Het zaaien van een groenbemester zou een vast onderdeel van de maïsoogst moeten worden. Na het oogsten, het liefst nog dezelfde dag, dient de grond te worden losgetrokken en de groenbemester te worden gezaaid.’ Wat zijn veelgemaakte fouten tijdens zaaien? ‘Er wordt nogal eens onvoldoende zaaizaad gebruikt of zaad van slechte kwaliteit. Soms verspreiden boeren zelf wat zaad met de kunstmeststrooier, zonder dit ook maar in te werken. Gebruik een zaaimachine en gebruik voor rogge circa 100 kilo zaaizaad per hectare en voor Italiaans raaigras 30 tot 40 kilo.’ Wanneer moeten boeren de groenbemester onderwerken? ‘Voor 1 april moet het worden vernietigd. Je kunt het gewas voorbewerken met een smaragd, schijveneg, klepel of cultivator. Daarna kun je het volledig onderploegen. Het is soms aan te raden om de grasgroenbemester dood te spuiten, anders beconcurreert het de snijmaïs te veel. Die groeiachterstand haalt de maïs nooit meer in.’ Opbrengst groenbemesters in maïsteelt Indicatieve opbrengst groenbemesters in de maïsteelt Zuid-Nederland. Het betreft een demo geoogst op 27 maart 2013. 8.000 Bladmassa 7.000 Wortelmassa 6.000 5.000 Bron: LBI en PPO-WUR deld circa 2.650 euro per hectare op. Een opbrengst daling van 10 procent vertegenwoordigt een bedrag van 265 euro. Ook hoef je geen kali meer te strooien, dat is een besparing van 95 euro per hectare. In totaal gaat het dus om een voordeel van ruim 350 euro per hectare.’ 4.000 3.000 2.000 1.000 0 ge 12sep Ital iaa t ns 22Ital jun iaa ns 12sep Pro t terr a8 m Eng ei els 22jun Rog ge Fes 19t. P okt ers ues Trit ica 22le/e jun rwt en 8-o kt Rog ge 8-o kt Hav er 8 o Ital kt iaa ns Win 8-o terg kt ers t 8Ital okt iaa ns 19Ital okt iaa ns Sto naz ppe aai lkn olle Rod n8 -ok eK lav t er 2 Fes 2-j t. P un ers ues 8-o Jap kt . Ha ver 8-o kt Een groenbemester lost dit op? ‘Met een groenbemester ontstaat er weer een vruchtbare bodem. Met een geslaagde groenbemester creëer je 3,5 tot 4 ton droge stof per hectare. Door dit jaarlijks in te werken neemt het organisch materiaal in de grond toe. Hierdoor is het bodemleven actiever, is er meer lucht in de grond, wordt vocht beter vastgehouden en komen er meer nutriënten beschikbaar.’ Je moet het gewas dus niet oogsten? ‘Nee, je wilt organische stof toevoegen, dus moet je het onderwerken. Oogst je het gewas, dan verbeter je de grond onvoldoende. Gevolg is ook dat het volgende maïsgewas minder vocht beschikbaar heeft.’ Foto: Nieuwe Oogst kg ds / ha Wat gebeurt er als je geen groenbemester gebruikt? ‘Als je snijmaïs teelt, dan onttrek je jaarlijks 2.500 tot 3.000 kilo organische stof per hectare. Er blijft wel een stoppel achter en je zult wat drijfmest toedienen, maar de grond wordt steeds schraler en minder vruchtbaar. Het gevolg is een ‘dode’ en verdichte bodem. De bodem blijft in het voorjaar langer nat en koud, wat leidt tot een latere zaai en en een latere opkomst van de maïs. De kans op plasvorming, droogte, stress en ziekten stijgt. De productiviteit van het gewas neemt met minimaal 10 procent af.’ Een groenbemester maakt de bodem productiever. Rog De term vanggewas is volgens u een foute term, waarom? ‘Wanneer je de bodemkwaliteit wilt verbeteren, dan spreek je niet over een vanggewas, maar over een groenbemester. Je wilt namelijk organische stof toedienen. Dat doe je letterlijk door het perceel te bemesten met groene planten. Ook bindt het gewas nutriënten zoals stikstof en kali, die weer beschikbaar komen voor het volggewas.’ Opname en nalevering van N, P, K door groenbemesters en kunstweide N kg/ha P2O5 kg/ha K2O kg/ha Nazaai Rogge oktober 14 7 22 Nazaai It. Raaigras september 37 18 80 Onderzaai It Raaigras 74 48 165 It RG /rode klaver 2 jaar (kunstweide) 128 53 164 Drenthe, 4 april 2014 Nalevering: circa 50% N, 60% P2O5, 95% K2O hiervan komt beschikbaar voor volggewas Bron: Grondig boeren met mais